Aan het einde van deze les moeten de leerlingen in staat zijn om:
Het verschil tussen eentermen en veeltermen te begrijpen;
Het lettergedeelte en de coëfficiënt bij een eenterm aan te duiden;
Om gelijksoortige eentermen te herkennen;
De graad van een veelterm te bepalen.
(in de les)
Verwerkingsopdrachten 1 t/m 4
Signaaloefening 1
Memory: Gelijksoortige eentermen
Maak de onderstaande testen tot je ze foutloos kunt! Als de test is ingevuld kun je je fouten verbeteren. Je kan de testen meermaals opnieuw maken ter voorbereiding van de toets op het einde van de module.