Aan het einde van deze les moeten de leerlingen in staat zijn om:
De distributieve eigenschap in woorden en symbolen te formuleren en kunnen deze op een correcte manier toepassen.
Een eenterm te vermenigvuldigen met een veelterm door gebruik te maken van de distributieve eigenschap.
Het resultaat van hun product te herleiden volgens de gemaakte afspraken (zie module 2).
OEFENINGEN IN DE MODULE
(in de les)
Verwerkingsopdrachten 1 - 2
Signaaloefening 1