Foto's van het Binnenhof

Het rozet van de Ridderzaal


In 1975 kwam ik op het Binnenhof werken. In die tijd was het nog niet zo gewoon als nu dat mensen overal met een camera rondliepen en van alles foto's maakten. Met terugwerkende kracht ben ik me ervan bewust dat ik daardoor veel mooie of opmerkelijke plaatjes heb gemist door ze niet te maken.

Maar de tijden veranderen, en in de 21ste eeuw is het doodnormaal geworden om altijd een camera - al dan niet in de vorm van een mobiele telefoon met ingebouwde camera - bij je te hebben. De laatste jaren ben ik graag en vaak door te prachtige gebouwen van het Binnenhof gelopen met mijn camera in de aanslag. Impressie van een liefhebber.


Achterkant van de Ridderzaal

Uitzicht vanuit de Rooksalon van de Tweede Kamer op de Eerste Kamer aan de overzijde van het Binnenhof. Links de colonnade met de doorgang naar het Buitenhof

Afscheid van het Binnenhof. Het paleis van de Graven van Holland in de laatste weken voor ons vertrek.

De Koninginnekamer naast de Ridderzaal op een zonnige dag in mei 2021, in de laatste weken voordat we gaan verhuizen van het Binnenhof. O weemoed.

Haagser kan het niet. Bomen achter de Ridderzaal, Binnenhof, hartje stad.

Bomen achter het oude jachtslot waar deze stad mee begon.

De ridderstad. De Grafelijke zalen in het groen van bomen op het Binnenhof.


Herfstkleuren op het eilandje in de Hofvijver.

Het tuintje van de premier aan de Hofvijver.

De Hofvijver, spiegel van de tijd en weerspiegeling van de geschiedenis

Afscheid van het Binnenhof. Nog een paar weken en de grote verhuizing van het Binnenhof gaat beginnen. Een van de vertrouwde beelden en plekken is de biologische markt naast de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer op woensdag. In de coronacrisis moesten we die een tijdlang missen, maar nu is 'ie er gelukkig weer, dat wil zeggen nog even, want met de verbouwing van het Binnenhof gaat dit vertrouwde Haagse straatbeeld verdwijnen. En daarmee een van mijn vaste lunchpauzewandelingetjes op de woensdag. Om met Jules Deelder te spreken: "Alles blijft. Alles gaat voorbij. Alles blijft voorbijgaan."

Lichtspel in de Statenpassage, juni 2021, in de laatste weken voor ons vertrek van het Binnenhof.


Dit figuurtje op een van de kapitelen in het monumentale trappenhuis van het voormalige ministerie van Justitie aan het Plein in Den Haag - nu onderdeel van de Tweede Kamer - is de architect Cornelis Hendrik Peters (Groningen, 1 januari 1847 - Den Haag, 19 december 1932). Behalve dit fenomenale gebouw ontwierp hij het voormalige Amsterdamse hoofdpostkantoor en het oude Groninger Museum. Zijn creatie in neorenaissancestijl (gebouwd tussen 1876 en 1883) is een gebouw vol ornamenten en symboliek, en mijn lievelingsgebouw van het Binnenhofcomplex. Hier bevindt zich ook de Handelingenkamer. Na onze verhuizing ga ik mijn wandelingen door dit architectonische wonder missen, en natuurlijk de ontmoeting met de meester zoals op deze foto.

Afscheid van het Binnenhof. Koffiekannen in de Voorzittersgang van de Tweede Kamer. De Bodedienst smeert de kelen van de deelnemers aan alle vergaderingen in alle zalen en zaaltjes van het Binnenhof. De stille getuigen staan op deze foto uit de wandelgangen alweer opgepoetst klaar.

Afscheid van het Binnenhof. Met vandaag nog zo'n beeld dat in één oogopslag laat zien waar het allemaal om draait op het Binnenhof: in alle zalen en zaaltjes van dit betoverende gebouwencomplex komen hier elke dag weer mensen bij elkaar. Ze spreken en ontmoeten elkaar in een waaier van vergaderingen, rondetafelgesprekken, lezingen, presentaties, concerten, diners, ontvangsten, verkenningen, (in)formaties en andere evenementen waarbij gastvrijheid vooropstaat in een uitwisseling van gedachten waarbij iedereen zich gezien en gehoord weet. Deze servetten in de wandelgangen zijn stille getuigen die laten zien wat hier allemaal bij komt kijken. Fascinerend dat juist de organisatie van de Tweede Kamer waar ik werk daar volledig op is ingericht. Met specialisten op het gebied van protocol, evenementenorganisatie, een eigen restaurantbedrijf, de mooiste zalen en geschoolde en getrainde medewerkers die al die ontmoetingen van het eerste begin tot het feestelijke einde in de juiste banen weten te leiden. Voor mij was dit een van de redenen om een tijdlang met veel toewijding mee te draaien bij ons eigen Bureau Evenementen. Dit maakt het Binnenhof tot een weergaloze omgeving die na de komende verhuizing nog lang gemist zal worden.

Afscheid van het Binnenhof. Een van de absolute hoogtepunten in het gebouw van de Tweede Kamer: de Handelingenkamer. Ontwerp van voormalig rijksarchitect C.H. Peters, leerling van Pierre Cuypers, in neo-Hollandse renaissancestijl geïnspireerd op China, wat terug is te zien aan de vele drakenkopjes langs de wanden, de klauwtjes aan de handgrepen en de patronen in het gietijzerwerk. Gebouwd voor de Handelingen (het verslag de plenaire vergaderingen) van de Tweede Kamer met plaats voor ongeveer 30.000 boeken, geplaatst in kasten op de gietijzeren etages, verbonden met een kleine wenteltrap. Waar de Handelingen uit 1940-1945 zouden hebben moeten staan, is een plank leeg gelaten omdat de Staten-Generaal toen niet bijeenkwamen.

Afscheid van het Binnenhof. De Koffiekamer naast de Rooksalon en de Oude Zaal van de Tweede kamer in het oude Stadhouderlijk Kwartier, ingang Binnenhof 1a. De Koffiekamer werd gebouwd als kleine eetzaal voor stadhouder Willem V. In de periode dat de Raad van State in de huidige Rooksalon met uitzicht op het Binnenhof vergaderde was dit de garderobe, ofwel ‘jassenkamer’ van de leden. In 1922 veranderde de zaal weer in een eetzaal, waar de Kamerleden met hun gasten lunchten en dineerden. In de tijd dat ik op het Binnenhof kwam werken, 1975, vergaderde de Tweede Kamer nog in de Oude Zaal en zaten de leden in zwarte lederen fauteuils in de Rooksalon, uiteraard te roken, wat ook nog gebeurde in de zaal zelf achter de bekende groene gordijnen. Koffie, thee, water en drankjes werden geschonken in de Koffiekamer, die tot de coronacrisis werd gebruikt voor recepties en ontvangsten. Na onze verhuizing van het Binnenhof zullen de collega's die afscheid nemen aan het einde van hun loopbaan - zoals ik dat in 2022 ga doen - niet meer feestelijk worden uitgeluid en toegesproken in deze stemmige vierkante zaal met op de achtergrond vanuit de vensters het Binnenhof en aan de overkant ervan de Eerste Kamer. O weemoed.

Afscheid van het Binnenhof. Over een paar weken verhuizen we van het Binnenhof naar een andere werkplek. Mijn jongere collega's komen na de grootscheepse opknapbeurt van het Binnenhof over een paar jaar weer terug, maar ik ga net als mijn jaargenoten tussentijds met pensioen, in 2022 om precies te zijn. Dit afscheid van het Binnenhof voelt dus als een dubbel afscheid. Of preciezer, een dríedubbel afscheid, want eerder al vertrok ik eigener beweging van het Binnenhof: ik nam ontslag, verkocht mijn huis en begon mijn eigen uitgeverij In Amsterdam. Nooit spijt van gehad, spijt krijg je alleen van dingen die je níet gedaan hebt terwijl je ze toch graag had wíllen doen. Ik keerde na jaren weer terug op het Binnenhof. Het huis dat ik bij mijn eerste vertrek achterliet aan een Haagse gracht had ik met mijn huisgenoten flink opgeknapt, en een van de details daarvan die ik me in de context van dit stukje goed herinner was het huisnummer - 99 - dat ik zelf uit de hand schilderde op de hardstenen onderpui, naast de voordeur. Ik maakte eerst een onderschildering en trok daarop na het laten drogen ervan uit de hand in hoogglans de cijfers, met een sierlijke en dun uitlopende staart. Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor typografie, en een van de in het oog springende details op het daaraan zo rijke Binnenhof zijn dan ook de huisnummers van de gebouwen die eveneens uit de hand zijn getrokken door een letterschilder, dat zie je meteen. Zoals dit prachtexemplaar, naast de oude ingang van de Tweede Kamer, Binnenhof 1a. Ik heb alle huisnummers op het Binnenhof gefotografeerd, die geen stilistische eenheid vormen, en bij mijn komende vertrek spreek ik de hoopvolle wens uit dat een meester(schilders)hand vóór de heringebruikname van het prachtige Binnenhof alle gebouwen zal voorzien van nummers in de stijl die bij ze past: uit de hand getrokken door een vakman die de kunst van het letter- en cijferschilderen verstaat.

Vandaag was ik weer eens aan het werk in de Troelstrazaal, een van de grotere commissiezalen van de Tweede Kamer. Voor de ingang van deze zaal staat op een sokkel de buste in brons die beeldhouwer Theo Schreurs maakte van Joop den Uyl. Met mijn telefoon maakte ik er deze foto van.

In mijn kleine serie bespiegelingen Afscheid van het Binnenhof mag Den Uyl natuurlijk niet ontbreken. Toen ik met mijn jaargenoten in november 1975 op het Binnenhof kwam werken, vielen we met onze neus in de spreekwoordelijke boter. We hebben het over het inmiddels legendarische kabinet-Den Uyl, met Joop den Uyl - de doctorandus uit Buitenveldert - als minister-president en met markante bewindslieden als Max van der Stoel op Buitenlandse Zaken, Wim Duisenberg op Financiën, Gaius de Gaay Fortman (ook wel aangeduid als Papa Gaai, om hem te onderscheiden van zijn zoon Bas die ook actief was in de politiek), op Binnenlandse Zaken, Henk Vredeling op Defensie, Jan Schaefer op Stadsvernieuwing, Marcel van Dam op Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Ruud Lubbers op Economische Zaken en Dries van Agt op Justitie.

Het waren de jaren van de maakbare samenleving. Het motto van het kabinet-Den Uyl was spreiding van kennis, macht en inkomen. De plannen waren groot, net als de ambities, de tribunes zaten vol en veel debatten duurden tot diep in de nacht. De Oude Zaal zinderde. Thema’s en debatten uit die tijd die ik me goed herinner zijn de Lockheed-affaire, de gedeeltelijke afsluiting van de Oosterschelde (waarbij milieueffecten een belangrijke rol speelden), de zaak-Menten en de grondpolitiek.

Andere tijden op het Binnenhof. Ik ben blij dat ik ze vanuit het midden van de zaal met eigen ogen en oren heb mogen meemaken.

Afscheid van het Binnenhof. De eerste werkruimte van mijn jaargenoten en mij was achter de vierkante raampjes op de bovenste verdieping van dit oude gebouw, boven het toenmalige Nieuwspoort. Onze langwerpige ruimte werd de pijpela genoemd en lag aan de smalle gang die in een labyrint van gangetjes en trapjes de verbinding vormde tussen de gebouwdelen Binnenhof 7, 5, 3 en het Stadhouderlijk kwartier op de nrs. 2 en 1 met de daarin gelegen zalen waaronder de Oude Zaal die ons werkterrein was. Bij aanvang en hervatting van de vergadering weerklonk er (net als vandaag de dag nog) een belsignaal dat in alle gebouwdelen te horen was, overal gingen dan deuren open en een stroom van Kamerleden, medewerkers en assistenten perste zich iedere keer weer door dit stijgende, dalende en slingerende labyrint om door de hoge deuren van de Oude Zaal en door het groene gordijn op tijd in de zaal met zijn groene bankjes te zijn. In onze pijpela met zijn lage plafond zaten we dicht op elkaar en rookte iedereen, net als overal elders in de werkvertrekken op het Binnenhof en zelfs vaak tijdens vergaderingen. Computers waren er nog (lang) niet en alle stukken stonden op papier, waarvan iedereen zelf sets bijhield en zónder zoekmachine toch altijd weer wist te vinden wat nodig was om het werk goed te doen, waarbij de bibliotheek van de Kamer ook regelmatig behulpzaam kon zijn. Nu ik dit zo opschrijf, in de jaren '20 van de 21ste eeuw met nu niet meer weg te denken computers en inter- en intranet, is het echt een totaal andere tijd en bijna een andere wereld. Toch hebben we het hier over dezelfde processen en procedures in hetzelfde parlement op hetzelfde Binnenhof, dat we binnenkort (voor het eerst in de geschiedenis) gaan verlaten omdat boven ons gestelden dat zo hebben besloten. Het moge duidelijk zijn dat ik dat jammer vind vanwege al die geschiedenis die hier ligt opgetast. In mijn kleine serie Afscheid van het Binnenhof sta ik stil bij elementen uit die geschiedenis die een persoonlijke betekenis voor mij hebben gekregen. Mijn eigen afscheid van het werk in en voor het parlement valt na ons vertrek in onze komende behuizing en in het volgend jaar. Tot die tijd verzamel ik beelden en herinneringen aan en van het Binnenhof, dat ik ook daarna nog zal vangen in tekeningen, etsen, gedichten en bespiegelingen. Met dankbaarheid en met enige weemoed die het geheel glans geeft.

Afscheid van het Binnenhof. De Regentenkamer in gebouw Koloniën. Vandaag was ik weer eens in het voormalige ministerie van Koloniën (recht tegenover het Mauritshuis) dat tegenwoordig onderdeel is van het gebouwencomplex van de Tweede Kamer waar ik werk. De lichtval, de monumentale detaillering, het kleurgebruik en de prachtige portretten aan de wanden, er gaat iedere keer bij het betreden van dit vertrek een niet te beschrijven werking van uit. Dit is een van de ruimtes die ik zeker zal missen na onze komende verhuizing van het Binnenhof die al over een paar weken zijn beslag krijgt. De Regentenkamer was ooit de ministerskamer van het ministerie van Koloniën. De kamer ademt de sfeer van lang vervlogen tijden. Aan de wanden hangen portretten van landvoogden en gouverneurs-generaal die het bewind in Nederlands-Indië voerden. Ook hangt er het inhuldigingsportret van de achttienjarige koningin Wilhelmina.

Afscheid van het Binnenhof. De spiegelrand van de plenaire zaal weerspiegeld in de spiegelruiten van de Tweede Kamer, door mij gefotografeerd vanaf de Hofcingel. Wanneer over drie weken de verhuizers af en aan rijden bij de Tweede Kamer blijft dit onaangedane spiegelbeeld over in de jaren tot aan de oplevering van het onherstelbaar opgeknapte Binnenhof en de terugkeer van wie daar na de semi-tijdelijke behuizing weer zal komen werken. Ik ga dat niet meer meemaken; nadat ik tussentijds al eerder van het Binnenhof vertrok om iets heel anders te gaan doen en er na lange tijd weer terugkeerde ga ik volgend jaar in onze wisselbehuizing met pensioen. Het afscheid (mijn tweede) van het Binnenhof begint nu heel dichtbij te komen en heel tastbaar te voelen. Met de bijbehorende onvermijdelijke weemoed.

Afscheid van het Binnenhof. Sjonge, wat staat er veel in zo'n gebouwencomplex dat ontruimd wordt voordat (en omdat) het een grote opknapbeurt gaat krijgen! Overal in de gangen staan nu kratten, bakken, dozen, karretjes en containers, die iedere dag worden gevuld met alles van waarde dat mee moet naar de nieuwe behuizing in de Apenrots, zoals het voormalige ministerie van Buitenlandse Zaken in de volksmond heet. Voor ons is de term B67 in zwang, naar het huisnummer. Op deze foto drie van die stapelbakken, mét logo van de Tweede Kamer. Nog drie weken, en de verhuizers rijden af en aan. Wat zeggen de dichters?

Verstandig is 't van tijd tot tijd,
Een teedre, sterke band,
Die 't arme harte bindt en vleit,
Te schudden van de hand:
Te scheiden van een dierbre plek,
Vol weemoed en genot,
Te wennen maar aan elk vertrek -
Verhuizen is ons lot.

Schrijver: P.A. de Génestet

Afscheid van het Binnenhof. In mijn korte rondgang over het Binnenhof keer ik iedere keer weer terug naar de plek waar het allemaal begon: de Oude Zaal van de Tweede Kamer. Hier met een blik op de deuren naar de ernaast gelegen Rooksalon, de monumentale guirlandes en overige versieringen, de kleine perstribune en de voormalige ambtenarenloges die uitzagen op de zaal en dan vooral op de regeringstafel ertegenover, zodat de aanwezige beleidsambtenaren hun minister van antwoord en advies konden voorzien middels gevouwen briefjes die op deze plek via een simpel en ingenieus systeem (een metalen bakje aan een staalkabel rond twee kleine katrollen) naar de Kamerbode beneden konden worden gestuurd die zo'n briefje vervolgens discreet aan de juiste bewindspersoon overhandigde. Het waren andere tijden op het Binnenhof, sfeervol, plechtig en vol van tradities en kleine gebruiken die al weer lang tot de parlementaire geschiedenis behoren. Bij dit afscheid van het Binnenhof ben ik dankbaar die tijden te hebben meegemaakt, sinds ik hier in 1975 binnenkwam. De Oude Zaal zit in mijn hoofd; ik zal er ook na ons vertrek van het Binnenhof (al over een paar weken) nog regelmatig bij stilstaan, in woord en beeld en in dankbare herinnering.

Afscheid van het Binnenhof. Toen ik bij de Tweede (en ook voor de Eerste) Kamer kwam werken, een eeuwigheid geleden (nog onder het kabinet-Den Uyl) behoorden deze beeldbepalende gebouwen aan de Lange Poten nog niet tot het gebouwencomplex van de Kamer dat sindsdien is gegroeid. Tegenwoordig loopt dat complex zelfs door tot over het Plein en helemaal tot aan het Bleijenburg. Op deze foto die ik maakte zien we links het voormalige Hotel Central waarin de werkvertrekken van mijn collega's en mij nog heel even zijn ondergebracht (met op de begane grond Perscentrum Nieuwspoort) en rechts op de foto mijn lievelingsgebouw van de Kamer, het voormalige ministerie van Justitie op de hoek van het Plein. In beide gebouwen staan de verhuisattributen al klaar voor het geplande vertrek begin juli naar een behuizing met minder allure en veel minder geschiedenis. Het moge - alweer - duidelijk zijn dat ik dat net als veel andere Binnenhofbewoners jammer en enigszins weemoedig vind. Voor mij is dat een van de redenen om van dit afscheid van het Binnenhof een serietje en een project te maken waar ik ook het komend jaar - na ons vertek ván, en met uitzicht van afstand óp het Binnenhof- mee doorga tot aan mijn pensioen in september 2022. Dan wordt het tijd om al die foto's, tekeningen, gedichten, etsen, herinneringen, stukjes en bespiegelingen bij elkaar te vegen (zoals ik dat nu al doe op de speciale themasite die ik hiervoor heb gemaakt) en een keuze daaruit te presenteren bij de Haagse Kunstkring waar ik werkend lid van ben. Tijd voor verdieping, reflectie en omzien in verwondering en dankbaarheid. Maar eerst verhuizen en een nieuwe start maken op onze nieuwe (tijdelijke) werkplek!

Afscheid van het Binnenhof. Vorige week liep ik weer eens door de verbindingsgang tussen de gebouwen Koloniën en Binnenhof 7 en maakte ik deze foto. Het zal een van de laatste keren zijn dat ik hier kom, nu de verhuizers al bijna klaar staan om ons in juli met de voltallige Tweede Kamer (en de rest van het Binnenhof) te gaan verhuizen omdat het hele Binnenhof op de schop gaat voor een grootschalige opknapbeurt die jaren gaat duren. In mijn werkzame leven hier heb ik altijd graag de verschillende gebouwen met hun geheel eigen karakter verkend, en er schetsjes van gemaakt die later werden gevolgd door foto's. Behalve de beeldbepalende doorkijkjes en de ornamenten zijn voor mij ook de verhalen en geschiedenissen van al deze plekken tot leven gekomen op mijn wandelingen door het fantastische museum dat het Binnenhof is en blijft. Zo ook in de twee gebouwen uit verschillende tijden waartussen deze gang de verbinding vormt, met trapjes om het niveauverschil te overbruggen. Juist die verscheidenheid van al die losse gebouwen en de verbindingen ertussen die ze toch tot één geheel maken is een van de unieke eigenschappen van dit bijzondere complex, en het is juist die charme die straks verloren gaat bij de aanstaande verhuizing. Ik blijf het volgen.

Het Logement van Amsterdam, nu onderdeel van de Tweede Kamer.

Doorkijkje langs de Ridderzaal en over het Stadhouderlijk Kwartier op de Haagse Toren, vanuit een van de beregende zolderramen van Binnenhof 7

Afscheid van het Binnenhof. Terwijl de verhuisdozen nog niet uitgepakt zijn op de nieuwe werkplek die we na dit zomerreces gaan betrekken laat ik de beelden van de mooie en bijzondere plekken op het Binnenhof aan mijn geestesoog voorbijgaan. Zoals deze foto van de plenaire zaal van de Eerste Kamer die ik in 2019 maakte door mijn glazen toverbal. In vertekening zien we de bankjes van de leden tijdens een moment van schorsing, de hoge ramen langs de Hofvijver en de papieren die op de groene werkbladen klaarliggen voor hervatting van de vergadering. Het geheel ademt een sfeer van schoonheid en waardigheid die uitstijgt boven het gewoel van alledag dat buiten deze zaal het leven beheerst. Ik zal deze vrijplaats van de geest missen in de jaren die komen en er in dankbaarheid nog lang uit putten, blij dat ik dit heb mogen meemaken in de betovering van deze prachtige plek.