Europa

Amsterdam - Brussel, 1/11/2006

s Ochtends laden we de auto in en rond twee uur rijden we richting het zuiden. De eindbestemming van vandaag is het enorm ver weg gelegen Brussel, maar we stoppen in Rotterdam om Alida op te halen die daar succesvol een examen heeft afgelegd. In Brussel eten en overnachten we bij onze vrienden Marc en Stephanie. Een belangrijk gespreksonderwerp tijdens het eten en drinken is natuurlijk de reis, maar het gevoel dat we onderweg zijn naar Kameroen hebben we nog niet echt. Brussel is voor ons wel met Kameroen verbonden, vaak vliegen we met SN Brussels naar Yaounde vanaf luchthaven Zaventum.

Brussel - Colmar, 2/11/2006

Onze boot vertrekt pas zaterdag de 4e dus we doen het vandaag rustig aan. Na een lekker belgisch ontbijt zwaaien Marc en Steph ons om 11 uur uit. We weten dat we nu echt onderweg naar Afrika zijn, maar het blijft moeilijk te begrijpen. Bij een typisch dorpsbakkertje in Luxemburg kopen we lekkere chocolade croissants en broodjes. Vanaf Luxemburg zit Alida (voor het eerst) achter het stuur van de Landcruiser. Tot aan de avondspits bij Colmar gaat het rijden nog makkelijk, maar de spits en de vermoeidheid maken de auto wat moeilijker handelbaar en bij een benzinepomp neemt Martin het wiel weer over. Omdat we geen haast hebben en moe zijn stoppen we in Colmar. Vlak na een afrit vinden we een Formule 1 hotel waar we voor 30 euro een nette driepersoons kamer nemen. We hoopten misschien te kunnen kamperen maar het was toch echt te koud! Vlakbij het hotel vinden we een leuk grill restaurant waar we lekker hebben gegeten.

Colmar - Bereguardo, 3/11/2006

Het Formule 1 hotel is een hele ervaring, douches en toiletten lijken op cabines die uit een ruimteschip van Startrek zijn overgenomen. De ruimtes maken zich zelf schoon en uit de speakers komen tropengeluiden (waardoor we ons al een beetje in Kameroen konden wanen). We rijden Colmar in voor een lekker ontbijtje bij de bakker en om boodschappen te doen. Rond tien uur verlaten we deze mooie stad en rijden we richting Genoa.

Bij Zwitserland worden we geconfronteerd met de eerste grenspost van onze reis. Vergeleken bij wat komen gaat stelt deze grenspost niets voor, na het kopen van het verplichte vignet zoeft de Landcruiser weer de weg op om al snel in de file terecht te komen. Wegens werkzaamheden kruipen we langzaam Basel door en na een half uurtje en wat zoeken ligt er weer snelweg onder de wielen. Zwitserland betekent ook de Gotthard tunnel(20 kilometer lang), waar Saskia en Alida niet erg naar uitkijken. Het alternatief is door de bergen rijden op een behoorlijke hoogte van soms wel meter met de bekende haarspeldbochten en misschien al sneeuw. De Gotthard tunnel it is!! Hoge bergen zijn er genoeg te vinden en omdat we er niet overheen maar doorheen rijden genieten we vol van het uitzicht.

Er wordt teveel genoten van het uitzicht want na een tijdje komen de plaatsnamen op de borden langs de weg niet meer overeen met de plaatsnamen die gevolgd moeten worden. We rijden de verkeerde kant op. Na een u-turn nemen we de aanloop naar de Gotthard tunnel. De tunnels beginnen klein, met eerst tunnels van 700m, 1200m, 1500m, dan worden de tunnels langer met afstanden van 2500m, 4000m tot er opeens een bordje staat van 10000m. Vooral de dames achterin moeten even slikken bij het bord, maar er is tot nu toe niets misgegaan dus we rijden door. Het valt allemaal reuze mee en wanneer de Gotthard tunnel na een tijdje in zicht komt halen we allemaal even diep adem, zetten een passend muziekje op en tellen mee met de kilometerafstanden in de tunnel. Het is rustig in de tunnel en er kan gewoon doorgereden worden, maar we hebben allemaal gehoord van de files in de zomer en kunnen geen voorstelling maken van hoe het moet voelen om er met een slakkengangetje of helemaal niet de tunnel door te komen. Het aantal vrachtwagens in de tunnel is opzien barend laag, wat volgens Martin verklaard kan worden door de strenge regels voor vrachtwagens in Zwitserland. Blijkbaar mogen vrachtwagens in het weekend niet de tunnel in of zelfs rijden op de weg. Aangezien het vrijdag was en al in de namiddag betekende dit lange rijen naast de snelweg vol met wachtende vrachtwagens. Pas na het weekend zou daar weer verandering in komen. De Gotthard tunnel is een soort natuurlijke grens tussen duits Zwitserland en Italiaans Zwitserland. Voor de tunnel zijn alle plaatsaanduidingen e.d. nog in het Duits, maar na de tunnel staat alles aangegeven in het Italiaans. Even dacht we de grenspost gemist te hebben en al in Italie te zijn, maar na logisch nagedacht te hebben werd dat weer snel uitgesloten.

De namiddag dient zich aan en het is tijd om weer te bedenken tot waar er gereden zou worden. Met het oog op de volgende dag wordt besloten om zo dicht mogelijk bij Genoa in de buurt te slapen, het leek ons raadzaam om redelijk vroeg aanwezig te zijn. We zoeken een dorpje net na Milaan en gaan op een bordje af dat we vanaf de snelweg zien. Uiteindelijk komen we na een half uur op het platteland te rijden uit bij het dorpje Bereguardo. Navraag leert dat er een hotel is, maar dat het net buiten het dorp ligt. Bij aankomst blijkt het een super de luxe hotel te zijn dat waarschijnlijk voor de dorpsbruiloften en dergelijke gebruikt wordt. We eten nog een echte italiaanse pizza in het dorpje en duiken het bed in.

Bereguardo - Genoa, 4/11/2006

Na een onrustig nachtje, mede te danken aan de kennel met dolle honden, gaan we weer op pad. Omdat Genoa niet ver weg meer is besluiten we om de snelweg te vermijden en over het platteland te rijden. Het is een goed idee want om de hoek blijkt al een natuurgebied te beginnen en rijden we over een vlotbrug het park in. De route is enorm schilderachtig en we rijden van het ene mooie dorpje naar het andere. We doen nog wat inkopen voor de etensvoorraad onderweg en raken op de snelweg naar de haven. Op de borden wordt de bootmaatschappij al aangegeven en voordat we het weten staan we al in de rij voor de boot. Dit was eigenlijk niet de bedoeling want de dames wilden nog even in de stad kijken die best leuk zou moeten zijn. Martin vindt het eigenlijk wel best en we blijven maar staan. We vormen met een stuk of zes andere auto�s de kop van de rij, maar echt veel langer wordt de rij niet. De boot blijkt voornamelijk gevuld te worden met containers en vrachtwagens, de hoeveelheid vracht die in de buik van de boot verdwijnt is niet te bevatten.

Omdat we niet helemaal bekend zijn met de procedures en de volgorde er van besluiten we de andere mensen maar een beetje in de gaten te houden. De procedure blijkt uiteindelijk voornamelijk uit wachten te bestaan. Iets van anderhalf uur voor het vertrek van de boot kun je inchecken bij de GNV balie. Ondanks dat de rij heel kort is wordt er toch flink voorgedrongen, wat lachwekkend is omdat er nog een andere formaliteit moet worden afgehandeld bij een balie die nog gesloten is en nog een half uur dicht blijft. Als de balie uiteindelijk opengaat nemen er Italiaanse douanebeambten plaats die eigenlijk alleen vluchtig naar je paspoort lijken te kijken, we vragen ons dan ook het nut af. Er is niemand die controleert of je wel je paspoort hebt laten zien, misschien is het voor Tunesiers die een exit stempel nodig hebben.

Moe van het lange wachten keren we terug naar de rij die is uitgegroeid tot een stoet van misschien vijftig auto's. Het meest opvallend is een kanariegelie hummer die een aanhangwagen met quads trekt. Een mannetje kijkt onze incheckpapieren na en niet lang daar na komt de stoet in beweging, ook hier is het weer voordringen geblazen. Met een Landcruiser is voordringen niet zo moeilijk en we rijden als een van de eersten de boot op. Voor ons wordt de kelder geopend en we duiken naar beneden waar een mannetje de hoogte van de auto inschat en ons naar het dek voor de busjes dirigeert. Er is genoeg ruimte om even te keren zodat de neus naar voren wijst. Terwijl we alle benodigde bagage pakken (het dek is gedurende de overtocht dicht) passeren alle andere auto's en zijn we al snel omsingeld door het gezelschap van de Hummer. Het blijken Italianen te zijn die in Tunesie op vakantie gaan. De hummer karavaan geeft een surrealistische aanblik. De voertuigen zijn allemaal volledig opgetuigd voor een trip van maandenlang door de woestijn maar de personen die uit de wagens stappen lijken meer thuis te horen in een vijf sterren hotel. Als het wat rustiger wordt zoeken we onze hut op, via liften, trappen en roltrappen komen we aan in de gang waar onze hut is. De deur is op slot en we hebben geen sleutel, maar al snel komt er een steward aan die ons uit de brand helpt. De hut valt niet tegen, hij is schoon en heeft een eigen douche en toilet. In vergelijking met de goedkoopste overnachtings optie ("pullman", oftewel "stoel in zaal") is het een heel verschil. Als de scheepshoorn begint te toeteren en we beweging voelen is het al donker en nemen we langzaam afscheid van Europa.