Een verbruiker in een elektrische stroomkring biedt tegenwerking aan het vloeien van elektrische stroom.
Dit fenomeen noemen we “weerstand”
Elke verbruiker heeft zijn eigen weerstand.
De weerstandswaarde van een weerstand R wordt uitgedrukt in Ohm (Ω).
De weerstand wordt gemeten met een ohm-meter.
Een weerstandsmeting dient altijd spanningsloos te gebeuren.
Weerstand wordt gemeten met een ohmmeter, ook wel weerstandsmeter genoemd.
Weerstand meten gebeurt steeds spanningsloos. Dat betekent dat de weerstand of de verbruiker uit de kring wordt verwijderd.
Er bestaan toestellen, universeel- of multimeters, die zowel spanning, stroom als weerstand kunnen meten.
Hoe? Spanningsloos
Instrument Ohmmeter/universeelmeter
Ga als volgt te werk om de weerstand te meten:
Stel het meettoestel in voor het meten van weerstanden.
Bevestig de meetsnoeren op de meter (COM en Ω)
Verwijder de verbruiker of de weerstand uit de kring.
Weerstand wordt steeds "spanningsloos" gemeten!
Bevestig de meetsnoeren aan beide zijden van de verbruiker of weerstand.
Weerstand wordt gemeten "over" een verbruiker.
Zet het meettoestel aan.
Lees de waarde af.
Deze illustratie toont hoe weerstand wordt gemeten.
De snoeren zijn aangesloten op de weerstand.
Op de meter zijn de snoeren aangesloten op de ingangen COM en Ω.