Herinneringen


Titel en aanhef van het eedsformulier dat ik op dinsdag 7 maart 1978 ondertekende in de prachtige Noenzaal van de Eerste Kamer nadat ik daar de belofte van geheimhouding had afgelegd ten overstaan van Annelien Kappeyne van de Coppello, die toen voorzitter was van de Gemengde Commissie voor de Stenografische Dienst der Staten-Generaal. Onze dienst werkte en werkt voor beide Kamers der Staten-Generaal en kende een eigen Gemengde Commissie, bestaande uit leden van Eerste en Tweede Kamer. De Stenografische Dienst werd in 1849 ingesteld en in 2004 omgevormd tot de huidige Dienst Verslag en Redactie, die nu geheel onder de Tweede Kamer valt maar nog altijd de verslaglegging van Eerste- en Tweede-Kamervergaderingen verzorgt. Tegenwoordig vormen de voorzitters van beide Kamers samen een commissie van beroep, die eventuele klachten over het verslag beoordeelt. De term comité-generaal in dit eedsformulier is van toepassing op vergaderingen van beide Kamers achter gesloten deuren. En zoals ik op deze dag plechtig beloofde, bewaar ik net als mijn collega's van al datgene wat daarin is verhandeld nog altijd het diepste geheim, totdat ik van de geheimhouding op wettige wijze zal zijn ontslagen. My lips are sealed!


Annelien Kappeyne van de Coppello

In november 1975 begon ik als leerling-stenograaf bij de Tweede Kamer. Tijdens mijn opleiding kreeg ik onder meer lessen staatsrecht van Annelien Kappeyne van de Coppello (24 oktober 1936 - 23 februari 1990). Als voorzitter van de Gemengde Commissie voor de Stenografische Dienst der Staten-Generaal beëdigde zij ons aan het eind van onze opleiding, in de schitterende Noenzaal van de Eerste Kamer. Ze deed het plechtig én losjes tegelijk.

Kappeyne van de Coppellozaal

In het Tweede Kamergebouw leeft zij voort in de naar haar genoemde Kappeyne van de Coppellozaal, die een paar jaar geleden van functie veranderde door de opening van het huidige Statenlokaal, het lunchcafé voor Kamerbewoners en bezoekers. Daar is haar beeltenis ook nu nog in rookglas te zien voor wie daarop let, met daarnaast nog altijd de aanduiding “Kappeyne van de Coppellozaal”. Verhuist zij straks ook mee naar de tijdelijke behuizing van de Kamer aan de Bezuidenhoutseweg, of moeten we haar hier met haar nagedachtenis achterlaten? Bij ons afscheid van het Binnenhof sta ik daarom graag bij haar stil.

Een herinnering

Een kleine vrouw met kort rood haar en een intelligente oogopslag stapt binnen, monstert ons klasje en stelt zich voor. Annelien Kappeyne van de Coppello, lid van de Tweede Kamer voor de VVD, jurist. Ze zet haar tas op de grond, een grote fles water op tafel en begint de eerste van een reeks lessen die ik nooit zal vergeten.

Mensenwerk

De essentie van wat zij ons voorhoudt is ook decennia later nog volkomen actueel. Zo brengt ze ons bij dat staatsrecht mensenwerk is en als ongeschreven recht móet meeveranderen met nieuwe inzichten. Ze benadrukt dat de Kamer in zijn controlerende taak een ongelijke strijd voert met de ministeries "die je dan ook maar beter kunt wantrouwen". Ze doordringt ons van het belang van een goed functionerende rechtsstaat, juist om kwetsbare groepen te beschermen die gemakkelijk tussen de raderen kunnen worden vermalen, zoals statenlozen en zigeuners. Ze komt op voor de zelfbeschikking van homoseksuelen, is vóór abortus en tégen de doodstraf. Al met al laat ze een geheel eigen en eigenzinnig liberaal geluid horen.

Menten

Ook na deze lessen blijf ik haar met belangstelling volgen tijdens mijn werk in de Oude Zaal en elders op het Binnenhof. Een hoogtepunt is op 18 november 1976, wanneer zij namens de VVD-fractie het woord voert in het debat met minister van Justitie Dries van Agt over de van oorlogsmisdaden beschuldigde Pieter Menten. Samen met PvdA’er Aad Kosto en CPN'er Joop Wolff komt ze als de grote overwinnaar uit dit debat naar voren.

Grondwet

In 1979 boekt ze haar grootste succes door de toevoeging aan de Grondwet van de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam in het nieuwe artikel 11. En in 1982 dient ze samen met Schelto Patijn een amendement op de Grondwet in om buitenlanders stemrecht voor de Tweede Kamer en voor Provinciale Staten te verlenen.

Markant

Scherp, markant, helder en modern. Ik ben Annelien Kappeyne van de Coppello nog altijd dankbaar voor wat zij ons leerde. Het heeft mijn blik gescherpt tijdens ontelbare Kamerdebatten sindsdien. Haar naam en beeltenis kom ik in deze laatste twee weken voor onze verhuizing weer tegen bij de Tweede Kamer. Haar gedachtegoed is nog springlevend en doorstaat ook de komende langdurige en ingrijpende opknapbeurt van het Binnenhof.

Alles wat door mensen gemaakt is móet meeveranderen met nieuwe inzichten.

Afscheid van het Binnenhof. De Oude Zaal (van de Tweede Kamer) in vol bedrijf. Met de groene bankjes, het rode tapijt, links achter de regeringstafel staatssecretaris Annelien Kappeyne van de Coppello, over wie ik onlangs nog een stukje schreef, en naast haar staatssecretaris Henk Koning, in het midden van de zaal de oude stenografentafel met daarnaast de ombouw van het stenografentrapje, achter het spreekgestoelte de jonge Frank de Grave en op de voorzittersstoel de legendarische Dick Dolman. Waarom we (dwz de Kamer) ooit zijn weggegaan uit deze sfeervolle zaal vol historie blijft me tot op de dag van vandaag een raadsel. En dat we binnenkort weggaan van het Binnenhof zet mij aan tot mijn serie Afscheid van het Binnenhof die ik ook na ons vertrek voortzet op de speciale themasite als basis voor een project bij de Haagse Kunstkring waar ik lid van ben.


Afscheid van het Binnenhof. Vandaag over een week rijden de verhuiswagens voor en trekken we (voor het eerst in de geschiedenis van ons parlement, en voorgoed voor mij) de deur achter ons dicht. Het Binnenhof, de mooiste en betekenisvolste plek en het levende hart van Den Haag, gaat dan voor jaren op slot en is in die tijd niet meer te bezoeken door al die toeristen, dagjesmensen, schoolklassen en geïnteresseerde burgers die zich iedere (vergader)dag weer komen vergapen aan al die pracht en geschiedenis die hier zijn samengebald aan de Hofvijver. Daarom is deze plek zo treffend die ik op deze foto in beeld heb gebracht bij een van mijn ontelbare (werk)bezoekjes op en rond het Binnenhof. We zijn hier in de Mauritstoren in het gebouw van de Eerste Kamer, met door het linkerraam uitzicht op de Hofvijver, de Gevangenpoort en de Plaats (met het standbeeld van Johan de Witt) en door het rechterraam diezelfde Hofvijver en de Lange Vijverberg en de wandelpromenade daarlangs tussen de kastanjebomen (en het standbeeld van Johan van Oldenbarnevelt). Deze vertrekken in de Mauritstoren waren ook de plek waar onze opleiding begon, in 1975, en ademen nog precies dezelfde sfeer als toen, nu meer dan 45 jaar geleden. Zoals ook de vanuit deze vensters zichtbare omgeving nog altijd de geschiedenis ademt die zich hier heeft voltrokken, en die we allemaal tijdens de geschiedenislessen op de lagere en middelbare school hebben meegekregen. Met dat gevoel verlaat ik over een week het Binnenhof, dat ook na ons vertrek op mijn netvlies gebrand blijft en waar ik nog lang op kan teren en reflecteren. Het was een sprookje, een voorrecht en een genoegen om hier zo lang, veel en vaak te vertoeven, in het hart van onze levende geschiedenis en in het oog van de tijd.


Afscheid van het Binnenhof. Nu ik deze woorden schrijf is het zondag. Vandaag over een week zijn we weg van het Binnenhof en staan de verhuisdozen met onze spullen op een andere plek, waar we na het naderende zomerreces ons werk gaan hervatten dat vanaf het begin ervan altijd op het Binnenhof heeft plaatsgevonden. Voor mij ligt dat begin in 1975 toen ik hier kwam werken. Het voelt nu al als ontheemding, als onwerkelijk en als onvoorstelbaar. In de meest letterlijke zin van het woord: wat komen gaat kun je je niet voorstellen omdat het niet eerder is gebeurd. Het Binnenhof zelf is het toonbeeld van continue verandering; iedereen die zich in de rijke geschiedenis ervan verdiept raakt gefascineerd door alle veranderingen die hier hebben plaatsgevonden terwijl de functie van deze unieke plek, het centrum van ons landsbestuur, toch in al die eeuwen gelijk is gebleven. Dat gaat nu voor het eerst veranderen, en misschien is dat wat me zo raakt en wat zo onwezenlijk aanvoelt. Op deze foto die ik op een van mijn lunchpauzewandelingen maakte (met als vaste tussenstop de haringkraam aan de Hofvijver om er een harinkje te happen) zien we de Ridderzaal met de vertrouwde ijscoman ervoor, verspreide bezoekers die hier verpozen en de rust en verstilling die als een koepel over dit gebouwencomplex hangt. Dat beeld wordt nog versterkt door het doorkijkje door de collonade tussen Eerste en Tweede Kamer en door de gewelfde gang die Buitenhof en Binnenhof verbindt. Het is een iconisch beeld van een iconische plek, die straks niet meer van ons zal zijn en waar de vertrouwde stroom van toeristen, dagjesmensen en al die Hagenaars die het Binnenhof als vanzelfsprekende doorsteek gebruiken, te voet of op de fiets, zal stilvallen. Wat van ons allemaal is, als het hart van deze stad en als het centrum van onze nationale identiteit en geschiedenis, is straks van de bouwers die er hun door schermen en schuttingen aan het oog onttrokken werkzaamheden gaan verrichten. Waar blijft de ijscoman in die tijd? Wat gebeurt er met de haringkraam en zijn klandizie? Waar gaan de toeristen in de tussentijd hun selfies en groepsfoto's maken? Het zijn vragen waarop nu nog geen antwoord te geven is, vragen die ook de komende tijd, na ons vertrek van het Binnenhof, zullen blijven komen zoals alles blijft komen en gaan. Wat blijft is de herinnering en de dankbaarheid voor al dit moois dat ik hier heb mogen zien, ervaren, beleven en meemaken in het oog van de orkaan.


Afscheid van het Binnenhof. Deze foto maakte ik alweer acht jaar geleden en dit schreef ik erbij: ”Altijd wat te beleven op het Binnenhof waar ik werk: er komt een kéurige Amerikaanse meneer aanlopen, haalt deze beertjes uit zijn glanzend gepoetste aktentas, doet twee stappen naar achteren en maakt een foto. Waarom denk ik toch meteen aan Amélie en haar tuinkabouter?”. Fijn om aan terug te denken met ons vertrek van het Binnenhof voor ogen. Nog vier dagen!


Afscheid van het Binnenhof. Vandaag vergadert de Eerste Kamer weer, zoals buiten de recessen steevast op dinsdag. Mijn collega's en ik zijn erbij en verzorgen in goede samenwerking de verslaglegging, zodat de beschouwingen al snel zijn na te lezen voor wie de Eerste Kamer volgt. Al een tijdje, sinds het begin van de coronacrisis, week de senaat uit naar de Ridderzaal voor de plenaire vergaderingen omdat de eigen monumentale plenaire vergaderzaal niet groot genoeg is voor de vereiste 1,5 meter afstand. Daardoor hebben mijn collega's en ik al een tijdlang geen plenaire Eerste Kamervergaderingen meer in deze prachtige zaal kunnen bijwonen. En omdat dit de allerlaatste vergaderweek op het Binnenhof wordt - en de allerlaatste Eerste Kamervergadering voor de verhuizing a.s. vrijdag vanaf het Binnenhof - laat ik hier met gepaste weemoed die zaal zien zoals ik die fotografeerde vanaf de publieke tribune. Ik zal er nooit meer komen, dwz in mijn werkende leven, want na het zomerreces van 2022 ga ik met welverdiend pensioen, en ik kom dus na de grootschalige verbouwing niet meer terug op het Binnenhof om hier te werken. (Vast) wel als belangstellende, bezoeker of anderszins. In dit gebouw, achter deze tribune, liggen zo ongeveer mijn eerste voetstappen op het Binnenhof in 1975. Nu ik die hele periode overzie vervult mij naast de al genoemde lichte weemoed een gevoel van dankbaarheid, en denk ik terug aan al die mensen die ik hier heb ontmoet en met velen van wie ik een band heb opgebouwd. Die blijft met de herinnering, ook na deze laatste vergaderweek op het Binnenhof en onze verhuizing aan het eind van deze week. Nog drie dagen!


Afscheid van het Binnenhof. Dit wordt mijn allerlaatste werkdag op het Binnenhof: morgen werk ik vanwege de coronamaatregelen thuis, en vrijdag rijden de verhuiswagens voor om al onze spullen mee te nemen naar B67, de tijdelijke behuizing aan Bezuidenhoutseweg 67, het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken. Het is een normale (en drukke) werk- en vergaderdag bij de Kamer met een volle agenda (https://www.tweedekamer.nl/deba.../plenaire_vergaderingen...). Direct bij binnenkomst in de fietsenstalling en op weg naar mijn werkkamer merkte ik al dat het voor alle Kamerbewoners voelt als een afscheid vol herinneringen die deze dag speciaal maken. Mijn afscheid aan de hand van een foto kan niet treffender dan met deze foto van het iconische ruiterstandbeeld op de hoek van de Hofvijver, naast de haringkraam, waar ik ontelbare malen langs ben gelopen: Koning Willem II op zijn paard Wexy, die hier zijn steek afneemt ten afscheid. Het afscheid waarover Adriaan Morriën dichtte:

"Maar achter deze hoek

een werelddeel,

achter dit ogenblik

een zee van tijd.


Zul je voorzichtig zijn?"


Het is een dichterlijke aansporing die ik ter harte neem. Laten we voorzichtig zijn, op wat ons dierbaar is en met elkaar. Alles van waarde is weerloos.


Afscheid van het Binnenhof. Vandaag is de allerlaatste vergaderdag van de Tweede Kamer op het Binnenhof voor de grootschalige verbouwing. Ik werk vandaag thuis voor de Kamer, en morgen is de verhuizing naar onze nieuwe stek. Gisteren was ik dus voor het laatst (aan het werk) op het Binnenhof. En natuurlijk maakte ik na afloop een rondje Binnenhof ten afscheid van wat voor mij in 1975 begon. >


Ik bleef stilstaan bij de plaquette die sinds 1880 te zien is aan de gevel van het ministerie van Algemene Zaken op het Binnenhof tegenover de zijkant van de Ridderzaal, en las de daarin gebeitelde en van goudverf voorziene tekst: DE VOORMALIGE HOFKAPEL IN MDCCCLXXIX VERBOUWD - IN DE KELDERS DEZER KAPEL ZIJN DE GRAFSTENEN VAN GRAVEN EN GRAVINNEN VAN HOLLAND EN WERD HET LIJK VAN JOHAN VAN OLDENBARNEVELD DEN XIV MEI MDCXIX BIJGEZET. >




Ik haalde mijn tekenboekje tevoorschijn en trok het woord BIJGEZET met potlood over als persoonlijk aandenken aan het Binnenhof. Natuurlijk kwamen direct twee marechaussees die het Binnenhof bewaken kijken wat ik aan het doen was. Toen ik ze vertelde dat ik hier lang geleden kwam werken en dat ik mijn laatste werkdag op het Binnenhof met dit aandenken markeerde, tikte een van hen aan zijn baret. Een mooier afscheid kon ik me niet wensen. De cirkel is rond. <


Afscheid van het Binnenhof. Onder die noemer begon ik deze kleine serie ten geleide van het vertrek dat vandaag zijn beslag krijjgt, nu de verhuiswagens hun kostbare vracht naar de tijdelijke behuizing van Eerste en Tweede Kamer brengen. Nu we met ingang van vandaag dan echt weg zijn van het Binnenhof wordt het tijd om terug te keren naar de verbeelding. In gedachten zie ik natuurlijk de Oude Zaal weer voor me waar de magie voor mij in 1975 begon. Ik maakte er jaren geleden al deze schets van, in pen en kleurpotlood, en schreef er (bij een ander tekeningetje van diezelfde zaal) dit versje bij, dat op deze dag een extra lading krijgt:

Terug

Tijd en ruimte vallen samen -
Deze mooie Oude Zaal
Eeuwen gingen, mensen kwamen
Het gebeurde allemaal

In het daglicht dat van boven
Door de glazen koepel schijnt
Bijna zou je gaan geloven
Dat de tijd hier nooit verdwijnt.

Eelco van der Waals

Het Binnenhof blijft een inspirerende omgeving, zoals het me al die jaren sinds 1975 is blijven inspireren, tot tekeningen, gedichten, foto's, projecten en initiatieven, die ik samenbreng op de site die ik onder dezelfde noemer Afscheid van het Binnenhof bijhoud, en die ik ook na ons vertrek van vandaag in het komend jaar zal blijven voeden tot aan mijn pensionering in september 2022. Dat markeert dan mijn eigen afscheid van het Binnenhof, en daarmee is de cirkel rond. https://sites.google.com/view/afscheid-van-het-binnenhof/homepage


Afscheid van het Binnenhof. Voordat we na dit zomerreces weer aan het werk gaan in ons nieuwe (tijdelijke) onderkomen nu het Binnenhof is ontruimd voor de bouwwerkzaamheden van de komende jaren, blader ik door mijn oude tekenboekjes. In een ervan kom ik deze snelle schets tegen die ik maakte in de plenaire zaal van de Eerste Kamer. Op de voorgrond links de karakteristieke (groene) bankjes van de Kamerleden, op de achtergrond de pilaren van de perstribune met op het front daarvan de klok die het verloop van de vergaderingen aangeeft. Zo te zien is het 5 over 2, het zal mogelijk na de lunchpauze geweest zijn. Ik begon vanaf onze werkplek in het midden van de zaal tijdens korte schorsingen regelmatig aan dit soort schetsjes van deze prachtige zaal en van het weergaloze uitzicht door de hoge ramen op de bomen en de stadspaleizen aan de Lange Vijverberg langs de Hofvijver. Zo ook dit snelle schetsje. Ongetwijfeld ging de vergadering weer verder, aangeduid door de bel die de leden opriep terug te keren naar hun plek, waardoor ik mijn schetsje van dat moment niet verder af kon maken. Het is wat het is. De aanblik van de nieuwe tijdelijke zaal van de Eerste Kamer doet in vergelijking met de pracht die we al die jaren (ik sinds 1975) gewend waren nu al pijn aan mijn ogen. O weemoed. https://www.rijksvastgoedbedrijf.nl/actueel/nieuws/2018/12/19/ontwerp-tijdelijke-plenaire-zaal-eerste-kamer


Afscheid van het Binnenhof. Anne Vondeling, hier getekend door Karel James, in de portrettengalerij van Voorzitters (in de zogenoemde Voorzittersgang) in het oude gebouw van de Tweede Kamer, aan het Binnenhof dat we nu hebben verlaten. Vondeling was van 1972 tot 1979 Voorzitter van de Tweede Kamer. Omdat ik er in 1975 kwam werken, was hij ook mijn eerste Voorzitter en kan ik me hem heel goed herinneren.

Zo zorgde hij voor de eerste witte fiets op het Binnenhof, waarvan je bij de portier op Binnenhof 1a het sleuteltje kon krijgen en die achter de garderobe bij Binnenhof 1b stond. Handig als je geen fiets bij je had en snel de stad in moest. Vondeling was een groot voorstander van begrijpelijke taal in de volksvertegenwoordiging. Hij stelde de Commissie Duidelijke Taal in en trok de jonge taalkundige Jan Renkema aan als taalkundig adviseur, die (samen met hem) de Troonrede herschreef in begrijpelijk Nederlands. Renkema gaf ons klasje tijdens onze opleiding lessen in taalbeheersing. Daarbij droegen we voorbeelden aan uit vergaderingen van Tweede en Eerste Kamer waarin we meedraaiden; sommige daarvan kwamen terecht in de eerste editie van de Schrijfwijzer, waar Renkema naam mee zou maken en dat de basis legde voor eenduidig(er) en begrijpelijk(er) taalgebruik van rijksambtenaren. De invloed van Vondeling (die wel "de schoolmeester" werd genoemd) reikte hiermee veel verder dan de Oude Zaal van de Tweede Kamer. Vondeling vond verder dat de regering Kamervragen binnen een vaste termijn diende te beantwoorden, en maakte zich daar sterk voor, en zette zich in voor betere bewerktuiging en ondersteuning van Tweede Kamerleden.

Zijn opvattingen werkte hij verder uit in het boek "Tweede Kamer: lam of leeuw?" dat in 1976 bij De Arbeiderspers verscheen . Het laat zich raden dat Vondeling van mening was dat de Kamer zich meer als leeuw dan als lam diende te gedragen, en dan natuurlijk vooral tegenover de zoveel beter bewerktuigde regering. Met zijn optreden en opvattingen reikt de invloed van Anne Vondeling tot in onze tijd. Alles verandert, maar niets vergaat.


Afscheid van het Binnenhof. Binnenhof 2, de oude ministersingang toen wij in 1975 op het Binnenhof kwamen werken, met eigen hal, portiersloge en monumentaal trappenhuis naar de toenmalige ministerskamer die we nu (dwz tot aan de recente verhuizing van het Binnenhof) kennen als de Stadhouderskamer waarin nieuwe kabinetten worden gesmeed. Voorheen gebeurde dat in het gebouw van de Eerste Kamer, voordat de Tweede Kamer het voortouw ging nemen bij kabinetsformaties. Hier zijn de kabinetten-Rutte II en III tot stand gekomen na het langdurige aftasten dat ook nu, na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart jl, moet gaan leiden tot de vorming van een nieuw en missionair kabinet - het eerste dat niet op het Binnenhof zijn regeringsverklaring zal afleggen en daar de aansluitende debatten met beide Kamers zal voeren. Deze sfeervolle foto maakte ik van Binnenhof 2 in de sneeuw. Iedere vergelijking met de duur van de lopende kabinetsformatie berust uiteraard op toeval.


Afscheid van het Binnenhof. Deze foto maakte ik door mijn glazen toverbal vanaf de rand van de fontein op het Binnenhof. In de omkering en vertekening van het beeld zien we het gebouw van de Eerste Kamer op een zonnige dag, waarop het parlementaire bedrijf nog gewoon de gebouwen rondom vulde en het carré ertussen werd bevolkt door de eeuwige toeristen en dagjesmensen, zoals ik dat zelf vanaf 1975 - met een onderbreking - heb mogen meemaken. Het voelt nu al als een beeld van lang geleden, in deze wonderlijke zomer waarin wel meer omgekeerd lijkt. Morgen komt de Kamer voor een ingelast debat terug van reces en staan de diensten van het parlementaire bedrijf ook in deze overgangssituatie klaar om alles goed te laten verlopen. Het blijft mensenwerk, ook in een wereld die op zijn kop staat.


Afscheid van het Binnenhof. Hoewel het zomerreces van de Tweede Kamer nog ruim 2 weken duurt (tot 7 september) zijn we alweer in vol bedrijf. Deze week waren er al twee dagen met ingelaste vergaderingen naar aanleiding van de situatie in Afghanistan en de coronamaatregelen, volgende week komt de Kamer weer bijeen over de lopende kabinetsformatie. Gisteren vergaderde de Kamer in de Ridderzaal, in de opstelling die daar door (en voor) de Eerste Kamer is ingericht, te zien op deze foto. Het was de tweede keer in de geschiedenis dat de Tweede Kamer hier vergaderde, en natuurlijk was onze dienst erbij. Vandaag draaien we voor het eerst proef op de nieuwe locatie, waarover later meer. Het parlement gaat door.


Afscheid van het Binnenhof. Gisteren hielden we een generale repetitie met alle diensten op de nieuwe - tijdelijke - locatie voor de Tweede Kamer tijdens de grootschalige opknapbeurt van het Binnenhof de komende jaren. We staan klaar om op onze nieuwe plek na het huidige zomerreces van start te gaan. Ook nu heb ik weer bewondering voor de professionaliteit en servicegerichtheid van de diensten die het parlementaire proces - en daarmee de democratie - in goede banen leiden zonder daarbij zelf op de voorgrond te treden. Dat was al zo in de Oude Zaal (die ik hier weer eens laat zien) waar ik alweer in 1975 begon. Ik bewaar er veel herinneringen aan, die ik in deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof de revue laat passeren. Zelf zal ik na de verbouwing over een paar jaar niet meer mee terugverhuizen naar het Binnenhof. In het laatste jaar van mijn loopbaan dat ik nu inga, kijk ik door mijn oogharen terug en vooruit met een gevoel van overzicht en dankbaarheid. Het blijft mooi en de moeite waard om voor de democratie te werken. Met die houding begon ik - nog onder het kabinet-Den Uyl - en met dezelfde houding neem ik in deze kleine serie alvast afscheid van het Binnenhof.


Afscheid van het Binnenhof. Vandaag sta ik in mijn kleine serie stil bij het kantoorgebouw van het voormalig Algemeen Rijksarchief (aan Bleijenburg 7, van architect J. van Lokhorst, in neo-renaissancestijl, gebouwd in 1895-1903) dat onderdeel is van het complex van de Tweede Kamer waar ik werk. Een gebouw vol verrassingen, waar ik vaak en graag met mijn camera doorheen ben gelopen. Hier zaten (en zitten, want dit gebouw blijft net als het aangrenzende Logement en het Depotgebouw ook tijdens de verbouwing van het Binnenhof de komende jaren gewoon in gebruik) de ondersteunende diensten van de Kamer, zoals P&O, Financiën en de bedrijfsarts, maar ook de prachtige collegezalen waar onze computerkennis werd bijgespijkerd. Hier zie je het centrale trappenhuis dat me altijd weer aan M.C. Escher doet denken. Deze week installeren we ons verder op onze nieuwe werkplekken in B67 ("de Apenrots"), het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bezuidenhoutseweg, in afwachting van wat de politieke actualiteit ons in ons werk voor de Kamer zal brengen. Alles blijft, alles verandert, alles blijft veranderen, zeg ik met Jules Deelder.


Afscheid van het Binnenhof. Ook vandaag waren er weer - tijdens het zomerreces dat nog tot 6 september duurt - ingelaste vergaderingen over Afghanistan die natuurlijk weer door onze dienst en de andere diensten van de Tweede Kamerorganisatie in goede banen werden geleid. De collega's werkten vanuit het Logement van Amsterdam (kortweg: het Logement) aan Plein 23, het majestueuze stadspaleis uit 1737 dat werd gebouwd als logement voor de vertegenwoordiging van de stad Amsterdam in de Staten van Holland. Het meer dan levensgrote stadswapen van Amsterdam dat de gevel bekroont herinnert daar nog aan en geeft mij als geboren Amsterdammer vaak het gevoel van een enclave in hartje Den Haag. In deze serie Afscheid van het Binnenhof binnenkort meer over het Logement en zijn geschiedenis.


Afscheid van het Binnenhof. Deze foto maakte ik op een van mijn vele wandelingen door de gebouwen rond het Binnenhof. We zijn hier in de Schrijfkamer van de Tweede Kamer, boven de oude ingang Binnenhof 1a. De Schrijfkamer stamt, net als de Koffiekamer, uit de tijd van stadhouder Willem V. Dit was de plek waar de Kamerleden, toen ze nog geen eigen ruimtes hadden in het gebouw, zich terug konden trekken om bijvoorbeeld stukken te bestuderen of te schrijven aan een speech. Deze kamer werd ook gebruikt door de Raad van State. Er bevindt zich nog steeds een deur die toegang biedt tot de Raad van State. Deze foto getuigt van de verandering der tijden die ik van nabij heb meegemaakt. Toen ik met mijn collega's in 1975 aantrad op het Binnenhof had de Tweede Kamer alleen het gedeelte van het gebouwencomplex in gebruik tussen Binnenhof 1a en Binnenhof 7. Er werkten nog maar weinig mensen voor de Kamer in een overzichtelijke gemeenschap waarin je elkaar voortdurend tegenkwam. De uitbreiding met aanvullende diensten en gebouwen dateert pas van veel later datum. Nu is het ondenkbaar dat Kamerleden geen eigen ruimtes zouden hebben in de gebouwen en zich in een gedeelde ruimte terug zouden moeten trekken om stukken te bestuderen of te schrijven aan een speech., en al helemaal dat die ruimte dan ook nog zou worden gedeeld met een ander Hoog College van Staat (de colleges binnen de overheid met een bijzondere positie en met als taak de rijksoverheid te controleren en te adviseren). De Hoge Colleges van Staat zijn: de Eerste Kamer, de Tweede Kamer, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale Ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden.


Afscheid van het Binnenhof. Alles wint aan diepgang in weerspiegeling, en dat geldt natuurlijk ook voor het Binnenhof. Gelukkig zorgt de Hofvijver voor de immer wisselende weerspiegelingen van het oudste deel van Den Haag dat eromheen ligt - en daarmee voor de allermooiste beelden van mooi Den Haag. Op deze foto die ik maakte tijdens een van mijn ontelbare wandelingen rond de Hofvijver zien we de Haagse Toren, het eilandje (het enige eiland van Den Haag, waarover een andere keer meer in deze serie) en het glanzende dak van de Eerste Kamer. Dit beeld roept meteen de herinnering op aan een koude winter in mijn eerste jaar op het Binnenhof: 1975/'76. Ik had mijn ijshockeyschaatsen meegenomen naar het werk en ging tussen de middag schaatsen op de Hofvijver. Er kwam een witte politiewagen (toen nog een Volkswagen Kever) aanrijden langs de Korte Vijverberg, een van de agenten met platte pet stapte uit en riep iets naar me. Natuurlijk schaatste ik naar hem toe. Wat toen gebeurde zal ik nooit vergeten. Ontsteld keek hij naar me en sprak de sterke tekst: "Maar mijnheer, dit is een monument!" Waarop ik antwoordde met: "Maar het ijs toch niet?", en langs het Mauritshuis, het Torentje, het ministerie van Algemene Zaken en de Eerste Kamer wegschaatste rond het eilandje, in de wetenschap dat hij op zijn schoenen toch niet achter me aan zou komen over het ijs. We hebben allang geen ijspret op de Hofvijver meer en ik heb mijn schaatsen al lang geleden aan de wilgen gehangen. Maar de foto's en de vele herinneringen heb ik nog om in dankbaarheid terug te kijken in deze kleine serie ten afscheid van het Binnenhof. Alles verandert, maar niets vergaat, zeg ik met Ovidius.


Afscheid van het Binnenhof. Vandaag is het 2 september 2021 en zitten we nog in de lopende kabinetsformatie na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart jl. Blijkens het grafiekje uit de Volkskrant van vandaag duurt de huidige formatie nu al 168 dagen en is die daarmee de twee na langste sinds de Tweede Wereldoorlog. De een na langste, van 1977, met een duur van 208 dagen, heb ik met mijn jaargenoten ook mogen meemaken (opa vertelt). In 1975 kwam ik op het Binnenhof werken. Het waren de jaren van het kabinet-Den Uyl, met bewindslieden van PvdA, PPR, D66, KVP en ARP. Bij de verkiezingen van 1977 behaalde de PvdA een flinke zetelwinst, Den Uyl was vastbesloten dat er een kabinet-Den Uyl II zou komen, maar het liep anders. Mijn collega's en ik waren er getuige van dat de formatie zich voortsleepte.

Op de beroemde foto uit 1977 van fotograaf Theo Meijer zien we Dries van Agt (lijsttrekker van het kersverse CDA) en Hans Wiegel (lijsttrekker van de VVD) in het Haagse restaurant Le Bistroquet aan het Lange Voorhout die een ‘formatiecoup’ pleegden: ze stelden een eigen regeringsprogramma op en zetten Den Uyl zo buitenspel. Het lukte: het kabinet-Van Agt I (met Wiegel als vice-premier) regeerde van 1977 tot 1981.

"Formeren is faseren", is een bekend citaat van Herman Tjeenk Willink, die als informateur de aftrap gaf bij de lopende kabinetsformatie. Hij werd opgevolgd door Mariëtte Hamer, die vandaag haar eindverslag aanbiedt aan de voorzitter van de Tweede Kamer, waar tegenwoordig het primaat ligt voor kabinetsformaties. We kunnen volgende week een Kamerdebat tegemoetzien over dat eindverslag en de vastgelopen formatie tot nu toe. Uit de media hebben we al vernomen dat Johan Remkes door de VVD is voorgedragen als de nieuwe informateur, de derde dus in de lopende kabinetsformatie.

Uiteindelijk komt er altijd weer een kabinet, weet ik inmiddels, bij de zoveelste kabinetsformatie sinds ik mijn loopbaan begon, als ik goed tel de 16e. Nu ik mijn laatste werkende jaar inga en volgend jaar met pensioen ga, ligt die loopbaan op het Binnenhof - met een onderbreking waarin ik andere dingen deed - grofweg tussen mijn langste formatie en de een na langste. Alles is een kwestie van perspectief.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/09/mijn-langste-formatie-en-de-een-na.html


Afscheid van het Binnenhof -

De wisseltentoonstelling

Vandaag gaat de Tweede Kamer na het vertrek van het Binnenhof van start op de nieuwe locatie: B67, ofwel Bezuidenhoutseweg 67, in het gebouw van het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken dat in de afgelopen maanden is verbouwd en aangepast aan de wensen van de nieuwe gebruiker. De plenaire zaal is voor de Kamerleden, medewerkers, journalisten, bezoekers en de kijkers thuis het meest herkenbaar, want de bankjes en de karakteristieke blauwe stoelen zijn meeverhuisd vanaf van het Binnenhof.

In het nieuwe gebouw deel ik een kamer met een collega. Omdat zij en ik op verschillende dagen op kantoor en thuis werken - en dat zo blijft in het kader van het hybride werken als uitvloeisel van de coronamaatregelen - hebben we een wisselkamer. En omdat we allebei foto's maken en veel met onze camera en mobiele telefoon hebben rondgekeken in de oude gebouwen hebben we samen besloten om een wisseltentoonstelling in te richten in onze kamer.

Daarvoor kiezen we werkjes van elkaar uit om op te hangen. We zijn er al meteen mee begonnen en hebben onze eerste keuze gemaakt.

Ik trap vandaag af met de foto die mijn collega maakte van het gebouw waar we talloze malen doorheen zijn gelopen: Gebouw J, het voormalige ministerie van Justitie, hoek Plein / Lange Poten, een gebouw vol hoekjes, trappenhuizen, doorkijkjes en ornamenten. Vanuit het gebouw ernaast waar wij onze werkplekken hadden, het voormalige Grand Hotel Central aan de Lange Poten, was de gang op deze foto de logische route naar de uitgang aan het Plein en naar het Kamerrestaurant daarboven.

Een goede keuze om mee te beginnen, met een terugblik op het Binnenhof dat het de komende tijd zonder ons moet doen.

De wisseltentoonstelling is hierbij geopend!

(Gang 1e verdieping gebouw J, foto JW)


Afscheid van het Binnenhof -

Het stenografentrapje (1)

Lang geleden (1975) kwam ik op het Binnenhof werken, waar mijn collega's en ik in het midden van de plenaire zaal van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer de debatten bijwoonden om daar het officiële verslag in de Handelingen van te maken. Nu beide Kamers vanwege de grootschalige opknapbeurt van het Binnenhof zijn verhuisd en (september 2021) hun intrek elders hebben genomen, wordt het tijd voor een terugblik. En omdat ik het laatste jaar van mijn werkende leven inga en over een jaar met pensioen ga, heeft die terugblik tevens het karakter van een afscheid.

Vandaag richt ik de blik op een verdwenen fenomeen uit het hart van onze parlementaire democratie: het stenografentrapje, dat ik in enkele afleveringen in deze serie Afscheid van het Binnenhof zal belichten. Dit is de eerste aflevering.

Op de hier geplaatste foto (gemaakt door Fotobureau Dijkstra in 1981) is het trapje goed te zien. Het kwam uit in het kwadrant in het midden van de plenaire zaal van de Tweede Kamer waarin de stenografen hun werk deden. We zien van bovenaf op de voorgrond de (lege) stenografentafel, ernaast de directietafel van de toenmalige Stenografische Dienst -- op deze foto in gebruik door Kamerleden die als stemopnemers de stembriefjes tellen na een schriftelijke stemming over personen -- en op de achtergrond de regeringstafel.

Dit is het beeld dat ik me uit de eerste jaren van mijn loopbaan goed herinner. Je kwam dit trapje op vanuit de gang eronder, die de hal bij Binnenhof 1a verbond met het trappenhuis naar de verdieping erboven waar ook onze dienst gevestigd was, pal achter de Oude Zaal, zoals we die nu noemen. Een deur in die gang gaf toegang tot het trapje, waarvan de treden bekleed waren met rood tapijt en waarover je tussen gelakt houten wandjes uitkwam in het midden van de hoge zaal, in wat ik in een gedicht ooit omschreef als

(...) ons domein (...)

van woorden en hun weerslag

tussen rostrum en regering.

Tijdens plenaire vergaderingen van de Kamer was dit de vaste route voor mij en mijn collega-stenografen: naar boven om je voorganger af te lossen aan de met groene stof beklede tafel met zicht rondom op alles wat zich in de zaal afspeelde, en weer naar beneden zodra je zelf na vijf minuten door je opvolger was afgelost. Als onderdeel van een vast ritueel dat ritme gaf aan de vaak lange vergaderdagen: teruglopen naar de kantoren van de Stenografische Dienst, daar de werklijst invullen, de collega waarschuwen die je opvolger zou gaan aflossen en dan naar je eigen bureau om er het gedeelte van het debat uit te werken dat je net zelf in de zaal had bijgewoond.

In volgende afleveringen van deze kleine reeks ga ik graag in op de aanleg en verdwijning van het stenografentrapje, op een aantal kleurrijke incidenten waarmee het een plaats heeft gekregen in de parlementaire geschiedenis en op mijn zoektocht naar de sporen van dit verdwenen fenomeen.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/09/het-stenografentrapje-1.html



Over een jaar
Afscheid van het Binnenhof - Reflectie

Op de kalender is het 25 september 2021 vandaag. Over precies een jaar eindigt mijn werkende leven, dat in 1975 begon. Nog vier (politieke) seizoenen loop ik rond in ons parlement. Hoe ziet de tijd daarna eruit, en hoe begon het ook alweer? Tijd voor reflectie, en als beeld dat daarmee te maken heeft kies ik de Mauritstoren van de Eerste Kamer, weerspiegeld in het water van de Hofvijver.

In die Mauritstoren begon die loopbaan, zoals ik al eerder beschreef in een stukje in deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof - onbedoeld én uit interesse. Hoe dat zit leg ik hieronder uit.

Hoe begon het ook alweer?

Op school wist ik altijd wat ik wilde worden: journalist, redacteur of uitgever. Daarom schreef ik me in op de School voor de Journalistiek (Utrecht) en de Frederik Muller Academie (Amsterdam). In Utrecht werd ik uitgeloot, dus zou ik naar Amsterdam gaan en het boekenvak in, prima. Maar omdat ik ook uit een geëngageerde en politiek bewuste familie kwam en in Vrij Nederland bij ons thuis een advertentie had zien staan voor leerling-stenografen bij het parlement, schreef ik uit interesse een brief. Hoe zag de achterkant van de politiek eruit, achter de groene gordijnen in de bekende zaal? Ik was er benieuwd naar, werd uitgenodigd voor een gesprek, nog een gesprek, een test en kreeg toen een telefoontje dat ik was aangenomen. Ik besloot het een tijd(je) te gaan doen. Zo kwam ik in dienst van de Kamer, tijdens het nu legendarische kabinet-Den Uyl. Het waren spannende jaren op het Binnenhof, met de verbeelding aan de macht en een gevoel van grote verandering.

Na 12,5 jaar zou ik alsnog dat boekenvak ingaan: ik nam ontslag, verkocht mijn huis en begon mijn eigen uitgeverij in Amsterdam. Nooit spijt van gehad, want dat krijg je alleen van wat je niet gedaan hebt maar wel had willen doen. Ik werkte vervolgens bij de gemeente Amsterdam en had daarna nogmaals mijn eigen bedrijf, tot ik na een interval van 18 jaar - waarvan 15 jaar als ondernemer - in januari 2006 terugkeerde op het Binnenhof, bij dezelfde dienst als waar ik was begonnen.

Dat is nu ook alweer ruim 15 jaar geleden, en als ik over een jaar met pensioen ga heb ik 28,5 jaar voor de Kamer gewerkt onder twaalf kabinetten en in totaal verschillende perioden.

Hoe ziet het er over een jaar uit?

Na een gevarieerde loopbaan van 47 jaar is het over een jaar mooi geweest en krijg ik meer tijd voor wat ik altijd al gedaan heb: schrijven, tekenen, mooie dingen maken, meewerken aan culturele initiatieven. Maar vooral de tijd aan mezelf hebben en die tijd doorbrengen met wie me dierbaar zijn, mijn lief, mijn zoon en kleinzoon, vrienden en familie.

De serie Afscheid van het Binnenhof komt dan ten einde en slaat neer in een boek, een kleine tentoonstelling met eigen werk waartoe het Binnenhof me inspireerde en een inhoudelijk programma, dat ik hoop te laten zien bij de Haagse Kunskring als werkend lid van de afdeling Letteren.

Maar eerst nog die komende (politieke) seizoenen tot het zover is, in de tijdelijke behuizing waar we sinds het vertrek van het Binnenhof nu werken. Net als toen ik begon zijn het spannende tijden, met een gevoel van urgentie en grote thema's die om antwoord en oplossing vragen. Het is goed om er opnieuw bij te zijn en om het van nabij mee te maken - zoals het ook goed voelt om daar over een jaar mee op te houden en terug te blikken. In het hart van de levende geschiedenis en in het oog van de tijd.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/09/over-een-jaar.html

Afscheid van het Binnenhof - Doorkijkje

Nu we in B67, de tijdelijke behuizing van de Tweede Kamer, inmiddels de Algemene politieke beschouwingen en de Algemene financiële beschouwingen 2021 (net) achter de rug hebben wordt het tijd om weer eens - over de Bezuidenhoutseweg en de Herengracht - terug te blikken op het Binnenhof in de verte, dat we de afgelopen zomer verlaten hebben voor een grote opknapbeurt omdat boven ons geplaatsten dat een beter idee vonden.

Niet dat we daar een oordeel over hebben, begrijp me goed, maar voor het gewoontedier dat de mens nu eenmaal is blijft het wennen. In mijn geval gaat dat wennen gelijk op met aftellen tot aan het einde van mijn loopbaan, nu ik in het laatste jaar voor mijn pensioen zit en nog 50 weken meedraai in het parlementair bedrijf waar ik in 1975 op datzelfde Binnenhof aantrad. Gelukkig heb ik veel bewaard en in al die jaren goed om me heen gekeken. Daarom vormt mijn kleine serie Afscheid van het Binnenhof basis en brandstof voor mijn eigen terugblik op de periode tussen 1975 en (straks) 2022, waarin generaties opgroeiden in een-en-dezelfde wereld maar ook en vooral in tijden die in weinig op elkaar lijken.

Het overzicht over die 47 jaar met grote maatschappelijke veranderingen en verschillen is eigenlijk het achterliggende onderwerp van mijn serie, en ik werk ernaar toe om bij mijn afscheid een doorkijkje te bieden dat voor mezelf en anderen de verte laat zien vanuit de nabijheid. Passend daarbij vind ik deze foto (Doorkijkje langs de Ridderzaal en over het Stadhouderlijk Kwartier op de Haagse Toren, vanuit een van de beregende zolderramen van Binnenhof 7) die ik welbewust maakte in onze laatste weken op het Binnenhof. Rechts op deze foto zien we de zijgevel met de torentjes van de Ridderzaal, die zolang ik me kan heugen traditiegetrouw het decor vormde voor Prinsjesdag en de Troonrede, en op de achtergrond de Haagse Toren van de Grote Kerk, waar nu al voor het tweede jaar achtereen diezelfde gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Tijden veranderen, mensen blijven.

Na mijn echte afscheid van het Binnenhof verwacht ik bij de Haagse Kunstkring als werkend lid van de afdeling Letteren aldaar terug te blikken op de periode die achter me ligt - en op het Binnenhof dat dan nog altijd in verbouwing is.

Maar eerst nog de begrotingsbehandelingen tussen nu en het kerstreces in Eerste en Tweede Kamer waar ik met mijn collega's voor werk, en dan nog 40 weken tot aan mijn pensioen.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/10/doorkijkje.html


De Hertenkamp

Mijn zusje en ik woonden toen we klein waren in het brave en groene Rijswijk. Als we naar het aangrenzende Den Haag gingen, meestal met onze moeder en gezeten in de karakteristieke tram 10, was een van onze vaste lievelingsplekken De Hertenkamp. Want zo noemden wij, en iedereen trouwens in die tijd, het groene gebied naast het Malieveld en het Haagse Bos waar we de hertjes van dichtbij konden bekijken, met hun ranke pootjes, hun melkchocoladekleurige lijven doorspikkeld met witte vlekjes en hun natte neuzen.

Behalve Scheveningen (De Pier, het strand, ezeltjerijden, wat toen nog kon op het strand) en De Stad (met als vaste stop De Bijenkorf met zijn houten roltrap, en een kinderijsje toe) was dit wel echt onze lievelingskleuterplek. Want hier konden we aan de rand van een stukje stadsnatuur wegdromen in de reebruine ogen van de hertjes.

Wie had kunnen denken dat ik (60!) jaren later zou komen werken op een plek met de Hertenkamp voor de deur? Toch is dat gebeurd, want de tijdelijke behuizing van de Tweede Kamer aan de Bezuidenhoutseweg is in onverwoestbaar beton opgetrokken schuin aan de overkant van het hertjesparadijs dat, met het Malieveld en het Haagse Bos als geheel, als een groene oase midden in deze grote stad ligt. De wijken zijn eromheen gebouwd en dragen niet voor niets namen als Bezuidenhout en Benoordenhout - ten zuiden, respectievelijk ten noorden van de Haagse Hout. Het blijft, met de zee, een van de wonderen van Den Haag, zeg ik als geboren Amsterdammer.

Het Binnenhof dat we met Eerste en Tweede Kamer - waar mijn collega's en ik voor werken - de afgelopen zomer hebben verlaten is historisch onlosmakelijk verbonden met dit gebied, want het voormalige jachtslot van de graven van Holland verrees op het Binnenhof, aan het drinkwater van het meertje dat we nu nog kennen als de Hofvijver die gevoed wordt door de Haagse Beek.

De graven hadden hun jachtgebied in het Haagse bos en hielden koeien net buiten de bebouwde kom van de nederzetting Die Haghe - de Koekamp. Herten werden hier door Filips de Goede geïntroduceerd rond 1450 - voor het oog, voor de jacht en voor de hertenbiefstuk. Er lopen hier dus al ongeveer 570 jaar herten rond, oneindig veel langer dan de 60 jaar die mij scheiden van mijn jeugdherinnering, de beoogde 5 jaar tot de terugkeer naar het Binnenhof en de nog maar 50 weken tot mijn pensioen.

Dan krijg ik de tijd om met mijn volwassen zoon en mijn kleinzoon naar de hertjes te gaan kijken en weg te dromen bij hun reebruine ogen.

https://letterengeest.blogspot.com/2019/05/de-hertenkamp.html


Afscheid van het Binnenhof - Een einde en een nieuw begin.

Terwijl ik deze woorden schrijf is het herfstreces. Na het komend weekend gaat het vergadercircus weer beginnen in de cyclus van begrotingsdebatten in Eerste en Tweede Kamer waar mijn collega's en ik ons - objectieve en onpartijdige - partijtje in meeblazen om ze voor de parlementaire geschiedschrijving vast te leggen.

Het wordt mijn laatste rondje in deze begrotingscyclus die ik in 1975 voor het eerst meemaakte op het Binnenhof, nog onder het inmiddels legendarische kabinet-Den Uyl. Nu ik me bewust ben van het afscheid van mijn werkende leven op 25 september 2022 - vijf dagen ná de volgende Prinsjesdag maar vóór de begrotingsdebatten van dat jaar - is deze vergaderloze week waarin ik de tijd aan mezelf heb een voorproefje van wat me over 48 weken (of 339 dagen vanaf nu) te wachten staat. Dat voelt goed - als een einde en een nieuw begin.

Naar dat einde aan een lange loopbaan van 47 jaar ben ik mét de dag aan het toegroeien. Deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof markeert die ontwikkeling, met de 18 tussengelegen jaren waarin ik elders deed wat ik wilde doen.

En dat nieuwe begin tekent zich al langer af in wat ik naast het werk eigenlijk altijd al gedaan heb en ben blijven doen: schrijven, dichten, tekenen, mensen ontmoeten, organiseren. De weerslag daarvan is deels te volgen via de themasite die ik aanmaakte op https://sites.google.com/view/afscheid-van-het-binnenhof/ en de komende maanden bijhoud - en natuurlijk in de gedichten, opstellen, tekeningen, etsen, foto's en activiteiten die de resultante zijn van die bezigheden naast het werk. Activiteiten waardoor het ophouden met dat werk helemaal niet voelt als een zwart gat of een lege ruimte waarin de muren op me afkomen.

Fijn om daar straks meer tijd voor te hebben, en om die tijd te delen met mijn lief, mijn zoon, kleinzoon, familie en vrienden. Tijd voor inhoud, tijd om te bespiegelen, plannen te maken, te reizen, het leven te vieren, mooie dingen te maken.

Tijd om dichter bij mijn vader te komen over wie ik een boek ga schrijven, tijd om terug te keren naar de kern en in alle rust de tijd zélf te beleven die mij en ons gegeven is.

Tegen die tijd lever ik mijn Kamerpasje in - dat er in ons digitale tijdperk alweer heel anders uitziet dan het eerste analoge pasje dat ik me, uit 1981, herinner en dat ik hier laat zien.

Meer eerst nog de nieuwe cyclus begrotingsbehandelingen, die dit najaar gelijk op gaan met de vorming van een nieuw missionair kabinet in een ingewikkelde periode met grote vraagstukken. Het voelt goed en bijzonder om een lange periode met enorme maatschappelijke veranderingen te kunnen overzien en die met een gevoel van dankbaarheid af te sluiten. Een einde en een nieuw begin.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/10/een-einde-en-een-nieuw-begin.html



Afscheid van het Binnenhof - Bespiegelen aan de Hofvijver

Vandaag is de wintertijd weer ingegaan en hebben we de klok één uur teruggezet. Dat maakt dat we op deze zondag een uurtje extra hebben om te doen wat we willen doen. Ik gebruik dat uurtje om te bespiegelen bij mijn naderende afscheid van het Binnenhof

Gerekend vanaf vandaag valt dat afscheid over 47 weken, dus al minder dan 11 maanden, en als ik daar de vakanties - die op het rond het Binnenhof recessen genoemd worden - van aftrek en alleen de netto werkdagen voor Eerste en Tweede Kamer bij elkaar optel die overblijven, is het nog korter. Tijd dus om terug én vooruit te kijken in mijn kleine serie Afscheid van het Binnenhof die ook te volgen is op de gelijkname site https://sites.google.com/.../afscheid-van-het.../homepage.

Waar kan ik beter mee bespiegelen dan met deze foto die ik op een van mijn ontelbare lunchpauzewandelingen over en rond het Binnenhof en de Hofvijver maakte? We zien hier het Torentje weerspiegeld in het water van diezelde Hofvijver, een magische plek vol levende geschiedenis die me vanaf mijn entree op het Binnenhof in 1975 altijd al heeft aangetrokken. Deze foto nam ik vanaf het stukje net buiten de Grenadierspoort, tussen het Torentje en het Mauritshuis dat we hier rechts op de foto weerspiegeld zien in het water.

Dat water tussen die twee gebouwen in is overigens het állerlaatste stukje dat is overgebleven van de grachten dje eeuwenlang het Binnenhof omringden - en die via het Spui zelfs verbonden waren met Delft. Die grachten zijn in de loop der tijd vrijwel allemaal gedempt, alleen de Hofvijver en dit kleine stukje naast het Torentje bleven ervan over.

De grootschalige opknapbeurt van het Binnenhof gaat ertoe leiden dat er weer een stukje gracht wordt teruggebracht: de Hofgracht, die in de 19de eeuw werd gedempt, wordt gedeeltelijk hersteld, en gaat dan lopen van de Hofvijver langs de Mauritstoren en de gevels van Eerste en Tweede Kamer aan de Hofweg tot aan de Hofplaats, over een lengte van ongeveer 90 meter. Tegen die tijd kan de lunchpauzewandelaar van die dagen dus dankbaar bespiegelen bij de geschiedenis van díe kant van het Binnenhof en daar mooie foto's maken.

Wij denken in ónze tijd bij het Torentje meteen aan de werkkamer van de minister-president, maar dat is niet altijd zo geweest. Weliswaar had Johan Rudolph Thorbecke - in 1849 - als eerste minister-president zijn werkkamer in het Torentje, maar na hem hadden premiers ook elders op het Binnenhof hun werkvertrek. Totdat Ruud Lubbers in 1982 er (tot zijn aftreden in 1994) zijn kantoor vestigde en dat nadien tot in onze dagen zo bleef. Wim Kok (1994-2002), Jan Peter Balkenende (2002-2010) en Mark Rutte (2010-heden) hebben net als Lubbers en Thorbecke (Rutte's grote liberale voorbeeld) dus bij het nadenken over hun beleid allemaal vanuit het Torentje uitgekeken over de rimpelingen van de Hofvijver die zo geleidend kunnen zijn voor de gedachtenvorming en voor verhelderende inzichten.

Mijn inzichten zijn nu al vooral gericht op de jaren ná mijn vertrek van het Binnenhof. Met nog 47 weken te gaan tot mijn pensionering sta ik stil bij de 47 jaar die mijn loopbaan dan heeft geduurd. De Hofvijver zal ik nog vaak blijven opzoeken om er gedachteloos weg te dromen bij een schat aan herinneringen.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/10/bespiegelen-aan-de-hofvijver.html


Tweede Kamer, Algemene Beschouwingen in de Oude Zaal, 10 juli 1980, fotograaf Rob C. Croes / Anefo, collectie Nationaal Archief

Vandaag is het 10 november 2021. Precies 46 jaar geleden begon ik (op maandag 10 november 1975) samen met mijn jaargenoten bij het parlement. Het waren andere tijden op het Binnenhof en bij de toenmalige Stenografische Dienst, die nog viel onder Eerste én Tweede Kamer en een eigen Gemengde Commissie voor de Stenografische Dienst der Staten-Generaal kende, bestaande uit leden van beide Kamers. Daarmee vormde de dienst een eilandje met geheel eigen riten en tradities, waar een antropoloog zijn/haar vingers bij zou aflikken. In een volgende aflevering van deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof sta ik daar vast nog wel eens nader bij stil, ook in relatie tot de riten en tradities van de ons omringende diensten, die gezamenlijk een weefsel vormden waarin decorum nog een grote rol speelde. Dat is in onze verruwde tijden bijna niet meer voor te stellen. Hier gaat het om het markeren van dit historische moment, want dat er veel veranderd is in die bijna halve eeuw is in één oogopslag zichtbaar.

Om te beginnen werkten er nog maar weinig mensen bij Eerste en Tweede Kamer, waar je al snel iedereen zo ongeveer kende, en vice versa, en tot het meubilair gerekend werd, mét de voordelen en eigenaardigheden van dien. De Tweede Kamer besloeg in die eerste jaren alleen nog de gebouwen Binnenhof 1a (want Binnenhof 1 was het adres van de Raad van State) tot en met 5, aan de zijkant van de Ridderzaal waar wij jarenlang op uitkeken.

Bij ons aantreden vielen we - zo zou blijken met terugwerkende kracht - met onze neus in de boter van grote maatschappelijke veranderingen die veel weerklank ondervonden en zorgen voor volle tribunes tot diep in de nacht. Het waren de jaren van het kabinet-Den Uyl, dat inmiddels een nagenoeg legendarische status heeft verworven en dat bestond uit markante persoonlijkheden. Ik noem hier slechts Max van der Stoel op Buitenlandse Zaken, Wim Duisenberg op Financiën, Ruud Lubbers op Economische Zaken, Henk Vredeling op Defensie en Irene Vorrink op Volksgezondheid en Milieuhygiëne.

Als stenografen bedienden we ons voor het werk nog van steno, schrijfmachine en bandrecorder. Wanneer de geluidsinstallatie (vooral in de Eerste Kamer) weer eens haperde en de vergadering gewoon doorging was die beheersing van en snelheid in het kortschrift geen overbodige luxe om de beschouwingen voor de parlementaire geschiedschrijving in de Handelingen op papier te krijgen. Als ploeg versloegen we een volledige Kamervergadering van opening tot sluiting, die ook toen al kon duren van 10.15 uur tot diep in de nacht of tot in de vroege ochtend van de vólgende dag.

Na het kabinet-Den Uyl dat in 1975 regeerde bij onze entree kwamen achtereenvolgens de kabinetten-Van Agt (I, II en III), - Lubbers (I, II en III), - Kok (I en II), - Balkenende (I, II, III en IV) en –Rutte (I, II en III). Mijn jaargenote Milda en ik zijn - als laatsten van ons klasje uit 1975 - nu dus inmiddels toe aan ons gezamenlijke zestiende (en na de lopende formatie zeventiende) kabinet.

Een record!

Foto: Algemene Beschouwingen in de Oude Zaal van de Tweede Kamer, 1980, met aan de stenografentafel zo te zien onze oud-collega's Jos Pompe en Martin Cox.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/11/10-november-1975.html


Denneweg en Binnenhof

Afscheid van het Binnenhof - de Kunstkring

Het afgelopen weekend was ik weer in de Haagse Kunstkring aan de Denneweg, waar ik werkend lid ben van de afdeling Letteren. Het bijzondere van de Kunstkring is dat alle kunstdisciplines er vertegenwoordigd zijn en ook regelmatig samenwerken in zogeheten crossovers. In alle zalen (twee beneden, één boven) waren (en zijn) tentoonstellingen, waarvan ik er een mocht openen.

De bovenzaal, de Albert Vogelzaal, is de plek waar ik volgend jaar op mijn eigen manier afscheid van het Binnenhof wil nemen met het gelijknamige project, nadat ik op 25 september van dat jaar mijn werkende leven beëindig en met pensioen ga. Morgen beginnen de plenaire debatten weer in Eerste en Tweede Kamer en heb ik nog iets meer dan 44 weken voor de boeg tot die datum, vlak na Prinsjesdag 2022.

Die tijd gebruik ik om materiaal te verzamelen, archiefonderzoek te doen, stukjes te concipiëren, mensen te spreken, gedichten te schrijven en tekeningen en etsen te maken met het Binnenhof als onderwerp.

Het Binnenhof is me, ook in de jaren tussendoor waarin ik elders werkte, sinds mijn eerste kennismaking in 1975 altijd blijven boeien en inspireren. De weerslag daarvan slaat neer in een boek dat ik volgend jaar wil uitbrengen en bij wijze van afscheid wil presenteren in de Kunstkring, met een kleine tentoonstelling waarin het Binnenhof centraal staat, omlijst door een inhoudelijk programma.

Op dat moment is het Binnenhof nog volop in verbouwing. Wat ik voor me zie is om dan in en vanuit de Kunstkring te bespiegelen op het Binnenhof en de grote veranderingen in de periode die ik kan overzien vanaf 1975, maar ook als oorsprong en hart van Den Haag en als onze nationale huiskamer.

Mijn eigen bespiegeling is al begonnen en krijgt de komende weken en maanden verder gestalte in deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof.

Tussen Denneweg en Binnenhof zie ik door mijn oogharen de contouren van het Binnenhof zich aftekenen tegen de hemel boven mooi Den Haag.

Zoals hier op deze foto die ik maakte van de torentjes en daklijsten van het wonder van C.H. Peters (het voormalige ministerie van Justitie, mijn lievelingsgebouw van het Binnenhofcomplex) in het ochtendlicht, gezien vanuit de Bagijnestraat over de daken heen.

O weemoed en rijkdom. O toekomst en verleden. O Binnenhof.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/11/denneweg-en-binnenhof.html


Afscheid van het Binnenhof - Oud en nieuw

Alles is betrekkelijk, want een kwestie van perceptie. Dat bleek me van de week weer eens, toen ik het boek Tweede Kamer: lam of leeuw? terugkreeg van een collega aan wie ik het had uitgeleend.

Dat boek werd geschreven door Anne Vondeling, voorzitter van de Tweede Kamer toen ik daar in 1975 begon. De Kamer vergaderde in die tijd nog in de Oude Zaal aan het Binnenhof, waar ik in deze kleine serie al vaker bij heb stilgestaan - net als bij Vondeling zelf overigens.

Die zaal is al écht oud, want dateert uit 1777, en werd gebouwd als balzaal in het - toen nieuwe - paleis van stadhouder Willem V. In 1806 werd Lodewijk Napoleon koning van ons land en maakte hij er een troonzaal van. Tussen 1815 en 1992 deed de zaal vervolgens dienst als de vaste vergaderzaal van de Tweede Kamer, die daarna plenair ging vergaderen in de - op dat moment nieuwe - zaal van architect Pi de Bruijn die uitzag op het Hofplein.

Voor de Binnenhofbewoners die beide zalen nog zelf hebben meegemaakt, zoals mijn inmiddels oudere collega's en ik, is het dan ook geen vraag wat de Oude Zaal is en wat de nieuwe.

Maar tijden blijven veranderen, en sinds de afgelopen zomer van 2021 vergadert de Tweede Kamer inmiddels alweer ruim twee maanden in de tijdelijke plenaire zaal in B67, het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bezuidenhoutseweg.

In deze coronatijden zijn er nieuwe medewerkers bijgekomen die vanwege het thuiswerken waarmee ze hun dienstbetrekking aanvingen pas onlangs 'gewoon' op kantoor zijn komen werken, en onder hen wordt de vorige plenaire zaal die we tot een klein halfjaar geleden gebruikten - volkomen logisch - aangeduid als de oude zaal.

We hebben nu dus de Oude Zaal en de oude zaal, beide gesitueerd aan het Binnenhof dat we in de tussentijd hebben verlaten, en een nieuwe zaal die de in de perceptie van sommigen eveneens nieuwe zaal vervangt, maar dan tijdelijk. Al is ook die tijdelijkheid een kwestie van perceptie, bijvoorbeeld voor de collega's die - zoals ik - niet meer op het Binnenhof zullen terugkeren maar in al deze tijdelijkheid een punt achter hun werkzame leven gaan zetten.

Ik zei het al. Alles is betrekkelijk, want een kwestie van perceptie.

Foto: 31 oktober 2017 in de plenaire zaal van de Tweede Kamer, bij de beëdiging van nieuwe Kamerleden. Ik sta er naast mijn huidige kamergenote Judith, bij onze werkplek die zich toen nog in het midden van de zaal bevond. (Foto: NOS)

https://letterengeest.blogspot.com/2021/11/oud-en-nieuw.html


De Oude Zaal is ook te zien op GoogleMaps, loop er zelf in rond in 360 graden via deze link.

https://www.google.com/maps/@52.0790334,4.3126004,2a,75y,14.84h,87.68t/data=!3m6!1e1!3m4!1sd0YTsKfk9Z4UfsFijD9Oqg!2e0!7i13312!8i6656


Onder de handen der stenographen

Op 23 september 2019 werd het 170-jarig bestaan gevierd van de Dienst Verslag en Redactie van de Tweede Kamer, de voormalige Stenografische Dienst, die in 1849 werd ingesteld en sindsdien de Kamervergaderingen van Eerste en Tweede Kamer voor het nageslacht heeft vastgelegd op papier in de Handelingen, het officiële verslag van (elk van) beide Kamers.

Collega Coby Pronk tekende voor dit lustrum vijf iPad-portretten: van vier oud-parlementariërs en een minister uit 1849. Een van deze portretten werd gebruikt voor de gedenkbeker die de jubilerende dienst liet maken: Dr. P.J. Costerus, die tot de ‘pragmatische’ liberalen werd gerekend.

In de Handelingen die onze ambtsvoorgangers hebben vervaardigd zijn Costerus' woorden geboekstaafd:

"(...) en de hoop heeft mij gekitteld, dat van onder de handen der stenographen mijne redenen fraaijer zouden te voorschijn komen, dan dat ze in mijne hersens opgekomen of van mijne tong gevloeid waren (...)",

aldus de Handelingen van de Tweede Kamer van 12 september 1849.

De verfraaiing van zijn betoog door de stenografen van zijn tijd waar Dr. P.J. Costerus hier op doelt is een rode draad in het werk van onze dienst en een weerkerend gegeven in de reacties van sprekers (bewindslieden en Kamerleden) op onze pennevruchten. Spreektaal is geen schrijftaal en behoeft hier en daar ingrepen om leesbaar op papier te komen voor het nageslacht. Onze dienst gebruikt daarbij in het kader van de eenduidigheid tegenwoordig een uitgebreide eigen Taalgids, die via het intranet van de Kamer ook door andere Kamerbewoners te raadplegen is en die regelmatig wordt bijgewerkt door onze zogeheten Taalkamer. Over beide binnenkort meer in deze serie Afscheid van het Binnenhof.

Maar nu weer terug naar Costerus en het 170-jarig bestaan van wat sinds 2004 de Dienst Verslag en Redactie heet. Coby tekende hem zoals gezegd op haar iPad. Die tekening en het citaat van Costerus uit de Handelingen dat hierboven al werd aangehaald werden afgedrukt op keramieken mokken die voor de duurzaamheid en de eeuwigheidswaarde werden uitgedeeld aan de gasten bij het jubileum van de dienst.

De cirkel is bijna rond, want Coby en ik nemen over een klein jaar samen afscheid van de dienst en laten dan zien waartoe het Binnenhof ons in onze werkzame jaren inspireerde. U hoort er nog van!

https://letterengeest.blogspot.com/2021/11/onder-de-handen-der-stenographen.html


Foto: Hans Kouwenhoven

Afscheid van het Binnenhof -Vlagvertoon

Vlagvertoon hoort bij het Binnenhof. Bovenop de Mauritstoren van de Eerste Kamer en de Perstoren van de Tweede Kamer zijn de vlaggenmasten een vertrouwd beeld met de Nederlandse driekleur én de Europese vlag, die er de eenheid van de natie en de verbondenheid met Europa uitdrukken, hoog boven het stadsgewoel.

In de plenaire vergaderzaal zelve van Eerste en Tweede Kamer was tot een paar jaar geleden geen sprake van vlagvertoon. Daar kwam - voor de Tweede Kamer - verandering in op 14 november 2017, de dag waarop de bijgaande foto werd gemaakt.

Op 2 november 2017 had de Tweede Kamer een motie van de Kamerleden Kees van der Staaij (SGP) en Geert Wilders (PVV) aangenomen om als symbool van de natie, net als in verreweg de meeste landen, in de plenaire vergaderzaal van het Nederlandse parlement de nationale vlag zichtbaar te maken. Alle partijen behalve de Partij voor de Dieren stemden voor de motie.

Als uitvloeisel daarvan werd op 14 november een tijdelijke vlag geplaatst direct achter de Voorzittersstoel, hier te zien op de foto die Hans Kouwenhoven ervan maakte voor de Kamerbode. Tussen de leden door zie je mij met mijn collega Sandra aan het werk aan onze tafel in het midden van de zaal.

Op 29 mei 2018 zou deze tijdelijke vlag worden vervangen door een nieuwe versie, ruim een meter hoger en met een groter vlaggendoek, zoals die ook na de verhuizing van het Binnenhof naar de tijdelijke locatie B67 in de plenaire zaal te zien is.

Morgen ben ik nog precies 300 dagen voor de Kamer aan het werk, ofwel nog 42,86 weken tot mijn pensioen.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/11/vlagvertoon.html



Afscheid van het Binnenhof - Groot en Klein.

Te leuk en toevallig om niet te delen. Foto uit een commissievergadering van de Tweede Kamer, nog in een van de commissiezalen op het Binnenhof dat we nu al drie maanden hebben verlaten. Naast elkaar de Tweede Kamerleden Groot (links, PvdA) en Klein (rechts, Groep Klein).

Econoom Ed Groot zat van 2010-2017 in de Tweede Kamer voor de PvdA als woordvoerder fiscale en financieel-economische zaken en was voorzitter van de parlementaire ondervragingscommissie fiscale constructies.

Norbert Klein was binnengekomen als Kamerlid voor 50 PLUS en vormde na een conflict vanaf juni 2014 een eenmansfractie. In 2017 was hij bij de Tweede Kamerverkiezingen lijsttrekker van de door hem opgerichte Vrijzinnige Partij, maar die behaalde geen zetel.

Deze foto uit november 2015 - die ik met mijn telefoon maakte van het beeld op een van de monitoren in het Kamergebouw - ontrukt deze parlementariërs aan de vergetelheid en plaatst Groot en Klein weer even in het juiste historisch perspectief. Geschiedenis is alles, alles is geschiedenis.

https://letterengeest.blogspot.com/2021/12/groot-en-klein.html


Afscheid van het Binnenhof. Vandaag is het nieuwe jaar 2022 alweer een dag oud. Dit is het jaar waarin ik na een lang werkzaam leven met pensioen ga en tijd krijg voor een andere invulling. Een groot deel van dat werkzame bestaan heeft zich afgespeeld op en rond het Binnenhof, waarop ik dan ook in deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof en op de gelijknamige themasite reflecteer.

Het einde van mijn loopbaan valt ongeveer samen met het begin van het volgende parlementaire jaar op Prinsjesdag, dinsdag 20 september, en de daaropvolgende Algemene Politieke Beschouwingen op woensdag 21 en donderdag 22 september 2022. Aan het eind van die week, op 25 september, trek ik de deur achter me dicht en gaat er een nieuwe deur open.

Morgen gaat de laatste week in van het kerstreces waarin de langdurigste kabinetsformatie in de vaderlandse geschiedenis dan toch eindelijk tot een afronding is gekomen met een coalitieakkoord. Een week later staan de ministers en staatssecretarissen coronaproof op het bordes met koning Willem-Alexander voor het traditionele fotomoment van het nieuwe kabinet-Rutte IV. Over de eerste kabinetsformatie (die van 1977) uit mijn loopbaan schreef ik al eerder een stukje.

Het beeld dat symbool staat voor mijn eigen kleine geschiedenis op en rond het Binnenhof is de foto hieronder door mijn glazen toverbal, die ik tijdens een van mijn fotowandelingen maakte in het depotgebouw van het voormalig Algemeen Rijksarchief, een fascinerend en in zichzelf besloten geheel vol boekenkasten van gietijzer met planken van leisteen, gebouwd in 1895-1903 naar ontwerp van rijksbouwkundige Jacobus van Lokhorst in de voor hem kenmerkende neo-gotisch-renaissancistische trant.

Het depot is tegenwoordig onderdeel van het Tweede Kamercomplex en verbindt het voormalige kantoorgebouw van het Algemeen Rijksarchief aan het Bleijenburg en het majestueuze Logement van Amsterdam aan het Plein, dat we in deze weken allemaal kennen van de monumentale ingang waardoor de deelnemers aan de recente kabinetsformatie naar binnen gingen en naar buiten kwamen. En inderdaad, alles wat daarbinnen gebeurde is nu geschiedenis.

n de tijdelijke behuizing van de Tweede Kamer na ons vertrek van het Binnenhof kwam ik op een van mijn wandelingen toevallig een maquette tegen van dezelfde plek, maar dan in dwarsdoorsnede op de foto die ik ervan maakte. Van links naar rechts zien we het Logement van Amsterdam, een opengewerkt tussenlid naar het depotgebouw met daarbovenop nieuw ontworpen verdiepingen in een glazen koepel die uitsteekt boven de omliggende bebouwing, en aan de rechterzijde de verbinding met twee glazen gangen naar het historische kantoorgebouw aan het Bleijenburg.

Dit fascinerende ontwerp is gemaakt door de Utrechtse architect en productontwerper Mart van Schijndel (1943-1999) en niet uitgevoerd.

Over een week na morgen aanschouwen we het nieuwe kabinet, het laatste in mijn loopbaan die maar liefst zestien kabinetsformaties omvatte. Ik maak het allemaal nog één keer mee en volg het van nabij in deze serie, om die af te sluiten op de drempel van nieuwe tijden.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/01/afscheid-van-het-binnenhof.html


Regeren is vooruitzien. Afscheid van het Binnenhof. Deze marmeren buste van koningin Wilhelmina, van de beeldhouwer Bartholomeus van Hove uit 1898, stond tot kort vóór de recente verhuizing van de Tweede Kamer van het Binnenhof naar de Bezuidenhoutseweg ("B67", waar we na dit weekend echt van start gaan aan het begin van het nieuwe parlementaire jaar) in de Statenpassage van de Tweede Kamer en maakte daar deel uit van de beeldengroep. Maar al eerder stond dit prachtige beeldje in het oude Kamergebouw waar ik in 1975 begon, en wel in de kleine hal aan de kop van de Voorzittersgang, op een prominente plek waar je altijd langskwam wanneer je door de oude hoofdingang Binnenhof 1a was binnengekomen, via de brede staatsietrap naar de eerste verdieping en de Oude Zaal was gelopen, en vandaar naar rechts waar je Wilhelmina dan en profil zag terwijl zij bewegingloos de statige gang in tuurde. Ik liep daar een keer met mijn inmiddels overleden collega Martin (uit ons toenmalige klasje leerling-stenografen) en zei tegen hem, wijzend op Willemien en haar strakke marmeren blik: "Regeren is vooruitzien." We schoten allebei in de lach. Later die dag liep ik terug naar het beeldje, met het tekstballonnetje dat ik in de tussentijd had uitgeknipt en beschreven met "Regeren is vooruitzien" en plakte dit naast de sierlijk gebeeldhouwde lippen van de Majesteit. In die dagen hadden we nog niet voortdurend een camera op zak en daardoor heb ik toen geen foto gemaakt van dit tafereeltje, maar bij het terugzien van deze foto denk ik er meteen weer aan. Van de week droomde ik opeens ook weer over Martin. Het verleden sluimert onder de oppervlakte. Binnenkort in deze serie meer over de Statenpassage en de kunstcollectie van de Tweede Kamer.



Afscheid van het Binnenhof. Gisteren - 10 januari 2022 - waren we getuige van de bordesscène van het kabinet-Rutte IV op de trappen van paleis Noordeinde, waar de ministers vanwege de geldende coronaregels op anderhalve meter van elkaar stonden. Natuurlijk moest ik meteen terugdenken aan het eerste kabinet dat ik op het Binnenhof heb meegemaakt, het inmiddels welhaast legendarische kabinet-Den Uyl. Voor deze gelegenheid heb ik er de foto bij gezocht van de bordesscène met koningin Juliana op de trappen van paleis Huis ten Bosch, op een zonnige 11de mei 1973 gemaakt door Bert Verhoeff / Anefo.

We zien op de achterste rij v.l.n.r.: Pronk, Boersma, Westerterp, Vredeling, Duisenberg, Brouwer, Lubbers en Trip; en op de voorste rij v.l.n.r.: Van der Stoel, Gruijters, De Gaay Fortman, Den Uyl, koningin Juliana, Van Agt, Van Doorn, Vorrink en Van Kemenade. Dat waren nog eens tijden.

In mijn kleine serie Afscheid van het Binnenhof en op de gelijknamige themasite sta ik de komende tijd nader stil bij dit kabinet, dat als motto had: "Spreiding van kennis, macht en inkomen". Het was ook toen al bijzonder erbij te hebben gezeten, tijdens de lange en vaak nachtelijke debatten in de Oude Zaal.

Nu we volgende week in de tijdelijke behuizing van de Tweede Kamer de debatten gaan beleven over de regeringsverklaring van het nieuwe kabinet is de geschiedenis zeer voelbaar en is het mooi en zintuiglijk om de uiteinden daarvan over een periode van 47 jaar met mijn vingertoppen te kunnen aanraken.

Dat wordt een thema in het komend najaar bij de Haagse Kunstkring waar ik als werkend lid van de afdeling Letteren op mijn eigen manier afscheid van het Binnenhof ga nemen. In deze korte reeks ook daarover meer.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/01/de-bordesscene-van-het-kabinet-den-uyl.html


‘Onthoudt U van allen schijn des kwaads’

Afscheid van het Binnenhof. Het nieuwe jaar 2022 is alweer bijna twee weken op stoom, waarin veel en tegelijk ook nog maar weinig is gebeurd. Het vele behelst vooral de berichtgeving in de media, waarin het nieuwe kabinet-Rutte IV van alle kanten tegen het licht wordt gehouden, net als de mogelijke maatregelen in de coronacrisis die nog steeds ons aller leven in zijn greep houdt. Het weinige heeft betrekking op daadwerkelijke maatregelen en hun fundering in het parlement waarvoor ik werk. Want het kerstreces moge dan voorbij zijn, pas de komende week gaat de Tweede Kamer debatteren over de regeringsverklaring en de voornemens van Rutte IV en zijn ploeg ministers en staatssecretarissen. Het voelt als de stilte voor de storm die in de genoemde media al begint op te steken.

In veel van die berichten in mainstream- en sociale media worden uitlatingen gedaan over woorden die ertoe doen, over gedrag van politici die wel of niet het goede voorbeeld geven, en tijdens de debatten in de komende week zal dit thema ongetwijfeld een grote rol spelen in 's lands vergaderzaal. Daarbij is een centrale rol weggelegd voor de voorzitter van de Tweede Kamer, Vera Bergkamp, om verhitte gemoederen tot bedaren te brengen en confrontaties binnen de perken te houden, zónder daarbij afbreuk te doen aan de vrijheid van alle deelnemers om hun eigen woorden te kiezen en de stem van hun achterban te laten weerklinken in de volksvertegenwoordiging.

In dit opzicht zijn het boeiende tijden voor het land en voor de omgangsvormen in onze nationale huiskamer die onderhevig zijn aan golfbewegingen en onderdeel vormen van een levende traditie die - met het grotere geheel van het staatsrecht - wordt gevormd en ingebed door ongeschreven regels en nieuw gewoonterecht.

Vlak voor het kerstreces leende ik uit de bibliotheek van de Tweede Kamer een boekje uit 1978 dat ik de afgelopen weken met grote belangstelling heb gelezen. Het is geschreven door Anne Vondeling, over wie ik al eerder schreef in deze kleine serie Afscheid van het Binnenhof. Hij was de Kamervoorzitter in mijn eerste werkjaren op het Binnenhof, waar ik in 1975 begon, had duidelijke opvattingen en zette die op papier, bijvoorbeeld in zijn nog immer actuele "Tweede Kamer: lam of leeuw?" uit 1976, dat ik graag een andere keer bespreek.

Laat ik nu Vondelings boekje "Schijn des kwaads" voor het voetlicht halen - met als ondertitel Bespiegelingen over gedragsregels voor politici. Vondeling schreef het in 1978 naar aanleiding van een verzoek van de D'66-fractie om te bekijken of er geen gedragsregels voor de leden moesten komen, waar in Nederland weinig of niets over geschreven was. Hij kwam tot de slotsom dat hij zijn opstel niet kon aanbieden als een voorontwerp voor een Presidiumstuk bestemd voor de Kamer en dat het dus een strikt persoonlijke mening weergeeft. Hij noemt het zelf "een eerste terreinverkenning" en spreekt de hoop uit dat het bruikbaar is om een grondige gedachtenwisseling op gang te brengen.

Afgaande op het hierboven al genoemde discours in de media lijkt de tijd, 44 jaar na verschijning van Vondelings opstel, rijp voor die grondige gedachtenwisseling.

Ik kan Anne Vondelings Schijn des kwaads ook en juist voor lezers van nu van harte aanbevelen. Hieronder, als introductie en smaakmaker, alvast zijn Woord vooraf.

--

Woord vooraf

"Op 6 april beloofde ik aan het Presidium van de Kamer mijn gedachten te laten gaan over een verzoek dat de D'66-fractie had gedaan. Een verzoek om te bekijken of er geen gedragsregels voor de leden moesten komen. Het was mijn bedoeling een aantal stellingen te ontwikkelen over het voor en tegen van aparte aanvullende regels. Al eerder was mij gebleken dat er in Nederland weinig of niets over geschreven was. Ik stelde mij dus voor, eerst eens bij de buren te gaan kijken. Van het een kwam het ander. Een opsomming van louter feiten leek mij onvoldoende, en toen het aantal beoordelingen steeds groter werd, kwam ik tot de slotsom dat ik het geheel niet kon aanbieden als een voorontwerp voor een Presidiumstuk bestemd voor de Kamer.

Dit opstel geeft dus een strikt persoonlijke mening weer. Bovendien draagt het eindoordeel een voorlopig karakter, resultaat van een eerste terreinverkenning. Van harte hoop ik dat het bruikbaar is om een grondige gedachtenwisseling op gang te brengen. De Amerikaan Leys, die een interessant boek schreef over ethiek en politiek, begint zijn woord vooraf met een beschrijving van een ontmoeting die hij had met een Weens cynicus. Die was van mening dat alle grote principes van politici als fijne mosterd na de maaltijd komen. En heel toepasselijk, zo vertelt Leys, sprak hij het woord 'ethics' verkeerd uit. Hij bleef zeggen 'attics'. En dat zijn hoge (zolder-)plekjes waar we dingen opbergen die we niet meer gebruiken, maar waarvoor we de moed niet kunnen opbrengen om ze weg te gooien. Zo'n wrang grapje past misschien niet aan het begin van een doodernstige en loodzware be schouwing. Dat hóórt niet zo ... En daarmee ben ik ineens weer op de rechte ethische weg.

Niettemin wil ik nog wel de opmerking kwijt, dat vrijwel alle boeken, die ik buiten de Kamerbibliotheek om leende, van de theologische faculteiten kwamen. Het kàn een geruststellende gedachte zijn dat de politicologen in ons land zich nog weinig met het onderwerp hebben beziggehouden. Het zou kunnen betekenen dat onze mooie gedachten en hoge principes niet op de rommelzolders van het Binnenhof zijn weggestopt, maar zich ook nog redelijk goed thuis voelen in de grote vergaderzalen. Eigenlijk liggen die opvattingen ten grondslag aan mijn voorzichtige gevolgtrekkingen die ik achterin dit boekje heb gemaakt. Ik hoop, terecht.

Dank ben ik verschuldigd aan de heren Koops, de griffier van de Kamer, Langemeijer, de oud-hoogleraar en -toetser van het gedrag van rechters en politici, aan mijn medewerkster mevrouw De Jong en aan de collega's De Gaay Fortman Sr., Kleisterlee en Van Thijn, die nuttige op- en aanmerkingen maakten."

Leeuwarden/Scheveningen

april-juni 1978.

--

Anne Vondeling - Schijn des kwaads

Bespiegelingen over gedragsregels voor politici

Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage 1978

ISBN 90 12 02283 5

‘Onthoudt U van allen schijn des kwaads’

(Eerste brief van Paulus aan de Thessalonicenzen, hfdst. 5,22. Statenvertaling)

https://letterengeest.blogspot.com/2022/01/onthoudt-u-van-allen-schijn-des-kwaads.html


Oud en nieuw in de Eerste Kamer

Onze dienst verzorgt al sinds 1847 het officiële verslag van beide Kamers der Staten-Generaal, dat verschijnt in de Handelingen. Daarvan hebben de Eerste Kamer en de Tweede Kamer elk hun eigen editie.

Mijn collega's zitten uit de aard van ons werk bij alle vergaderingen van Eerste en Tweede Kamer, en in de zalen van beide heb ik vanaf mijn aantreden in 1975 dan ook heel wat voetstappen liggen. Herinneringen daaruit komen aan bod in deze serie Afscheid van het Binnenhof en op de gelijknamige website.

Terwijl de Tweede Kamer al in de zomer van 2021 voor de duur van de grootschalige verbouwing van het Binnenhof zijn intrek heeft genomen in B67 aan de Bezuidenhoutseweg - het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken - bleef de Eerste Kamer tot aan het afgelopen kerstreces, met dinsdag 21 december als laatste vergaderdag, plenair vergaderen in de Ridderzaal, groot genoeg om de 75 leden van de voltallige Eerste Kamer met anderhalve meter afstand tussenruimte onderdak te bieden.

Maar nu heeft ook de Eerste Kamer het Binnenhof en de Ridderzaal verlaten en verruild voor de nieuwe, tijdelijke locatie in Huis Huguetan, het weergaloze stadspaleis aan Lange Voorhout 34-36 en de daarachter gelegen nieuwbouw aan de Kazernestraat. In die nieuwbouw is ook de nieuwe, tijdelijke plenaire zaal gevestigd die op bijgaande foto te zien is. Deze zaal lijkt in niets op de monumentale vergaderzaal van de Eerste Kamer aan Binnenhof 22, die teruggaat tot de Staten van Holland uit 1650 naar ontwerp van architect Pieter Post.

In de vergadering van vandaag, 24 januari 2022, herdacht de Eerste Kamer Ed van Thijn, die van 1999 tot 2007 lid was van de PvdA-fractie in deze Kamer en die op 19 december jl. overleed.

De herdenkingstoespraak die Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn in de vergadering van vandaag uitsprak is hieronder te lezen.

Overigens herdenkt ook de Tweede Kamer vandaag Ed van Thijn, die ik daar, in de Eerste Kamer en tussendoor tijdens zijn burgemeesterschap van Amsterdam zelf tijdens mijn loopbaan ook van nabij heb meegemaakt.

--

Aan de orde is de herdenking van de heer drs. E. van Thijn.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden te gaan staan.

Wij hebben de goede gewoonte om de oud-leden die ons zijn ontvallen hier te gedenken. Vandaag gedenken wij Ed van Thijn, die op 19 december jongstleden op 87-jarige leeftijd overleed. Hij was voor de Partij van de Arbeid acht jaar lid van deze Kamer, van 8 juni 1999 tot 12 juni 2007.

Ik heet ook zijn familie zeer welkom bij deze herdenking.

Eduard van Thijn werd op 16 augustus 1934 geboren in Amsterdam. Toen hij 5 jaar was, brak de Tweede Wereldoorlog uit. Voor het gezin Van Thijn brak een periode aan van talloze onderduikadressen en tot tweemaal toe gevangenschap in kamp Westerbork. Het gezin overleefde miraculeus de oorlog. In de woorden van Van Thijn, die ook op zijn rouwkaart staan: "Als 10-jarige was ik bang voor de dood. Daarna nooit meer …"

De gebeurtenissen in zijn vroege jeugd maakten hem tot mensenrechtenstrijder voor de rest van zijn leven. Welke rol hij ook bekleedde -- burgemeester of senator, Tweede Kamerlid of minister -- Van Thijn zette zich overal in voor universele mensenrechten en sprak zich onvermoeibaar uit tegen onrecht.

Ed van Thijn studeerde politicologie aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam en aan het Institut d’Etudes Politiques in Parijs. In 1961 studeerde hij af en begon als stafmedewerker bij de Wiardi Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Partij van de Arbeid. Een jaar later werd hij voor de eerste keer volksvertegenwoordiger, toen hij werd gekozen tot lid van de Amsterdamse gemeenteraad.

Na drie jaar werd Van Thijn voorzitter van de PvdA-fractie in die gemeenteraad. In de tussentijd was hij ook gekozen als lid van de Tweede Kamer. Vier jaar lang combineerde hij beide functies, tot hij stopte als gemeenteraadslid. Zestien jaar was hij Tweede Kamerlid, waarvan ruim vier jaar fractievoorzitter.

In 1981 was hij korte tijd minister van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet-Van Agt, totdat het kabinet na acht maanden viel vanwege een conflict over bezuinigingen. Ook in 1994 bekleedde hij kort diezelfde functie als opvolger van de overleden Ien Dales, maar moest hij vanwege de IRT-affaire voortijdig aftreden.

De meeste bekendheid kreeg Ed van Thijn als burgemeester van zijn geboortestad Amsterdam. Ruim 10 jaar bekleedde hij de rol van burgervader. Ongetwijfeld de grootste klap in die periode was de Bijlmerramp op 4 oktober 1992. Van Thijn was als burgemeester wekenlang ter plaatse om de hulpverlening te coördineren. Hij zei daarover later: "Het was een verbijsterende ervaring waarbij je zelf kalm, beheerst en rationeel leiding moest geven aan wat toen moest gebeuren."

Ed van Thijn verliet in 1994 de actieve politiek, voor wat later een intermezzo van vijf jaar bleek. In 1999 werd hij namelijk lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Velen herinneren zich hem als de PvdA-woordvoerder die zich uitsprak tegen het wetsvoorstel voor een gekozen burgemeester.

Wat veel mensen waarschijnlijk niet meer weten, is dat Van Thijn in de acht jaar van zijn lidmaatschap van deze Kamer vooral het woord voerde over buitenlandse zaken en mensenrechten.

Zijn maidenspeech bijvoorbeeld sprak hij in 2000 uit bij de begroting voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij steunde in zijn bijdrage het nieuwe elan -- een term die ook toen al in de mode was … -- het nieuwe elan van het Nederlands beleid, en vooral het buitenlands beleid, dat een verschuiving betekende van de balans tussen nationale soevereiniteit enerzijds en de mensenrechtensituatie anderzijds.

Van Thijn zei daarover dat van lidstaten van de Verenigde Naties verwacht mag worden dat zij op een goede manier omgaan met culturele diversiteit en rechten van minderheden binnen hun landsgrenzen.

Bovendien, zo stelde hij, betekent dat ook dat de internationale gemeenschap niet werkeloos toeziet als binnen staten structureel mensenrechten worden geschonden en minderheden worden vervolgd, verdreven of vermoord. Zijn pleidooi kenmerkt hem ten voeten uit.

In een column uit 2000 schreef hij dat hij nooit een groot voorstander van de Eerste Kamer was, maar dat hij zijn mening wel had bijgesteld. Volgens Van Thijn kan een Kamer van reflectie een goede corrigerende rol vervullen. Maar, zo vulde hij aan, de beoordeling van wetsontwerpen dient in een sfeer van zakelijkheid, deskundigheid en afstandelijkheid plaats te vinden.

Hij besloot zijn column als volgt - en ik citeer opnieuw: "Een terugzendrecht maakt zo’n verzakelijking van de rol van de Eerste Kamer beter mogelijk. Het komt ook overeen met een voorstel dat ik zelf al in 1981 heb ingediend. Reflectiever kan het niet." En nu --22 jaar nadat hij dit schreef -- is dit onderwerp opnieuw actueel.

Ed van Thijn kan zonder overdrijving gerekend worden tot de Nederlanders die een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan de publieke zaak, zowel binnen als buiten dit huis.

Zijn verbondenheid met het openbaar bestuur en de manier waarop hij zich zijn leven lang verzette tegen onrecht, racisme en onderdrukking vormen een voorbeeld voor velen.

Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.

Ik verzoek een ieder om een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

https://letterengeest.blogspot.com/2022/01/oud-en-nieuw-in-de-eerste-kamer.html



Gedichtendag in de Tweede Kamer

Vorige week donderdag - 27 januari 2022 - was het weer Gedichtendag, zoals elke laatste donderdag van januari sinds 2000 in Nederland en Vlaanderen. En traditiegetrouw opent de voorzitter van de Tweede Kamer op die dag de plenaire vergadering van de Kamer met het voorlezen van een gedicht. Zoals hieronder, uit de Handelingen van 31 januari 2019, toenmalig Kamervoorzitter Arib deed met het voorlezen van een kort gedichtje van Judith Herzberg:

Dit jaar was het dus al voor de 23ste keer Gedichtendag - die vanaf 2013 tevens de eerste dag is van de Poëzieweek. Van die 23 gedichtendagen waren er 16 waarop de plenaire vergadering van de Tweede Kamer werd geopend en opgeluisterd met poëzie. Uit het overzicht dat ik ervan bijhield (zie hieronder) blijkt dat dat van 2000 t/m 2012 ieder jaar gebeurde. In 2013 t/m 2017 viel er een gat, dat in 2018 en 2019 weer werd gedicht; in 2020 gebeurde het opnieuw niet maar in 2021 gelukkig weer wel.

Daarom was ik dit jaar, 2022, waarin ik met pensioen ga en waarin de Kamer niet meer op het Binnenhof vergadert, extra hoopvol gestemd en zat ik bij het begin van de vergadering op 27 januari klaar met mijn telefooncamera om een filmpje te maken van het door de voorzitter gekozen en voorgedragen gedicht.

Het mocht niet zo zijn, jammer en wat mij betreft een gemiste kans, zeker in deze coronatijd waarin de cultuur het moeilijk heeft.

Volgend jaar werk ik op Gedichtendag niet meer bij de Kamer. Wel blijf ik als poëzieliefhebber en dichter natuurlijk volgen welk gedicht dan zal worden voorgelezen door de voorzitter. Want in een prozaïsche werkelijkheid houdt de poëzie ons op de been.

Gedichtendag in de Tweede Kamer,
overzicht 2000-2022, samenstelling Eelco van der Waals

2000

Datum: donderdag 25 januari

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Dichter: Rutger Kopland

Gedicht: Oneindig veel problemen

2001

Datum: donderdag 25 januari

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Dichter: Gerrit Komrij

Gedicht: Hetzelfde water

2002

Datum: donderdag 31 januari

Voorzitter: Van Nieuwenhoven

Dichter: Toon Tellegen

Gedicht: Er zijn oorlogen tussen mensen

2003

Datum: donderdag 30 januari

Tijdelijk voorzitter: Weisglas

Dichter: Hendrik Marsman

Gedicht: Herinnering aan Holland

2004

Datum: donderdag 29 januari

Voorzitter: Weisglas

Dichters / gedichten:

- Martin Reints: Hoogtepunt van het betoog

- Frans Weisglas: Van Hummelo en Keppel tot Lichtenvoorde

2005

Datum: donderdag 27 januari

Voorzitter: Van der Staaij

Dichter: Willem de Mérode

Gedicht: Woorden

2006

Datum: donderdag 26 januari

Voorzitter: Weisglas

Dichter: Maria Barnas

Gedicht: Uit een

2007

Datum: donderdag 25 januari

Voorzitter: Verbeet

Dichter: Rutger Kopland

Gedicht: XXII/ Ze wacht met oude thee en oude handen

2008

Datum: donderdag 31 januari

Voorzitter: Verbeet

Dichter: Mark Boog

Gedicht: Wie, geniaal...

2009

Datum: donderdag 29 januari

Voorzitter: Verbeet

Dichter: Antjie Krog

Gedicht: overweldigd door ons

2010

Datum: donderdag 28 januari

Voorzitter: Verbeet

Dichter: Toon Tellegen

Gedicht: Een streep

2011

Datum: donderdag 27 januari

Voorzitter: Verbeet

Dichter: Remco Campert

Gedichten: - Alleen nog dit

- Poëzie is een daad

2012

Datum: donderdag 26 januari

Voorzitter: Van Beek

Dichters / gedichten:

- Remco Campert: Verzet begint niet met grote woorden

- Aad Nuis: Biografie

2013

Datum: donderdag 31 januari

Voorzitter: Bosma

Dichter: -

Gedicht: -

2014

Datum: donderdag 30 januari

Voorzitter: Arib

Dichter: -

Gedicht: -

2015

Datum: donderdag 29 januari

Voorzitter: Elias

Dichter: -

Gedicht: -

2016

Datum: donderdag 28 januari

Voorzitter: Bosma

Dichter: -

Gedicht: -

2017

Datum: donderdag 26 januari

Voorzitter: Neppérus

Dichter: -

Gedicht: -

2018

Datum: donderdag 25 januari

Voorzitter: Bosma

Dichter: Ida Gerhardt

Gedicht: Het carillon

2019

Datum: donderdag 31 januari

Voorzitter: Arib

Dichter: Judith Herzberg

Gedicht: Ziekenbezoek

2020

Datum: donderdag 30 januari

Voorzitter: Tellegen

Dichter: -

Gedicht: -

2021

Datum: donderdag 28 januari

Voorzitter: Arib

Dichter: Judith Herzberg

Gedicht: Maar

2022

Datum: donderdag 27 januari

Voorzitter: Tellegen

Dichter: -

Gedicht: -

https://letterengeest.blogspot.com/2022/02/gedichtendag-in-de-tweede-kamer.html


Mijn afscheid komt steeds dichterbij

Morgen is het Valentijnsdag 2022 en het begin van week 7. Een blik op de kalender leert dat het zomerreces van de Tweede Kamer waar ik werk aan het eind van week 27 begint, op vrijdag 8 juli. Nog 20 weken te gaan dus tot het zomerreces. Ik ga op 25 september met pensioen en neem de weken na het zomerreces vrij. Per saldo werk ik vanaf morgen dan ook nog maar 20 weken - plus de tijd die we in het zomerreces worden ingezet voor Kamerwerk. Mijn afscheid van het Binnenhof komt dus steeds dichterbij.

Het Binnenhof heb ik in de jaren dat ik er vanaf 1975 heb rondgelopen verbeeld in tekeningen en bezongen in gedichten. Het naderende afscheid stimuleert me om nieuwe gedichten te schrijven en nieuwe tekeningen te maken met een blik door mijn oogharen op het Binnenhof.

Hieronder een versje dat ik in 2012 in één keer opschreef onder een tekeningetje dat ik er maakte in de Oude Zaal waar ik zoveel kostbare herinneringen heb liggen.

Terug

Tijd en ruimte vallen samen -
Deze mooie Oude Zaal
Eeuwen gingen, mensen kwamen
Het gebeurde allemaal
In het daglicht dat van boven
Door de glazen koepel schijnt

Bijna zou je gaan geloven
Dat de tijd hier nooit verdwijnt.

Eelco van der Waals

https://letterengeest.blogspot.com/2022/02/mijn-afscheid-komt-steeds-dichterbij.html


Straalgewelf

Afscheid van het Binnenhof. Vandaag is de laatste dag van het krokusreces van de Tweede Kamer, dat alweer mijn laatste krokusreces is aangezien ik dit jaar met pensioen ga. Nog één meireces te gaan en dan - over 17 weken - mijn allerlaatste zomerreces voordat ik de deur achter me dichttrek na een lang werkzaam leven.

Het maakt dat ik extra bewust om me heen kijk en beelden, herinneringen en gebeurtenissen verzamel voor mijn terugblik op de jaren sinds 1975 toen ik samen met mijn jaargenoten op het Binnenhof begon.

Nu datzelfde Binnenhof niet meer toegankelijk is vanwege de grootschalige opknapbeurt ben ik aangewezen op mijn geheugen en mijn eigen archief. Gelukkig heb ik - zeker de laatste jaren - veel met mijn camera en mijn tekenboekje door de gebouwen gelopen en vastgelegd wat me dierbaar is.

Zoals hier het weergaloze ronde trappenhuis in het voormalige ministerie van Justitie van architect C.H. Peters, dat met zijn rijke ornamenten vol symboliek mijn lievelingsgebouw is op en rond het Binnenhof.

Dankzij de beschrijving op de site van Monumentenzorg Den Haag die ik hieronder weergeef weet ik nu dat de bekroning van dit trappenhuis een straalgewelf heet, en dat is wat ik hier op deze foto laat zien. Hoe vaak heb ik door dit trappenhuis gelopen en hoe vaak werd ik als door een magneet naar boven getrokken om hier éven de tijd en de hectiek van het parlementair bedrijf te vergeten en het wisselende daglicht door de vensters onder deze kroon naar binnen te zien vallen?

Hier de beschrijving van Monumentenzorg Den Haag:

"Het derde trappehuis bevindt zich in een ronde traptoren met spits tegen de achterzijde van de verlengde zuidelijke vleugel en is geconstrueerd als stenen wenteltrap met open spil, afgesloten door een straalgewelf. De gangen van de parterre zijn overkluisd door graatgewelven op eenvoudige pilasters; alleen de noordelijke gang heeft kruisribgewelven op pilasters met composiete kapitelen. De deuren naar de aan deze gang gelegen vertrekken hebben houten omlijstingen en bekronende tableaux van blauwe tegels."

Bron: https://www.monumentenzorgdenhaag.nl/monum.../plein-2a-en-2b

De werkplekken van onze dienst waren tot onze verhuizing van het Binnenhof ondergebracht in het voormalige Hotel Central aan de Lange Poten (intern aangeduid als Gebouw H), waarover een andere keer meer in deze serie Afscheid van het Binnenhof. Het oude departement van Justitie staat ernaast en werd (en wordt) intern aangeduid als Gebouw J, waarvan de monumentale voorgevel aan het Plein staat.

Eerder stond op deze plek het huis dat Constantijn Huygens tussen 1634-1637 liet bouwen. Ruim twee eeuwen later ontwierp architect C.H. Peters hier in neorenaissancestijl zijn departement van Justitie, dat vervolgens gebouwd werd tussen 1876 en 1883.

Ik zal het niet meer zien na mijn afscheid, althans niet meer in functie. Wel hoop ik er nadien weer eens doorheen te lopen en dan opnieuw stil te staan bij de schatten van Peters, zoals de magnifieke Handelingenkamer, de voormalige zaal van de ministerraad en, natuurlijk, de kroon van dit straalgewelf met het gevoel van oneindigheid dat het oproept. Ik zie ernaar uit om er dan langer de tijd voor te kunnen nemen, los van de hectiek van het parlementair bedrijf die mijn collega's van dat moment op het belsignaal vanuit de plenaire vergaderzaal zal terugroepen naar hun werk in ons aller belang.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/03/straalgewelf.html


Vrede en vrijheid

De wereld staat in brand op een manier die we lang niet hebben meegemaakt en die ons allen bezighoudt. De vrede waarin ik met de naoorlogse generaties ben geboren en opgegroeid blijkt kwetsbaarder dan we allemaal lang dachten, de vrijheid waarin we leven de moeite van het beschermen meer dan waard.

Een beeld dat bij me opkomt is dat van het Haagse kasteel midden in de stad waar ik jarenlang vanuit mijn werkkamer op uitkeek. Natuurlijk heb ik het over de Ridderzaal met de erachter gelegen Grafelijke Zalen op het Binnenhof.

Sinds de afgelopen zomer hebben we het Binnenhof verlaten en werkt onze dienst nu voor de Tweede Kamer in de tijdelijke behuizing aan de Bezuidenhoutseweg en voor de Eerste Kamer aan de Kazernestraat en het Lange Voorhout.

De actualiteit in het wereldgebeuren en de praktijk van het parlementaire werk vallen de komende week op een bijzondere manier samen doordat de president van Oekraïne, Volodymyr Zelenski, op zijn verzoek donderdag 31 maart a.s. om 10.15 uur de Tweede Kamer zal toespreken. Mijn collega's en ik doen er uiteraard verslag van.

Kamervoorzitter Vera Bergkamp schreef er deze brief over aan de Kamer: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2022Z05351&did=2022D10935&fbclid=IwAR06xZz_WTWC3TcXSIsxpS0AkLPJ28aivz1_mNIgXlK1zb4022LNqebqSTA

https://letterengeest.blogspot.com/2022/03/vrede-en-vrijheid.html


De Hofvijver weerspiegelt de geschiedenis

Afscheid van het Binnenhof. Op deze dag ben ik weer aan het werk op kantoor, in B67 waar de Tweede Kamer sinds de verhuizing van het Binnenhof vergadert. Vandaag gaat het in opeenvolgende debatten over veranderingen in de Grondwet, zoals aanpassing van de bepaling inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim aan moderne media. Diverse Kamerleden begonnen hun bijdrage aan het debat ermee dat ze hun kinderen hadden moeten uitleggen wat een telegraaf is en dat ze dat zelf eigenlijk ook niet goed wisten. Ook wetgeving vergt onderhoud.

Elke week begint nu het moment dichterbij te komen dat ik mijn pen aan de wilgen ga hangen, althans tijdens het werk. Nog 25 weken tot mijn pensioendatum, weken waarin de Grote Vraagstukken zich verdringen op de Kameragenda en in het nieuws dat onze dagen kleurt.

Ondertussen weerspiegelt de Hofvijver de gebouwen van het Binnenhof en de geschiedenis, zoals op de foto hieronder die ik recentelijk maakte.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/03/de-hofvijver-weerspiegelt-de.html



Generaties

Afgelopen vrijdag was er een feestje van onze dienst. Een aantal collega's vierden hun jubileum, een collega nam afscheid vanwege een nieuwe baan en een ander ging met pensioen. Vanwege de eerdere coronabeperkingen, die op het Binnenhof direct en consequent waren doorgevoerd omdat het parlementaire werk nu eenmaal altijd moet kunnen doorgaan, juist gedurende een crisis, konden we niet eerder bij elkaar komen en had dit feestje een bijzonder karakter.

Natuurlijk waren er toespraakjes, felicitaties, cadeautjes en de onvermijdelijke herinneringen. Nu (bijna) iedereen weer bij elkaar was viel het op hoeveel jonge collega's er intussen bij zijn gekomen en dat degenen die zelf in hun jongere jaren binnenkwamen nu al even onvermijdelijk tot de oudere garde behoren.

Ik aanschouwde het met mildheid en een gevoel van overzicht, zeker toen in een van de toespraakjes werd gerefereerd aan een voormalige werkkamer op een prachtige plek, met zicht op de zijkant van de Ridderzaal, in het pand Binnenhof 5. Meer in het bijzonder de ruime kamer waar ooit het roemruchte Kamerlid Hendrik (Boer) Koekoek huisde, en waar ik een eeuwigheid geleden met een van de jubilarissen zat - door ons nog altijd aangeduid als Het Koekoeksnest.

Voor het merendeel van de huidige collega's is Koekoek een naam uit het ongerijmde die teruggaat tot hun kleutertijd of zelfs tot ruim voor hun geboorte. Gelukkig is er nu ook weer een Kamerlid van die naam: Marieke Koekoek, van de fractie van Volt.

Een van de volgende feestjes bij de dienst na de komende zomer is voor mijn collega Coby en mij, die gelijktijdig weggaan en ons arbeidzame leven op onze geheel eigen wijze gaan afsluiten met een tentoonstelling bij de Haagse Kunstkring, waar we samen met Hans Kouwenhoven en Wim Bettenhausen stilstaan bij het Binnenhof en dat door onze ogen laten zien. De website is er al: https://sites.google.com/.../kijkennaarhetbinnenhof/homepage

Nieuwe generaties treden aan, oude treden terug, het is de loop der dingen en de tijd die zich vormt tot geschiedenis waar wij allen onze bijdrage aan leveren. Toepasselijk staat het op dit bord dat ik fotografeerde naast het inmiddels wegens verbouwing afgesloten Binnenhof. "Historisch erfgoed, ook voor toekomstige generaties".

Mooi om op dat levende erfgoed terug te blikken, bijzonder om het over zo'n lange periode te kunnen overzien en fijn om er straks geheel vrij en ongebonden op te reflecteren in goed gezelschap. Ik verheug me erop!

https://letterengeest.blogspot.com/2022/04/generaties.html

DOET DAT BILLIJCK IS EN RECHT

Afscheid van het Binnenhof. Op deze foto die ik maakte tijdens een van mijn talloze wandelingen door het voormalige ministerie van Justitie zien we in een van de portalen van het meesterwerk van architect Cornelis Peters een wandschildering van Vrouwe Justitia.

Het is een van de vele schilderingen en ornamenten in dit rijk gedecoreerde gebouw, waardoor je er telkens weer nieuwe ontdekkingen kunt doen. Of beter, kón doen, want vanwege de grootschalige renovatie van het Binnenhof zijn de Eerste en Tweede Kamer en de Raad van State - het deel dat nog op het Binnenhof zetelde en daar vergaderde - inmiddels vertrokken van het Binnenhof, waar ik na mijn pensionering later dit jaar niet meer (in functie) zal terugkeren.

Natuurlijk heb ik van deze wandschildering geprobeerd te achterhalen wie de maker ervan is, maar ook het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) weet dat kennelijk niet. Wél is daar de volledige inscriptie te vinden die op mijn foto hier slechts gedeeltelijk te zien is: TRECK U NIET AEN WAT IJEDER SEGHT, MAER DOET DAT BILLIJCK IS EN RECHT. Het lijkt me behalve een treffende weergave van de rol van Vrouwe Justitia en de rechterlijke macht ook een mooi motto voor ons aller individuele leven en handelen.

Het zijn benarde tijden waarin we leven, met crises en dreigingen alom, dus een morele opsteker als deze kunnen we allemaal wel gebruiken. Daarom: Trek je niet aan wat een ander zegt, maar doe wat rechtvaardig is en recht.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/04/doet-dat-billijck-is-en-recht.html


Aftellen tot de Gevulde Leegte

Vandaag begint het meireces: van vrijdag 22 april tot en met maandag 9 mei 2022. Het is het voorlaatste reces in mijn loopbaan en (Deo volente) het laatste in mijn kantoorleven. Afgelopen woensdag stapte ik onze werkvertrekken in B67 binnen met het besef dat ik nog 10 keer op kantoor zou zijn tot het zomerreces dat op 8 juli begint en tot en met 5 september duurt. Aangezien ik de weken tussen 5 en 25 september (mijn pensioendatum) verlof heb genomen is het aftellen nu echt begonnen. Afgezien van nog niet bekende klussen in de zomer gaat de Gevulde Leegte voor mij daarom per 8 juli in. Ik verheug me er nu al op, met genoeg andere dingen voor de boeg en met een periode achter me waarin ik kan terugkijken tot 1975 toen ik op het Binnenhof begon, nog onder het kabinet-Den Uyl. Andere tijden!

Het meireces biedt gelegenheid om alvast te doen waar ik na mijn afscheid van het Binnenhof echt de tijd voor krijg: mijn etspersje te voorschijn halen en nieuwe prentjes maken, ditmaal met het Binnenhof zelf als onderwerp met het oog op de afscheidstentoonstelling in de Haagse Kunstkring eind van dit jaar, stukjes en gedichten schrijven en genieten met mijn lief. Het is bijzonder om het parlementaire bedrijf nog één rondje mee te maken van binnenuit en mooi om er daarna op terug te zien in dankbaarheid en verwondering.

Foto: de Binnenpoort of Middenpoort, een van de vier bewaard gebleven toegangspoorten die toegang geven tot het Binnenhof, gebouwd in 1634. Boven de poort bevindt zich de vroegere verbindingsgang naar de Grafelijke zalen.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/04/aftellen-tot-de-gevulde-leegte.html


Afscheid van het Binnenhof. Een ander uitzicht.

Vandaag loopt het meireces ten einde en gaan Eerste en Tweede Kamer weer vergaderen. Het zijn zeer spannende tijden waarin veel problemen tegelijk om een antwoord en een oplossing vragen. Het vinden, bespreken en bekrachtigen van die oplossingen is een taak voor de volksvertegenwoordiging. Het weergeven van de beraadslagingen als onderdeel van de parlementaire geschiedschrijving is het werk van onze dienst.

De komende negen weken hebben beide Kamers weer een volle agenda voordat het zomerreces begint. De langetermijnagenda van de Tweede Kamer omvat zeventien pagina's met debatten, wetsvoorstellen en stemmingen op alle beleidsterreinen. Never a dull moment in parliament. Het parlementair bedrijf is de wereld in het klein.

Die negen weken zijn zoals het er naar uitziet mijn laatste op kantoor, in mijn vorige stukje schreef ik daar daags voor het meireces al over. Het meireces heb ik zoals ik al aanstipte deels gebruikt om prentjes van het Binnenhof te maken voor de afscheidstentoonstelling eind dit jaar in de Haagse Kunstkring, met het Binnenhof als onderwerp.

Het kost me weinig moeite om een keuze te maken uit de beeldenrijkdom van het Binnenhof voor wat ik daarvan wil laten zien op die tentoonstelling, waarbij ik dan tevens terugblik op mijn lange loopbaan die in 1975 op het Binnenhof begon. Veel van die beelden zijn iconisch en maken deel uit van ons collectief bewustzijn en onze nationale geschiedenis.

Een voorbeeld is de Ridderzaal en een markant detail daarvan het roosvenster dat de voorgevel siert en dat het licht vanaf het Binnenhof in de Ridderzaal zelf gefilterd weergeeft.

Het eerste roosvenster in de gevel dateert uit de jaren tussen 1280 en 1295 toen graaf Floris V de zogeheten Hoge Zael liet bouwen. Het huidige roosvenster is bij de laatste restauratie, begin 20e eeuw, aangebracht. Het is gemaakt in Atelier ‘t Prinsenhof te Delft van glazenier Jan Schouten en bevat negen wapens: van Koningin Wilhelmina, Koning Willem, Graaf Willem II, Philips de Goede, Filips de Schone, Karel V, Karel de Stoute, Hertog Albrecht en Graaf Floris V.

Het Binnenhof wordt de komende jaren opgeknapt en is daardoor niet meer te bezoeken. Wij doen ons werk voor Eerste en Tweede Kamer daarom nu op andere locaties en met een ander uitzicht dan op het Binnenhof en de zo vertrouwde Ridderzaal. Ik leef nu al toe naar het wéér andere uitzicht waar ik na mijn eigen afscheid van het Binnenhof van ga genieten. Het aftellen is begonnen.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/05/een-ander-uitzicht.html


Afscheid van het Binnenhof - De Rooksalon

Over zeven weken begint het zomerreces en ga ik mijn bureau opruimen op kantoor in B67, de tijdelijke locatie van de Tweede Kamer. Na volgende week kan ik dus al gaan aftellen op de vingers van één hand, dat gaat snel! Alle reden om terug én vooruit te blikken in deze serie Afscheid van het Binnenhof die gaat uitmonden in een boek en een afscheidstentoonstelling.

Alles is anders nu we niet meer op het good old Binnenhof werken,. Dat geldt ook voor het afscheid dat zich zolang ik me kan heugen afspeelde in de mooie zalen in het voormalig Stadhouderlijk Kwartier rond Binnenhof 1a. In deze reeks heb ik al eerder de Koffiekamer belicht, gelegen naast de Rooksalon en de Oude Zaal, waar mensen door en vanuit de gebouwen van de Tweede Kamer makkelijk heen konden lopen, maar die voor gasten van buitenaf ook toegankelijk was via de ingang Binnenhof 1a en de mooie staatsietrap erheen.

Voor grotere bijeenkomsten en ontvangsten was de Rooksalon bij uitstek geschikt, die ooit werd ontworpen als grote dinerzaal voor stadhouder Willem V en zijn familie en sinds 1992 in gebruik was voor ontvangsten, recepties en allerhande evenementen in een feestelijke sfeer.

De Rooksalon laat ik hier zien op een door mij gemaakte foto van vlak voor ons vertrek van het Binnenhof. De zaal (met de ernaast gelegen Stadhouderskamer, bekend van kabinetsformaties) heeft al heel wat gedaanteveranderingen ondergaan: van dinerzaal tot "geschilderde galerij" met landschappen van de schilder Schweickhardt (nu te zien in Paleis Huis ten Bosch) en van vergaderzaal van de Raad van State tot ruimte voor Kamerleden om naast de Oude Zaal onder het genot van een goede sigaar met elkaar te reflecteren en uit te kijken over het Binnenhof.

Aan alles komt een eind, zoals ook deze beknopte geschiedenis van de Rooksalon laat zien, die ik zelf vanaf 1975 heb meegemaakt. Zo gaat het. Vanwege al die veranderingen zal mijn afscheid - samen met mijn collega Coby - zich niet afspelen in de Koffiekamer of de Rooksalon maar elders, op onze tijdelijke werkplek.

We hebben allebei en samen voldoende om over te bespiegelen, aan het eind van een lange loopbaan in het hart van de parlementaire geschiedenis. Een einde dat tevens het begin markeert van een nieuw leven met genoeg tijd en inspiratie om kunstzinnig bezig te zijn en mooie dingen te maken.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/05/de-rooksalon.html


Weerspiegeling

Vandaag werk ik weer voor de Eerste Kamer, die sinds het vertrek van het Binnenhof vanwege de grootschalige verbouwing aldaar vergadert op de tijdelijke locatie aan de Kazernestraat achter het majestueuze stadspaleis Huis Huguetan, Lange Voorhout 34-36.

Het Binnenhof ligt er verlaten bij, maar gelukkig rimpelt de Hofvijver als vanouds en weerspiegelt alles eromheen, zoals de Mauritstoren op deze foto die ik ervan maakte. Jarenlang waren daar de werkvertrekken van onze dienst gevestigd, en keken we tijdens vergaderingen van de senaat uit over diezelfde Hofvijver als het levend hart van mooi Den Haag. Het blijft een betoverende plek vol verhalen en geschiedenis, die dichteres Jana Beranová heel treffend beschreef:

In de kom van de stad

ligt een oog. De hoflijke huizen

zijn lonkende wimpers

Dit zijn de laatste weken voor het zomerreces, vijf om precies te zijn, die ook meteen mijn vijf laatste weken op kantoor zijn voordat (na dat reces) een nieuwe fase in mijn leven begint als pensionado.

Het zet aan tot bespiegeling op alles wat zich al die jaren in mijn herinnering heeft voltrokken rond deze oude vijver. In een van mijn volgende bijdragen van deze kleine reeks Afscheid van het Binnenhof sta ik daar graag bij stil. De Eerste Kamer bespiegelt vandaag intussen over de Algemene Europese beschouwingen en de Staat van de Europese Unie 2022.

Rust en tijdloosheid, rimpeling en actualiteit. Er gaat weinig boven de Hofvijver. En er is weinig dat dit oog ontgaat.

https://letterengeest.blogspot.com/2022/06/weerspiegeling.html


Afscheid van het Binnenhof. Wat kwam en ging.

Nog drie weken te gaan tot het zomerreces van 2022, met een volle vergaderagenda van Eerste en Tweede Kamer als barometer van de grote vraagstukken die om een antwoord vragen. Komende woensdag (22 juni) is dat de Europese top en de situatie in Oekraïne, de donderdag erop het stikstofbeleid. Oorlog en vrede, grenzen aan de groei, het belang van samenwerking en onze bereidheid in te schikken in een klein land. Allemaal keuzes die aan onze volksvertegenwoordigers worden voorgelegd uit naam van ons allen en die ik met mijn collega's ook nu weer van heel dichtbij volg. En ook: nu nóg, want deze drie weken zijn mijn laatste op kantoor aan het einde van mijn werkende leven.

Het raakt aan de politieke interesse waarmee ik het Binnenhof betrad aan het begin van mijn loopbaan (1975), waar het kabinet-Den Uyl de grote vraagstukken van tóen aan de Kamer van díe tijd voorlegde, nog in de Oude Zaal zoals wij die kennen en waaraan ik mooie herinneringen bewaar.

In de jaren tussen toen en nu is de wereld onherkenbaar veranderd, net als de entourage van het parlementair bedrijf. Die verandering in de loop der tijden is in één oogopslag te zien aan de litho uit 1861 die ik hier uit de archieven opgraaf: De voormalige Tweede kamer op het Binnenhof te Den Haag, gezien vanaf de publieke tribune. Op dat moment telde de Tweede Kamer nog 72 leden en stond in de vergaderzaal zelfs nog de troon van de koning. Mijn collega's van die tijd zaten er aan lessenaars in het midden.

Inmiddels gaan er stemmen op voor uitbreiding van de Tweede Kamer tot 200 leden en zitten mijn huidige collega's naast vak-K. De komende drie weken zetten we ons met de (digitale) middelen van onze tijd weer in voor de parlementaire verslaglegging als bron en ankerpunt in de geschiedschrijving.

Dat proces van doorlopende verandering is een constante, en je moet kennelijk ouder worden om dat waar te nemen. De dichter Jules Deelder geeft die cirkelvormige beweging in de tijd waarin wij allen onze rol spelen prachtig en in alle eenvoud weer:

Ons gaan is een komen

Ons komen een gaan

Ik ben blij dat ik een decennialange periode van grote veranderingen bewust en met belangstelling heb kunnen volgen in het hart van de democratie, ook in de jaren dat ik er tussenuit was en andere dingen deed. Het vormt de basis van mijn eigen projectje Afscheid van het Binnenhof zoals ik dat gestalte geef in een boek en een afscheidstentoonstelling eind van dit jaar in de Haagse Kunstkring. Maar eerst dus nog over naar de orde van de dag.

Afbeelding: De voormalige Tweede kamer op het Binnenhof te Den Haag, gezien vanaf de publieke tribune. Litho,1861. Vervaardiger C.C.A. Last. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Documentnummer R13849

https://letterengeest.blogspot.com/2022/06/wat-kwam-en-ging.html


Afscheid van het Binnenhof. Reflectie.

Vandaag hield Ahmed Aboutaleb de 30ste Dreeslezing, die ik via de livestream met instemming heb beluisterd. De vorige keren werd de Dreeslezing traditiegetrouw gehouden in de Oude Zaal van de Tweede Kamer, maar nu het Binnenhof verbouwd wordt vond deze editie plaats in het Paard, met als thema Nieuwe tijden - nieuwe rol overheid? Aboutaleb hield een persoonlijk en goed onderbouwd betoog voor een sterke overheid die opkomt voor haar burgers en hen menselijk behandelt en beschermt.

Verschillende draden komen hier samen die verweven zijn met mijn eigen leven en mijn loopbaan, die nu bijna ten einde loopt. Willem Drees sr. was behalve naamgever van deze lezingenreeks een voorbeeld bij ons thuis en in onze sociaaldemocratisch geïnspireerde familie. In mijn werk was hij mijn meest illustere voorganger als stenograaf voor de Tweede (en Eerste) Kamer én de gemeenteraad van Amsterdam.

In datzelfde Amsterdam heb ik Aboutaleb in de tijd dat ik daar werkte meegemaakt als wethouder, en na mijn terugkeer op het Binnenhof als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Balkenende IV.

Bij Drees heb ik al enkele keren eerder stilgestaan in mijn geschreven herinneringen, en in 2020 droeg ik op Allerzielen bij zijn graf op Oud Eik en Duinen het sonnet voor dat ik schreef om hem te eren.

Dit alles en meer komt samen in de week dat ik de voorlaatste keer op kantoor zal zijn voordat na volgende week het zomerreces intreedt. Enkele weken daarna komt er een einde aan mijn werkende leven en breekt een nieuwe fase aan.

Stof genoeg voor reflectie, zoals op de foto hierbij die ik maakte tijdens een van mijn vele lunchpauzewandelingen rond het Binnenhof.

Foto: het voormalig ministerie van Koloniën aan het Plein, Den Haag, weerspiegeld in een waterplas.

https://letterengeest.blogspot.com/search/label/Afscheid%20van%20het%20Binnenhof


Afscheid van het Binnenhof- Terug naar Max van der Stoel

Morgen begint de laatste vergaderweek vóór het zomerreces van de Tweede Kamer. De Eerste Kamer, waar onze dienst ook - al sinds 1849! - voor werkt, vergadert nog een weekje langer door, en in september komen beide Kamers respectievelijk op 5 en 12 september weer bijeen.

Net als in vorige jaren en recessen is er alle kans dat de Kamer (en dan vooral de Tweede) ook tijdens de komende zomerstop terugkeert om te debatteren over wat niet kan wachten. Het jaar 2021 spande wat dat betreft de kroon, volgens het handzame overzicht op parlement.com: https://www.parlement.com/id/vj15jddojsyf

Hoe dan ook wordt het de komende week mijn laatste keer op kantoor, want ook als we vóór september de Kamer(s) weer bijstaan bij de verslaglegging van de vergadering(en) die zich aandienen kan dat dankzij het coronaprotocol dat de afgelopen twee jaar moeiteloos in werking is getreden ook vanuit huis. Daarom trakteer ik mijn collega's aanstaande woensdag, mijn laatste kantoordag, op gebak van de Wiener Konditorei en maak ik aan het eind van de dag mijn bureau leeg. Einde van een tijdperk...

Op 22 september neem ik samen met mijn collega Coby afscheid tijdens een receptie van ons beiden in de Max van der Stoelzaal in het voormalig ministerie van Buitenlandse Zaken waarin de Tweede Kamer sinds we het Binnenhof verlieten is gehuisvest, nu B67 geheten.

Daarmee is - voor mij - de cirkel rond, want het einde raakt hiermee aan het begin. Max van der Stoel was minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl toen ik, in 1975, binnenkwam via Binnenhof 1a. Op de foto bij dit stukje zien we hem achter de regeringstafel in de Oude Zaal tijdens het NAVO-debat van 28 oktober 1975 met naast zich Henk Vredeling, toen minister van Defensie. De foto werd gemaakt door Rob Mieremet van fotopersbureau Anefo en is onderdeel van de Max van der Stoel Collectie van het Nationaal Archief.

Het is een van de vele beelden die ik in mijn geheugen met me meedraag, vooral van die eerste jaren van het inmiddels welhaast legendarische kabinet. De tribunes zaten vol tot diep in de nacht, er was weinig te bespeuren van de kloof tussen kiezers en gekozenen die nu de kolommen van de kranten vult. De verbeelding was aan de macht met het kabinetsdoel van het eerlijk delen van kennis, macht en inkomen. Ook toen was er al een oliecrisis en moesten kabinet en parlement het hoofd bieden aan grote economische problemen. De geschiedenis leert dat we er vandaag de dag nog zijn en dat het parlement er ook nu telkens weer in slaagt een antwoord te formuleren op de maatschappelijke problemen waar we met ons allen voor staan.

De geschiedenis gaat door, net als Coby en ik die in december op onze eigen manier nogmaals afscheid van het Binnenhof nemen tijdens de tentoonstelling Kijken naar het Binnenhof in de Haagse Kunstkring: https://sites.google.com/.../het-binnenhof-in-de-kunstkring

https://letterengeest.blogspot.com/2022/07/max-van-der-stoel.html