Stelling 14 - De Wet (Thora)
Men moet stoppen met leugens te verspreiden over de Wet (Thora). Het is geen Joodse Wet, maar Gods Wet (Ps. 105: 45: ‘’opdat zij zich aan Zijn verordeningen zouden houden en Zijn wetten in acht zouden nemen. Halleluja!’’, Jes. 24: 5, Hebr. 8: 10: ‘’Want dit is het verbond dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.’’, Hebr. 10: 16).
Wanneer er over de Wet/de geboden wordt gesproken, worden daar niet alleen de 10 geboden mee bedoeld. De Bijbel is een Joods boek en met de Wet wordt de Thora (1e 5 boeken van Mozes) bedoeld.
Iemand die Gods geboden wil houden is niet wettisch en legt anderen geen slavenjuk op.
Christenen beseffen doorgaans niet dat ze God ten diepste kwetsen en beledigen als zij Zijn Wet, de Thora, als slavenjuk zien en als een zware last ervaren die op hun schouders wordt gelegd. De voorgangers, de pastors en de evangelisten die deze gevaarlijke dwaling gaan prediken en ontelbare christenen daardoor verleiden om zich van Gods Wet af te keren, zijn zich er blijkbaar niet van bewust, dat zij God daarmee verschrikkelijk boos maken met alle gevolgen van dien, want reeds de profeet Jeremia heeft geschreven: “De Eeuwige zei tegen mij: ‘Als iemand, al is het een profeet of een priester, vraagt: Welke last wil de
Eeuwige ons op de schouders leggen? dan moet je tegen hem zeggen: De Eeuwige kondigt aan: Jullie zelf drukken Mij als een last op de schouders, ik zal jullie dan ook afwerpen. Als zo iemand dus zegt: De Eeuwige legt jullie dit op, dan zal Ik hem straffen, hem en zijn hele gezin. Zeg niet meer dat Ik jullie iets heb opgelegd. Die uitspraak zal Ik jullie kwalijk nemen. Want dan verdraaien jullie Mijn woorden, terwijl Ik de levende God ben, de almachtige Heer, jullie God.” (Jeremia 23:33, 34 en 36, GNB).
Laat dit een duidelijke waarschuwing zijn om niet in deze dwaalleer mee te gaan, want de Eeuwige heeft aangekondigd dat Hij Zelf al die profeten, evangelisten, priesters, dominees of wie dan ook die het in verband met de Thora nog over een ‘last van de Eeuwige’ of over een ‘slavenjuk’ hebben zal straffen, samen met hun hele families, want daarmee verdraaien zij de woorden van de levende God. Zij spelen letterlijk en vuur en zullen zich lelijk verbranden!
Het is bijv. pure manipulatie om Galaten 5:1, waarin Paulus schrijft dat de Messias ons heeft vrijgemaakt en dat wij ons niet wederom een slavenjuk moeten laten opleggen, op de Thora te betrekken. Eeuwenlang hebben christenen deze tekst op de Thora betrokken om daarmee aan te tonen dat we vrij zijn van de wet. Maar Paulus bedoelde hier met het slavenjuk niet de Thora, maar de besnijdenis van niet-joden, zoals ook de context laat zien.
Yeshua zegt namelijk dat wie de Thora doet en anderen leert om dat ook te doen, groot zal heten in Gods Koninkrijk (Mat. 5: 19: ‘’ Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.’’).
De Wet is geen last, maar een verlustiging (Rom. 7: 22: ‘’Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God.’’). De Wet is niet alleen voor de Joden, maar voor alle mensen (Pred. 12: 13: ''Van alles, wat gehoord is, is dit de conclusie: Vrees God, en houd u aan Zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen.'' en 1 Kor. 7: 19: ‘’ Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is niets, maar het in acht nemen van de geboden van God.’’).
Gods Wet is geen slavenjuk, maar is vrijheid (Psalm 119:44-45, Jak. 1: 25 en Jak. 2:12). De Wet wordt door het geloof niet buiten werking gesteld, maar erdoor bevestigd (Rom. 3: 31: ‘’Doen wij dan door het geloof de wet teniet? Volstrekt niet, maar wij bevestigen de wet.’’). Yeshua heeft de Wet niet ontbonden, maar er de volle betekenis aan gegeven (Mat. 5: 17). Paulus verzet zich niet tegen de Wet of de tempeldienst, maar hield zich eraan (Hand. 25: 8). Paulus ziet de Wet niet als iets negatiefs, maar hij schrijft dat de Thora heilig, rechtvaardig en goed is (Rom. 7: 12: ‘’ Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.’’) en o.a. door God is gegeven om mee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in rechtvaardigheid (2 Tim. 3:16: ‘’Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid’’). Hij heeft het over heel de Schrift, dat was in zijn tijd het ‘OT’.
Paulus lijkt soms te suggereren dat de Thora voor christenen niet meer geldt. De waarschuwing van Petrus voor de brieven van Paulus die kunnen leiden tot wetteloosheid (in 2 Petr. 3: 14-17: ''Daarom, geliefden, terwijl u deze dingen verwacht, beijver u om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere Schriften. U dan, geliefden, omdat u dit van tevoren weet, wees op uw hoede, zodat u niet door de dwaling van normloze mensen wordt meegesleept en afvalt van uw eigen vastheid.'') moet echter uitermate serieus genomen worden.
Wij zijn niet vrij van de Wet, maar worden veeleer gewaarschuwd voor wetteloosheid (Mat. 7: 21-23: ''Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!'').
Zie ook deze pagina over de Thora.
De inhoud van deze stelling is grotendeels gebaseerd op studies van de Messiaanse Jood
Werner Stauder. Indien u zijn studies wilt bekijken, klik dan op deze link.
