Buiten klimmen doe je op rots. Maar daarmee zeg je eigenlijk veel te weinig, want de rots (het gesteente) is veel gevarieerder dan wat je in de hal tegenkomt. Gebieden hebben vaak totaal andere steensoorten, waardoor de ervaring totaal anders is. Voor de geïnteresseerden is hier een mooie pdf van de NKBV met allerlei soorten gesteenten die je in bekende klimgebieden tegenkomt.
Let op: laat losse stenen nooit naar beneden vallen! Valt er toch iets? Roep dan STEEN naar beneden (of Frans: CAILLOU, Duits: STEIN, etc.) Sta je juist beneden vlakbij de rots en hoor je een waarschuwing? Stap dan zo snel mogelijk naar de rots toe, kijk niet omhoog en blijf zekeren. Stenen ketsen meestal van de rots af en landen enkele meters verderop. Ook als je klimmateriaal laat vallen, roep dan STEEN.
Zit een steen bijna los? Ga er dan niet aan sleuren.
Je komt ook planten en dieren tegen tijdens het klimmen. Laat ze zoveel mogelijk met rust. Een boom of wortel is meestal geen onderdeel van de route.
Naast de natuurlijke elementen van een route zijn er ook de menselijke. Om een route te kunnen klimmen heb je haken nodig voor je setjes en bovenin een topanker (ook wel standplaats genoemd). Ook moeten klimgebieden onderhouden worden. Hier betaal je aan mee met je klimjaarkaart. Je kunt ook vrijwilliger worden om fysiek mee te helpen. Dat is vaak erg gezellig en je hulp wordt op prijs gesteld. Meer info via de NKBV. Of informeer bij de NSAC die met allemaal SAC-leden zulke dagen organiseert.
De meeste haken die je tegenkomt zijn boorhaken. Deze haken worden aan de rots gemaakt door eerst een gat te boren. Daarna zijn er twee veelvoorkomende manieren van een haak bevestigen.
Hier wordt eerst het gat gevuld met epoxy, waarna de haak in het gat wordt gestoken. De epoxy wordt keihard na enkele uren tot dagen (afhankelijke van de gebruikte epoxy en de omstandigheden). De meeste lijmhaken zijn zo gevormd, dat ze een rond oog hebben. We noemen dit soort haken ook wel een ronde haak.
Er is veel te zeggen over de voor- en nadelen van verschillende soorten haken. We houden ons hier beperkt tot enkele hoofdzaken.
Een voordeel van lijmhaken is dat het gat volledig dicht zit en er geen water binnen kan dringen. Bovendien kan er bij een ronde haak direct een klimtouw doorheen (nodig voor abseilen). Een nadeel is dat het installeren van lijmhaken veel technische vaardigheid vergt van de behaker en dat de haak niet direct gebruikt kan worden. Over het algemeen is behaken met lijmhaken ook duurder dan met expansiehaken.
Deze werken zoals een plug of keilbout. Door het aandraaien van de haak zet deze uit en klemt deze zich vast in de rots. Aan deze haak wordt vervolgens een hanger bevestigd. Deze hanger is waaraan je je karabiner bevestigd. We noemen dit soort haken met een anker ook wel een scherpe haak.
Een voordeel van expansiehaken is dat ze meteen vastzitten en dus direct gebruikt kunnen worden. Dat kan ook erg handig zijn voor de persoon die de route behaakt. Verder kan ook de hanger los vervangen worden als dat nodig is. Een nadeel is dat het gat nooit helemaal dicht is, dus dat vocht naar binnen zal trekken en op den duur mogelijk schade aan kan richten. Bovendien kan er bij een scherpe haak nooit direct een klimtouw doorheen, omdat de haak daarvoor te scherp is.
Een topanker is in de simpelste vorm twee haken redelijk vlak bij elkaar. Door de haken te verbinden (zie hoofdstuk 5) dient de ene haak als back-up voor de andere. Mocht één van de haken uitbreken, dan val je dus niet naar beneden. Soms zijn de haken al verbonden met een ketting (zie de eerste foto). Er zijn heel veel varianten van topankers, vaak zelfs meerdere in één klimgebied. Tijdens weekenden ga je hiermee oefenen.
In het algemeen geldt:
Gebruik alleen ronde delen om je touw door te halen. Vaak is dat ook het laagste punt als de haken al met een ketting verbonden zijn.
Ga je langere tijd een touw laten hangen, bijvoorbeeld bij het uithangen van een toprope (zie hoofdstuk 5)? Gebruik dan je eigen materiaal om het touw door te laten lopen. Zo slijt het materiaal van het klimgebied minder snel.
In een klimhal worden de haken regelmatig geïnspecteerd en vervangen. Bovendien is dat ook de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de hal. Buiten werkt dat anders, dus is het goed om zelf in te kunnen schatten of een haak of topanker nog voldoet. Het onderstaande geeft je hiervoor enkele aanwijzingen, maar je kunt niet altijd alles zien. Zorg er dus voor dat je niet met je leven aan één enkele haak hangt door een back-up te gebruiken. Denken jij en je klimpartner dat er sprake is van een onveilige haak of topanker? Geef het altijd door aan de beheerder van het klimgebied.
Kijk of er roest of schade is. Trek aan een haak om te zien of deze beweegt. Enkele roestplekken zijn geen probleem, maar beweegt de gehele haak? Dat is nooit goed! Als alleen de hanger van een expansiehaak een beetje kan draaien, dan is er meestal niet zoveel aan de hand. Je kunt dit soms ook zelf fixen door de bout aan te draaien als je de tools bij je hebt.
Is een onderdeel van een topanker flink doorgesleten? Dat komt waarschijnlijk doordat er door de jaren heen veel touw doorheen is gehaald. Over het algemeen is het materiaal veel sterker dan nodig, dus als nog ruim de helft van het materiaal over is kun je er vaak nog wel gebruik van maken. Controleer ook altijd of de onderdelen van het topanker waar je touw doorheen gaat halen geen scherpe randen vertoont.
Verder kan het zijn dat een haak niet op een veilige plek aan de rots is gemaakt. Dat is moeilijk inschatten. Je kunt wel zien of een stuk rots met een haak los is geraakt of grote scheuren vlakbij de haak vertoont. De rots moet ook niet hol klinken als je er met iets van metaal op tikt.
Voor meer info over het inspecteren van expansie- en lijmhaken, zie de twee video's.
Ben je aan het klimmen en is er niks anders dan een onveilige haak? Kijk om je heen: misschien loopt er wel een route met goede haken vlakbij die je kunt gebruiken. Je kunt ook nog ombouwen op de laatste goede haak in een route (zie hoofdstuk 5).
Mephaken
Je zult soms ook zogenaamde mephaken of pitons tegenkomen. Deze haken worden met een hamer in een spleet geslagen. Er zijn nog wel klimmers in big-wall of trad klimgebieden die hier gebruik van maken als er geen alternatief is. Het inhameren van mephaken kan de rots beschadigen. In sportklimgebieden wordt dit niet als een ethische en veilige praktijk gezien. Toch kun je zulke haken nog tegenkomen en vaak zijn ze helemaal bruin van de roest. De enige die kan beoordelen of de mephaak goed zit, is degene die hem geplaatst heeft. Om een onnodig lange val te voorkomen, kan het verstandig zijn een mephaak wel in te clippen, maar vertrouw deze dus niet blind.
Let op: soms zijn mephaken in de rots gecementeerd, net als bij lijmhaken. Dat maakt ze weer veiliger.
Soms kom je in een route materiaal tegen dat is achtergelaten door andere klimmers. In de regel is het niet veilig om hier gebruik van te maken!
In moeilijke sportroutes zie je regelmatig alle setjes hangen. Waarschijnlijk is er iemand aan het projecten en willen ze niet elke dag de setjes inhangen en weer opruimen. Laat deze dus hangen. Ben je in een route aan het klimmen en kom je een setje, karabiner, slinge of prusiktouw tegen? Dan is het aan te raden dit materiaal niet te gebruiken, tenzij je zeker weet wat de oorsprong ervan is en of het veilig is. Je kunt achtergelaten klimmateriaal laten hangen, onderaan de route leggen of zelf opruimen.
Je komt heel vaak zogenaamde maillon rapides (quick links) tegen op topankers, zie foto. Deze maillons horen vrijwel altijd bij het klimgebied en zijn juist bedoeld om te gebruiken. Ze maken van een scherpe haak een ronde haak, zijn relatief goedkoop en kunnen makkelijk vervangen worden bij slijtage (zonder de haak te hoeven vervangen).
Kom je een maillon tegen halverwege de route? Dan is deze waarschijnlijk door iemand anders achtergelaten. Als je de schroef open krijgt, kun je hem opruimen. Achtergelaten maillons kunnen losgaan of roesten en zo een onveilige situatie creëren. Je kunt dit ook melden bij de beheerder van het klimgebied.