Er hangen al veel weetjes om te lezen in het museum. Het is dus een echte uitdaging om jouw foto van een weetje hier te kunnen toevoegen.
De nieuwste foto plaatsen we telkens bovenaan.
Deze weetjes hangen al in de tentoonstelling:
Getallen worden geschreven met letters, net zoals de Romeinen dat deden.
Matrassen van stro blijven vlooienvrij als je er lavendel, boerenwormkruid of onzelievevrouwebedstro op strooit.
Jagers eten alle vogels dus ook zwanen, reigers, merels en vinken.
Op woensdag, vrijdag en zaterdag mag je geen vlees eten, maar vis wel.
De bril bestaat al in de 13de eeuw.
In een maliënkolder zitten zo’n 24.000 ringen
Schrijfinkt zit in potten van hoorn.
Bruine verf maak je van de bast van een eikenboom.
Om één bijbel te kopiëren op perkament zijn de huiden van 170 kalveren nodig.
Een middeleeuws schaap is 3 keer kleiner dan een schaap in de 21ste eeuw.
Mensen worden meestal niet langer dan 1 m. 50
De wc is een houten bak met een beerput er onder. Als de beerput vol is, schep je hem leeg om de inhoud over je akkers te verspreiden.
Pek en teer maak je van naaldhout.
Een boerin moet in de zomertijd al om 3 uur opstaan, zodat ze ontbijt kan klaarmaken en op het land werken om voedsel te verbouwen voor haar familie.
Het ontbijt van een gemiddelde boerin bestaat uit brood en bier of water.
Ze mag pas eten na de mannen en eventuele kinderen.
De boeren hebben een beperkte hoeveelheid gewassen, afhankelijk van het seizoen: -tarwe -peterselie -rapen -bonen -appels -bramen -frambozen
Vrouwen moeten spinnen en weven om kleding te maken voor zichzelf en hun gezinnen.
Vrouwen kunnen alleen koken wat ze zelf verbouwen of verdienen.
Boerinnen zijn verantwoordelijk voor de dieren van de familie.
Ze houden kippen, varkens, geiten en koeien voor voedsel, huiden en bont.
De dieren leven vaak in boerenhuizen en laten een hoop rommel achter voor de vrouwen om op te ruimen.
Vrouwen strooien in huis veel geurend gras om de stank van de dieren op afstand te houden.
Vrouwen wassen af en toe de kleren van het gezin in nabijgelegen rivieren.
De hoofdmaaltijd bestaat meestal uit brood of pap van groenten.
Vrouwen doen de was niet zo vaak, omdat hun kledingvoorraad beperkt is.
Boeren kunnen zich zelden dokters veroorloven, dus vrouwen moeten een basiskennis hebben van geneeskunde en kruiden.
De gemiddelde levensduur voor een boer is 40 jaar.
Een standaard diner bestaat uit:
brood - kaas - een potje (graan en groenten in soepvorm) - bier - zeer zelden vlees of vis.
Boerenwormkruid houdt de buurplanten bladluisvrij.
De middeleeuwse gerechten van de adel hebben vaak een pittige specerijensmaak gecombineerd met zoet-zure en zoet-hartige smaken.
In keukens van grote huizen en kloosters zie je soms een tafelhaard: een stenen tafel waarop het vuur werd gestookt.
Een vlade is een vlakke koek of taart van ongedesemd deeg.
Tanden slijten sneller vanwege achtergebleven steengruis van de maalstenen die tarwe en rogge tot meel malen.