Het Goedje van de Matenelle

HISTORISCH:

De Els, nu de naam van een oude hoeve, is lang de naam geweest van de weiden ten noorden van het Gasthuisbos. Reeds in 1253 wordt gezegd dat daar "elshout" groeide. De eerste aanwijzing van een huis aldaar vinden we in 1844, wanneer de "oorspronkelijke aanwijzende tafel" van het kadaster er een huis vermeldt toebehorend aan F. Th. Di Martinelli uit Diest.

Een beetje voor de Els (langs de huidige Webbekomstraat) bevindt heeft zich een buitengoed van een Di Martinelli , op de plaats die soms nog het Goedje van de Matenelle wordt genoemd. De pijlers van de vroegere ingangspoort, die daar nog staan, worden algemeen de Torekens genoemd. Het buitengoed heeft er vermoedelijk niet lang gestaan. In 1844 wordt het nog niet vermeld en kort na 1900 is het in verval geraakt en afgebroken.

Deze site was reeds in 1378 voorzien van een hoeve, in leengoed in bezit van Arnold Crauwels. Vanaf 1642 werd het tevens een buitengoed met de namen Zwanenborg en Speelhof. Van 1700 tot 1840 werd dit gewoonlijk Speelgoed of Speelhof genoemd. (Geschiedenis van Webbekom, Frans Claes, 1982).

De vorm van "het Goeiken" zoals weergegeven in de atlas van Ferraris (1777) en in de Atlas der Buurtwegen komt overeen en is als dusdanig nog terug te vinden. De grachten zijn grosso modo erg goed bewaard. Enkel ter plaatse van de noordelijke toegang werd een deel van de gracht gedempt.

Volgens de huidige eigenaar zou dit pas zijn gebeurd eind jaren zestig. Voorheen herinnert hij zich nog een houten toegangsbruggetje dat net links van het gebouw toegang gaf tot de schans. Het vierkante torengebouw komt overeen met de voorstellingen in de Atlas van Ferraris en de Atlas der Buurtwegen. De opbouw (3.50m x 5.50m) met extra dikke volle muren (0.45m) lijkt er verder op te wijzen dat dit in ieder geval een oud restant is. Een minuscuul wenteltrapje zorgt voor verbinding tussen gelijkvloers en verdieping. Gezien het geheel is geschilderd zijn sporen van gevelaanpassingen niet zichtbaar. Een nis in de voorgevel verwijst allicht wel naar een vroegere grote opening. Verder zijn er geen gevelopeningen in de zijgevels, wel een raam in de achtergevel. De verdere gelijkvloerse uitbouw betreft een later aangebouwd woongedeelte.

De grachten werden gevoed met water van de achterliggende Leugenbeek. Door ingrijpende recente beheerswerken om wateroverlast in Diest centrum te kunnen opvangen krijgt de gracht het echter wat moeilijker om zijn waterniveau op peil te kunnen houden.

In geschriften (Frans Claes) wordt naar de hoeve van de Heilige Geesttafel verwezen als schans. Hier zijn echter totaal geen sporen meer te vinden van een omgrachting. En voor een dergelijke vierkantshoeve was dit ook minder gebruikelijk. De hoeve vormde een versterking op zich tegen roversbenden. Daartegenover werd Het Goeiken wel als schanssite voorgesteld in de Atlas van Ferraris en zo komt het ook tegenwoordig nog over. Werd het in tijden van nood toch gebruikt als schans?

KARTOGRAFISCH: (Google+)

  • Kaart: De Villaret uit 1748: de site is omgracht weergegeven met de vermelding "Schepers Verunde".
  • Kaart rechts: uittreksel uit de Atlas van Ferraris.
  • Het Goeiken is mooi als schans voorgesteld. Ook de leugenbeek is vermeld, net als de aangrenzende herenwinning. Een rood punt bij de ingang verwijst naar een apart gebouw.
  • Kaart : uittreksel uit de Atlas der Buurtwegen. Ook hier is de site langs de Webbekomstraat mee opgenomen. Het toegangsgebouw is mee geregistreerd.
  • Satellietbeeld : Vanuit de lucht gezien is het Goeiken nog mooi herkenbaar in het landschap.
  • Foto : zicht op de voorzijde van Het Goeiken. De toren op de achtergrond is allicht nog een restant van het vroegere toegangshuis.
  • Foto : zicht op de zuidelijke gracht.
1748: De Villared met vermelding:"Schepers Verunde"

BIBLIOGRAFIE & INFO: