Afbraakkust

De zee bouwt niet alleen kusten op, maar ze kan ze ook afbreken. Wanneer de terugstroom heel sterk is, dan ontstaat er een afbraakkust. De golven nemen dan meer materiaal terug mee dan dat ze achterlaten. Een voorbeeld hiervan is een klifkust.

Klifkusten

Een klifkust bestaat uit kliffen. Kliffen kunnen bestaan uit hard en zachter gesteente. Het harde gesteente heeft veel meer weerstand tegen erosie van het water dan het zachte gesteente.


Wanneer het water te pletter slaat, perst het lucht in de gaten en spleten van het gesteente. Door de druk die samen met zand en stenen uit de zee tegen de klif gesmeten wordt, breekt het gesteente. Het zachte gesteente verdwijnt in het water en het harde gesteente gaat steeds meer uitsteken. Op onderstaande tekening wordt zo’n proces weergegeven. Eerst slijt het zachte gesteente uit, waardoor er een grot ontstaat.

Wanneer de erosie verder gaat, ontstaat er een boog.

Wanneer het gedeelte aan zacht materiaal te groot wordt, kan zo’n boog ook instorten. Op deze manier ontstaan er pilaren in de zee. Uiteindelijk zullen deze ook verdwijnen.