Bij programmeren wordt al vrij gauw aan robots gedacht. Robots die geprogrammeerd moeten worden voor verschillende doeleinden, zoals industriële robots die smerig en soms gevaarlijk werk doen in fabrieken of servicerobots die taken uitvoeren om mensen te helpen in bijvoorbeeld ziekenhuis of kantoren.
Voor het onderwijs zijn speciale robots ontwikkelt, die gemakkelijk in te zetten zijn tijdens verschillende activiteiten of lessen. Het gaat hier om kindvriendelijke robots die robuust zijn gemaakt en gemakkelijk in gebruik te nemen zijn door leerling, maar ook leerkracht. Voorbeelden hiervan zijn de BeeBot en BlueBot. Twee robots in de vorm van een bij die geprogrammeerd kunnen worden door middel van verschillende instructieknoppen. Door het werken, maar ook het spelen met deze robots, maken leerlingen kennis met de verschillende stadia van programmeren en wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van het leren van algoritmes.
Voor de onder- midden- en bovenbouw bestaan verschillende activiteiten en opdrachten die in combinatie met de BeeBot en BlueBot uitstekend ingezet kunnen worden in het onderwijs.