Invloed van gesteente

In het hoofdstuk van de gesteenten hebben we de gesteentecyclus bekeken. Elke gesteentesoort - of het nu magmatische, sedimentaire of metamorfe gesteenten zijn - kan geërodeerd, getransporteerd en gesedimenteerd worden.

Het gesteente waarop de eroderende kracht inwerkt, heeft invloed op hoe het landschap bewerkt wordt. Om het eenvoudig te houden, splitsen we de gesteenten op in harde en zachte gesteenten.

Harde gesteenten

Harde gesteenten zijn gesteenten die lang stand zullen houden voordat ze eroderen. Er zullen hoge krachten moeten inwerken voor hun volume zal afnemen. Deze gesteenten zullen ook vaak uitsteken in het landschap.

Een voorbeeld van een hard gesteente is graniet of zandsteen.

Zachte gesteenten

Wanneer een gesteente snel erodeert, dan noemen we het een zacht gesteente. Er zal dus veel minder kracht nodig zijn om het gesteente weg te nemen uit zijn initiële setting. Er blijven dus duidelijke littekens na in het landschap.

Een voorbeeld van een zacht gesteente is kalksteen.