בס''ד

Evolutie of schepping?

Gedachten over het begin

Er zijn goede filosofische, maar tegenwoordig ook wetenschappelijke redenen om aan te nemen dat het universum niet oneindig oud is. Het universum is dynamisch: het lijkt erop dat het steeds verder uitdijt. Het universum moet dientengevolge vroeger veel compacter zijn geweest.

Stel dat je de klok 14 miljard jaar terugdraait, dan was alle materie en energie op 1 punt samengebald. Op dat moment ontstond volgens de evolutietheorie het universum door de oerknal. Ik geloof natuurlijk niet in deze evolutietheorie en dus ook niet dat ons universum 14 miljard jaar oud is, laten we eens wat argumenten bij langs gaan:

Alles uit niets

Veel mensen geloven dat het universum miljarden jaren uit het niets is voortgekomen, of dat er een kleine punt (met daarin alle materie) ontplofte en daaruit het hele universum evolueerde. Het universum kan echter niet uit het niets ontstaan zijn. Niets veroorzaakt immers zichzelf. De kosmos móet een absoluut begin hebben gehad. Daar is wetenschappelijk bewijs voor, namelijk de tweede hoofdwet van de thermodynamica. 

Deze wet stelt dat wanneer er een gesloten systeem bestaat (bijvoorbeeld ons universum), dat de wanorde in dit systeem door de tijd heen alleen maar toeneemt, totdat er maximale wanorde ontstaat. Op dat moment van maximale wanorde zou alle energie die er is, in warmte zijn omgezet. Als de kosmos een eindeloos verleden zou hebben gehad (dus zonder begin), dan zouden we ons nu al lang op dat punt van die totale wanorde moeten bevinden en zou er dus geen leven mogelijk zijn en zou de aarde een warmte-dood sterven. We bevinden ons overduidelijk niet op dit punt, want er is nog genoeg orde en regelmaat in de kosmos. Sinds de Big-Bang-theorie bestaat, denkt men dat het universum 13,8 miljard jaar geleden zou zijn ontstaan. Als iets ontstaan is, dan betekent het dat het daarvoor nog niet bestond en moet er dus een beginpunt zijn. Het universum heeft dus een beginmoment in de tijd. 

Spiraalaarmen

Veel sterrenstelsels hebben zogenaamde spiraalarmen. Vanwege de snelheid waarmee sterren om het middelpunt van hun sterrenstelsel draaien, zouden die armen na een paar miljard jaar allang ‘uitgewist’ moeten zijn. De spiraalstelsels zouden dus nooit vele miljarden jaren oud kunnen zijn. Dit gaat dus in tegen de theorie die zegt dat de sterrenstelsels miljarden jaren geleden vlak na de oerknal zijn ontstaan. 

De wetenschap bevestigt dus het feit dat het universum op een zeker moment in de tijd ontstaan is, en niet al oneindig lang bestond. Het universum kán gewoon niet oneindig oud zijn. Het moet een begin hebben gehad en alles wat een begin heeft, heeft een oorzaak. Die oorzaak zelf moet buíten het universum liggen. 

We hebben dus vastgesteld dat het universum een begin heeft gehad op een zeker moment in de tijd in de geschiedenis. Maar, zoals gezegd, heeft het niets niet de mogelijkheid om iets te veroorzaken. Uit het niets kan dus ook helemaal niets voortkomen, ook geen materie of knal. Het universum kan dus niet uit het niets zijn ontstaan. Aangezien niets zichzelf kan veroorzaken, moet de oorzaak van de kosmos (als de oorzaak van alle ruimte) zelf buiten-ruimtelijk zijn.  

Bovendien, als er echt iets uit niets zou kunnen voortkomen, waarom zien we dan niet voortdurend vanuit het niets allerlei zaken ontstaan? Zoals koelkasten en olifanten? Wat maakt het niets zo onderscheidend? Waarom zou het alleen een universum voortbrengen? Inderdaad, het niets heeft helemaal geen eigenschappen en kan dus helemaal niet onderscheidend zijn.

We concluderen dus dat er een niet-materiële, buiten-ruimtelijke en buiten-de-tijd-gelegen ontstaansoorzaak van de kosmos is. De oorsprong van de kosmos is dus gelegen in een bewust Wezen en niet in een levenloos ding. Kortom, God bestaat. [1]

Zwaartekracht

De oorzaak, ik spreek liever van Veroorzaker met hoofdletter, heeft het universum op zodanige wijze vorm gegeven dat het bewoonbaar is. Het blijkt dat dit komt doordat verschillende natuurkrachten zeer fijn zijn afgestemd. Neem als voorbeeld de zwaartekracht; als de zwaartekracht ietsje sterker was afgesteld, zou het universum al snel weer in elkaar zijn geklapt. Dan zouden er geen sterren en planeten ontstaan zijn en dus ook geen leven. Als de zwaartekracht iets zwakker was afgesteld dan zouden de gaswolken niet zijn samengeklonterd tot sterren en dan zou er ook geen leven zijn. En dit luistert erg nauw; als de zwaartekracht ook maar 0,000000000000000000000000000000000000000000000000000000000001 (dat zijn 60 cijfers achter de komma) procent sterker of zwakker was, dan zou er nooit leven zijn ontstaan in het evolutiemodel.

Met andere woorden: de kans dat de zwaartekracht door toeval precies de juiste waarde heeft, is ontzettend klein. Dit argument gaat dus alleen op voor hen die in de oerknaltheorie geloven.

DNA

Levende cellen hebben een besturingssysteem, een soort ingebouwde computer. Er is een harde schijf (DNA) waarop de informatie is opgeslagen. Om die informatie te kunnen gebruiken moet het lichaam de informatie ontcijferen met een specifieke sleutel (de genetische code). Ook zijn er allerlei subsystemen die zorgen voor het vernietigen, kopiëren en uitzenden van de moleculaire informatie. 

DNA wordt door wetenschappers ook wel het instructieboek voor het leven genoemd[2] en dit boek bevat 3.200.000.000 ‘letters’. Die letters zijn eigenlijk chemische bouwsteentjes. Een korte uitleg: 

Een DNA-molecuul bestaat uit 2 draden die in elkaar zijn gedraaid. Elke draad bestaat uit vier verschillende chemische bouwstenen, de DNA-letters A, C, G en T.  A staat voor Adenine, C voor Cytosine, G voor Guanine en T voor Thymine.[3]

Net zoals een gewoon boek met al zijn grammatica, letters, woordvolgorde, witregels en kleuren onmogelijk uit zichzelf kan zijn ontstaan, kan ook DNA dat niet. Niets heeft namelijk niet de mogelijkheid om iets te veroorzaken. Dan kan uit het niets dus ook helemaal niets voortkomen, dus ook DNA kan niet uit het niets ontstaan zijn. 

Net zoals een gewoon boek met al zijn grammatica, letters, woordvolgorde, witregels en kleuren onmogelijk uit zichzelf kan zijn ontstaan, kan ook DNA dat niet.

Bron van deze willekeurige afbeelding: https://goedetengezondleven.nl/kookboek-lonely-planet/

Ik ben ervan overtuigd dat DNA niet uit zichzelf ontstaan kan zijn en dat er een intelligente kracht achter moet zitten, waarvan ik geloof dat het de God van de Bijbel is. 

Volgens het evolutie-denken zou dit besturingssysteem van DNA zijn ontstaan door ongestuurde processen; toevallige aanpassingen en natuurlijke selectie. Vanuit het proces van mutatie en selectie kan echter niet eens de oorsprong van één nieuw moleculair machientje (eiwit) worden verklaard, laat staan de oorsprong van tientallen eiwitten die op complexe wijze met elkaar samenwerken.

Zo’n eiwit bestaat uit een reeks aminozuren die in een bepaalde volgorde aan elkaar zijn geschakeld. Dit is vergelijkbaar met een zin, die ook uit een reeks bestaat, maar dan niet uit aminozuren, maar uit letters. Niet met elke volgorde van aminozuren kun je een functionerend eiwit krijgen, net zoals je niet zomaar alle letters willekeurig naast elkaar kan zetten en er een leesbare zin uit komt. Sterker nog: van alle mogelijke aminozuurvolgorden levert maar een klein gedeelte een functionerend eiwit op. De kans dat zo’n eiwit door toeval ontstaan is onwaarschijnlijk klein. Het kan wel dat een reeds functionerend eiwit een beetje verandert waardoor het een andere functie kan vervullen, maar een geheel nieuw eiwit (zonder voorlopers) kan nooit uit toeval ontstaan. Alleen al in het menselijke brein zijn 54 eiwitten actief waarvoor geen enkel vergelijkbaar eiwit bestaat in het dierenrijk. Als de mensen een product zouden zijn geweest van evolutie, moeten die eiwitten ergens in de afgelopen paar miljoen jaar zijn ontstaan zónder functionele voorlopers en dat is dus niet mogelijk. Daarmee is het uitgesloten dat mensen vanuit een lagere diersoort zijn geëvolueerd[4].

Dit toont aan dat veel wetenschappers een paradigma, dus een wereldbeeld/zienswijze, hebben waarin geen ruimte is voor schepping. Scheppingstheorie wordt door hen veelal als onwetenschappelijk afgedaan en dat hebben de studenten uit het volgende voorbeeld gemerkt:

Er waren studenten van de Portugese Universidade do Algarve die congres wilden organiseren over Intelligent Design, een andere benaming voor de theorie dat er een intelligent wezen achter het universum moet zitten, dat het niet uit zichzelf ontstaan kan zijn. Toen de universiteit hoorde dat er negatieve reacties kwamen op dit voornemen hebben ze besloten het congres niet te laten doorgaan. Bij een tweede universiteit (in Porto) gebeurde hetzelfde. De reden die de universiteit van Porto aandroeg was dat het geen wetenschappelijk evenement zou zijn. Dit laat zien hoe de wetenschappers kijken naar de beweging die gelooft dat het universum niet toevallig kan zijn ontstaan[5]. Vanuit hun wereldbeeld, vanuit hun paradigma, beschouwen ze het creationisme niet als wetenschap en daarom worden de creationisten tegengewerkt.

Laten we eens wat dieper inzoomen op het paradigma. Een paradigma is een moeilijk woord voor het geheel van opvattingen, methoden en vraagstellingen van hoe je de werkelijkheid bekijkt. Het gaat dus om je denken, je mindset.

Wat is denken

Gedachten zijn alleen mogelijk als in die gedachten de informatie voor die gedachten aanwezig zijn. Hoe ontstaan echter die gedachten?

De begrippen ‘gegevens’ en ‘informatie’ lijken hetzelfde te zijn, maar toch is dat niet zo. Er is een verschil, kijk maar eens naar dit voorbeeld:

Anita praat over een kanarie. Wanneer Sander niet weet wat een kanarie is, hebben de woorden van Anita geen betekenis voor hem. Wanneer Sander wel weet wat een kanarie is, krijgt hij gelijke gedachten als Anita heeft. Dan krijgen de woorden betekenis. En vanaf dat moment zijn de gegevens informatie geworden voor Sander.

Uit dit voorbeeld kun je afleiden dat gegevens pas informatie worden als de gegevens een betekenis hebben voor de ontvanger.

Doelbewust communiceren is alleen mogelijk als je de informatie ook kunt overbrengen op de ander. Dit gebeurt op de volgende wijze:

Stel dat een leraar een kanarie op een bord tekent. Alle leerlingen begrijpen nu wat een kanarie is. De tekening is informatie en de inhoud van de informatie is begrijpelijk. Over het bord kan gezegd worden dat het de materie is waarmee gewerkt wordt. De tekening brengt de informatie over. Vervolgens veegt de leraar het bord schoon en tekent een haan. Hij gebruikt hetzelfde bord en krijt om informatie over een haan te geven.

Let erop dat het bord en het krijtje niet wezenlijk zijn veranderd door het schoonvegen en opnieuw beschrijven. Het enige verschil is dat een klein stukje van het krijt heel fijn én op een heel specifieke manier door de leraar op het bord is verdeeld. Dat is gewoon eigenlijk sec wat er gebeurt. Hierdoor ging het krijt op het bordt informatie bevatten. De leraar zorgde ervoor dat het krijt twee keer verschillende informatie aan de leerlingen kon doorgeven: over de kanarie en de haan.

Wat willen deze voorbeelden nu zeggen?

Het bord en het krijt zijn de informatiedragers. Ze hebben een bepaald gewicht (massa) en zijn stoffelijk (materie). In dit voorbeeld is de informatie over de kanarie en de haan echter niet-stoffelijk (niet-materieel). De informatie is immers in feite onzichtbaar door de lucht gegaan en zit vervolgens in de hoofden.

Bewustzijn

Het is duidelijk dat er op dit moment bewustzijn bestaat. In het voorgenoemde voorbeeld moeten de leraar en de leerlingen bewuste wezens zijn, om die informatie te kunnen interpreteren. Elk mens en vele dieren op aarde beschikken over dit bewustzijn. Dit valt zoals niet te ontkennen.

Het is onredelijk om te stellen dat het bewustzijn wordt veroorzaakt of geproduceerd door alleen materie, stoffen die in zichzelf onbewust zijn (denk aan koolstof, water, zuurstof etc.). De suggestie dat stof of materie bewustzijn kan voortbrengen, gaat diepgaand in tegen onze intuïtie. Maar dat niet alleen, we kunnen ons zelfs geen enkele redelijke voorstelling maken van de wijze waarop die productie dan zou moeten plaatsvinden. Je kunt bijvoorbeeld miljarden materiedeeltjes in een ton stoppen en vervolgens miljarden jaren gaan schudden, maar nooit zal er hierdoor op een dag opeens bewust mentaal leven ontstaan in die ton. Indien mensen dan toch willen geloven in een magische spontane creatie van bewustzijn dan zou dat niets meer dan een vorm van wensdenken zijn. Zoals we al eerder hebben geconcludeerd, veroorzaakt niets zichzelf. Om jezelf te kunnen veroorzaken moet je er immers al zijn. Maar dan kun je jezelf niet meer veroorzaken, want dan ben je er al.

De herkomst van bewustzijn kan niet gelegen zijn in onbewuste materie. De oorsprong van het bewustzijn in de kosmos moet daarom iets zijn wat zelf ook bewust is. Om dit kort samen te vatten kunnen we stellen dat het ontstaan van bewustzijn in de kosmos gecreëerd moet zijn door een bewust Wezen, dat buiten de kosmos bestaat. Dit bovennatuurlijke bewuste Wezen is de ultieme verklaringsgrond en oorsprong van al het bewustzijn in de kosmos en mag dan ook met recht God genoemd worden. [6]

Informatie, bewustzijn en DNA

Dan nu de vertaalslag naar informatiedragers in je lichaam: DNA. Welke eiwitten in je lichaam gevormd worden hangt af van de erfelijke informatie die opgeslagen ligt in het DNA van je genen. Dit DNA is te vergelijken met een bouwtekening die op een schoolbord wordt getekend.

Het DNA is materie, stoffelijk dus. Voor de herkomst van dit DNA (waar komt dit materiaal vandaan?) kun je stappen bedenken, zoals bijvoorbeeld in de evolutietheorie wordt gedaan. Maar uiteindelijk blijf je dan wel de vraag houden: wat is de herkomst van de niet-stoffelijke informatie die opgeslagen is in dat stoffelijke DNA?

En waar komen gedachten dan vandaan? Ze zijn mogelijk doordat er informatie is en doordat je die informatie op waarde kunt schatten. Maar waar komt informatie vandaan? Antwoord: uit de gedachten die daar weer aan vooraf gingen…

Je kunt je dus afvragen: waar ligt het begin? Wat is de oorsprong van informatie?

Denk even mee: Anita en Sander zijn bewuste wezens, de gedachten van Anita worden als informatie doorgegeven aan Sander door te spreken. Deze informatie roept weer gedachten op bij Sander enzovoort. Doordat je iets hoort of ziet, komt die informatie in je gedachten. Zo wordt je dus letterlijk 'gehersenspoeld'. Dit is dagelijkse kost voor je hersenen.

Woorden of beelden zijn in dezen de informatiedragers. De informatie zelf is van niet-stoffelijke aard; het is dus geen materie.

Om informatie te kunnen interpreteren, oftewel te denken, moet er iets bekends zijn, anders heb je geen ankerpunt van waaruit je kunt redeneren. Je hebt dus een referentiekader nodig, een kader waarbinnen je redeneert, je paradigma.

Een kind leert taal binnen een bepaalde wereld, op basis van wat het kind ziet of hoort of meemaakt leert het woorden. Er wordt telkens meer kennis toegevoegd.

Een voorbeeldje: Waarom interpreteert het kind op een gegeven moment bepaald gedrag als arrogant? Omdat het iets herkent in iemand waarvan het kind weet dat een arrogant iemand dat ook doet. Het kind redeneert dan dus vanuit het bekende. Binnen zijn paradigma.

Leuk om te weten natuurlijk, maar waarom vertel ik dit? Het punt is dit: als de bron van een bepaalde gedachte niet-materieel is, maar bestaat uit informatie die van de ene op de andere persoon is overgebracht, dan moet de oorsprong van de allereerste gedachte ook niet-materieel geweest zijn. Oftewel: de oorsprong van ons denken moet geestelijk zijn geweest.

Als de allereerste gedachte, de allereerste vorm van informatie, een niet-stoffelijke, geestelijke bron had, dan sluit dat aan bij een verklaring van dit fenomeen dat je in de Bijbel kunt lezen:

Joh. 1: 1-3: ‘’ In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.’'[7]

In het ware paradigma komt alles dus bij God vandaan en heeft Hij door woorden te spreken alles tot zijn gebracht, wezenlijk gemaakt. We komen nu dus op het vlak van de godsdienst.

Wat gebeurt er als je de evolutietheorie met de Bijbel combineert.

Sommige gelovigen omarmen de evolutieleer omdat de meerderheid van de wetenschappers deze theorie aanhangt. Als je aanneemt dat het scheppingsverhaal uit Genesis 1 een vorm van beeldspraak is, dan kan het geloof in de Bijbel prima met de evolutie gecombineerd worden, zou je denken…

Het ligt echter veel gecompliceerder. Het gaat namelijk niet alleen om Genesis 1. Als je de evolutieleer accepteert zul je namelijk veel meer teksten uit de Bijbel moeten verdraaien.

Als je niet gelooft in evolutie, dan kun je met Gods woord in de hand Psalm 119:160 beamen: ‘’Het begin van Uw Woord is waarheid.’’

Als je toch aanneemt dat de evolutietheorie klopt, dan moet je, zoals gezegd, je in heel moeilijke bochten wringen om andere Bijbelteksten te kunnen verklaren.

Laten we eens wat voorbeelden nemen:

Het begint al bij de vraag of je gelooft dat Adam en Eva het eerste mensenpaar waren. Als je dit gelooft dan is de vervolgvraag of je gelooft dat alle mensen van Adam en Eva afstammen. Als je dit al niet gelooft dan heb je meteen problemen met Genesis 3:20 waarin staat dat Eva de moeder van alle levenden is en Handelingen 17:26 waarin staat dat God uit 1 bloed (een mens) heel de mensheid heeft geschapen om op heel de aardbodem te wonen.[8]

Godsdienst

Godsdienst is een fenomeen dat binnen het paradigma van veel wetenschappers geen of weinig waarde heeft. Binnen mijn paradigma echter wel. Ik leef mijn leven door wat de Bijbel leert. Ik wil je graag een kijkje laten nemen in de wereld van de Bijbel, zodat jouw geheel van opvattingen, methoden en vraagstellingen van hoe je de wereld bekijkt wat dichterbij de werkelijkheid komt.

Op deze pagina vind je meer informatie waarom je wel of niet in God zou moeten geloven.


Bronvermeldingen:

[1]  https://tpo.nl/2016/03/18/rationele-argumenten-bestaan-god/#

[2] https://biologielessen.nl/index.php/dna/788-bouw-van-het-dna

[3] http://www.levedna.nl/dna/dna-tjes/104/dna%20molecuul.html

[4] Weet juni 2017 nr 45: p. 38

[5] Weet feb. 2018 nr 49; p. 11

[6] https://tpo.nl/2016/03/18/rationele-argumenten-bestaan-god/#

[7] Weet dec. 2011 nr 12; p. 38

[8] Weet aug. 2017 nr 46: p. 26