(Vertelconcert in Nederlands of Frans)

15 muzikale mijmeringen over 15 barokke schilderijen

Na de val van Antwerpen in 1585 beginnen de dominicanen aan de heropbouw van hun kloosterkerk. 30 jaar later, in volle contrareformatie, zet de orde in de nieuwe Sint-Pauluskerk 15 lege panelen neer en zoekt onder de Antwerpse adel en burgerij sponsors om 15 schilderijen te laten maken door de beste schilders van de stad. Elk werk gaat over één van de vijftien geheimen van de rozenkrans: vijf droeve, vijf vreugdevolle en vijf glorierijke mysteries.


Het rozenkransgebed biedt de ongeletterden van de 17de eeuw een houvast om de belangrijkste passages uit het leven van Jezus en Maria te overwegen. Conform de honderdvijftig psalmen in het koorgebed van de kloosterlingen krijgen ze een richtsnoer om evenveel Weesgegroeten te bidden, tien per mysterievol moment. De vijftien Mysteries van de Rozenkrans op een rij vormen als het ware Maria’s fotoalbum.


Omdat aan niet minder dan elf verschillende schilders tegelijkertijd gevraagd wordt minstens één tafereel voor hun rekening te nemen, ontstaat een unieke suite die de Antwerpse Schilderschool vertegenwoordigt met inbegrip van werk van de drie grootmeesters Rubens, Van Dyck en Jordaens, maar ook van Cornelis De Vos en David Teniers de Oude. Nu is de Sint-Pauluskerk de enige plaats waar men nog een Rubens, een Van Dyck én een Jordaens op hun oorspronkelijke locatie vindt.

Bij elk van deze vijftien schilderijen heeft Cantabo een passend gregoriaans gezang gekozen. Verteller Vic De Wachter kruipt in de huid van een oude dominicaan die een eigenzinnige kijk heeft op de schilderijen... en op het leven zelf.

Deze tempel is een klooster in de stad. Dominicanen zijn geen kluizenaars. Wij horen, zien en ruiken Antwerpen en de haven. De getijdengebeden in deze kerk ritmeren ons leven, maar tegelijk deinen we mee met getijden van de Schelde.

Ze hebben elkaars schouders vast en kijken mekaar als oude vrienden in de ogen. Het is veel te lang geleden dat die twee elkander nog hebben gezien. Ik hóór Zacharias zeggen: “Kom, ik heb hier nog iets koud staan.”

De wereld keert zich tegen u, ge voelt het. Ge voelt het… Ge hebt het hen nog gezegd: ‘iemand gaat mij verraden’. Maar ze geloofden u niet. Ge waart de sfeerbederver. Och gij. Alleen Joannes, dat jong ventje, kwam tegen u hangen om u te troosten. En wie gaat u dan verraden?

Seffens neemt Johannes haar zacht bij haar schouders, nog een laatste blik, leidt haar dan weg, naar huis, proberen iets te eten.

Ge zijt nog nooit zo wakker geweest. Ge kunt zomaar ineens de wereld aan. Ge verstaat iedereen en iedereen verstaat u. Ge zijt verliefd, tot over uw oren, op alles en iedereen.