Geschiedenis van CV de Keijepaol


Oprichting en begin jaren

De eerste gesprekken om in Someren-Heide een carnavalsvereniging op te richten zijn eind ’62 gehouden in het café van Jo en Dina Middendorp. In de omgeving waren in de jaren ervoor al een aantal verenigingen opgericht en Jo Middendorp, die als Prins en Vorst al ervaring had opgedaan bij de Plattevonder, gooide een balletje op en zei dat het ook in Someren-Heide mogelijk moest zijn om een carnavalsvereniging op te richten en draaiende te houden.

Een aantal mensen nam de uitdaging aan en begon de mogelijkheden voor het oprichten van een carnavalsvereniging te onderzoeken. De voorbereidingsperiode voor het eerste carnavalseizoen was zeer kort en dus moest er in korte tijd veel beslist en geregeld worden. In januari ’63 besloten de enthousiastelingen van het eerste uur tot de definitieve oprichting die mede mogelijk gemaakt werd door de positieve inbreng van pastoor Bos.

Antoon Vossen werd bereid gevonden de voorzittershamer op te nemen. De functie van secretaris werd ingevuld door Jo van den Boogaert en de penningmeester van het eerste uur was Gerard van Deursen. De overige bestuursleden waren Herman Dirks, Sjaak van de Mortel, Harry van Roy en Ties van Bommel.

In overleg met fanfare St. Jozef werd geregeld dat een aantal van hun leden voor muzikale ondersteuning zouden zorgen met carnaval. In het eerste seizoen was bij vergaderingen Driek Kleijsen de afgevaardigde van het hoempa orkest.

Gezien de korte voorbereidingstijd werd verder besloten om voor de raad van elf voor het eerste seizoen kleding te lenen bij Ton van de Weerden in Someren.

Bij de oprichting en in het eerste seizoen zijn met name Harry van Roy, Sjaak van de Mortel, Ties van Bommel, Norbert van Dillen, Harry Wullems, Antoon Vossen en Sjang Vossen heel actief betrokken geweest.


De “Geschiedenis” van onze Keijepaol

Vooraf:

Als resultaat van de 80-jarige onafhankelijkheidsoorlog (1568-1648) tussen Spanje en “De Nederlanden” werd in 1648 de Vrede van Münster gesloten. Daarbij werd bepaald dat de grens werd getrokken tussen alle gebieden, die op dat moment in handen van de partijen waren. De frontlijn van 1648 bepaalde ook bij ons in het zuiden dus de grens van de Republiek.

Zo werd “de Meijerij van Den Bosch” (waartoe ook de gemeenten Someren en Cranendonck behoorden) deel van de protestantse “Republiek der Nederlanden”. Budel grensde aan het prinsbisdom Luik, en Nederweert en Weert, dat deel was van het overkwartier Gelre, bleef bij het katholieke “Spaans-Oostenrijkse Rijk”.

Brabant kreeg, evenals o.a. Zeeuws-Vlaanderen, geen rechtstreekse vertegenwoordiging in het landsbestuur. Het werd door de Staten Generaal zelf bestuurd: een zogenaamd generaliteitsland. Dat was een groot nadeel, want je belangen werden daardoor zelden besproken, laat staan verdedigd. (het werd een‘wingewest’)

Om de hoge kosten van het steeds in oorlog zijnde Holland te kunnen financieren, werden aan de grenzen dan ook alle in- en uitgevoerde goederen onderworpen aan aparte heffingen van “konvoyen en licenten”; geïnd door de Admiraliteyt van de Maeze. (de latere landelijke belastingdienst)

De “Douanepalen”.[i]

Deze heffingen veroorzaakten blijkbaar veel weerstand. Want op 29 september 1662 werd een besluit [ii] genomen om “aan de grenzen van de Meijerij van ’s-Hertogenbosch en de Baronie van Breda naar het buitenland” douanepalen te plaatsen en daarbij dragonders (douaniers te paard) te laten controleren of op de handelswaren, die de grens passeerden, konvoy-of licentgelden waren betaald.

één van die palen stond “op de bergen”, in het grensgebied van de Somerense heide en wel aan de splitsing van de handelsweg van ’s-Hertogenbosch-Helmond naar enerzijds Maarheeze-Budel-Hamont-Hasselt-Luik en anderzijds Nederweert-Weert-Roermond-Duitsland.

Toen in 1795 de Nederlanden onder Frans bestuur (Napoleon) kwam, verdween de grens en daarmee ook de functie van de douanepalen. Ook bij ons stond hij vanaf die tijd meer dan 100 jaar doelloos op de heide. In de volksmond werd hij “de stenen paal” genoemd.

De “Wilhelminapaal”

Op 06-09-1898 werd de 18-jarige Wilhelmina tot koningin der Nederlanden gekroond. Ter gelegenheid hiervan besloot de gemeenteraad van Someren, ongeveer een jaar later, de “hardstenen paal” uit de heide naar het dorp te halen. De douanepaal werd voorzien van de inscriptie “Hulde aan onze koningin, 6 september 1898” en op het markveld, dicht bij de provinciale weg geplaatst.[iii]

Later zijn hierop ook de inscripties t.g.v. het 25- en 40-jarig regeringsjubileum aangebracht.

In 1936 is de paal, na de bouw van het nieuwe gemeentehuis, verplaatst naar het Wilhelminaplein. (Laan ten Roode-zijde: waar nu de zij-ingang is). Vanwege de uitbreidingsverbouwing, is hij in 1980 verplaatst naar de noordkant van het plein (kruispunt Kanaalstraat-Ter Hofstadlaan).

De renovatie van het Wilhelminaplein in 1994 was voor de gemeente aanleiding de paal “terug te laten keren” naar “zijn geboortegrond” Someren-Heide, ter gelegenheid van het 3e jubileum van de carnavalsvereniging (1995).

De “Keijepaol”

De twee-eenheid (Keijepaol en Carnavalsvereniging) vindt haar oorsprong in de naamgeving bij de oprichting in 1963. Sjang Vossen wordt genoemd als de bedenker ervan.

De vereniging heeft altijd op ludieke wijze geijverd voor de terugkeer van de paal.

Dat “terugkrijgen” is niet zonder slag of stoot gegaan. Vele verzoeken werden jarenlang richting gemeenteraad gestuurd en begeleid met vele “smeekbeden”. Met name tijdens de jaarlijkse openingceremonie “aan de paal”, deed de toenmalige Vorst Jan, altijd hartstochtelijke oproepen hem terug te laten keren naar het land van “De Keijepaol”.

In 1967 is hij trouwens ook kortstondig gekidnapt (terug-”veroverd”). Dat werd echter van overheidswege niet zo gewaardeerd. Zie inzet voor meer details hierover.

Tot in 1995 tenminste, zoals hierboven vermeld. Toen is op zaterdag 11 februari in het kader van het 3e jubileum de Keijepaol op schitterende wijze door de hele gemeenschap o.l.v. de carnavalsvereniging teruggebracht naar Someren-Heide. Daar heeft hij een ereplaats gekregen in de kom.

Door alle verenigingen werd deelgenomen aan deze feestelijke terugkeer. Jong en oud leverde een bijdrage. Zo ook de St. Jozefschool, die, na overleg met ‘de verenigingen met jeugd’, dat deed in de vorm van het “Keijepaol-projekt”.

De “Keijekei”

De vraag tijdens dit project: “Meester, waar heeft die paal vroeger dan gestaan?”, was de directe aanleiding om met groep 7/8 op zoek te gaan naar de werkelijke standplaats op de heide. Deze nieuwe uitdaging verschafte de kinderen in 2 jaar tijd een schat aan kennis over onze heemkunde, de gemeentelijke besluitvormingsprocessen, de taak en werkwijze van het kadaster, de (on)mogelijkheden van historisch archief, de culturele en recreatieve functies van een gemeenschap, enz.

Als resultaat en tevens als afsluiting werd door de schooljeugd op 3 oktober 1997, onder grote belangstelling, met medewerking van m.n. de carnavalsvereniging en de plaatselijke overheden, bijna op de oorspronkelijke plek, als blijvende herinnering een zwerfkei geplaatst.[iv]

De carnavalsvereniging heeft dit symbool daarna verder vorm gegeven door jaarlijks iemand, die zich langdurig inzet voor onze gemeenschap, te eren met de titel “Kei van de Hei”.

Zo blijft carnavalsvereniging “De Keijepaol”, samen met alle Bessemers en Bessemerinnekes, razend actief rondom de Keijepaol en in onze gemeenschap.

Vandaar dat de verzuchting bij de terugkeer van de Keijepaol in 1995, “het bezit van de zaak, is het einde van het vermaak”, in deze vereniging absoluut niet opgaat.

[i] AA-kroniek, Budel en Cranendonck, 17 jrg. nr. 4. blz 205-214

[ii] Waarschouwingen van 29 september 1662, waarin sprake is van oprichting palen.

[iii] O.a. Peelbelang no. 12; 22-03-1958 “Uit Somerens Verleden” : de stenen paal. (verzoekschriften van Jan Willem Buskens en Jan Meeus en de raadsbesluit van 04-02-1899 overgenomen uit gemeentearchief)

[iv] Zie tekst plaquette; uit archief Wim vd Broek. (bijgevoegd. (juli 97 werd oktober 1997!!!))

Bijlage: tekst plaquette

dit gedenkteken markeert de oorspronkelijke plaats van de

"steenen paal"; een ± 4½ m. lange natuurstenen douane-paal,

die, sinds 1898 voorzien van koninklijke inscripties, in feb. 1995

bij het 33-jarige bestaan van carnavalsvereniging "de keijepaol"

is geplaatst in het centrum van someren-heide.

bij dit punt werden tussen 1648 en 1794 "konvoyen en licenten" geïnd

door dragonders (="hoog te paard gezeten" grensbewakers), van

alle uitgaande en inkomende handelswaren, welke langs deze veel

gebruikte route tussen ´s-hertogenbosch en weert (spaans gebied)

werden vervoerd.

Het arme brabant moest in die tijd - als generaliteitsland - hoge

belastingen opbrengen voor het welvarende holland.

Deze uit Drente komende zwerfkei is als blijvend markeringspunt,

op initiatief van basisschool st. jozef uit someren-heide,

met medewerking van velen, hier geplaatst in juli 1997.

“Ontvoering” van de Keijepaol

Verslag van onze kroniekschrijver uit januari ’67

7 januari ’67

De 3 carnavalsverenigingen van de gemeente Someren, te weten de Plattevonder, de Meerpoel en de Keijepaol, waren aanwezig bij een groot feest bij de Plattevonder ter gelegenheid van hun 11-jarig bestaan. Bij het aanbieden van een maquette, die symbolisch de 3 carnavalsverenigingen voorstelde, stelde Vorst Ties dat de Keijepaol op de verkeerde plaats stond en in het land van de Keijepaol thuis hoorde.

13 januari ’67

Na afloop van een vergadering van de Plattevonder werd nog wat nagekaart en kwam de toespraak van Vorst Ties uit het land van de Keijepaol ook ter sprake. Al pratende werd door in ieder geval Remy Lammers, Theo Driessen en Dré Veugen het plan bedacht om de Keijepaol zelf te gaan halen.

14 januari ’67

’s Ochtends om haf drie werd de Keijepaol door leden van de Plattevonder ontvoerd uit de Meerpoel. Met de takelwagen van Piet van de Manakker werd de Keijepaol naar de Diepenhoek gebracht en daar volgens de verhalen bij Sjang Veugen verstopt.

15 januari ’67

Tijdens het Prinsenbal in de Keijepaol was iedereen benieuwd of de Keijepaol vertoond zou worden, maar dat gebeurde niet. Wel werd duidelijk dat de Prins en Vorst van de Plattevonder niet van de gehele situatie op de hoogte waren. Verder werd bevestigd dat de Keijepaol zich in de Plattevonder bevond.

17 januari ’67

Via raadslid Theo van Meel kwam het bericht dat de Keijepaol verplaatst was naar Wim Vendrig en dat hij waarschijnlijk de komende nacht weer verplaatst zou worden.

Door leden van de vereniging werd besloten om te proberen de Keijepaol toe te eigenen. Toontje Vossen, Gerard van Deursen, Harrie van Roy, Sjaak van de Mortel en Theo van Meel gingen op pad en om ca. 20.30 uur werd de Keijepaol, liggend op een platte wagen, bij Wim Vendrig gevonden. Piet Hollanders was direct present met een vrachtwagen waar de Keijepaol opgeladen kon worden. De voorzitter van de Plattevonder kwam de leden van de Keijepaol nog feliciteren. Verder werd met Remy Lammers nog afgesproken dat de Keijepaol naar het land van de Keijepaol zou gaan en dat we er niet mee buiten de gemeentegrens zouden gaan.

Om 11.11 uur overschreed de Keijepaol de grens van het land van de Keijepaol. Eerst werd gestopt op Ploegstraat 18 en daarna bij de residentie waar samen met een afvaardiging van de Plattevonder nog even feest werd gevierd en door pastoor Hendrix foto’s werden gemaakt.

Aansluitend ging de Keijepaol weer terug naar Ploegstraat 18 waar plannen gemaakt werden om de achtervolgers kwijt te raken.

18 januari ’67

Om 1.00 uur ’s nachts is de vrachtwagen naar de gebr. van Roy in de Smulderslaan gereden. Na 1 uur gewacht te hebben is de Keijepaol vervolgens, met de lichten van de vrachtwagen uit, via de Parallelweg en de Kuilerstraat naar Peer van de Kerkhof gereden. Met mankracht is de Keijepaol daar in een open schuur gelegd. Prins Frits I had zich ondertussen ook bij het gezelschap gevoegd.

Met diverse voertuigen is deze nacht nog rondgereden, dit om de leden van de Plattevonder en eventueel de Meerpoel op een dwaalspoor te zetten. Om ca. 4.45 uur waren de acties afgerond.

19 januari ’67

Om ca. 8.00 uur werd Toon Vossen gebeld door de burgemeester met de mededeling dat de “gedenknaald”, zoals de burgemeester de Keijepaol noemde, uiterlijk morgen (20 januari) overdag weer netjes bij het gemeentehuis afgeleverd moest worden. Dit onder dreiging dat we de naam Keijepaol niet meer mochten gebruiken en dat we majesteitschennis pleegden. Verder had hij de politie opdracht gegeven om een proces verbaal uit te schrijven.

21 januari ’67

De burgemeester dreigt in een overleg met pastoor Meier van Someren-Eind om de optocht in de Plattevonder te verbieden indien de Keijepaol niet de volgende dag voor 17.00 uur terug bij het gemeentehuis zou zijn. Dit omdat de Plattevonder nog altijd aansprakelijk werd gesteld voor het weghalen van de Keijepaol.

Zoals al met de Plattevonder afgesproken werd besloten om het “corpus delictus” gezamenlijk op carnavaleske manier terug te brengen naar Someren-Dorp. Met medewerking van Piet van de Manakker met de takelwagen en Harrieke Hendrikx als chauffeur werd eerst een rondrit gemaakt door het land van de Keijepaol. Aansluitend werd bij de firma Slaats het juiste gewicht van de Keijepaol bepaald, zijnde 1.572 kg.

Pastoor Hendrix en Prins Frits I bij de Keijepaol

De Keijepaol

De Keijekei

De Keijekei project 11-02-1995

Pastoor Hendrix en Prins Frits I bij de Keijepaol

V.l.n.r. Theo van Meel, Antoon Vossen, Harry van Roy, Sjaak van de Mortel en Gerard van Deursen