Een kloofdal is een door erosie diep uitgesleten rivierdal met steile (rots)wanden. Ze worden ook ravijnen genoemd. Grote kloven worden vaak ook canyon's genoemd.

Bij een kloofdal komt voornamelijk vertikale riviererosie voor. Stabiele kloofdallen komen enkel voor bij harde gesteentenlagen.

Een V-dal ontstaat wanneer er sprake is van verticale erosie en horizontale erosie, hierdoor krijgt het dal een V-vorm.

Het dal bestaat dus nog steeds uit steile randen, maar deze gaan wel open naar boven toe. Het omliggende gesteente is nog steeds hard.

Een vlakbodemdal heeft een brede vallei met een vlakke bodem waarin een meanderende rivier stroomt. Door overstroming van deze rivier wordt een alluviale vlakte gevormd. Een vlakbodemdal kan ook gevormd worden door een verwilderde rivier.

Naast de alluviale vlakte komen hogere wanden voor. Het gebied waar de de rivier stroomt bestaat uit zachtere gesteenten en de wanden van het dal uit hardere gesteenten.

Het afgespoelde materiaal van de hellingserosie blijft grotendeels op de dalbodem liggen en wordt niet door de rivier afgevoerd = afronding.

Er ontstaat een dal met een zwakke helling.

Er wordt meer materiaal afgezet dan dat er geërodeerd wordt. Er ontstaan grote alluviale, vlakke vlakten.