Met het meten van spanningsval kan je nagaan of een verbinding in een schakeling nog voldoende "geleidend" is.
Dit kan gaan over een draadverbinding, klemmenstrook, schakelaar, relais of elk ander onderdeel dat dienst doet om stroom door te laten.
In een reële wereld hebben verbindingen een “ohmse weerstand”.
Deze is meestal klein maar niet nul.
We weten uit de wet van ohm dat wanneer er een stroom door een weerstand vloeit, wij hierover een spanning meten.
Bouw onderstaande schakeling en sluit deze aan op een AC voeding.
Zorg ervoor dat de lamp brandt door beide schakelaars te sluiten
Meet nu met je voltmeter op AC tussen de bovenste aansluiting van S1 en de bovenste aansluiting van L (M6 meting).
We merken nu dat de waarde "niet 0V” is maar een "kleine stabiele waarde" geeft.
Deze waarde is de spanningsval over beide schakelaars en de verbindingsdraden en is afhankelijk van de stroom die door hen vloeit.
Beweeg met de meetpennen en stel vast dat de spanning nagenoeg stabiel blijft, het is dus geen zwevende spanning.
Sluit een tweede lamp parallel met de bestaande lamp.
We merken nu dat de spanningsval toeneemt.
We kunnen eveneens spanningsval meten:
over S1
tussen S1 en S2
over S2
tussen S2 en L
op de draad vanuit de voeding naar S1
de onderzijde van de lamp naar de voeding.
Uit de meting kunnen we besluiten dat de spanningsval toeneemt, als de stroom toeneemt (meer lampen).
Dit fenomeen kan verdragende gevolgen hebben, vooral in schakelingen op zeer lage veiligheidsspanning, zoals auto's en halogeen verlichtingsschakelingen waar hoge stomen worden gebruikt om het nodige vermogen te leveren.
Spanningsval over een slechter verbinding, schakelelement of aansluiting kan de oorzaak zijn voor hoge warmteontwikkeling en brand.
Herhaal meting 4 door de schakeling aan te sluiten op een DC voeding en de meter op DC te plaatsen
Zorg ervoor dat de lamp brandt door beide schakelaars te sluiten
Meet nu met je voltmeter op DC tussen de bovenste aansluiting van S1 en de bovenste aansluiting van L (M6 meting).
We merken nu dat de waarde "niet 0V” is maar een "kleine stabiele waarde" geeft.
Deze waarde is de spanningsval over beide schakelaars en de verbindingsdraden en is afhankelijk van de stroom die door hen vloeit.
Beweeg met de meetpennen en stel vast dat de spanning nagenoeg stabiel blijft, het is dus geen zwevende spanning. Trouwens een zwevende spanning kan enkel gemeten worden met het toestel op AC.
Sluit een tweede lamp parallel met de bestaande lamp.
We merken nu dat de spanningsval toeneemt.
We kunnen eveneens spanningsval meten:
over S1
tussen S1 en S2
over S2
tussen S2 en L
op de draad vanuit de voeding naar S1
de onderzijde van de lamp naar de voeding.
We zien met een DC voeding en met de voltmeter op DC ingesteld identieke resultaten als in Meting 4
Spanningsval kunnen we enkel meten wanneer er stroom vloeit door een verbinding, dus als de kring onder spanning staat.
Hiervoor dien je de voltmeter in te stellen op het spanningstype van de bron van de kring.
De spanningsval waarde is afhankelijk van de grootte van de stroom die door de verbinding vloeit.
Spanningsval meet je op een schakeling:
aangesloten op AC met de meter ingesteld op AC
aangesloten op DC met de meter ingesteld op DC
Ongewenste spanningsval is de hoofdoorzaak van brand door ongeoorloofde warmteontwikkeling bij grote stromen door slechte contacten (verbindingen die "weerstand" vertonen door slijtage of defect)