Buiten de lijnen

23 februari. Nederlands leren, een band opbouwen met je ploeggenoten, je thuis voelen. Het gebeurt vooral buiten de lijnen. Voetballen is leuk, maar bij de seniorenteams is de derde helft in het amateurvoetbal misschien nog wel belangrijker dan de wedstrijd zelf. Rui Jorge Kelly stelt dat de uren in de kantine hem geholpen hebben om de Nederlandse taal nog beter onder de knie te krijgen. Voorzitter Jan Broersma: “Ik zeg ook altijd: ‘Ga er maar gewoon bijzitten, dan gaat je Nederlands heel snel verbeteren’. Als je een uurtje in de kantine zit, dan leer je meer dan in vier weken school.”

Hassan Huseen kan de woorden beamen. Door na de trainingen en wedstrijden in de kleedkamer te blijven of in de kantine te zitten is zijn Nederlands behoorlijk verbeterd. Nu heeft hij het drinken meegenomen voor na de oefensessie. Hij grabbelt in zijn tas. Zes blikken cola komen tevoorschijn, gevold door evenveel blikjes sinas. Voor hem geen alcohol, hij is moslim. “Dat mijn teamgenoten bier drinken, vind ik geen probleem. Zij vinden het ook geen probleem dat ik het niet doe. Ze hebben wel eens gevraagd of ik mee wil drinken, maar als ik nee zeg, gaan ze niet doorzeuren. Dan is het gewoon goed. In dit team wordt echt rekening met ons gehouden.”

KNVB en VluchtelingenWerk vinden 'derde helft' van onschatbare waarde

De KNVB stelt ook dat het nazitten kan helpen bij de integratie. “Het verenigingsleven is heel belangrijk voor statushouders, vluchtelingen of wie dan ook”, legt een woordvoerster van de bond uit. “Het kan helpen bij een zachte landing in de maatschappij. Via de vereniging kunnen ze makkelijk contact leggen met anderen, terwijl ze tegelijkertijd de zinnen verzetten. Ze hoeven even niet na te denken wat ze allemaal hebben meegemaakt of welke zorgen ze nu hebben. Wij moedigen clubs dan ook aan om statushouders of bijvoorbeeld Oekraïense vluchtelingen op te nemen in de club.”

VluchtelingenWerk sluit zich daar bij aan. “Dit soort initiatieven kunnen zeker helpen bij de integratie van statushouders. Zij komen met Nederlanders in contact, leren de samenleving kennen, kunnen de taal leren en actief meedoen”, vertelt persvoorlichtster Evita Bloemheuvel.

Ondertussen kijkt Tolga Yilmaz snel op zijn mobiele telefoon. Ajax speelt tegen Benfica in de Champions League. “Shit, ze staan achter.” De Iranese Ali Javidrad kijkt geïnteresseerd mee op de telefoon van zijn ploeggenoot, de andere aanwezigen vragen wie er heeft gescoord. Ondertussen beginnen ze zich uit te kleden om onder de warme douche te springen. De Friezen doen hun onderbroeken uit, de islamitische statushouders houden ‘m aan. Niemand doet er moeilijk over, de spelers weten niet beter dan dat een deel het ondergoed aanhoudt of zelfs liever thuis doucht.

Financiën

De derde helft kost geld. Een biertje, een glas cola of een tosti met kaas is niet gratis. Broersma wil voorkomen dat spelers direct na de training of wedstrijd naar huis gaan omdat ze het financieel niet breed hebben. Dat mag nooit een reden zijn, stelt de voorzitter. “Als geld een probleem is, dan moet de rest wat extra lappen. Daar doet niemand moeilijk over als iedereen twee euro inlegt. Het komt ook wel eens voor dat ik of de trainer wat bijleg. Daar moet je niet te moeilijk over doen.”


"Als geld een probleem is, dan moet de rest wat extra lappen"


Ook rijbewijzen zijn een probleem met alle statushouders in de ploeg. Of er is geen geld om rijlessen te nemen of het rijbewijs dat ze hebben is in Nederland niet geldig. Het betekent dat er telkens een beroep wordt gedaan op dezelfde spelers die wel in het bezit zijn van de juiste papieren én een auto. “Daar is binnen de ploeg een regel op bedacht: rijd je met iemand mee, dan betaal je twee euro aan diegene voor de brandstof, als je het kan missen natuurlijk. Op die manier is er nooit gezeur over rijders.”

Betalen sportende asielzoekers zelf hun lidmaatschap?

Op dit moment zitten er geen bewoners van het asielzoekerscentrum bij de ploeg, maar in het verleden gebeurde dat wel. Shane van der Voort werkt op het AZC in Sneek en heeft contact met veel sportverenigingen in de buurt. In totaal sporten er van de zeshonderd bewoners circa dertig extern. “Ze moeten zelf regelen dat ze op de club komen en plezier maken. Wij regelen ondertussen de randzaken, zoals de betalingen”, vertelt Van der Horst, die duidelijk maakt dat de bewoners wel zelf hun contributie betalen.

“Sommige bewoners zitten aan het begin van hun procedure. Als ze net in Nederland zijn, hebben ze nog geen automatische incasso. De clubs moeten wel betaald worden. Wij betalen eerst, waarna het verrekend wordt met de bewoner. Een bewoner krijgt tien euro per maand van het coa, dat is een sportstimulus. Dat gaat van de contributie af. Stel dat het ergens 25 euro per maand kost om te voetballen, dan wordt een bewoner 15 euro in rekening gebracht. Dat bedrag kunnen we dan ook nog uitstrijken over vier weken, omdat ze elke week geld krijgen.”

Daarnaast kunnen de bewoners van het asielzoekerscentrum fitnesspassen gebruiken. Acht zijn er in totaal beschikbaar. “Die kunnen bewoners ophalen voor één euro bij de receptie. Op die manier betalen alle bewoners samen eigenlijk alle passen. Als we wel eens bij moeten leggen, hebben we daar budget voor.”

Broersma vervolgt: “Het zijn allemaal van die kleine dingen waar je rekening mee moet houden, waar dat bij een andere club helemaal geen probleem is. Dat is helemaal niet erg. Het is juist mooi dat die jongens hier willen en kunnen sporten.”

Yusif Ahmed krijgt de complimenten van zijn ploeggenoten na een doelpunt