De Schans

In zijn boek: Geschiedenis van Webbekom (1982) geeft Frans Claes aanwijzingen voor een tweede schans:

Allicht is in de 12^de of 13^de eeuw samen met Assent ook het gebied van Papenbroek en de Bosterestraat bij de heerlijkheid Kaggevinne gekomen is. In het centrum van Papenbroek is er geen "broek" of natte weide. Er is vroeger echter wel een hoeve geweest vlak bij de Begijnenbeek, dicht bij het Gasthuisbos. Deze hoeve heette de hoeve van Liebroek en in 1253 hoorde het Liebroek nog toe aan de abt van Sint-Truiden. De naam Papenbroek is vermoedelijk het eerst aan deze hoeve gegeven, die toebehoorde aan de "papen" of priesters van Sint-Truiden. Andere priesters hadden overigens weinig bezit in Papenbroek.

Heel waarschijnlijk is er dan ook een schans geweest op de plaats waar de hoeve van Liebroek vroeger gestaan had. In oude stukken heb ik hierover wel niets gevonden, maar deze plaats wordt nu nog in de volksmond De Schans genoemd. De ligging ervan, bij de Begijnenbeek, en de vorm van het perceel boden inderdaad goede mogelijkheden tot verdediging.

Vermoedelijk werden de puinen van de verwoeste hoeve, die daar gestaan had, gedurende enige tijd door de inwoners van Papenbroek gebruikt om zich te verschansen.