In Rome leefde een kleine groep van zeer rijke Romeinen (senatoren, hoge ambtenaren, ridders). Zij leefden comfortabel in hun grote huizen. Zij hadden alles wat hun hartje begeerde. De rest van de Romeinen leefde van redelijk goed (handelaren, ambachtslieden) tot zeer slecht. Ongeveer een kwart (25 %) van de bevolking van Rome leefde in grote armoede. Zij woonden in zelfgemaakte krotten. Zij hadden geen vast werk en leefden van dag tot dag.
De arme mensen kwamen soms in opstand tegen hun ellendig bestaan. Dan ontstonden enorme rellen en trokken zij plunderend door de straten van Rome tot zij uiteen werden gejaagd door de soldaten van de Pretoriaanse Garde. Om rellen te voorkomen en de arme mensen tevreden te houden deelden de senatoren, en later de keizers, gratis brood uit. Arme Romeinen (tussen de 150.000 en 200.000 mensen) kregen maandelijks 33 kilo graan van de staat.
Een tweede manier om de arme mensen rustig te houden was het organiseren van spelen:toneelspelen, wagenrennen en gladiatorengevechten. Gebeurtenissen waar de arme Romeinen hun dagelijkse zorgen even konden vergeten.
uit: http://home.planet.nl/~vink0077/broodspelen.html
Bedenk een onderzoeksvraag over deze vormen van volksvermaak. Wat zou je willen weten over gladiatorengevechten, wagenrennen of bijvoorbeeld het Colosseum of het Circus Maximus (waar de wagenrennen gehouden werden)? Gebruik je myPod om de informatie op te zoeken.