12-08-3 Labproef: Getuigenlampje 3

Doelstelling

• Het gebruik van getuigen-of controlelampjes proefondervindelijk vaststellen

Gegeven

Het getuigenlampje is een lampje met zeer klein vermogen.

Opdracht

1. Bouw de schakeling waarbij het getuigenlampje over een wisselschakelaar wordt geplaatst.
   Voor iedere wisselschakelaar is er één lampje.
   Welke toestand van de schakelaar wordt weergegeven door het lampje?

2. Waar wordt deze schakeling gebruikt?

3. Blijft de schakeling functioneren wanneer het getuigenlampje vervangen is door een gewone lamp?

4. Waarom?

Besluit

Getuigenlampje

• Het lampje zal enkel branden bij die stand van een schakelaar waarbij de verlichting niet brand. 

• De toepassing is in een ruimte waar bij het uit zijn van de verlichting, het terug vinden van de schakelaar in het donker belangrijk is.
  Denk hierbij aan een traphal of kelderruimte.

• Indien we het getuigenlampje vervangen door een echte gloeilamp, zal deze bij het openen van de schakelaar er voor zorgen dat ook de verlichting zachtjes zal oplichten. Beide lampen staan dan in serie.

• Door de hoge weerstand van het getuigenlampje, is de stroom door de lamp E1 onvoldoend om deze te doen oplichten.
  Meet dit na!