Je hebt nu van alles geleerd over de Romeinse tijd. Probeer nu deze kennis te verwerken in een memory. Het is bij memory de bedoeling dat je zoveel mogelijk paren van kaartjes maakt door kaartjes met dezelfde afbeelding om te draaien. Er wordt vaak gekozen voor 24 kaartjes (12 paren van 2). Je kunt ook een ander even aantal kiezen. Ieder kaartje dient twee keer voor te komen. Soms zie je ook memory spellen waarbij je twee kaartjes moet zoeken die bij elkaar horen.
Maak nu een memoryspel met kaartjes over de Romeinse tijd. Maak één kaartje met een plaatje en één kaartje met het bijpassende woord. Deze kaartjes horen bij elkaar. Bijv:
tunica