Evenredigheden
Aan het einde van deze les moeten de leerlingen in staat zijn om:
te werken met een verhoudingstabel;
de evenredigheidsfactor te bepalen;
een evenredigheid te herkennen;
de definitie van een evenredigheid te verwoorden in woorden en in symbolen;
de eerste, tweede, derde en vierde term in een evenredigheid aan te duiden;
de uiterste en middelste termen in een evenredigheid aan te duiden.
(in de les)
Verwerkingsopdracht 1 t/m 3 p. 4
Signaaloefening 1 en 2 p. 14
(thuis)
Differentiatietraject D1 t/m D10
Maak de onderstaande test tot je ze foutloos kunt! Als de test is ingevuld kun je je fouten verbeteren. Je kan de test meermaals opnieuw maken ter voorbereiding van de toets op het einde van de module.