De behandeling van een AVM hangt af van de ligging in de hersenen, de kans op bloeding in de toekomst wanneer het onbehandeld blijft, en de uitgebreidheid van neurologisch uitval die kan ontstaan door de behandeling. Er zijn ook meerdere soorten behandelingen mogelijk, zoals zorgvuldige opvolging met regelmatige controle-scans, stereotactische radiochirurgie, endovasculaire embolisatie, en operatieve clipping met resectie van het AVM. Deze behandelingsopties worden in multidisciplinair overleg tussen neurochirurg en interventioneel radioloog per patiënt besproken. Hieronder wat meer uitleg over deze behandelingen.
Stereotactische radiochirurgie – Gamma knife:
Zonder de schedel op te maken, kunnen neurochirurgen stereotactische radiochirurgie gebruiken om hooggedoseerde straling toe te dienen op een letsel. Deze techniek, vooral werkzaam bij kleine AVM’s, kan tot 80 % van de patiënten succesvol behandelen. Deze techniek kan resulteren in volledig verdwijnen van het AVM over een tijdspanne van 1-2 jaren na de behandeling, bovendien zijn de neveneffecten bij een juist gedoseerde bestraling, eerder beperkt. Zolang echter het AVM nog aanwezig is blijft het risico op bloeding bestaan. De tijdspanne van 1-2 jaren, waarin het dan verdwijnt, blijft dan ook een risicovolle periode.
Embolisatie:
Bij een endovasculaire embolisatie, maakt men gebruik van een catheter (buisje) doorheen een arterie in de lies. Hierlangs kan de catheter worden opgevoerd tot aan de hersenenbloedvaten. Aan de ingang van het AVM kan dan een soort lijm worden afgezet die het letsel “emboliseert”, waardoor de bloedtoevoer voor het abnormale bloedvat geblokkeerd wordt. Embolisatie wordt vaak gebruikt kort voor een heelkundige ingreep, om de bloedtoevoer naar letsel te beperken waardoor de chirurgische behandeling vlotter verloopt. In een zeldzame keer kan een AVM geëmboliseerd worden om nadien voor bestraling in aanmerking te komen.
Microchirurgische resectie:
Bij een microchirurgische resectie van een AVM zal een neurochirurg de schedel openen via een luikje (trepanatie) om zo in de hersenen onder microscopische vergroting, het abnormale bloedvatkluwen te verwijderen. Na deze ingreep wordt later altijd een controle bloedvatenonderzoek uitgevoerd om na te gaan of het AVM volledig werd verwijderd.
Bron: © Dr. Jan Wuyts, Neurochirurgie – 2016
© Jhonnik 2017