Observatieplan
Je observeert om gegevens te verzamelen die je nodig hebt om je werk goed uit te voeren en om cliënten zorgvuldig en effectief te begeleiden. Alleen als je volgens de regels observeert is de informatie betrouwbaar. Het observatieplan helpt je daarbij!
Door een observatieplan te gebruiken zorg je ervoor dat je bewust, doelgericht, systematisch en zo objectief mogelijk observeert. Daardoor zijn de observatiegegevens het meest betrouwbaar en kan je de zorg en begeleiding aan zorgvragers beter vormgeven.
Doelgericht
Een observatie heeft altijd een doel. Je observeert met een reden.
Voordat je gaat observeren begin je met een vraag. Met de observatie verzamel je gegevens die een antwoord kunnen geven op je vraag. Beperk je bij een observatie tot één enkele vraag. Als je veel vragen hebt, is het beter om vaker te observeren.
Als het niet lukt om een heldere vraagstelling te maken, begin je met een beschrijvende observatie. Je schrijft op wat je opvalt. Die informatie gebruik je voor het stellen van de vraag bij de vervolgobservatie.
Aanleiding
Verschillenden redenen kunnen een aanleiding zijn om te observeren. Je observeert als:
je signalen opvangt dat er iets mis is
je een vraag hebt hoe te handelen
er problemen zijn
je iemand beter wilt leren kennen
je over iemand rapporteert
Signalen
Als je bewust waarneemt, vang je regelmatig signalen op. Als je iets met die signalen wilt doen, moet je wel zeker van jezelf zijn. Bovendien is het handig als je een vaag vermoeden wat beter kunt omschrijven. Met een observatie krijg je aanvullende informatie.
Handelingsvragen
Observaties helpen je om professioneel te handelen. Ieder mens is anders. Dat geldt voor kinderen, maar ook voor volwassenen. Wat bij de een werkt, werkt bij de ander niet. Een observatie helpt je bij het maken van de juiste keuzen voor de begeleiding of ondersteuning. Vervolgens kun je controleren wat het effect is van je handelswijze.
Problemen
Een observatie kan helpen om de oorzaak van problemen te achterhalen. Opvallend gedrag is vaak een signaal. Door observatie kun je achtergronden en oorzaken van gedrag opsporen.
Planmatig
Je observeert systematisch volgens een plan. Je bedenkt vooraf waarnaar je wilt gaan kijken, hoe je gaat kijken en hoe je de gegevens noteert. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Persoonlijke gegevens van degene die je gaat observeren;
Plaats en tijd
De aanleiding voor de observatie;
De vragen die je beantwoord wilt zien;
Het observatiedoel
het concrete gedrag dat je gaat observeren
Hoe je gaat observeren (methode) en met welke hulpmiddelen;
Hoe de resultaten worden verwerkt;
Aan wie de resultaten worden voorgelegd en wanneer.
Je legt dit zo concreet mogelijk vast in een observatieplan.
Dat is belangrijk voor de mensen die aan de observatie meewerken. Iedereen kan dan op dezelfde manier observeren. Dat is noodzakelijk omdat anders de uitkomsten onbruikbaar zijn. Ook voor degene die het observatieverslag leest en gaat gebruiken is deze informatie belangrijk. Hij kan de gegevens dan beter beoordelen op bruikbaarheid.