Op aandringen van koster Guy Meyer vervangen de zangers de alben die ze van het Antwerps Kathedraalkoor meekregen door een rood koorkleed met witte superplie. Guy zorgt ervoor dat ze gekleed gaan in ‘een stofje dat niet kreukt en dat schoon hangt’.
Als het koor later een koorreis maakt naar Engeland, krijgen de zangers te horen dat ze gekleed zijn in 'royal red', een kleur die maar weinige Engelse koren mogen dragen.
Lode Carlier was degene die aan Jan Schrooten had gevraagd of hij 's zondags enkele zangers kon missen 'voornamelijk voor gregoriaans'. De wisselende a- en b-groepen die Schrooten in gedachten had, waren geen lang leven beschoren. Stilaan vormde zich een vaste groep die gebeten raakten door het gregoriaans.
Het koor heette toen nog 'Schola Gregoriana van de Antwerpse Kathedraal'.