Aan het einde van deze les moeten de leerlingen in staat zijn om:
De distributieve eigenschap in woorden en symbolen te formuleren en kunnen deze op een correcte manier toepassen.
Een twee- en een drieterm te vermenigvuldigen door gebruik te maken van de distributiviteit.
Het resultaat van hun product te herleiden volgens de gemaakte afspraken (zie module 2).
OEFENINGEN IN DE MODULE
(in de les)
Verwerkingsopdrachten 3 - 4
Signaaloefening 2