Dit artikel is eerder verschenen in 'Hoogst Merkwaardig' de nieuwsbrief van de Stichting Mateor, Jaargang 25, nummer 2, september oktober 2019
Hoe schrijver dezes door een groot aantal fouten in een nieuwe oude Havank op het verkeerde been werd gezet; hoe sommige fouten wel en andere niet verbeterd werden, maar hoe alles toch weer op zijn pootjes terecht kwam.
Er zijn weinig Havanken met een geschiedenis, zo bewogen als die van De Cycloop. Samengevat: oorspronkelijk in 1936 geschreven door Havank als beoogd deel vijf in de Silvère-reeks over Silvère en Carlier; door hem herschreven als een los van die reeks staand boek over Pyla en Poussin (1941) en door Sef Passage gereconstrueerd als Silvère-verhaal onder de titel De zilveren hazewind (1984)[1].
Toen ik dit voorjaar een derde variant verwierf van De Cycloop in de Balkenserie, werd ik nieuwsgierig naar de volgorde waarin die boeken waren verschenen. De Balkenserie[2] van Sterk & Komrij is er duidelijk over: eerst de twee dikke delen en daarna het dunne. De beide dikkerds zijn identiek, op materiaal en belettering van de band na. Het dunne deel is op dunner papier gedrukt en het stofomslag is flodderiger van aard. Het ontwerp van het ruggedeelte is aangepast aan de dunnere band: de belettering is iets smaller en het Bruna-logo iets kleiner.
Het grappige is dat de paginering van de dikke en de dunne banden gelijk op loopt, waardoor men zou denken dat hetzelfde zetsel voor de drie varianten is gebruikt. Maar dat is niet zo. De paginanummers zijn uit verschillende lettertypes (cijfertype?) gezet en als je heel precies kijkt en vergelijkt, zie je ook verschillen in de lopende tekst.
En daar ging het in eerste instantie mis en werd ik op het verkeerde been gezet!
Ik zag een fout in de dunne Cycloop. En ik zag dat die fout niet in de dikke delen stond. Was de volgorde van verschijnen toch anders dan iedereen beweerde?
Correct:
‘Hij gaf den agenten een wenk en ging hen, vergezeld van den dokter die met den ziekenauto gekomen was, over het boschpad voor.’[3]
(Balkenserie, dikke versie, p60)
Foutief:
‘Hij gaf den agenten een wenk en ging heen, vergezeld van den dokter die met den ziekenauto gekomen was, over het boschpad voor.’
(Balkenserie, dunne versie, p60; Gentse druk, p55)
In de Gentse druk (1947) (terminologie van Kees Aarts in zijn Havank-bibliografie[4]) is deze fout overgenomen (p55). In mijn Zwarte Beertje (1981) staat weer ‘hen’ (p47). Onze vriend Passage, die zijn reconstructie baseerde op Zwart Beertje 139 zonder jaartal (‘hen’) en de Gentse druk (‘heen’), heeft in 1984 de juiste keuze gemaakt: ‘hen’ (p60).
Maar… welke was er het eerst, de foute of de correcte zin? Voor de hand lag de foute zin de primeur te gunnen, maar was dat terecht? Ik besloot, met weinig vertrouwen, andere voorbeelden van fouten te zoeken. Geholpen door de gelijk op lopende paginering vergeleek ik willekeurige bladzijden van een dikke uitgave woord voor woord met de overeenkomstige bladzijden in het dunne boek.
En wat bleek? De dikke versie staat bol van de fouten! Grammaticale fouten, spelfouten, zetfouten, interpunctiefouten, het kan niet op! Sommige zijn meteen in een volgende druk verbeterd. Sommige zijn ‘verbeterd’, maar blijven fout. Sommige ‘fouten’ waren helemaal niet fout en zijn fout gemaakt! En sommige fouten zijn pas door Passage opgemerkt en verbeterd.
In dit stukje beperk ik mij tot de leukste voorbeelden in elke categorie, maar ik zou er een hele Hoogst merkwaardig mee kunnen vullen.
Het was vrij gemakkelijk in de dikke Balkenserie een groot aantal zetfouten te vinden. Het verbaasde me dat ze er niet uitgehaald waren bij het corrigeren van de drukproeven. In de volgende druk, de dunne Balkenserie, zijn ze gelukkig verbeterd. Een paar voorbeelden: Boulvard (p96) werd Boulevard (zelfde blz), groeide (p140) werd groeiden, penalti (p108) werd penalty, hierwijd (p194) werd hier wijd en peg (p195) werd weg.
Een andere categorie wordt gevormd door de grammaticale fouten. In het bestek van dit stukje is het goed om te weten dat in 1947 de regels voor de naamvals‑n werden versimpeld. In de Balkenserie - van voor 1947 - moest de naamvals-n nog wel gebruikt worden. Kennelijk waren de regels toch enigszins weggezakt bij Havank en bij de uitgeverij, want het aantal fouten is aanzienlijk. Ik geef een voorbeeld:
Foutief in 1941:
‘Dan het geluid van iemand die met lofwaardige doch vermoedelijk onvrijwillige ijver langs een trap naar beneden zeilt.’
(Balkenserie, dik, p104)
In de tweede druk zijn deze fouten keurig verbeterd.
Correct in 1943:
‘Dan het geluid van iemand die met lofwaardigen doch vermoedelijk onvrijwilligen ijver langs een trap naar beneden zeilt.’
(Balkenserie, dun, p104; Gentse druk, p93)
Natuurlijk zijn al die n’etjes weer verdwenen in de Zwarte Beertjes en bij Passage in De zilveren Hazewind.
Het blijkt soms lastig te zijn het juiste woord te vinden.
Foutief:
‘(…) als de pennen van een stekelvarken in den bronstrijd.’
(Balkenserie, dik p141, fout)
Het woord ‘bronstrijd’ bestaat niet. Het juiste woord is ‘bronsttijd’, de periode waarin dieren een drang hebben om te paren. Tijdens het voorbereiden van de tweede druk zag men de fout, maar werd het foute woord vervangen door een ander fout woord:
Nog steeds foutief:
‘(…) als de pennen van een stekelvarken in den bronststrijd.’
(Balkenserie, dun p141)
De bronst is misschien een strijd, dat ervaart iedereen anders, maar het woord ‘bronststrijd’ bestaat niet, in geen enkel woordenboek of Groene Boekje. De ‘bronststrijd’ heeft jaren geduurd en duurt nog steeds voort: via de Gentse druk (1947) en het Zwarte Beertje tot en met Passage (1984). Kunnen we het woord opvatten als een grapje van Havank? Ik ben geneigd - altijd schoolmeester geweest - het rode potlood tevoorschijn te halen. Het is gewoon fout.
Een andere spelfout is ‘ratteplan’ (Balkenserie, dik, p140). De Balkenserie, de Gentse druk en het Zwarte Beertje hanteren deze incorrecte spelling. Passage voelt nattigheid en voert een ‘verbetering’ door. Hij schrijft: ‘rattaplan’. Het is iets beter, bijna goed, zou ik zeggen, maar helaas, het moet zijn: ‘rataplan’. Een klein verschil, maar toch… het was fout en het blijft fout!
In alle edities, tot en met het Zwarte Beertje, wordt hét herkenningspunt van Parijs ten onrechte de ‘Eifeltoren’ genoemd, met één f (Balkenserie, dik en dun, p141; Gentse druk p127). Pas in 1984 doopt Passage het gevaarte om, geheel terecht, tot ‘Eiffeltoren’ met twee f’s!
Ik geef hier nog even - voor de overzichtelijkheid in verkorte vorm - de foutieve zin uit de tweede druk:
Foutief:
‘Hij gaf den agenten een wenk en ging heen (…) over het boschpad voor.’
(Balkenserie, dunne versie, p60; Gentse druk, p55)
In de eerste druk (Balkenserie, dik) was de zin correct! De onderdelen ‘ging’ en ‘voor’ van het scheidbaar samengestelde werkwoord ‘voorgaan’ staan in de Havankiaanse zin ver uit elkaar. Daardoor hebben de zetter, de redacteur en de corrector van de tweede druk (Balkenserie, dun) gedacht aan ‘heengaan’ in plaats van ‘voorgaan’. En dus ging het mis.
Op bladzijde 129 van de ‘dikke Balk’ struikelt Poussin, in wie wij natuurlijk Carlier herkennen, over een uitgestoken been. Hij slaat ‘ongelukkig genoeg met zijn hoofd tegen een paal van het hek’, en raakt buiten westen. Tijdens het herstelproces, vele bladzijden verder in een flashback, slaat hij zwaar aan het hallucineren.
In Poussins waanbeelden speelt een Boos Oog een angstaanjagende rol. Havank schrijft in die hoogst merkwaardige hallucinatie-passage over dat oog:
Foutief:
‘Het hechtte zich van den muur los, het glibberde uit den driehoek.’
(Balkenserie, dik, p140)
Een rare zin. Iets kan zich niet loshechten. Was Havank, al schrijvend, eerst iets met ‘hechten’ van plan? Heeft hij halverwege de zin bedacht dat ‘losmaken’ toch beter was? En is de oorspronkelijke aanzet van de zin per ongeluk blijven staan? Hoe dan ook, in de ‘dunne Balk’ en latere drukken is de zin verbeterd:
Correct:
‘Het maakte zich van den muur los, het glibberde uit den driehoek.’
(Balkenserie, dun, p140)
Gelukkig maar, de huiveringwekkende hallucinatiescène is al verwarrend genoeg.
In de eerste druk van De Cycloop staan onwaarschijnlijk veel fouten en onnauwkeurigheden. Er is mij niets bekend over de omstandigheden waaronder deze eerste druk tot stand is gekomen, maar de gedachte aan haastwerk dringt zich wel een beetje aan mij op.
Leerzaam is het te constateren dat een datering van edities en drukken op basis van een analyse van fouten en hun verbeteringen zorgvuldig moet gebeuren. Je wordt gemakkelijk op het verkeerde been gezet door fouten in de verbeteringen!
Op grond van de fouten en hun verbeteringen in de opeenvolgende drukken van De Cycloop kan ik ondanks alles veilig concluderen dat de dikke delen inderdaad als eerste zijn verschenen. Iedereen heeft dus gewoon gelijk. Dat is dan weer heel geruststellend!
Jan Bommerson, april 2019
[1] De zilveren hazewind, Een reconstructie van een nooit verschenen roman door Sef Passage, Utrecht, 1984
[2] De Balkenserie van A.W. Bruna & zoon’s uitgeverij, Rimmer Sterk & Hillebrand Komrij, 2018
[3] Alle cursiveringen zijn van mij.
[4] Havank-Bibliografie 1946-1955, samengesteld door C.J. Aarts, Amsterdam, 2000