De startende leraar verricht werkzaamheden in de volgende rollen:
A. Opvoeder
B. Pedagoog
C. Vakman
D. Organisator
E. Teamspeler
F. Kennismakelaar
G. Lerende professional
Afhankelijk van de opgedragen taken en/of functionele positie in de school kan de leraar LC nader te differentiëren werkzaamheden verrichten:
H. Coach en begeleider
I. Onderwijsontwikkelaar
J. Coördinator
A. Opvoeder (Interpersoonlijk competent)
1. Maakt contact/communiceert met de leerlingen
Maakt in de les contact met de leerling, maakt moeilijke situaties bespreekbaar en biedt de leerling daarbij ruimte voor zelf verbetering.
Communiceert met leerlingen, en maakt onvoorziene omstandigheden bespreekbaar en zoekt samen naar oplossingen.
2. Geeft leiding aan groepen
Laat de groep bijdragen in een goede werksfeer, wijst daarbij leerlingen op de positieve en negatieve gevolgen van het eigen gedrag.
B. Pedagoog (Pedagogisch competent)
1. Ondersteunt de sociaal-emotionele ontwikkeling
Onderkent, analyseert en rapporteert motivatieproblemen, rekeninghoudend met de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen.
2. Stimuleert zelfstandigheid en initiatief
Bevordert in samenspraak met leerlingen de regelvrijheid in de onderwijsleersituatie.
3. Bevordert het sociaal klimaat in de groep
Creëert een werksfeer waarbij afwijkende (groeps)gedrag aan de orde gesteld kan worden en wordt bijgestuurd.
C. Vakman (Vakinhoudelijk & didactisch competent)
1. Stemt leeractiviteiten af op de leerbehoefte
Stemt zijn onderwijsaanbod af rekeninghoudend met de heterogene samenstelling van de groep.
2. Begeleidt leeractiviteiten
Volgt het leerproces, motiveert leerlingen, geeft meer zelfstandigheid, ziet bijtijds stagnaties en komt terug op zaken.
3. Geeft feedback en stelt leerprestaties vast
Evalueert systematisch de leerresultaten van leerlingen en doet voorstellen voor verbeterpunten in de aanpak van het leren.
D. Organisator (Organisatorisch competent)
1. Plant en organiseert onderwijsactiviteiten
Plant een doorlopende leerlijn en stemt deze af op de leerresultaten van leerlingen.
2. Stuurt taakgericht leren en werken
Spreekt tijdens de leeractiviteiten leerlingen aan op naleving van gemaakte afspraken zoals planning, organisatie en samenwerking en bewaakt de realisatie van de onderwijstaakstelling.
3. Structureert de leersituatie
Houdt bij structurering van de leersituatie rekening met verschillen tussen leerlingen zodat elke leerling het eigen programma goed kan volgen.
E. Teamspeler (Competent in samenwerken met collega's)
1. Werkt samen in overleg
Bevordert de onderlinge samenwerking en spreekt collega's (onderwijspersoneel en ondersteunend onderwijspersoneel) aan om tot gemeenschappelijke doelen, werkwijzen en concrete activiteiten te komen.
2. Consulteert collega's
Maakt bij de totstandkoming van beleid en projecten gericht gebruik van collegiale consultatie en intervisie, om tot een bredere kennis en een breder inzicht te komen over het eigen functioneren en die van collega's.
3. Draagt bij aan de ontwikkeling en verbetering van de school
Ontwikkelt bij veranderingen in het schoolbeleid voorstellen om op kort termijn binnen het team, dan wel de vaksectie of vakgroep, pedagogische/didactische verbeteringen en/of vernieuwingen tot stand te brengen.
F. Kennismakelaar (Competent in samenwerken met de omgeving)
1. Werkt samen in overleg met ouders, begeleiders en/of hulpverlenende instanties
Communiceert effectief met ouders, begeleiders en/of hulpverlenende instanties van leerlingen, over de consequenties van zijn diagnostische bevindingen, waardoor de begeleiding en aanpak tot optimale leerresultaten leidt.
2. Werkt samen met vervolgonderwijs en/of andere (educatieve) instellingen
Stemt de werkwijze en/of verdeling van verantwoordelijkheden, werkplanning af tussen de leerling, de school, het vervolgonderwijs en/of andere educatieve instellingen.
3. Participeert in maatschappelijke omgeving van de school
Participeert actief in het verbeteren van netwerken en benut informele contacten ten behoeve van de school.
G. Lerende professional (Competent in reflectie & ontwikkeling)
1. Reflectie
Toetst het eigen functioneren bij anderen om zelfstandig eigen professionaliseringsdoelen te formuleren en zich planmatig te verbeteren.
2. Competentieontwikkeling
Ontwerpt een ontwikkelingsplan waarmee hij zelfstandig geformuleerde professionaliseringsdoelen realiseert.
3. Plant, evalueert en borgt professionaliseringsdoelen
Voert van begin tot einde een persoonlijk ontwikkelingsplan uit, verbreedt zijn leerdoelen door vernieuwde experimenten in de lespraktijk te toetsen op bruikbaarheid.
Afhankelijk van de opgedragen taken en/of functionele positie in de school kan de leraar LC nader te differentiëren werkzaamheden verrichten:
H. Coach en begeleider (competent in ontwikkelen van professionele medewerkers)
1. Beheerst omgangscompetenties
Is steeds geïnteresseerd, verplaatst zich in de positie van betrokken medewerkers, ondersteunt en geeft feedback op waarneembaar gedrag en gemaakte afspraken.
2. Ontwikkelt competenties van medewerkers
Stelt de medewerkers in de gelegenheid zich een reëel beeld te vormen over het eigen functioneren en ondersteunt medewerkers om leerdoelen en activiteiten met betrekking tot specifieke (zorg)doelen en opdrachten te realiseren.
3. Bevordert een professionele houding
Bevordert de deskundigheid van medewerkers door onderwijsvraagstukken te laten herkennen, in openheid en samenwerking op te lossen en/of externe zorg of extern advies in te roepen.
I. Onderwijsontwikkelaar (competent in planmatig verbeteren en vernieuwen)
1. Waarborgt kwaliteit van het onderwijs
Stelt met het team/vakgroep/werkgroep vast hoe de onderwijskwaliteit getoetst wordt, neemt kritiek serieus, komt met voorstellen en vertaald deze naar instrumenten c.q/ maatregelen voor verbetering en vernieuwing.
2. Onderzoekt en verbetert planmatig
Initieert methodisch/planmatig verbeteringen en vernieuwingen ten aanzien van specifieke doelen en opdrachten met als doel een goede doorlopende zorg/leerlijn aansluiten op vervolgonderwijs en/of aanvullende zorg.
3. Creëert kansen voor de school
Neemt initiatief en creëert planmatig mogelijkheden om de ambities van de school te realiseren door te anticiperen op kansen en bedreigingen vanuit de omgeving.
J. Coördinator (competent in functioneel leidinggeven, beleidsontwikkeling en -uitvoering)
1. Geeft functioneel leiding
Formuleert concrete onderwijsdoelen en uitvoeringsopdrachten met interne verantwoordelijkheden, maakt vorderingen in resultaat en samenwerking expliciet, spreekt verantwoordelijkheden aan, legt afspraken/uitkomsten inzichtelijk vast en vervult een voorbeeldfunctie.
2. Ontwikkelt en implementeert schoolbeleid
Heeft visie op leer-, ontwikkelings- en gedragsproblemen bij leerlingen, betrekt medewerkers bij de uitwerking van beleidslijnen in concrete plannen voor de school, creëert betrokkenheid door een open en heldere werkwijze op basis van ontwerpen, plannen, uitvoeren, evalueren en bijstellen.
3. Plant en coördineert het onderwijs
Spreekt relevante activiteiten en planningen af, maakt resultaten vroegtijdig en zoveel mogelijk gestandaardiseerd inzichtelijk en reageert tijdig op afstemmingsproblemen door betrokkenen aan te spreken.