20 september 2013
Dankzij Willemsfonds Deurne kunnen we het Maria-programma met de gebroeders Smeulders herhalen in Deurne. Het Willemsfonds heeft geen affiniteit met de katholieke liturgie, wat zowel voor de organisatoren als voor ons een uitdaging is om de inhoud te vertalen naar een profaan publiek.
In het publiek zit ook Bernard Deheegher, voorzitter en drijvende kracht achter het Internationaal Festival voor Gregoriaanse Muziek in Watou. De fusie tussen gregoriaans en accordeon kan hem bekoren, en we worden - tijdens een nabespreking gedrenkt in Trappist - uitgenodigd om de pré-ouverture te zingen van het volgende festival.
De figuur van Maria heeft niet alleen in onze, maar in heel wat culturen een grote rol gespeeld. Hoewel de kerk doorheen de eeuwen (en nu nog) een heel ‘mannelijke’ organisatie is, spelen vrouwen in de evangelies vaak opmerkelijke en belangrijke rollen.
‘Maria’ is de Griekse vertaling van het Mirjam (Hebreeuws) of Maryam (Arabisch). De oorsprong van de naam is hoogst waarschijnlijk Egyptisch: Meriam of Meri-Amon zou ‘Geliefde van (de god) Amon’ betekenen. Maar dat zullen Maria’s Palestijns-joodse ouders niet geweten hebben. Volgens de christelijke traditie is zij de dochter van Joachim en Anna, in de Koran wordt een zekere Imraan genoemd als haar vader.
Maria heeft doorheen de eeuwen ontelbare schrijvers, dichters, componisten en kunstenaars allerhande geïnspireerd. Ook in het gregoriaanse repertoire neemt Maria uiteraard een stevige plek in.
Om iets van de oude teksten te begrijpen en er ook van te kunnen genieten, is het nodig om het verhaal van Maria zoals het in de katholieke traditie wordt overgeleverd toch in grote lijnen te kennen.
Als jong meisje krijgt Maria bezoek van de aartsengel Gabriël (dezelfde die in de Koran wordt genoemd als boodschapper tussen de profeet Mohamed en Allah). Hij vertelt haar dat ze, ondanks haar maagdelijkheid, zwanger is van een zoon die ze Jezus moet noemen (Jezus of Jesjoea betekent ‘Jahweh redt’). Ook Jozef, Maria’s verloofde, wordt door een engel gerustgesteld wat Maria’s reputatie betreft en besluit haar te huwen en haar kind mee op te voeden.
Als Maria hoogzwanger is, wordt er een decreet uitgevaardigd van de Romeinse keizer, die een volkstelling beveelt in het hele rijk. Samen met Jozef vertrekt ze uit hun woonplaats Nazareth naar Bethlehem om zich te laten registreren. Onderweg, in Bethlehem, wordt haar zoon geboren.
In de verhalen over Jezus’ openbare leven wordt Maria nauwelijks genoemd. Enkel als ze samen met zijn broers haar rondreizende en prekende zoon wil bezoeken, volgt Jezus’ uitdagende uitspraak “Wie zijn mijn moeder en mijn broers? Wie de wil doet van mijn Vader in de hemel, dàt zijn mijn moeder en mijn broers en mijn zusters!”
Op het einde van Jezus’ leven en in de beschrijving van zijn terechtstelling is zijn moeder opnieuw prominent aanwezig, gesteund door andere vrouwen. Ook na zijn dood wordt Maria nog genoemd in het gezelschap van zijn leerlingen.
Na het concilie van Efeze in 431, waar Maria de titel “Moeder van God” (Theotokos) kreeg toebedeeld, kende de Mariaverering een sterke opgang. Niet veel later onstonden feesten waar Maria als heilige werd vereerd.
De evangelies of andere bijbelgeschriften vertellen niet hoe het leven van Maria verder liep of hoe ze stierf. Maar er werden wel veel verhalen verteld, waarbij de apostel Thomas (al dan niet in gezelschap van de andere apostelen) zag hoe Maria na haar dood in de hemel werd opgenomen.
De feestdag van Maria-tenhemelopneming op 15 augustus (moederkesdag in Antwerpen) werd in Byzantium voor het eerst officieel gevierd in 582, en een eeuw later door paus Sergius I in Rome overgenomen.
De teksten van de gezangen klinken, zelfs als ze goed vertaald worden, behoorlijk archaïsch. De jongste dateren dan ook uit de 13e eeuw, de oudste gaan haast terug tot het begin van onze tijdrekening. Dit concert spant dan ook een boog uit het hele verre verleden tot in ‘onze’ 21e eeuw. Geniet ervan!