Liggen menselijke capaciteiten vast, of kunnen ze ontwikkelen? Dit vraagstuk is al eeuwen oud. Vandaag de dag zijn de meeste deskundigen het erover eens dat het een wisselwerking is tussen nature (aanleg) en nurture (opvoeding). De visie die je hebt op de mogelijkheid van het ontwikkelen van kwaliteiten heeft belangrijke consequenties voor je leerhouding. Daarover zijn in wezen 2 verschillende overtuigingen: onze capaciteiten staan vast en onze capaciteiten kunnen groeien. Concreter zijn de gedachten hierover geworden toen Amerikaanse psychologe Carol Dweck (2006), onderzoek deed naar de motivatie van prestaties van leerlingen en daarbij concludeerde dat er twee soorten mindsets (denkstijlen) zijn: de fixed mindset (vast) en growth mindset (groeien).
Iemand met deze mindset gaat ervan uit dat intelligentie vast staat. Dit zorgt ervoor dat hij graag slim wil over komen. Hij vermijdt uitdagingen, want dan kun je fouten maken. Hij zoekt steeds bevestiging van zijn intelligentie, persoonlijkheid of karakter. Het draait om succes hebben, slim overkomen, geaccepteerd worden en een winnaar voelen. De grote angst is falen, dom overkomen, afgewezen worden en een verliezer voelen. Hij gedraagt zich defensief bij belemmeringen en geeft het al gauw op.
Inspanning is zinloos, want als je echt een genie bent, dan hoef je je niet in te zetten. Kritiek komt over als een bedreiging, daarom negeren ze leerzame negatieve feedback. Het succes van anderen zien ze als een bedreiging. Het resultaat van de statische mindset is dat je niet echt ontwikkelt en dus minder bereikt dan mogelijk is. De statische mindset beperkt de prestaties. Het werkt destructief op de gedachten en leidt tot slechte leermethoden.
Mensen zijn verschillend als het gaat om talent, interesse en temperament, maar iedereen is in staat om te veranderen door te leren en ervaringen op te doen. Iemand met deze mindset gaat er vanuit dat je jouw basiskwaliteiten kunt ontwikkelen door er moeite voor te doen. Intelligentie is te ontwikkelen. Dit zorgt ervoor dat hij graag wil leren. Denkt hij dat hij een Einstein wordt? Nee, maar hij gelooft wel dat de ware potentie van de mens onbekend is en dat het niet te voorspellen is wat hij kan bereiken door jarenlang te werken en te oefenen. Het geloof dat kwaliteiten ontwikkeld kunnen worden kan een liefde tot leren geven.
Iemand met een op groei gerichte mindset is blij met uitdagingen en geeft niet op bij tegenslag. Inspanning is de weg tot meesterschap. De liefde om jezelf volledig in te zetten en vol te houden stelt mensen in staat om zich door de moeilijkste perioden van hun leven heen te slaan.
Iemand met een op groei gerichte mindset leert van kritiek en laat zich inspireren door het succes van anderen. Het resultaat van deze mindset is dat je een steeds hoger niveau bereikt.
In een schema zien de mindsets er zo uit:
Het aanleren van een growth mindset bij leerlingen, kun je tijdens lessen of begeleiding van leerlingen op verschillende manieren realiseren. Enkele voorbeelden, zoals beschreven door Masters (2013) Walters (2015), kunnen gerealiseerd worden in samenhang met programmeeronderwijs.
Door middel van programmeeronderwijs wordt een risico-vrije leeromgeving gecreëerd waarin leerling zelfstandig, al dan niet in samenwerking met elkaar aan de slag kunnen met verschillende programmeeraspecten. Door de vele opdrachten en activiteiten zullen de leerlingen nuttige succeservaringen opdoen. Echter is de kans op falen natuurlijk ook aanwezig, de mindset voor programmeeronderwijs is namelijk niet voor niets: 'Durven experimenteren, maar ook durven falen'. Het is daarom van uiterst belang dat leerkrachten feedback geven op het proces van zowel succeservaringen, als faalervaringen. Feedback vanuit de growth mindset, motiveert leerlingen om ervoor te zorgen dat ze gericht en gefocust blijven op het leerproces. Het is belangrijk om leerlingen feedback te geven over hoe het proces leidt tot een resultaat, zodat zij leren begrijpen dat hun vaardigheden zullen ontwikkelen door het aangaan van uitdagingen.
Deze feedback kan gegeven worden tijdens de volgende situaties:
Wanneer leerlingen niet slagen, ondanks sterke inspanning.
Wanneer leerlingen specifieke vaardigheden nog niet hebben ontwikkeld die nodig zijn om te verbeteren.
Wanneer leerlingen vooruitgang maken.
Wanneer leerlingen met grote moeite slagen.
Wanneer leerlingen gemakkelijk slagen zonder enige moeite.
Wanneer leerlingen zonder inspanning te doen, ook niet slagen.