inzicht verwerven in het lopen van de stromen en het aanwezig zijn van de spanningen in een circuit
Maak op het paneel de schakeling volgens het principeschema De lampen hebben hetzelfde vermogen.
Sluit de schakelaar S1 en zet de schakelaar S2 in open stand. Noteer je waarneming:
Sluit nu ook de schakelaar S2 en noteer wat er gebeurt met de lampen E1,E2 en E3:
Speciale schakeling 1
In de open toestand van S2 zijn alle drie de lampen "in serie" geschakeld. Hierdoor branden de lampen bijna niet, omdat er telkens maar 1/3 van de spanning over een lamp staat. (Controleer dit door te meten)
Bij het sluiten van de schakelaar S2, zal enkel E2 branden en dit met volle sterkte. De lampen E1 en E3 worden overbrugd door een verbinding, die bestaat uit draden en een gesloten contact van de schakelaar S2.