בס''ד

Een antwoord voor moslims

Onderstaande studie is een boekbespreking van het boek van Nabeel Quereshi. Hij was een oprecht moslim en is christen geworden. In zijn boek beschrijft hij waar hij tegenaan liep in zijn bekeringsproces en de vragen die hij had ten aanzien van de Bijbelse leer. Ik heb zijn boek als uitgangspunt genomen en heb soms eigen gedachtes aan mijn samenvatting toegevoegd of details erin gewijzigd. Voor het originele boek, klik hier.

Inleiding

Waarom is het belangrijk om een antwoord te hebben op moslims? Omdat de Bijbel ons het volgende leert:
Rom. 10:9: ‘’Als u met uw mond de Heere Yeshua belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.’’

(Opmerking: wij gebruiken bij voorkeur de Hebreeuwse naam 'Yeshua' om te verwijzen naar de Bijbels-joodse persoon Jezus).

 De Koran leert het tegenovergestelde:

-        Soera 4:157: ‘’En wegens hun uitspraak: “Wij hebben de Messias, Isa de zoon van Maryam gedood” – maar zij hebben hem niet gedood, noch hem gekruisigd, maar de gelijkenis van Isa werd op een andere man gelegd. En degenen die daarin van mening verschillen zitten vol twijfel. Zij hebben daar geen kennis over, zij volgen niets anders dan gissingen en zij doodden hem niet.’’

Bovenstaande getuigenissen kunnen niet beide juist zijn. Hij moet ofwel gekruisigd en gestorven zijn (wat de Bijbel leert) of Hij is niet gekruisigd en gestorven (wat de Koran leert). Een van de twee is juist.

Hoe gaan we de waarheid vinden? Hoe weten we of de Bijbel of de Koran de waarheid vertelt over deze gebeurtenis? Dat gaan we hieronder met Gods hulp uitvinden.

Moslimbekeerlingen

Moslims krijgen in hun geloofs-opvoeding mee dat de Islamitische geloofsleer wáár is, en te toetsen is aan de werkelijkheid, terwijl de christelijke geloofsleer onjuist zou zijn. Het is voor een moslim een hele stap om vanuit zijn Islamitisch geloof over te stappen naar het Bijbelse geloof. Wat hem zou kunnen tegenstaan, is de gedachte dat de hele familie hem dan vaarwel zal zeggen, dat hij zijn cultuur en leven in feite moet opofferen. Hij kan dan gaan denken dat hij Pasen en Kerst moet gaan vieren, terwijl hij vanuit zijn geloofs-opvoeding heeft geleerd dat deze feesten een heidense oorsprong hebben.

Er zijn echter wel moslims die hun familie, cultuur en leven ervoor over hebben om het Bijbelse geloof te aanvaarden. Dit kost hen heel wat moeite en verdriet. Er zijn mensen die zeggen dat de Islam en het Bijbelse geloof in wezen op hetzelfde neerkomen. Maar als je dit zegt, sla je eigenlijk de moslim-bekeerling in het gezicht, die zijn Islamitische achtergrond achter zich laat en kiest om de God van de Bijbel te gaan volgen. Hij heeft ingezien dat er een belangrijk verschil is tussen beide godsdiensten en heeft er ontzettend veel voor over gehad om zich te bekeren tot de God van de Bijbel. Dit doet zo’n moslim-bekeerling soms zelfs met het risico zijn eigen leven te verliezen, omdat zijn vroege moslim-familieleden en -vrienden hem soms willen vermoorden.

Zo’n moslim-bekeerling zal met zekerheid kunnen getuigen dat zijn keuze niet voor niets is. Hij heeft ontdekt dat de Islamitische god, die ik voor het gemak in dit artikel Allah noem[1], heel andere karaktereigenschappen heeft dan de God die Zichzelf via de Bijbel openbaart.

Overeenkomsten en verschillen

Hoewel de Koran en de Bijbel op zeer veel vlakken belangrijke verschillen hebben, zijn er ook overeenkomsten. Zo onderwijzen zowel de Bijbel als de Koran de maagdelijke geboorte van Yeshua[2]. Ook leren beide boeken dat Hij een wonderdoener was, dat Hij melaatsen reinigde, blinden genas en doden opwekte. Tevens wordt in beide boeken Zijn Messias-schap erkend en wordt zijn wederkomst (terugkomst op aarde) verwacht.

Zoals ik net aangaf, kennen de Koran en Bijbel ook belangrijke, cruciale, verschillen. Het is belangrijk om dit te erkennen. Als voorbeeld een verduidelijking: een mens en een chimpansee komen qua DNA in 95% overeen. We kunnen echter niet zeggen dat een mens en een aap gelijk zijn. Nee, die overige 5% waarin de mens en de chimpansee niet overeenkomen is zeer belangrijk, daarin zien we namelijk waarin ze verschillen.

Net zoals het verschil van 5% bij de mens en chimpansee, zo is ook het verschil tussen de Bijbel en de Koran belangrijk. Een van de belangrijkste verschillen is dat in de Islam de Sharia-wetgeving ‘dé weg’ is naar het paradijs, terwijl de Bijbel ons leert dat Yeshua dé Weg, de waarheid en het leven is[3].

Islam

Islam is een Arabisch woord en betekent zoiets als ‘onderwerping’. Een moslim is ‘iemand die zich onderwerpt’ aan Allah. De Islam leert dat personen die ook in de Bijbel voorkomen in feite moslims waren, zij zouden zich onderworpen hebben aan Allah, bijvoorbeeld: Adam, Abraham, Jacob, Mozes, David en Jezus[4]. Opmerkelijk is dat deze personen allemaal vóór Mohammed’s tijd leefden. Deze mannen (en nog meer Bijbelse personages) worden door de Koran als profeten beschouwd. Hieronder een Koran-vers waar een aantal Bijbelse personages benoemd worden, zij het met iets andere benamingen.

Soera[5] 4:163: ‘’Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij Noeh en de Profeten na hem openbaarden. En Wij openbaarden (ook) aan Ibrahim en Ismaël en Isaac en Yacob, en de stammen (van Yacob), en Isa, Job, Jonah, Haaron en Soeleiman. En aan Dawoed gaven Wij de psalmen.[6]’’

De titel profeet heeft in de Koran de betekenis van ‘goddelijk aangestelde leider’ en niet noodzakelijkerwijs iemand die profeteert.

Volgens de Koran is de Islam de perfecte religie die nodig was, omdat men de Thora[7] en het evangelie en de andere boeken niet volgden. Dit kunnen we onder andere lezen in:

Soera 5: 46-47: ‘’En in hun voetstappen hebben Wij Isa[8], de zoon van Maryam gestuurd, de Thora bevestigend en wat vóór hen was. En Wij gaven hem de Bijbel, waarin Leiding en Licht was en de bevestiging van wat er van de Thora (reeds) vόόr hem was: als een Leiding en een Vermaning voor de godvrezenden. Laat de mensen van de Bijbel oordelen met dat wat Allah daarin geopenbaard heeft. En iedereen die niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft behoort tot de verdorvenen.’’

Soera 5:3: ‘’Op deze dag hebben de ongelovigen alle hoop op jullie godsdienst opgegeven, vrees hen dus niet, maar vrees Mij. Vandaag heb Ik de godsdienst voor jullie voltooid en Mijn gunst voor jullie volmaakt en heb de Islam voor jullie als godsdienst gekozen.’’

Volgens de Koran wordt men verantwoordelijk gehouden voor de zonden die men gedaan heeft. Dit kunnen we onder andere lezen in:

Soera 17:15: ‘’ Iedereen die recht gaat, gaat slechts recht ten bate van zichzelf. En iedereen die dwaalt, dwaalt slechts voor zijn eigen verlies. Niemand kan de last van een ander dragen. En Wij bestraffen nooit (iemand van jullie) tot Wij een Boodschapper hebben gezonden (die verduidelijkt wat er van jullie wordt verwacht).’’

Toch kan de god van de Koran genadig zijn en zonden vergeven als hij dat wil. Dit heeft tot gevolg dat moslims zo goed als ze kunnen moeten leven. Ze moeten zó leven dat ze naar de hemel kunnen gaan en op gods genadige oordeel wachten. Dit levert echter een probleem op, hetwelk we later zullen bespreken.

Volgens de Islam is het fundamentele probleem voor de mensheid dat ze onwetend is en dat men leiding nodig heeft om goed te kunnen leven.

De Koran leert dat god geen vader is:

Soera 112: ‘’ Zeg: “Hij is Allah, de Enige. Allah is Zichzelf- genoeg, Eeuwig. Hij verwekte niet, noch werd Hij verwekt. En niemand is Hem in enig opzicht gelijk.”’’

Voor moslims is Mohammed dé belichaming van de Islam en zij proberen hem te volgen als perfect voorbeeld. Mohammed’s uitspraken en daden zijn vastgelegd in geschriften die tezamen de ‘Hadith’ worden genoemd. Deze geschriften zijn, na de Koran, de belangrijkste om Islam-wetten uit te leren. Op de derde rang qua Islam-wetten, staat de ijma, dit is de overeenstemming van de moslim-geleerden.

De Bijbel daarentegen leert dat God liefde is, Hij is liefdevol in Zijn wezen. Dit wordt uitgelegd in 1 Korinthiërs 13.

Het komt erop neer dat God (Y-H-W-H[9] genoemd in het Hebreeuws) ons heeft geschapen om een liefdes-relatie te hebben. Je kunt namelijk niet liefhebben als je alleen bestaat, als er niemand anders is die je lief kunt hebben. Voordat God de mens schiep om een liefdesrelatie te hebben, was God ook al liefdevol. Maar hoe kan dat, als er nog niemand is die Hij lof kon hebben? De Bijbel leert ons dat Y-H-W-H bestaat uit de Vader en de Zoon. Deze beiden bestonden al vóór de schepping van de mens en zij hebben elkaar perfect lief.

Het Bijbelse begrip van liefde is niet hetzelfde als dat wij in het hedendaags taalgebruik kennen, namelijk romantische liefde. Nee, de liefde die de Bijbel onderwijst is ‘onzelfzuchtigheid die anderen behaagt’. Onzelfzuchtigheid is het op de ander gericht zijn: de ander willen behagen, niet op jezelf gericht zijn. Dat is wie God is, Almachtig, maar toch ook de meest nederige. Hij is het centrum van het universum, maar toch onzelfzuchtig.

Het zondeprobleem

Moslims geloven dat iemand die weinig zondigt, zich ook weinig zorgen hoeft te maken. Zij vragen zich dan af of het wel rechtvaardig is dat de Bijbel leert dat God iemand veroordeelt voor kleine zonden. De Bijbel leert namelijk dat elke zonde leidt tot de dood (Rom. 6:23: ‘’…het loon van de zonde is de dood, maar de genadegave van God is eeuwig leven, door Yeshua de Messias, onze Heere.’’).

Volgens de Bijbelse leer is zonde rebellie tegen God, tegen de Bron van het leven. De dood is de consequentie, het gevolg, van onze zonden.

God heeft ons absoluut lief, zoals een vader zijn kind liefheeft. Toch eist God ook rechtvaardigheid van ons[10]. Maar waar ligt de grenslijn? Die lijn kan Hij niet zomaar willekeurig trekken, want Hij is een rechtvaardige Rechter. Vergelijk Hem met een aardse rechter die alleen maar rechtvaardig oordeelt, maar geen genade toont. Als God daarentegen alleen maar genade zou tonen en niet rechtvaardig oordelen, dan zou deze aardse rechter nog rechtvaardiger zijn dan God. Dat kan niet.

We moeten hier anders naar kijken. God trekt geen lijn tussen rechtvaardigheid en liefdevolle genade bewijzen. Hij biedt aan iedereen genade aan, maar net zozeer als Hij iedereen genade biedt, vereist hij ook van iedereen gerechtigheid over elke zonde.

Ik heb de Bijbelse boodschap eerder eens als volgt samengevat:

‘In de Bijbel lezen we dat de dood er door een mens gekomen is (Adam, de voorvader van ons allen), evenzo is ook de opstanding der doden er door een Mens (hiermee wordt Yeshua bedoeld1).

Besef goed wat er gebeurd is toen de eerste mens, de eerste Adam, zondigde:

De HEERE God gebood de mens: Van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven. En wat deed de mens? De vrouw werd verleid door de slang doordat hij de woorden van God verdraaide door te zeggen dat ze de dood niet sterven zouden. Het vertrouwen werd niet op God gesteld, maar op de woorden van de Satan (de tegenstander).

En de vrouw zag, dat die boom goed was om ervan te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at2.

Toen kwam de dood er door één mens en is de dood over alle mensen gekomen en heeft hij bewerkt dat wij allen zondigden3.

In Exodus 34:7 lezen we dat God de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en in Ps. 7:12 lezen we: ‘’God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die iedere dag toornt.’’

Wat doet een rechter? Die spreekt recht.

Als u voor de rechter gedaagd wordt omdat u een moord hebt gepleegd, dan moet er een oordeel komen. Als u zegt dat het u spijt en belooft het niet meer te doen is dat goed, maar een rechtvaardige rechter zal u niet zomaar vrijspreken. Er moet vergelding plaatsvinden, er moet recht geschieden.‘

 Wij worden persoonlijk niet verantwoordelijk gehouden voor Adams zonden, maar een ieder voor zijn eigen zonden (zie Ez. 18:20 en Deut. 24:16). Het probleem startte echter wel bij Adam. Doordat hij zondigde, zondigen wij allen. Door onze eigen zonden laden we Gods gramschap op ons. Met dit punt kunnen moslims het wel eens zijn.

Ik ga verder met mijn samenvatting van de Bijbelse boodschap:

‘Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en zo de dood over alle mensen is gekomen, heeft die gebeurtenis zeer grote gevolgen gehad. Het leidt er namelijk toe dat ieder mens gescheiden is van Gods aanwezigheid en dat u daarom zo weinig van Hem ervaart. Tegelijkertijd mogen wij verheugd zijn dat we zo’n genadige God dienen, die een rechtvaardige en goede Rechter is. Het recht moet zijn beloop krijgen en moet er dus iemand gestraft worden voor de zonden.

In Psalm 86 lezen we ook dat God een graag vergevend God is. God Zelf heeft de oplossing gevonden in het geven van Zijn eniggeboren Zoon, Hij heeft onze schuld op Zichzelf genomen.

Rom. 3:25: ‘’God heeft Messias Yeshua openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen vanwege het voorbijgaan aan de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God.’’

1 Joh. 4:10: ‘’ Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft [tot] een verzoening voor onze zonden.’’

En daarom kan God de zonden vergeven zonder dat Hij daarin tekort doet aan Zijn recht, want toen Yeshua gekruisigd werd op Golgotha heeft het recht van God zijn volle loop gehad. Yeshua is voorgesteld tot een verzoening voor de zonden die wij begaan hebben. Dáárom kan God de zonden vergeven.

Dit is de kern van het geloof. Yeshua leerde ons dat wij ons moeten omkeren naar God; Hem moeten liefhebben om wat Hij voor ons heeft gedaan.‘

Met andere woorden: dit is dé oplossing voor het zondeprobleem. God betaalde Zelf voor onze zonden, dat is liefdevolle genade. Wij moeten ons bekeren van onze rebellie, geloven in wat Hij deed en Hem volgen.

Hier ligt dan ook meteen het grote verschilpunt tussen de Bijbelse boodschap en datgene wat de Islam leert. Denk aan ons voorbeeld over de 95% overeenkomst tussen de mens en een chimpansee en het verschil van 5%. De oplossing van het zonde-probleem, hét probleem van de mensheid, is het grote twistpunt tussen Islam en de Bijbelse godsdienst.

Volgens de Islam kan namelijk geen enkel mens tussenbeide komen tussen een zondaar en God. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Met andere woorden zegt de Islam dus dat Yeshua niet gestorven kan zijn voor de vergeving van onze zonden. Dit is juist de kernboodschap van de Bijbel! Wat moslims hierbij echter vergeten (of ontkennen), is dat Yeshua niet alléén mens was. Hij is de Goddelijke Messias. Dit is een van de kernpunten van de onenigheid tussen moslims en de Bijbelgetrouwe gelovigen. Onthoud dat goed, het is belangrijk voor het vervolg van deze studie.

Een ander punt dat de Islam naar voren brengt is dat het onrechtvaardig zou zijn als iemand de last van een ander draagt, laat staan de doodstraf. Als antwoord hierop kunnen we geven dat het niet onrechtvaardig is indien dit vrijwillig gebeurt. Als iemand vrijwillig de last van de ander op zich neemt is dit niet onrechtvaardig. Dat mag en kan!

Sommige moslims vragen zich af hoe het kan zijn dat Bijbelse gelovigen goed zouden doen, als God hen toch vergeeft en ze niet naar de hel gaan. Met andere woorden zouden ze erop los kunnen zondigen. Maar hierbij komt het aspect van gehoorzaamheid uit liefde naar voren, in tegenstelling tot gehoorzaamheid uit vrees voor straf.

Twee verschillende goden

Tot nog toe hebben we vastgesteld dat er grote verschillen bestaan tussen de Islam en het Bijbels getuigenis. Maar daar is nog niet alles mee gezegd. We willen nu nog dieper in gaan op belangrijke verschillen tussen de Koran en de Bijbel. Moslims nemen de Koran als uitgangspunt, terwijl Bijbelgetrouwe gelovigen de Bijbel als uitgangspunt nemen. Deze 2 boeken verschillen fundamenteel, dus we gaan nu kijken waarin het verschil onder andere zit. Deze achtergrondinformatie is belangrijk, om daarna vast te kunnen stellen dat het Bijbels getuigenis betrouwbaar is en ons de weg tot God wijst en dat de Koran hierin onbetrouwbaar is.

In de Islam was er eeuwen geleden een discussie over de vraag of de Koran reeds eeuwig bestond op het moment dat Mohammed het geopenbaard kreeg, of dat de Koran gecreëerd is.

Soera 43:2 leert namelijk: ‘’Voorwaar, Wij hebben hem als een Arabische Koran gemaakt. Hopelijk zullen jullie begrijpen.’’

Het Shia-gedachtegoed verklaart dat de Koran een geschapen boek is, dus gecreëerd door Allah. Dat betekent dat het vóór het moment van creëren nog niet bestond.

In de Islam is er een tijd een ‘Islamitische inquisitie’ geweest, een jacht op ketters, genaamd de Mihna. De grondlegger hiervan, genaamd Al-Mamum, in het jaar 813, verklaarde ook dat de Koran een geschapen boek is. Met andere woorden: de Koran bestond niet eeuwig. Er was een moment in de tijd dat het tot bestaan kwam.

De hoofdgedachte in de tegenwoordige Islam is dat de Koran wel eeuwig is en eeuwig bestond. Dit vormt echter een probleem voor de Islamitische eenheids-leer, de tawhid, waarin wordt gesteld dat er niets of niemand bestaat naast Allah. Aangezien Allah volgens die lering eeuwig en alleen bestaat, dus oneindig is, kan er niets bestaan naast hem (anders bestaat niet Hij alléén). De Koran kan dus niet óók eeuwig zijn, want dan zou Allah voor de schepping van de wereld zijn eenheid hebben moeten delen, namelijk met het boek de Koran. Als Allah zijn eenheid moet delen, is het geen eenheid meer, maar tweeheid (of hoe je het ook wilt noemen).

Islamitische geleerden hebben het hoofd gebogen over dit probleem, maar zeggen dat er geen verstandelijke oplossing is. Dit wordt in het Arabisch bila kayf genoemd.

Een onderwerp van discussie tussen moslims en Bijbelgetrouwe gelovigen, is vaak het onderwerp van de christelijke ‘Drie-eenheid’[11] tegenover de eenheid (tawhid) die de Islam onderwijst.

We kunnen echter niet zeggen dat de tawhid-leerstelling dé eenheidsleer in de Islam is. Nee, we hebben net hiervoor gezien dat er ook in de Islam discussie is over de eenheid van Allah. Deelt hij zijn eenheid met de Koran of is hij puur alleen?

Er is in de Islam echter nóg een gedachte over dit onderwerp, namelijk de Sufi-leer wahdat al-wujud. Letterlijk vertaald betekent dat ‘eenheid van wezen’. De sufi’s geloven als zodanig dat het gehele heelal god zou zijn. Dit idee is zo aanstootgevende voor andere moslims, dat zij de sufi’s als ketters beschouwen, als afgodendienaren.

Het woord van God

Nu we hebben gezien dat er in de Islam verschillend wordt gedacht over de ‘eenheidsleer’, gaan we eens kijken naar een belangrijke overeenkomst tussen de Islam en het Bijbelse getuigenis. Zowel de Islam als de Bijbel onderwijzen ons dat God Zich openbaart in deze materiële wereld, namelijk door Zijn Woord. Beide getuigenissen komen echter niet overeen in de vraag hóe een Eeuwige God zich dan openbaart. De Bijbel leert namelijk dat dit is door Yeshua, terwijl de Islam gelooft dat Allah zichzelf openbaart door de Koran. Dit levert een probleem op voor de Islam, namelijk ‘hoe kan de Koran, iets dat in zekere zin gescheiden is van Allah, een eeuwige uitdrukking van Allah zijn, zonder zijn absolute eenheid in gevaar te brengen?’. Voor hen die het Bijbels getuigenis geloven, is er echter geen probleem om te geloven dat een Eeuwige God Zichzelf kan openbaren in deze wereld, door Zijn Woord[12].

Dat gaan we nu zien:

Y-H-W-H (Gods Naam in het Hebreeuws) is God. Dat is Zijn wezen. Net zoals ik een mens ben. Dat is mijn wezen. De Bijbel leert ons verschillende aspecten over Gods wezen:

-        Rom. 3:30: ‘’Omdat Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof.’’

-        Joh. 6:27: ‘’…Dezen heeft God de Vader verzegeld.’’

-        Joh. 20:28: ‘’Thomas antwoordde en zei tot Hem (Yeshua): Mijn Heere en mijn God!’’

-        Rom. 9:5: ‘’Tot hen behoren de vaderen, en uit hen is, wat het vlees betreft, de Messias voortgekomen, Die God is, boven alles, te prijzen tot in eeuwigheid. Amen!’’

-        2 Petr. 1:1: ‘’Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Yeshua Messias, aan hen die een even kostbaar geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker, Yeshua Messias:’’

-        Hand. 5: 3-4: ‘’ En Petrus zei: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld, zodat u gelogen hebt tegen de Heilige Geest en...  U hebt niet tegen mensen gelogen, maar tegen God.’’

-        Joh. 14: 16-17: ‘’Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; Namelijk de Geest der waarheid.’’

-        Mat. 28:19: ‘’Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.’’

Uit bovenstaande verzen kunnen we afleiden dat zowel Yeshua, als de Vader en de Heilige Geest God worden genoemd. Zij zijn één in wezen, maar worden soms toch onderscheiden benoemd in de Bijbel.

Dit is niet een concept dat we alleen in het Nieuwe Testament vinden. Ook in de Tenach (‘Oude Testament’) zien we hier al hints naar. In Genesis 1:1 staat namelijk ‘’In den beginne schiep God den hemel en de aarde’’. In de grondtekst (Hebreeuws) staat voor ‘God’ het woordje Elohim. Dit woord heeft een meervoud-uitgang, maar toch wordt het werkwoord ‘scheppen’ vervoegd in het enkelvoud. Er staat namelijk niet: ‘in den beginne schiepen Elohim de hemel en de aarde’. Nee, er staat schiep, in het enkelvoud, terwijl de persoonsvorm in meervoud is.

Ook in Gen. 1:26 zien we een hint: ‘’En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis...’’. Hier spreekt God (Elohim) wel in de meervoud-vorm. Sommigen brengen hier tegenin dat er sprake is van majesteitelijk meervoud, net zoals het koninklijk huis dat doet met officiële berichtgevingen. Het majesteitelijk meervoud bestaat wel in de Nederlandse taal, maar niet in het Hebreeuws[13].

Denk ook aan teksten als Gen. 18, waarin we zien dat Y-H-W-H bij Abraham komt (dus God op aarde) en Hij spreekt daar in de wij-vorm. Iets anders zien we in Gen. 19:24, waar het er bij de vernietiging van Sodom en Gomorra op lijkt dat Y-H-W-H Zich zowel op aarde als in de hemel bevond: ‘’Toen deed de HEERE[14] zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen, van den HEERE uit den hemel.’’

Zie hierbij ook Amos 4:11: ‘’Ik heb sommigen onder ulieden omgekeerd, gelijk God Sodom en Gomorra omkeerde... spreekt de HEERE.’’

De HEERE spreekt hier in Amos in de 3e persoon over God.

Een ander voorbeeld vond ik in Genesis 11, rondom de torenbouw van Babel.

Gen. 11: 5, 7: ‘’Toen kwam de HEERE neder, om te bezien de stad en den toren, die de kinderen der mensen bouwden… Kom aan, laat Ons neerdalen, en laat Ons hun spraak aldaar verwarren, zodat zij geen van allen elkaars taal zullen begrijpen.’’

Hier komt de HEERE neer op aarde en spreekt weer in de ons-vorm, dus een meervoudsvorm.

Het is belangrijk om te beseffen dat deze teksten in de Tenach staan, het ‘Oude Testament’. De Tenach was namelijk de Bijbel die Yeshua en Zijn discipelen lazen. Yeshua erkent, dat wat er in de Tenach geschreven staat juist is, en de waarheid is. Dit zien we in Mat 5:17, waar Hij zegt: ‘’Meen niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten[15] te ontbinden…’’

Waarom zijn deze teksten belangrijk? Omdat we de volgende verzen in de Koran vinden:

Soera 5:73: ''Zeker, de ongelovigen zullen degenen zijn die zeggen: “Allah is een derde van drie (goden).” Maar er is geen god dan de Ene God (Allah)...''

Soera 5:116: ''En (gedenk) toen Allah zei: “O, Isa, zoon van Maryam! Heb jij tegen de mensen gezegd: “Aanbidt mij en mijn moeder als twee goden naast Allah? Hij (Isa) zei: “Verheerlijkt zij U! Het is niet aan mij om te zeggen waarop ik geen recht heb...''

Soera 16:51: ''En Allah zegt: “(O Mensheid)! Neem geen twee goden in aanbidding. Waarlijk, Hij (Allah) is de enige god. Vrees daarom Mij alleen.”

Wanneer de Koran stelt dat God niet uit 3 goden kan bestaan, dan is dit met als achtergrond de gedachte dat sommige christenen Maria als godin aanbidden. Met andere woorden: moslims zien dat bepaalde christenen Maria aanbidden (een mens, die niet bestond van vóór de schepping van de wereld). Deze Maria-aanbidding wordt als afgoderij gezien, en terecht. Om Maria op gelijk niveau met Yeshua te stellen, doet geen recht aan de Bijbel. De Islam zegt in feite dus dat de christenen die Maria vereren meerdere goden aanbidden, hetgeen polytheïsme wordt genoemd.

De Bijbel onderwijst ons echter geen meergodendom, geen meerdere goden die aanbeden moeten worden, maar de Bijbel leert ons dat God één is:

Deut. 6:4: ‘’Hoor, Israël! de HEERE, onze God, is een enig HEERE![16]’’

Yeshua erkent ook deze geloofsbelijdenis, als we lezen:

Mark. 12:29: ‘’En Yeshua antwoordde hem: Het eerste van al de geboden is: Hoor, Israël! de Heere, onze God, de Heere is één.’’

In het Hebreeuws wordt het woordje echad[17] gebruikt, dat als een samengestelde eenheid gebruikt kan worden. Denk aan Adam en Eva die tot één vlees worden. Ook daar wordt voor ‘één’ hetzelfde woordje, echad, gebruikt.

Gen. 2:24: ‘’Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij (meervoud) zullen tot een vlees zijn.’’

Andere voorbeelden van dit één worden van meerdere delen zijn te vinden in Gen. 1:5, Num. 13:23 en Ez. 37:17.

Uit de Bijbel kunnen we dus leren dat God één is, en hierin is Yeshua één met de Vader.

En de joden dan?

Moslims vragen zich soms af hoe het komt dat alleen christenen in de Drie-eenheid geloven, terwijl joden dit niet doen, hoewel zij toch ook het ‘Oude Testament’ lezen. Als dit concept zo Bijbels zou zijn, dan zouden de joden dit op zijn minst toch ook moeten erkennen?

Sommige joden geloven wel dat God een ‘samengestelde eenheid’ is[18]. De Joods-mystieke leer onderbouwt dit namelijk in het boek de Zohar, in de toelichting op het ‘shema’, de zojuist genoemde geloofsbelijdenis uit Deut. 6:4.

Op een andere plek hoop ik met Gods hulp in te gaan op de betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament, bezien vanuit joodse optiek. Op die plek komen dan onder andere stukken naar voren waaruit blijkt dat men in de tijd van Yeshua wel zeker een Goddelijke Messias verwachtte.

Roomse ketterij

Een ander argument dat moslims aanhalen om te ‘bewijzen’ dat Yeshua niet God is, is hun stelling dat Zijn goddelijkheid pas vastgesteld werd in het jaar 325, tijdens de kerkvergadering in Nicea. Allereerst vergeten zij dan de teksten uit Johannes 20:28, Romeinen 9:5 en 2 Petrus 1:1 die we hierboven hebben gelezen. Laten we eens kijken wat er gebeurde tijdens die kerkvergadering in Nicea.

In het jaar 325 nodigde keizer Constantijn 1800 bisschoppen uit zijn hele rijk uit om een discussie te voeren over het standpunt van een zekere meneer Arius. Deze meneer Arius geloofde dat Jezus de Zoon een begin had. Hij moet dus op enig moment in de tijd geschapen zijn, terwijl God zonder begin was. Hieruit volgde zijn conclusie dat de Zoon geen deel van God is, of van Zijn wezen.

Van de 1800 bisschoppen konden er slechts 318 komen, omdat er even daarvoor gruwelijke geloofsvervolgingen waren geweest. Door die 318 bisschoppen werd Arius als polytheïst beschuldigd, iemand die in meerdere goden gelooft. Men leek het toen verstandig om een geloofsbelijdenis op te stellen om verdere verwarring te voorkomen. Die geloofsbelijdenis bestaat nog steeds en is bekend onder de naam ‘geloofsbelijdenis van Nicea’.

Belangrijk is om te beseffen dat tijdens deze vergadering níet werd gediscussieerd over de vraag wélke Bijbelboeken tot het Nieuwe Testament gerekend moesten worden. Nee, het Nieuwe Testament bestond toen al lang. Er werd ook niet besloten óf men moest geloven dat Jezus God was. Nee, die bisschoppen die daar kwamen geloofden dat toen al. Dit toont aan dat men vóór het jaar 325 al geloofde dat de Zoon God was.

Hoewel er veel meer over te zeggen valt, valt het buiten de doelstelling van dit boek om een uitgebreide studie te geven over de vraag of er al dan niet een Drie-eenheid onderwezen wordt in de Bijbel. Waarom ik dit onderwerp toch korte aanhaalde, is om aan te tonen dat het Islamitische begrip van ‘de eenheid van Allah’ anders is dan het Bijbelse begrip van ‘de eenheid[19] van God’.

De Islamitische leerstelling dat Allah puur één is, dat alleen híj bestond vóór de schepping bijvoorbeeld, levert problemen op. Zoals we hiervoor al hebben gezien, kan iemand die alleen bestaat in feite niet relationeel zijn. Hij heeft namelijk iemand nodig om die relatie mee te kunnen hebben. De God van de Bijbel daarentegen wil een relatie met de mens, Hij is liefde in Zichzelf[20]. En dat kan ook, want Hij is één met Zijn Zoon, Die reeds bestond voor de schepping van de wereld. De Islam kent in feite niet een god die de mens liefheeft, alhoewel dit wel een veelgehoorde les is in de Islam. De relatie van hemelse Vader tot aards kind (zoals wij allen zijn), wordt wel door de Bijbel onderwezen[21], maar niet door de Koran, die juist stelt dat wij slechts schepselen zijn, niet geliefde kinderen van Allah.

Hoe de eenheid van de God van de Bijbel precies in elkaar zit, is niet duidelijk te beschrijven. Door de eeuwen heen zijn hier al talloze discussies en ruzies over geweest. Ik ben van mening dat de God die ons het verstand heeft gegeven, ons verstand te boven gaat. Hij is wat dat betreft niet te doorgronden. Hierom ben ik van mening dat we het, met eerbied gezegd, moeten doen met de Bijbelteksten die we hebben, waaronder de teksten die hierboven genoemd zijn.

Theofanieën

De vraag moet eigenlijk niet zijn of een mens God kan zijn, maar veeleer of God in de vorm van een mens kan verschijnen. Een zichtbare vertoning van God aan de mens wordt in de godsdienst-wetenschappen wel een theofanie genoemd. Zulke Gods-verschijningen in mensenvorm komen in de Tenach (het ‘Oude Testament’) al meerdere keren voor, hieronder een aantal voorbeelden van zowel Gods-verschijningen in mensenvorm als in andere vormen:

-        Gen. 3:8: ‘’En zij hoorden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof.’’

-        Gen. 18: 1-2: ‘’Daarna verscheen de HEERE aan hem (Abraham) bij de eiken van Mamre, toen hij in de ingang van de tent zat en de dag heet werd. Hij sloeg zijn ogen op, en keek, en zie, er stonden drie mannen voor hem.’’ Later in de hoofdstuk lijkt het er sterk op dat de HEERE de hele tijd bij Abraham en Sara aanwezig is, want Hij reageert direct op iets wat in het gesprek tussen Hem en Abraham gebeurt, namelijk in vers 12-13: ‘’Daarom lachte Sara in zichzelf: Zal ik nog liefdesgenot hebben, nu ik oud geworden ben en ook mijn heer oud is? En de HEERE zei tegen Abraham: Waarom heeft Sara toch gelachen en gezegd: Zou ik ook werkelijk baren, nu ik oud geworden ben?’’

-        Gen. 32:30: ‘’Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn leven is gered.’’

-        Ex. 13:21: ‘’De HEERE ging vóór hen uit, overdag in een wolkkolom om hun de weg te wijzen, en 's nachts in een vuurkolom om hun licht te geven, zodat zij dag en nacht verder konden trekken.’’

-        Ex. 24: 9-11: ‘’Vervolgens klommen Mozes en Aäron naar boven, en ook Nadab en Abihu met zeventig van de oudsten van Israël. En zij zagen de God van Israël. Onder Zijn voeten was er iets als plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf. Hij strekte Zijn hand niet uit naar de aanzienlijken van de Israëlieten. Nadat zij God gezien hadden, aten en dronken zij.’’

-        Ex. 34: 5-6: ‘’ Toen daalde de HEERE neer in een wolk, ging daar bij hem (Mozes) staan en riep de Naam van de HEERE uit. Toen de HEERE bij hem voorbijkwam, riep Hij: HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw…’’

-        Ex. 40:34: ‘’Toen overdekte de wolk de tent van ontmoeting, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde de tabernakel.’’

En natuurlijk het bekende voorbeeld van de brandende braamstruik uit Ex. 3:2-6. Hierin ziet Mozes een braamstruik branden terwijl het niet verteerd wordt. Als hij dan gaat kijken spreekt God tot Hem vanuit het vuur. Deze geschiedenis komt ook in de Koran voor[22], maar dat vormt meteen een probleem voor de Islam. Het probleem is namelijk dat de Islam leert dat Allah verborgen is achter een sluier[23] en niet zichtbaar in de wereld verschijnt. De Islam heeft dus een probleem als ze deze gebeurtenis van Gods verschijning in de brandende braamstruik moeten verklaren. Deze plaats was heilig en daarom moest Mozes zijn schoenen uitdoen, wat zowel door de Bijbel als de Koran[24] wordt beschreven. De grond waarop Mozes staat was op een berg, en grond is in zichzelf niet heilig. Het kan wel geheiligd worden door Gods aanwezigheid. Dat kan dus wel volgens het Bijbels getuigenis, maar volgens de Koran kan Allah, zoals gezegd, dus niet op aarde verschijnen.

We hebben zojuist gezien dat God op aarde kan verschijnen. In de profeten van de Tenach (het ‘Oude Testament’) staan voorzeggingen dat God onder de mensen geboren zou worden. God zou een menselijke natuur aannemen, in plaats van dat Hij zijn goddelijke natuur zou wijzigen. Laten we eens 2 voorbeeld-profetieën bekijken:

-        Jesaja 7:14: ‘’Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel[25] geven.’’

-        Jesaja 9:5: ‘’Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.’’

Jesaja schreef dit tussen 701-681 v. Chr[26]. Hij heeft dus aangekondigd dat er een bijzondere geboorte zal gaan plaatsvinden in de toekomst (vanuit zijn perspectief). Die bijzondere geboorte is gekomen, namelijk bij de geboorte van Yeshua de Messias. Moslims proberen deze uitspraken van Jesaja weg te redeneren door te stellen dat er eigenlijk iets anders bedoeld werd door hem, dan wat we nu in onze Bijbelvertalingen lezen. Zo proberen zij de mensen ervan te weerhouden deze profetieën als ‘messiaans’ te beschouwen. Messiaans betekent dat het ziet op de komst van de Messias.

Op een andere plek hoop ik verder in te gaan op het concept van Messias en of deze profetieën door de joden net zo worden geïnterpreteerd als door moslims. We gaan daar deze teksten verder analyseren. Voor nu is het belangrijk om vast te stellen dat er geprofeteerd is dat God onder de mensen geboren zou worden. Herinnert u nog dat moslims niet geloven dat Yeshua God is? Het is belangrijk om dit te beseffen, want dat is nog steeds een van de grote verschillen tussen de Koran en de Bijbel en het is van cruciaal belang om de rest van deze studie te begrijpen.

Kritiek vanuit de Islam

Nu komen we tot een wezenlijk onderdeel van deze studie, doordat we een aantal aantijgingen vanuit de Islam ten opzichte van de Bijbel gaan bespreken. Laten we als eerste de volgende stelling van meneer Shabir Ally bespreken:

-         ‘’De hemelse Vader doet aan kosmisch kindermisbruik door Zijn eigen Zoon te straffen voor de zonden van anderen.‘’

Deze stelling is makkelijk te weerleggen nu we weten dat de Zoon ook God is en de straf vrijwillig op Zich nam. Het is niet zo dat God een willekeurig slachtoffer strafte. Nee, de Rechter Zelf betaalt vrijwillig, ten bate van de crimineel (ons als mensheid). De Rechter moet ons schuldig verklaren, omdat wij Zijn wetten hebben overtreden, maar tegelijkertijd betaalt Hij Zelf de straf voor onze misdaden. Dat is genade. Dat is liefde.

Een andere tegenwerping vanuit de Islam is de volgende vraag:

-         ‘’Hoe kan God sterven aan het kruis, terwijl God eeuwig is en dus in feite onsterfelijk? Wie regeerde dan het universum op het moment dat God stierf?’’

Om deze vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst iets weten over hoe moslims naar het sterven kijken. Moslims geloven namelijk dat wanneer een mens sterft, zijn ziel niet sterft. De ziel blijft doorleven als het lichaam sterft. Zo kunnen we als antwoord op deze vraag antwoorden dat Yeshua aan het kruis werd gedood met betrekking tot Zijn aardse lichaam, doch God hield niet op met bestaan. Het lichaam stierf, doch Zijn ziel leefde voort.

De Zoon stierf, maar de Vader regeerde op dat moment verder het universum.

De volgende vraag komt voort uit de volgende Bijbeltekst, 1 Joh. 4:12: ‘’Niemand heeft ooit God gezien. Als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en is Zijn liefde in ons volmaakt geworden.’’

-        ‘’Hoe kan Yeshua God zijn, terwijl dit Bijbelvers aangeeft dat niemand God heeft gezien? Yeshua is toch zeker wel van de mensen gezien.’’

Het antwoord op deze vraag moeten we niet bezien van de Islamitische visie op eenheid (de tawhid), maar vanuit de Bijbelse visie. Laten we Joh. 1:18 bekijken:

‘’Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard.’’ Hieruit leren we dat niemand God de Vader heeft gezien, maar door Yeshua zien we Hem wel, want in Joh. 14:9 lezen we: ‘’Yeshua zei tegen hem: Ben Ik zo'n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?’’

Dóór Yeshua zien wij de Vader wel. Telkens als iemand in de Bijbel God ziet (denk aan de teksten uit de Tenach op voorgaande bladzijden), dan zien ze Yeshua. Yeshua is namelijk op een bepaald moment in de wereld gekomen, geboren uit een maagd, maar voordat Abraham bestond, was Hij er al[27].

Een andere tegenwerping vanuit de Islam komt vanuit haar begrip op Allah en dat begrip wordt geprojecteerd op de God van de Bijbel. Laten we eerst het argument bekijken:

-        ‘’Het is beneden Gods waardigheid (als Koning en Rechter van het heelal) om af te dalen naar deze vuile wereld’’.

Deze gedachte komt voort uit het Godsbeeld dat iemand heeft. Vanuit de Islam leren we dat Allah een afstandelijke god is die geen directe toenadering zoekt tot de mensheid. Vanuit de Bijbel leren we dat God een liefhebbend God is die tegemoetkomt aan onze problemen die we zelf hebben veroorzaakt. Hij wil het loon op de zonde betalen, hij nam namelijk de dood op Zichzelf, terwijl wij die verdienen.

Een voorbeeld maakt het hopelijk wat duidelijker: Stel je voor dat je een rijke koning bent met veel aanzien en je bent net op weg naar een ceremonie, in je mooiste kleding. Onderweg kom je langs een moeras met drijfzand en daar zie je een van je kinderen bijna verdrinken. Je bediende stelt voor om het moeras in te gaan om jouw kind te redden. Een echt liefhebbende ouder wil dit echter zelf doen. Hij wil zelf het drijfzand ingaan om zijn kind van de dood te redden, ongeacht of hij nu zijn mooiste kleding aanheeft. Hij legt graag zijn waardigheid af om zijn kind van de dood te redden. Als een aardse koning dit al wil doen, hoeveel te meer wil onze Hemelse Koning, onze Hemelse Liefdevolle Vader dit doen voor ons, Zijn zondige kinderen, die redding nodig hebben.

Het ontstaan van de Koran

Tot nog toe hebben we ons voornamelijk bezig gehouden met het verschil in godsbeeld dat we leren uit zowel Koran als Bijbel. In dit gedeelte gaan we in op het verschil in ontstaan tussen de geschriften van de Koran en de Bijbel. Uit de Bijbel respectievelijk Koran leren we namelijk de inhoud van beide boeken. We moeten echter weten hoe de geschriften ontstaan zijn om meer te kunnen zeggen over de betrouwbaarheid ervan.

Laten we allereerst eens kijken wat de Koran leert over de Thora en het evangelie (belangrijke onderdelen van de Bijbel):

-        Soera 5:68a: ‘’Zeg (O Mohammed): “O, Mensen van het Boek! Jullie zijn niet (op de juiste weg) totdat jullie je vasthouden aan de Thora en de Indjiel (=evangelie) en aan wat jullie door jullie Heer neergezonden is. ”

Hieruit kunnen we dus leren dat, volgens de Koran, zowel de Thora als het evangelie geïnspireerde geschriften zijn.

Van de Koran wordt beweerd dat Mohammed deze geopenbaard heeft gekregen. De Koran zou door Allah geschreven zijn en daarom geen fouten bevatten. Het zou volgens de Islam de ultieme leer zijn.

Uit de Koran zelf kunnen we echter afleiden dat het mondeling is doorgegeven en aanvankelijk niet als eenheid op schrift afgeleverd is. In plaats van volledige verhalen, staan er vaak passages in als ‘’denk aan de tijd toen…’’.

Dit veronderstelt dat de toehoorder het verhaal elders al eens gehoord heeft.

Intrekking en de laatste vorm van de Schrift

Toen Mohammed nog in leven was gaf hij soms rectificaties van gedeeltes van de Koran. Er waren bijvoorbeeld teksten die tot de Koran behoorden, maar die werden op een bepaald moment weer ingetrokken door Mohammed en werden niet meer als Schriftuurlijk gezien. Mensen kwam hier tegen in opstand en vroegen hem hoe het kwam dat hij bepaalde Schriftgedeelten weer kon intrekken, terwijl het als woord van god was geproclameerd. Hoe kan het dan na verloop van tijd ineens niet meer het woord van god zijn?

Mohammed verweert zich hiertegen in Soera 2:106: ‘’Van elk Vers dat Wij teniet doen of doen vergeten: Wij brengen er iets beters voor in de plaats. Weten jullie niet dat Allah in staat is om alles te doen?’’

Met andere woorden zegt hij dat Allah alle macht heeft en dus ook de macht heeft om eerst iets als waarheid te openbaren, en dit later weer in te trekken en er een andere waarheid voor in de plaats te zetten. Dit alles onder het mom van almachtigheid. Als dit de Islamitische visie op waarheid is, dan is dit dus aan de wispelturigheid van Allah onderhevig. De Bijbel daarentegen leert dat Gods Woord de waarheid is[28]. Die is onveranderlijk[29] en God zal dus niet zomaar dingen veranderen die Hij daarvoor heeft onderwezen. Dat is ook een reden waarom wij geloven dat de Shabbat nog steeds geheiligd dient te worden, en niet de zondag.

Het was niet zo dat men in de tijd van Mohammed passages uit de Koran scheurde, want die was toen nog niet eens geschreven. Nee, men stopte simpelweg met het reciteren van bepaalde passages die Mohammed daarvoor als waarheid had gebracht. Dit alles gebeurde dus vóórdat de uiteindelijke vorm van de Koran ontstond.

Bij het ontstaan van de Bijbel ging het anders. De boeken van de Bijbel waren immers al voltooid voordat ‘de kerk’ deze erkende als ‘de Schrift’. Er was op dat moment dus geen mogelijkheid meer om delen van Bijbelboeken in te trekken of af te schaffen.

Op een ander punt in de studie hopen we dieper in te gaan op het ontstaan van de Bijbel.

De meeste praktische leringen in de Islam komen niet uit de Koran, maar uit de Hadith. De Hadith is, zoals gezegd, de verzameling van Mohammed’s uitspraken en daden die op schrift zijn vastgelegd. Toch heeft de gemiddelde moslim geleerden nodig om uitleg te krijgen om de Hadith praktisch te kunnen toepassen. Het is dus niet zo dat een moslim direct naar de Koran gaat om zijn praktische levenswandel te kunnen bepalen. Dat komt onder andere ook omdat de Koran-tekst in het Oud-Arabisch is overgeleverd en omdat de context in veel passages onduidelijk kan zijn. Maar misschien speelt ook wel mee dat sommige gelezen verzen in de Koran op een later moment weer ingetrokken zijn en dus niet meer van toepassing…

De tegenstrijdigheden-beschuldiging

De Bijbel wordt door moslims bestempeld als een boek dat vol tegenstrijdigheden staat, terwijl zij beweren dat er in de Koran geen enkele tegenstrijdigheid bestaat. De veronderstelde tegenstrijdigheden zeggen bij nadere beschouwing echter meer over de lezer dan over de tekst zelf. De lezer kan de verschillen namelijk harmoniseren en proberen uitzonderingen te maken voor de schijnbare tegenstrijdigheden. Vooral als men de context van de tekst daarbij in ogenschouw neemt.

Hoewel de claim van moslims is dat er geen tegenstrijdigheden in de Koran voorkomen, kunnen we er zo al 120 (!) opnoemen. Dat varieert van de vraag wie de allereerste gelovige zou zijn geweest, tot verschillen in het scheppingsverhaal (bijvoorbeeld in volgorde en het aantal scheppingsdagen). In deze studie gaan we echter niet diep in op de tegenstrijdigheden, maar we willen veeleer de inhoudelijke verschillen tussen Koran en Bijbel behandelen.

Een belangrijke beschuldiging van moslims ten opzichte van de Bijbel is de veelgehoorde veronderstelling dat de Bijbel veranderd zou zijn in de loop van de geschiedenis. Zij baseren deze claim op de Koran-lering dat de Koran inhoudelijk hetzelfde zou onderwijzen als de Bijbel. Dat de Koran de Thora en het evangelie bevestigt (we hebben die Soera gezien hierboven). In de praktijk zien we echter fundamentele verschillen tussen de Bijbelse onderwijzing en dat wat de Koran onderwijst. De Koran verklaart dat de komst van Mohammed al geprofeteerd was in de Bijbel, maar in de Bijbel die we heden ten dage hebben vinden we die profetie niet.

Vandaar de islamitische bewering dat de Bijbel veranderd is. De Koran is immers pas honderden jaren later geopenbaard en moet het daarom bij het rechte eind hebben (volgens de moslims). We gaan straks zien dat deze bewering niet klopt.

We hebben hiervoor reeds een Koran-citaat gezien waarin staat dat de mensen van het Boek niet op de juiste weg zijn totdat zij zich vasthouden aan de Thora en het evangelie. Deze claim bevestigt dat ten tijde van Mohammed de joden en christenen hun heilige teksten reeds in bezit hadden. De Thora en het evangelie waren in die tijd dus al in omloop. Zij konden dus volgende dit Koran-vers het rechte pad volgen door te gehoorzamen aan de Thora en het evangelie. Verder staan er een paar verzen in de Koran die moslims graag aanhalen tégen de Bijbel, om te zeggen dat de Joden en christenen hun geschriften hebben verlaten voor leugens. Als je er al vanuit zou gaan dat die bewering klopt, dan nog staat hier niet dat de geschriften van de joden en de christenen vals zouden zijn, maar veeleer dat zij de geschriften, die waar zijn, verlaten hebben om leugens te gaan geloven.

Als de moslims kritiek hebben op de Bijbel, dan hebben ze voornamelijk voor ogen dat er moedwillig veranderingen in de Bijbeltekst zouden zijn aangebracht door bepaalde machthebbers. Denk aan vermeende weglatingen of toevoegingen.

Het is simpelweg niet mogelijk dat de tekst van de Bijbel veranderd is door weglatingen of toevoegingen. Neem als voorbeeld de eerste brief van Petrus. Petrus zond die brief zond aan de ‘vreemdelingen in de verstrooiing’ in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië[30]. We weten uit de geschiedenis dat die gemeenten een kopie van de brief maakten en die weer verzonden aan andere gemeenten. Stel dat deze brief van Petrus 5x werd gekopieerd en verzonden en dat al die ontvangende gemeenten hetzelfde deden. Dan heb je direct al 31 kopieën met dezelfde inhoud. Als iemand na verloop van tijd de tekst zou willen veranderen, dan moest je al die 31 kopieën zien te verzamelen. Het probleem voor deze theorie is dat er in die tijd nog niet één autoriteit was die dat überhaupt zou willen doen, laat staan kon doen. Pas in de 4e eeuw (dus zo’n 300 jaar later) kwam er een centrale christelijke macht die dat eventueel gedaan zou kunnen hebben. Op dat moment waren er echter al duizenden kopieën verspreid over de gemeenten. Als die christelijke macht al deze kopieën opgespoord en veranderd zou hebben, dan zou dat zeer veel invloed gehad hebben en dan zouden we daar toch zeker iets van moeten lezen in de geschiedenis, in de bronnen uit die tijd. Dit zou immers nooit zonder kritiek gebeurd kunnen zijn.

Bij de Koran daarentegen is er wel vermelding van een autoriteit die de Koran-teksten verzamelde en manipuleerde. Van 644-655 na Chr. Regeerde een zekere kalief Uthman over de volledige Oemah. In zijn tijd waren er al onenigheden over verschillen in de inhoudelijke voorlezing van de Koran-tekst. Dit was al in 20 jaar na Mohammeds dood. Zo snel was er dus al onduidelijkheid over de inhoud van de Koran. In die tijd verzamelde Uthman alle Koran-manuscripten en vernietigde ze door vuur en gaf gaf een officiële ‘standaard-kopie’ van de Koran uit. Vrome metgezellen van Mohammed verzetten zich hier echter hevig tegen en die strijd werd vastgelegd. De Islamitische geschiedschrijving doet geen poging deze Koran-verbranding geheim te houden met als gevolg de propaganda voor die nieuwe standaardversie.

Als moslims dus de Bijbel willen afschrijven op grond van de vermeende verandering van de Bijbeltekst, dan moet men eerst naar de geschiedenis van de Koran kijken. Vervolgens kan men vergelijken en dan blijkt welk boek de beste papieren heeft: de Bijbel.

Een ander belangrijk punt is dat men het getuigenis van slechts één man moet geloven (Mohammed) om de Koran te kunnen accepteren. De Bijbel, aan de andere kant, heeft getuigenis van vele gemeenschappen die de Goddelijke inspiratie van de Bijbeltekst betuigen. Dat getuigenis komt dus niet uit de mond van slechts één persoon. Als de moslim dan tot deze erkentenis komt en persoonlijke leiding van de God gaat zoeken in de Koran, dan wordt hij niet bemoedigd door wat hij daar leest. De Bijbel daarentegen staat vol met bemoedigende teksten voor de oprecht zoekenden. Ook voor de mensen in deze tijd. De Bijbeltekst overstijgt de tijden en vindt weerklank bij heel Gods volk door de eeuwen heen.

Hoe weten we of de Koran of de Bijbel waar is?

Nu gaan we kijken naar inhoudelijk doctrines om te kunnen concluderen of we de Bijbel of de Koran moeten geloven.

Moslims vinden het evangelie niet overtuigend en niet noodzakelijk om te lezen. In de Islam leren zij immers al dat hun god, Allah, liefdevol is, Mohammed vredevol is en de Koran prachtig is en dat de tawhid (Islamitische eenheidsleer) de perfecte doctrine is. Zij geloven dat het waarlijk volgen van de Sharia iemand rechtvaardig maakt voor Allah. Zij voelen geen noodzaak om het evangelie te geloven en zij zien het evangelie zeker niet als superieure boodschap. In vergelijking met andere godsdiensten proberen moslims aan te tonen dat de Islam de waarheid is.

Vele godsdienten in deze wereld geven vooringenomen redenen om hun godsdienst te geloven, maar Bijbelgetrouwe gelovigen en moslims maken beiden claims die getest kunnen worden aan de hand van wat er in de geschiedenis is gebeurd. Bijvoorbeeld met betrekking tot de persoon van Yeshua. Een voorbeeld:

De Bijbel leert ons dat Yeshua aan het kruis gestorven is:

-        Mark. 15:27, 37: ‘’Zij kruisigden met Hem (Yeshua) twee misdadigers, een aan Zijn rechter- en een aan Zijn linkerzijde… En roepend met luide stem gaf Yeshua de geest.’’

-        Joh. 19: 32-33: ‘’De soldaten dan kwamen en braken wel de benen van de eerste en van de ander die met Hem gekruisigd was, maar toen zij bij Yeshua kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet.’’

De Koran leert het tegenovergestelde:

-        Soera 4:157: ‘’En wegens hun uitspraak: “Wij hebben de Messias, Isa de zoon van Maryam gedood” – maar zij hebben hem niet gedood, noch hem gekruisigd, maar de gelijkenis van Isa werd op een andere man gelegd. En degenen die daarin van mening verschillen zitten vol twijfel. Zij hebben daar geen kennis over, zij volgen niets anders dan gissingen en zij doodden hem niet.’’

Bovenstaande getuigenissen kunnen niet beide juist zijn. Hij moet ofwel gekruisigd en gestorven zijn (wat de Bijbel leert) of Hij is niet gekruisigd en gestorven (wat de Koran leert). Een van de twee is juist.

Hoe gaan we de waarheid vinden? Hoe weten we of de Bijbel of de Koran de waarheid vertelt over deze gebeurtenis? De hoofdvraag in ons onderzoek naar beide godsdiensten is wat het Bijbels getuigenis in zijn kern bepaalt en wat het Islamitisch getuigenis in zijn kern bepaalt? Met andere woorden: wat moet minstens waar zijn om de Bijbelse boodschap waar te laten zijn? En daar tegenover: wat moet tenminste waar zijn om het Islamitisch getuigenis waar te laten zijn?

Voor de Bijbel is dat vrij simpel. Er is namelijk één Bijbelvers dat de drie kernpunten van het geloof krachtig samenvat. Die drie kernpunten kunnen we toetsen. Als die drie punten niet kloppen, dan is het fundament onder de Bijbel niet stevig. Daartegenover staat dat indien die drie punten wél kloppen, het fundament voor de Bijbel zeer stevig staat en de Bijbel dus geloofwaardig is.

Wat zijn die drie kernpunten? Laten we het Bijbelvers erbij pakken:

-        Rom. 10:9: ‘’Als u met uw mond de Heere Yeshua belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.’’

De punten zijn: geloven dat Yeshua stierf (1) en uit de doden is opgewekt (2) en dat Hij Heere[31] is (3). Deze drie punten kunnen getest worden vanuit een historisch oogpunt. De opstanding is het teken dat Yeshua vóór Zijn dood gaf, om Zijn goddelijke macht daarin te bewijzen[32].

Deze drie punten worden door de Koran juist ontkend. Bijvoorbeeld met betrekking tot het Heer-zijn van Yeshua beweert de Koran dat Hij niet heeft gezegd dat Hij God is[33]. Daarnaast beweert de Koran dat Yeshua niet gekruisigd is, zoals we net hebben gelezen. Als Hij niet gekruisigd zou zijn, dan zou Hij dus ook niet uit de dood hoeven opstaan.

Hiermee geeft de Koran dus een ander getuigenis van de geschiedenis. Als de Bijbel waar is, moet de Koran onjuist zijn en andersom ook; als de Koran waar is, dan moet de Bijbel onjuist zijn.

De bovengenoemde drie punten zijn echter heel wezenlijk voor Bijbelgetrouwe gelovigen. Het zijn namelijk de voorwaarden om gered te kunnen worden, om het eeuwige leven te kunnen ingaan.

Voor de Koran ligt de zaak iets eenvoudiger. Het beweert dat Mohammed een profeet is en dat de Koran goddelijk geïnspireerd is. Als we kunnen aantonen dat één van deze twee punten waar is, dan is automatisch het andere ook waar. Als aangetoond kan worden dat Mohammed een profeet van God is, dan is wat hij zegt automatisch ook waar. Hij beweert dat Koran door god geïnspireerd is en dan zou dat dus ook kloppen. Als de Koran inderdaad goddelijk geïnspireerd is, dan is het ook meteen waarheid dat Mohammed een profeet is, want de Koran onderwijst dit. Bij de Koran zouden we dus maar één ding hoeven te ‘bewijzen’ om de Islam wáár te laten zijn.

Er moeten 5 dingen onderzocht worden:

1.      Is Yeshua gedood door kruisiging?

2.      Is Yeshua opgestaan uit de dood?

3.      Klopt Yeshua’s claim dat Hij God is?

4.      Heeft Mohammed profetische autoriteit?

5.      Is de Koran goddelijk geïnspireerd?

Met deze vijf punten valt of staat de zaak, zoals we hierboven gezien hebben.

Toen twijfelaars van Mohammed aan hem vroegen wat de bewijslast voor zijn claims was, was zijn eerste ‘bewijs’ de veronderstelde inspiratie van de Koran (Soera 10: 37-38). De Koran is dus het ‘waarom’ van het moslim-geloof. Waarom geloven moslims wat ze geloven? Omdat de Koran het zegt.

Bijbelgetrouwe gelovigen daarentegen wijzen altijd op de opgestane Messias als de ‘waarom-vraag’ van hun geloof. Waarom is het Bijbels geloof waar? Omdat de Messias is gestorven en opgestaan. Als we dit onderzoek doen, moeten we ons bewust zijn van onze vooronderstellingen van die andere godsdienst. We zijn namelijk snel geneigd om te zien wat we willen zien en de gegevens te interpreteren volgens ons geloof/wereldbeeld. Wat in dezen belangrijk is, is om constant af te vragen ‘’zou een onbevooroordeelde waarnemer deze argumenten overtuigend vinden?’’.

Stierf Yeshua aan het kruis?

We gaan nu naar de beantwoording van de eerste vraag teneinde de zaak voor de Bijbel of de Koran vast te stellen: ‘’Is Yeshua gedood door kruisiging?’’.

Dit onderwerp wordt veel bediscussieerd door moslim-geleerden en moslims zouden deze vraag dus niet uit de weg moeten gaan. In de Koran staat in Soera 4:157 dat Yeshua niet gekruisigd is, maar dat het zo leek. Over de manier waarop dit dan zou gebeurd zijn bestaat onenigheid in de Islam. Sommigen zeggen dat Yeshua’s gezicht geplaatst zou zijn op iemand anders die daadwerkelijk gekruisigd werd en daarom leek het alsof Yeshua Zelf gekruisigd zou zijn. Anderen zeggen dat Yeshua wel werd gekruisigd, maar dat Hij niet aan kruis stierf, maar dat het erop leek dat Hij stierf.

Zelfs niet-gelovigen[34] stellen dat het een onbetwistbare historische gebeurtenis is, dat Yeshua gekruisigd is. Er is zelfs een moslim-geleerde die dit ook gelooft: Reza Aslan.

Laten we eens naar de feiten kijken:

Een paar jaar na Yeshua’s kruisiging hadden we al verslag van deze gebeurtenis, vanuit ‘christelijke’, joodse en Romeinse hoek. Dit getuigenis is eenstemmig én consistent gedurende zo’n 100 jaar. De fundatie voor een goed historisch argument moet altijd gebaseerd zijn op de eigenlijke, oorspronkelijke bron.

Volgens christelijke en niet-christelijke geleerden is er een belangrijk Bijbelgedeelte al binnen 5 jaar na Yeshua’s dood en opstandig geschreven. Het gaat om 1 Kor. 15: 3-4: ‘’Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Messias gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften.’’

Het waren gelovige joden die tot inzicht kwamen dat de Messias gestorven en opgestaan is. In die tijd hadden ze te maken met geloofsvervolgingen van mede-joden als ze in Yeshua de Messias gingen geloven. Er waren zelfs joden die zeiden dat Yeshua niet was opgestaan, maar dat zijn lichaam geroofd was en dat het een leugen was dat Hij opgestaan was.

Mat. 28: 12-15: ‘’En zij (de overpriesters) kwamen bijeen met de oudsten, en zij kwamen gezamenlijk tot het besluit om de soldaten veel geld te geven, en zij zeiden: Zeg: Zijn discipelen zijn 's nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen. En als de stadhouder hiervan hoort, zullen wij hem overtuigen en maken dat u zonder zorgen bent. Toen zij het geld in ontvangst genomen hadden, deden zij zoals hun was voorgehouden. En dit woord is verbreid onder de Joden tot op de huidige dag.’’

Er is ook getuigenis vanuit Romeinse hoek, namelijk van Tacitus, maar ook van de joodse man Josephus[35] dat Yeshua gedood is door kruisiging. Men wist in die tijd maar al te goed dat het onmogelijk was om niet te sterven na gekruisigd te zijn. Kruisiging was zo’n grove martelmethode dat hier altijd de dood op volgde. De gekruisigde kon niet anders dan stikken omdat zijn lichaam zijn gewicht niet meer kan houden. Het lichaam hangt namelijk alleen maar spijkers aan het hout. Het lichaam is dan vaak al toegetakeld door geselingen vóór de daadwerkelijke kruisiging. De zweep is ontworpen om in de huid te scheuren en spieren in pulp te veranderen, waardoor het bloed van het slachtoffer in stromen vloeit. Josephus vertelt ons dat slachtoffers 'tot op het bot werden geslagen' en dat hun darmen soms werden blootgesteld door de geseling.

Het is een gruwelijke methode en in de bronvermelding van bron 34 staan verwijzingen naar werken van Josephus die de kruisiging-marteldood beschrijft. Hier een citaat van hoe een kruisiging eraan toe ging: ‘’zij werden met staven geslagen en hun lichamen werden aan stukken gescheurd en werden gekruisigd, terwijl ze nog leefden, en ademden.’’

Het uiteindelijke einde van de kruisiging was de executie en het was gemakkelijk om te bepalen of de slachtoffers aan het kruis levend of dood waren: kijk gewoon of ze nog in beweging waren. Als ze niet bewogen, waren ze dood, omdat het betekende dat ze niet ademden. Door de manier waarop de gekruisigden werden opgehangen, werden hun ribbenkasten volledig uitgezet en konden hun longen niet de druk genereren die nodig was om uit te ademen. Om uit te ademen moesten ze tegen de spijker in hun voeten duwen en konden ze inademen terwijl ze weer naar beneden zonken. Zodra ze de grens van pure uitputting of bloedverlies hadden bereikt, zou hun lichaam naar beneden zakken, zouden ze niet meer kunnen uitademen en zouden ze sterven door verstikking.

Een methode om de dood van slachtoffers te bespoedigen of te verzekeren was het breken van hun knieën, zoals gebeurde bij de misdadigers aan weerszijden van Yeshua[36]. Toen hun knieën eenmaal waren gebroken, konden ze niet meer uitademen en zouden ze snel sterven.

De Romeinen hadden ook nog andere middelen om de dood te verzekeren. De lichamen werden in brand gestoken, de lichamen werden aan wilde dieren gevoerd of, in het geval van Yeshua, het hart werd doorboord.

Kortom: het is simpelweg niet mogelijk om een kruisiging te overleven.

Het is daarbij hoogst verwonderlijk dat een geloofsgemeenschap startte met de verkondiging dat hun Verlosser (!) was gekruisigd. Voor velen was het namelijk iets dat als schaamtevol[37] werd gezien om iemand te vereren die gekruisigd is. Ook voor de joden, die in die tijd veelal geen lijdende Messias verwachtten, maar een strijdende Messias die hen zou redden van de Romeinse onderdrukking.

Als die boodschap zo weerzinwekkend en beschamend is en niet gebeurd zou zijn, waarom zouden de gelovigen deze boodschap dan verkondigen? Hadden ze dan niet beter kunnen focussen op Zijn overleving, of, ondanks dat het zo scheen, Yeshua toch in feite niet aan het kruis hing (zoals moslims geloven)? Of hadden ze dan niet beter kunnen focussen op dat Hij op een andere wijze stief, zonder het kruis te benoemen? Of dat Hij direct ten hemel opvoer?

De discipelen[38] predikten echter wat ze moesten, aangezien ze de waarheid wilden verkondigen. Voor meer dan 100 jaar was er zelfs geen sprake van suggesties dat Yeshua de kruisiging overleefd zou hebben.

Een ander argument vanuit de moslims is dat ze Yeshua niet hebben gedood; hij zou de kruisiging overleefd hebben en werd in het graf gelegd om te herstellen. God zou een wonder gedaan hebben om Hem te genezen. Hoe kan een Bijbelgetrouwe gelovige hierop reageren?

Bijvoorbeeld zo: De discipelen predikten een Heer des levens, die herrees in glorie en dat getuigenis zorgde onder andere voor de groei aan gelovigen. De gelovigen waren hier zo van overtuigd dat ze bereid waren hun leven voor hun overtuiging op te geven.

Een tegenargument vanuit de moslims zou kunnen zijn dat Yeshua in Getsemané bad om niet gedood te hoeven worden en dat God Hem hierin verhoord zou hebben. We lezen immers in Hebr. 5:7: ‘’In de dagen dat Hij op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen. En Hij is uit de angst verhoord.’’

Allah zou Jezus dus gered hebben van de kruisdood volgens deze Islamitische visie. Een meer gehoord argument van moslims is dat Jezus’ gezicht geplaatst zou zijn op dat van iemand anders. Vaak zeggen ze dat dit Simon van Cyrene was, aangezien de Bijbel vertelt dat hij Zijn kruis moest dragen. Ook zeggen ze dat de evangeliën niet éénstemmig zijn over wat de vrouwen bij het graf hebben gezien (bijvoorbeeld zagen ze één of twee engelen?). Dit is voor hun een bewijs dat de evangelieschrijvers niet precies wisten wat er allemaal gebeurd zou zijn. De Bijbelse beschrijvingen zouden dus niet betrouwbaar zijn volgens hen[39].

In Soera 4:157 hebben we reeds gezien dat de Koran leert dat de gelijkenis van Isa (Jezus) op een andere man werd gelegd en dat hij niet gedood werd. Dat vers kan je op twee manieren interpreteren, namelijk als dat Jezus niet aan het kruis werd bevestigd. Je zou het echter ook kunnen lezen als dat hij niet gestorven is door de kruisiging. Maar waarom zouden we uitgaan van dat Jezus door een wonder niet gestorven is aan het kruis, terwijl er zoveel argumenten zijn dat hij dat wel deed? Het meest logisch is om te geloven dat Hij wel stierf, aangezien dit door zoveel bronnen uit die tijd wordt vermeld en ook vanwege het culturele aspect dat we zojuist hebben gezien. Er is een duidelijke verklaring voor Zijn dood beschikbaar, namelijk de kruisiging!

Wat is de basis voor de theorie dat Jezus’ gezicht op een andere man werd geplaatst? De basis is alléén het Koranvers dat dit beweert! De Koran is echter pas 600 jaar na dato geschreven en meer dan 965km verder dan de plaats waar Yeshua leefde! Daardoor is het onwaarschijnlijk dat de Koran meer nauwkeurig zou kunnen beschrijven wat er met Yeshua gebeurde dan de ooggetuigenverslagen van de ooggetuigen uit Yeshua tijd en uit de nabijheid van Zijn gemeenschap!

Toch kunnen sommige Koran-leringen wel eerder gedateerd worden. Denk aan Soera 5:110 waar Jezus een kleivogel maakt. Deze gebeurtenis komt uit het evangelie van Thomas, een boek dat niet in de boek is opgenomen (een zogenaamd apocrief boek), waarin bizarre dingen over Jezus staan. Het maken van kleivogels was niet toegestaan op Shabbat, dus toen een Jood naar Jozef (Jezus’ aardse vader) ging om hem te vertellen dat hij Jezus dat zag doen, blies Jezus snel in klei en werd de vogel levend. Spelen met levende vogels mocht immers wel op de Shabbat… Dit is de context van het Koran-verhaal. Het zou dus beweren dat Jezus een overtreder van de Shabbat was, wat niet kan omdat de Messias de Wet niet overtreedt. Toch brengt de Koran dit als zou het een historische waarheid zijn.

Het Koran-vers zegt ook dat Jezus met Maria sprak vanuit de moederschoot[40]. De beschrijving van Maria en Jezus komen daarin overeen met het ‘Arabische jeugd-evangelie’. Een ander boek dat niet betrouwbaar is en niet als deel van de Bijbel werd erkend.

Veel Koran-leringen lijken hun oorsprong dus te vinden in eerdere fictieve beschrijvingen van Jezus.

We gaan terug naar het onderwerp; Jezus zou niet gedood of gekruisigd zijn, maar het leek zo te zijn.

Is er een reden om aan te nemen dat deze lering al vóór de Koran bestond en dat die lering misschien meer betrouwbaar is dan de evangelie-ooggetuigenverslagen?

Er is een aanwijzing dat die lering al vóór de Koran bestond, maar niet dat die meer betrouwbaar is dan wat de Bijbel ons leert. De lering komt namelijk al voor in het zogenaamde evangelie van Basilides uit de 2e eeuw. Deze Basilides was een gnostische leraar. Gnosticisme is het geloof dat mensen geheime kennis nodig hebben om bevrijd te worden van de materiële wereld; een zeer valse lering.

De ‘kerkvader’ Iranaeus beschreef dat Basilides onderwees dat Jezus niet gedood of gekruisigd is, maar dat het zo leek. Dit is niet de enige valse lering. Hij onderwees ook dat de God van de joden de laagste van de goden zou zijn, namelijk de schepper van deze kwade materiële wereld. Deze schepper zou de laagste uitvloeiing zijn van de vader, van de ongeboren god…

Aangezien deze materiële wereld slecht zou zijn, zou Jezus geen materieel (aards) lichaam hebben gehad, is zijn redenering. Aangezien Jezus geen aards lichaam zou hebben gehad, kon hij dus ook niet op die manier gekruisigd zijn.

Deze Basilides beschreef letterlijk dat Jezus niet gekruisigd was, maar dat dit van hem gedacht werd. De lering uit de Koran lijkt dus terug te gaan op deze 2e-eeuwse gnostische bron.

Een onbevooroordeelde onderzoeker zou dit Koranvers dus meteen als onbetrouwbaar beschouwen en dus niet bruikbaar als historisch bewijs.

Ook al beschouwt de moslim deze Koran-passage als geïnspireerd door Allah en niet stammend uit een valse bron, toch moet je als objectieve waarnemer niet uitgaan van inspiratie van de Koran. We kijken immers nu alleen puur naar de historische geschiedschrijving.

De conclusie is dus dat de ideeën uit de Koran over Jezus’ schijndood uit latere fictieve evangeliën komen en die evangeliën zijn theologisch tegengesteld aan de Koran en historisch gezien onbetrouwbaar. Deze theorie uit de Koran is bij dezen dus verworpen.

Stond Yeshua op uit de dood?

We gaan nu naar de tweede van de vijf vragen en proberen een antwoord te krijgen op het volgende: ‘’Is Yeshua opgestaan uit de dood?’’.

Niet minder dan 11x wordt er in het boek Handelingen gesproken over Yeshua’s opstanding uit de doden. Denk aan de volgende twee voorbeelden:

Hand. 2: 31-32: ‘’(David) zei over de opstanding van Messias dat Zijn ziel niet is verlaten in het graf en dat Zijn vlees geen ontbinding heeft gezien. Deze Yeshua heeft God doen opstaan, waarvan wij allen getuigen zijn.’’

Hand. 3:14-15: ‘’U echter hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend en gevraagd dat u een moordenaar geschonken zou worden, maar de Vorst van het leven hebt u gedood, Die God uit de doden opgewekt heeft, waarvan wij getuigen zijn.’’

We zien hier twee keer dat er wordt gesproken dat Yeshua is gestorven en opgestaan uit de doden en dat zij hier getuigen van zijn. Met andere woorden, de ooggetuigen zijn hier zelf aan het woord. Waarom besteden we in deze studie zoveel aandacht aan de vraag of Yeshua daadwerkelijk is gestorven en opgestaan? Omdat ons geloof nutteloos is als Yeshua dood bleef en niet opstond. Dat leert 1 Kor. 15:14 ons namelijk: ‘’En indien Messias niet opgewekt is, zo is dan onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof.’’

Als dit niet klopt, dan zijn we de meest betreurenswaardige van alle mensen.

Er zijn 3 feiten aan te halen:

1.      Yeshua stierf door kruisiging (zie betoog eerder deze studie).

2.      Yeshua’s volgelingen geloofden werkelijk dat de opgestane Yeshua aan hen verschenen was. Deze proclamatie kwam al vroeg voor in de geschiedenis. Al binnen 5 jaar na zijn dood en opstanding was de tekst uit 1 Kor. 15: 3-7 geformuleerd. Er zijn zelfs aanwijzingen dat deze geloofsbelijdenis al na enkele maanden na Yeshua’s dood is geformuleerd. Laten we eens kort die belijdenis bekijken:

1 Kor. 15: 3-7: ‘’Want ik heb u ten eerste geleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Messias gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf. Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen. Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen.’’

Hier beschrijft Paulus dat de opgestane Heer verschenen is aan verscheidene mensen. Wat opmerkelijk is, is dat hij benoemt dat hij aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk is verschenen, van wie de meesten nu nog in leven zijn. Paulus zegt hier eigenlijk dat als iemand dit niet gelooft, hij maar moet komen praten met al die mensen die het gezien hebben. Dat duidt aan dat dit niet lang na de gebeurtenis geschreven moet zijn.

Ook Petrus beschrijft in Hand. 10: 40-41 dat de Heere na zijn dood en opstanding verschenen is aan Zijn volgelingen.

Wat ook pleit vóór het feit dat Yeshua verschenen is aan deze mensen, is hun bereidwilligheid om hun leven te willen geven voor dit geloof. De gelovigen werden soms bedreigd tot de dood toe, om hun geloof op te geven. Mensen zijn echter niet gauw bereid om hun leven te geven voor iets als ze weten dat het niet klopt.

3.      Mensen die niet Yeshua’s volgelingen waren, geloofden waarlijk dat de opgestane Yeshua aan hen verschenen was. Denk aan de orthodox-joodse man Paulus, toen hij nog niet geloofde in Yeshua, en zijn hoge joodse positie opgaf, voor wat hem overkwam. Hij beschrijft dit onder andere in 1 Kor. 15. Hij werd onder andere gestraft voor zijn geloof in de Messias. Denk ook aan de broer van Yeshua, de man Jakov (Jakobus), die eerst niet geloofde. Dat kunnen we afleiden uit het feit dat Yeshua aan het kruis tegen Johannes zei dat hij voor Zijn moeder, Mirjam, zorg moest dragen. Johannes was geen broer van Yeshua. Het is dus opmerkelijk dat Yeshua een niet-familielid, maar wel medegelovige, deze taak toevertrouwt. Dat kan erop wijzen dat Jakov op dat moment nog niet geloofde dat zijn Broer Yeshua de beloofde Messias was. Later in het Nieuwe Testament lezen we dat hij wel tot geloof is gekomen. Denk aan Hand. 1:14: ‘’Dezen (de gelovigen) bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken, met de vrouwen en Mirjam, de moeder van Yeshua, en met Zijn broers.’’

En Gal. 1:19: ‘’En ik heb niemand anders van de apostelen gezien; alleen Jakov, de broer van de Heere.’’

Dit zijn dus drie minimale feiten. Hoe kunnen we deze feiten als argument gebruiken? Sommige critici zeggen namelijk dat de mensen die de opgestane Yeshua hebben gezien aan het hallucineren waren. Hoewel er in de medische wereld gevallen beschreven worden van mensen die religieuze wanen hebben, is het hoogst onwaarschijnlijk dat dit in de Bijbelse geschiedenis gebeurd is. Denk aan de 500 mannen op één moment de opgestane Heere gezien hebben en nog vele anderen. Al deze mensen waren ervan overtuigd dat ze niet droomden. Als je als criticus toch wil blijven volhouden dat al deze mensen op één moment dezelfde hallucinatie hadden, dan nog kan punt 3 daar niet mee verklaard worden. Het is het meest waarschijnlijk dat mensen die religieuze wanen hebben, dit krijgen met beelden over de godsdienst die zij aanhangen. Paulus en Jakov daarentegen geloofden nog niet en tóch waren ze overtuigd van wat ze meemaakten. Dat is een argument tegen de critici.

Islamitisch antwoord: het is allemaal Paulus’ schuld

Volgens de gangbare Islamitische gedachte stierf Jezus niet aan het kruis, maar hief Allah hem op naar zichzelf. Zij geloven dus in zekere zin in een soort hemelvaart.

-        Soera 4:158: ‘’Maar Allah verhief hem tot Zich.’’

Meestal blijft men steken bij dit argument. Men probeert te bewijzen dat Yeshua niet stierf en daarmee wordt de wederopstanding ook weinig bediscussieerd door moslims. Als Hij immers niet stierf, hoeft Hij ook niet uit de doden op te staan. Ondanks dat de wederopstanding een weinig bediscussieerd onderwerp in de Islam is, is er toch wel één gemeenschappelijke lering, die zal ik hier kort proberen weer te geven:

- Soera 3:55: ‘’En (gedenk) toen Allah zei: “O Isa! Ik zal je tot Mij nemen en tot Mij opheffen en je reinigen van degenen die ongelovig zijn, en Ik zal degenen die jou volgen boven degenen die ongelovig zijn stellen, tot de Dag der Opstanding.’’

- Soera 3: 52: ‘’Toen Isa hun ongeloof ontdekte, zei hij: “Wie zullen mijn helpers zijn in de zaak van Allah?” De apostelen zeiden: “Wij zijn de helpers van Allah; wij geloven in Allah en getuigen dat wij moslims zijn.’’

Het is vanzelfsprekend dat ik geloof dat de Koran niet Gods Woord is. Toch haal ik deze Koran-verzen aan om de Islamitische leer te tonen. We zien hier namelijk dat Jezus’ volgelingen hoog geacht worden en dat zij in de Opstandingsdag verhoogd worden boven de ongelovigen. Denk ook aan wat we al eerder hebben besproken, namelijk dat de Islam gelooft dat de Bijbelse leringen vervalst zijn. Toch zien we dat de vroegste geloofsgemeenten de Bijbelse boodschap al geloofden. Moslims zouden dus moeten geloven dat hiervóór, dus gedurende de tijd van de discipelen zelf, de geloofsgemeenschap geïnfiltreerd moet zijn geweest en de Bijbelse boodschap vervalst. Maar wie zou dat ooit gedaan kunnen hebben? Dat zou dan wel een heel hooggeplaatst persoon geweest moeten zijn, en ook nog iemand anders dan de discipelen zelf. Men komt dan al gauw uit bij Paulus. De moslim-geleerde Shabir Ally zegt bijvoorbeeld dat Paulus onenigheid had met de discipelen van Jezus (zoals Petrus en Jacobus) en de Paulus’ visie uiteindelijk ‘won’. Moslim-critici zeggen bijvoorbeeld dat Paulus in Rom. 3:28 Jezus tegenspreekt. Vergelijk de volgende teksten:

-        Rom. 3:28: ‘’Wij komen dus tot de slotsom dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt zonder werken van de wet.’’

-        Mat. 5:17: ‘’Denk niet dat Ik (Yeshua) gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.’’

Het belangrijkste argument echter is dat Paulus Jezus vóór zijn dood en opstanding nooit heeft ontmoet. Paulus zou dus in zijn brieven alleen reageren op de historische Jezus. Veel moslims geloven oprecht dat Paulus onbetrouwbaar is en dat hij verantwoordelijk is voor het hedendaagse christendom, dat in hun ogen God lastert, maar ook Gods Wet negeert. Dat laatste punt, dat het hedendaagse christendom veel punten uit Gods Wet negeert is onderwerp van discussie dat op een andere plaats besproken wordt. Maar wat voor nu belangrijk is, is om te beseffen dat Paulus nooit Yeshua zou tegenspreken. De gelovigen in Hand. 17:11 ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of de dingen die hun onderwezen worden inderdaad zo waren. Zij gebruikten dus de Schriften (dat was in hun tijd het ‘Oude Testament’) om te verifiëren of de Nieuw-Testamentische leringen klopten. De leringen in het Nieuwe Testament kunnen het ‘Oude Testament’ dus niet tegenspreken.

Paulus zegt daarbij zelf dat hij erkent dat wat er in het ‘Oude Testament’ geschreven staat klopt[41]. Soms kan Paulus verkeerd begrepen worden en kan het lijken alsof hij de tegen de Wet van God is, maar zijn tijdgenoot Petrus had dit al door en waarschuwt ons om niet tot wetteloosheid af te dwalen. Zie deze waarschuwing van Petrus in 2 Petr. 3: 15-18: ‘’Beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere Schriften. U dan, geliefden, omdat u dit van tevoren weet, wees op uw hoede, zodat u niet door de dwaling van normloze mensen wordt meegesleept en afvalt van uw eigen vastheid.’’

De Islamitische respons toetsen

Er was eens een imam die zei dat Paulus na Jezus’ dood een machtsvacuüm zag ontstaan, waar hij de macht kon grijpen. Hij zou zich dan infiltreren in de geloofsgemeenschap en de macht nemen. Het probleem in die visie van de imam is echter dat Paulus een student was van de joodse geleerde Gamaliël, in de tijd van de geleerde Hillel. Paulus had als zodanig zoveel macht dat hij mensen kon laten oppakken en straffen en zijn macht groeide alleen maar. Hij koos echter voor nederigheid en vervolgd te woorden door te geloven in de Messias Yeshua, zoals we kunnen lezen in 2 Kor. 11: 24-25: ‘’Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig min één zweepslagen ontvangen. Driemaal ben ik met de roede gegeseld, eenmaal ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een heel etmaal heb ik in volle zee doorgebracht.’’

Nee, Paulus had het goed voor elkaar onder het student-zijn van Gamaliël. Hij koos er echter voor om de Messias te prediken, met alle vervolging die daarbij kwam kijken. Hij won geen materiaal gewin in zijn discipelschap.

Het is inderdaad wel zo dat Paulus een discussie had met Petrus in Galaten 2.[42] De context van deze discussie is dat Paulus al 14 jaar lang het evangelie had onderwezen en zeker wilde zijn dat hij nog het juiste predikte, of het nog in overeenstemming was met de visie van de discipelen die met Yeshua zelf hadden opgetrokken. In Handelingen 15 zien we die geschiedenis beschreven en daar lezen we dat Paulus helemaal naar Jeruzalem reisde en dat dat Petrus, Jacobus en Johannes zijn onderwijs goedkeuren.

Uit deze inspanning van Paulus om zijn onderwijzing te laten toetsen door de discipelen, kunnen we leren dat hij er niet op uit was om de boel te bedriegen. Integendeel, Paulus werd erkend door de discipelen en in Gal 2:9 lezen we: ‘’En toen Jakobus, Kefas (Petrus) en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij (Paulus) gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wíj naar de heidenen en zíj naar de besnedenen zouden gaan.’’

De ‘steunpilaren’ van het geloof gaven Paulus dus de opdracht om verder te gaan met zijn prediking.

Een ander moslim-argument is dat Paulus niet geïnteresseerd was in de historische Jezus, maar om zijn eigen beeld van hem weer te geven. Paulus is echter 15 dagen door Petrus onderwezen geweest, Gal. 1:18: ‘’Daarna, drie jaar later, ging ik (Paulus) naar Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem.’’

Bij het woordje ‘bezoeken’ staat het Griekse woordje ἱστορέω (historeo), hetgeen vertaald kan worden als ‘’ergens achter komen, te leren door onderzoek, kennis opdoen door het bezoeken van een voornaam persoon, persoonlijk leren kennen.’’

We zouden dit vers dus ook kunnen lezen als ‘’Daarna, drie jaar later, ging ik, Paulus, naar Jeruzalem om kennis op te doen door het bezoeken van de voorname persoon Petrus, en ik bleef vijftien dagen bij hem.’’

Paulus was zeer wel geïnformeerd over het leven van de historische Yeshua. Dat kunnen we leren uit de onderwijzingen van Paulus die overeenkomen met Yeshua’s  onderwijs[43], maar ook uit de volgende teksten:

-        1 Kor. 11: 23-25: ‘’Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat  de Heere Yeshua in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe testament n Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis.’’ à hieruit kunnen we opmaken dat Paulus zeer goed op de hoogte was van hoe die maaltijd eraan toe ging, terwijl hij er zelf niet bij was.

-        1 Kor. 15: 3-5: ‘’Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Messias gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij verschenen is aan Kefas (Petrus), daarna aan de twaalf.’’

Vergeet echter niet dat Paulus veelal niet in details spreekt in zijn brieven. Hij beschrijft de grote lijnen. De meeste communicatie gebeurde namelijk in fysiek contact; Paulus is eerst naar de gemeenten geweest en dan hoort hij iets wat een aanleiding was om zijn brieven te schrijven[44]. Meestal worden de urgente zaken besproken in de brieven, terwijl de vastgestelde zaken al in fysieke ontmoetingen besproken waren.

Het probleem met de Islamitische visie op Paulus

Het gemeenschappelijke beeld dat veel moslims hebben over Paulus, brengt aanzienlijke problemen teweeg (zelfs voor de moslims zelf). Als Paulus inderdaad de geloofsgemeenschap wilde infiltreren en valse leringen verspreiden, dan moeten we ons afvragen wat er gebeurd is met de discipelen. Hoe komt het dat ze zo makkelijk door zijn bedriegerijen overtuigd zouden zijn geraakt? Hoe komt het dat ze dan Paulus’ lering zouden volgen in plaats van wat zij zelf geleerd hadden van de Heere Yeshua toen Hij nog bij hen was?

Was deze buitenstaander Paulus voor hen zo meer machtig dan Yeshua, dat hij in staat zou zijn om Yeshua’s werk en onderwijs ongedaan te maken?

Daarbij komt ook nog dat Paulus nergens in de Koran wordt genoemd. Dat is toch wel vreemd als hij inderdaad het Bijbelse geloof zo duidelijk vervalst zou hebben. Er is dus helemaal geen bewijs voor het standpunt van de moslims.

Wat ook tegen de huidige Islamitische visie pleit, is dat men in de vroegere en klassieke periode van de Islam Paulus juist wél als volgeling van Yeshua zag[45].

De vraag die we nu behandelden was of Yeshua werkelijk uit de doden is opgestaan. Zelfs als we Paulus’ brieven buiten beschouwing zouden laten, dan nog zou er genoeg aanwijzing voor zijn. Denk aan de getuigen in de evangeliën, de Handelingen van de Apostelen en het levensveranderend getuigenis dat dit teweeg bracht. Volgens de Koran waren de discipelen wel echt mannen van God, zie  nogmaals deze Soera 3:55: Soera 3:55: ‘’En (gedenk) toen Allah zei: “O Isa! Ik zal je tot Mij nemen en tot Mij opheffen en je reinigen van degenen die ongelovig zijn, en Ik zal degenen die jou volgen boven degenen die ongelovig zijn stellen, tot de Dag der Opstanding.’’ [46].

Conclusie: Yeshua stond op uit de dood

Zoals we reeds zagen is er vanuit de moslims een wantrouwen jegens Paulus, maar er is geen reden om te denken dat Paulus onoprecht was. Integendeel, hij onderwierp zich juist aan de autoriteit van de discipelen. Ook al zou een moslim geloven dat Yeshua stierf aan het kruis en weer op stond uit de doden, dan nog zou er een groot probleem zijn, wat maakt dat hij de Islam niet zou willen verlaten. Dat komt namelijk door de claim dat Yeshua God is, wat tegen het Islamitisch geloof van de eenheid van Allah ingaat. Dit is een cruciaal punt voor moslims (maar ook voor joden, wat we elders zullen zien).

Claimde Yeshua God te zijn?

De positieve zaak

De Koran leert dat een ieder die gelooft dat de Messias God is, zijn thuis zal hebben in de vlammen van de hel. Soera 5:72: ‘’Zeker, zij zijn ongelovig die zeiden: “Allah is de Messias, de zoon van Maryam” Maar de Messias (Jezus) zei: “O, Kinderen van Israël, aanbidt Allah, mijn Heer en jullie Heer.” Waarlijk, iedereen die deelgenoten aan Allah toekent in de aanbidding: Allah heeft hem waarlijk het Paradijs verboden. En voor hem zal het Vuur zijn verblijfplaats zijn. En voor de onrechtvaardigen zullen er geen helpers zijn.’’

De Bijbel daarentegen leert dat geloof in de Heerschappij van Yeshua noodzakelijk is om gered te worden. Rom. 10:9: ‘’Als u met uw mond de Heere Yeshua belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.’’

Hoe grotere kloof kan er zijn?

De Koran leert dat Jezus nooit heeft beweerd goddelijk te zijn, maar dat men dit pas van hem begon te geloven na zijn hemelvaart. De latere gelovigen in het christendom zouden dus de oorspronkelijke geloofsstandpunten hebben veranderd. Dit gebeurde volgens moslims bijvoorbeeld onder invloed van het Romeinse heidendom of ten tijde van het concilie van Nicea of zelfs doordat Paulus dit idee geïntroduceerd zou hebben.

Moslims geloven dientengevolge dus dat de Bijbel Jezus oorspronkelijk niet beschreef als God en zeker niet dat Jezus zelf claimde God te zijn.

Als we deze opvattingen even opzij zetten en de vraag als objectieve, onbevooroordeelde waarnemers zouden stellen, dan zullen het tegendeel van de Islamitische visie concluderen. In het onderzoeken van dit onderwerp moet je echter wel welwillend zijn, je moet het objectief willen onderzoeken.

Het Islamitische argument dat Jezus’ goddelijkheid nergens in de Bijbel zou voorkomen, is makkelijk te weerleggen. We lezen als voorbeeld 2 Petrus 1:1: ‘’Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Yeshua Messias, aan hen die een even kostbaar geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker, Yeshua Messias.’’

Een ander voorbeeld waar we goddelijkheid van Yeshua al in de Bijbel beschreven vinden, is in Titus 2:13: ‘’…terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Yeshua Messias.’’

Voor moslims zal dit echter niet overtuigend genoeg zijn. Zij hoeven immers niet de gehele Bijbel als waarheid te beschouwen, want volgens de Koran is alleen het evangelie geopenbaard als het Woord van God. Dus ongeacht wat de andere boeken uit het ‘Nieuwe Testament’ leren, moeten we eerst naar de evangeliën kijken. Laten we daarom eens zien wat de evangeliën over dit onderwerp leren.

In het evangelie volgens de beschrijving van Johannes zien we al vele teksten die hierop wijzen[47]. Een voorbeeld uit Johannes 20: 28-29: ‘’Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God! Yeshua zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.’’

Merk op dat Yeshua hier Thomas niet tegenspreekt in het feit dat hij Hem ‘mijn Heere en mijn God’ noemde. Als deze uitspraak niet zou kloppen, zouden we van Yeshua een correctie verwacht hebben.

Sommige geleerden zeggen dat het evangelie volgens de beschrijving van Johannes pas 60 jaar na Yeshua geschreven zou zijn. In die tijd zou het geloof zijn ontstaan dat Jezus God is en dat zou Johannes dan als zodanig verwerkt hebben in zijn evangelie. Even los van de vraag of het klopt dat het evangelie van Johannes pas 60 jaar na dato is ontstaan, gaan we toch even verder met deze denkrichting. De gedachte van de critici gaat verder met te stellen dat het God-zijn van Yeshua niet in andere evangeliën te vinden zou zijn, aangezien die veel eerder geschreven werden. Volgens veel geleerden werd het evangelie volgens de beschrijving van Marcus als eerste geschreven en daar zouden we volgens hen dan ook de meeste pure leringen in vinden. Marcus zou dus het meest betrouwbaar zijn… Wat we hier ook van vinden, als we dus in het boek Marcus aanwijzingen vinden voor de goddelijkheid van Yeshua, dan is dit een goed argument tegen de critici. Laten we eens kijken wat we daar allemaal over kunnen lezen:

In Maleachi 3:1 lezen we de volgende profetie: ‘’Zie, Ik zend Mijn engel, die voor Mij de weg bereiden zal. Plotseling zal naar Zijn tempel komen die Heere Die u aan het zoeken bent, de Engel van het verbond, in Wie u uw vreugde vindt. Zie, Hij komt, zegt de HEERE van de legermachten.’’

Hier spreekt dus de HEERE (Y-H-W-H) voor Wie de weg bereid zal worden. Verder zal de Heere naar de tempel komen. Wat lezen we vervolgens in Marcus 1: 2,4?

‘’Het is zoals er geschreven staat in de profeten: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die voor U uit Uw weg gereed zal maken, De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht. Johannes[48] kwam in de woestijn en doopte en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden.’’

In de profetie werd die wegbereiding aangeduid als voorbereidend voor de komst van de HEERE. Hier zien we dus dat Yeshua de vervulling is van die profetie die over de HEERE gaat.

In het ‘Oude Testament’ (de Tenach) lezen we verder in Psalm 103: 2-3 ‘’Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest.’’

Hier staat dus dat de HEERE de ongerechtigheid vergeeft en ziekten geneest. Maar wat lezen we vervolgens over Yeshua in Marcus?

 Marcus 2: 5-11: ‘’En toen Yeshua hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: Zoon, uw zonden zijn u vergeven. En er zaten daar enigen van de schriftgeleerden, en die overlegden in hun hart: Waarom spreekt Deze op die manier godslasteringen? Wie kan zonden vergeven dan God alleen? En Yeshua, Die meteen in Zijn geest onderkende dat zij zo bij zichzelf overlegden, zei tegen hen: Waarom overlegt u deze dingen in uw hart? Wat is gemakkelijker, tegen de verlamde te zeggen: De zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op, neem uw ligmat op en ga lopen? Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (zei Hij tegen de verlamde): Ik zeg u: Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.’’

Hier vergeeft Yeshua dus zonden en geneest de verlamde. Dat zijn eigenschappen die we vanuit de Tenach alleen over de HEERE kennen.

Een andere eigenschap van Yeshua vinden we in Marcus 2:28: ‘’Daarom, de Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat.’’ Yeshua is dus Heer van de Shabbat, Hij heerst erover. Maar wie heeft de Shabbat oorspronkelijk gegeven? In Ex. 20:11 lezen we: ‘’In zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die.’’

Ik geloof dus dat Yeshua de Shabbat heeft gegeven en dus Heer daarover is.

Een volgende eigenschap lezen we in het getuigenis van Zijn discipelen in Marcus 4:41: ‘’En zij vreesden met grote vrees en zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch, dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?’’

Yeshua sprak tot de storm en het water en dat gehoorzaamde Hem. Maar wat lazen we in Psalm 107:25-30? Daar lezen we dat de HEERE de autoriteit heeft om een storm tot stilte te brengen. Zie ook Ps. 107: 28-29: ‘’Maar toen zij in hun benauwdheid tot de HEERE riepen, leidde Hij hen uit hun angsten. Hij brengt de storm tot stilte, zodat hun golven zwijgen.’’

Vervolgens lezen we het getuigenis van Marcus in hoofdstuk 6:48 over Yeshua: ‘’Omstreeks de vierde nachtwake kwam Hij, lopend op de zee, naar hen toe en wilde hun voorbijgaan.’’ Daar zien we dat Yeshua over het water liep. In Job 9:8 lezen we over God: ‘’Hij alleen spant de hemel uit, en Hij treedt op de hoogten van de zee.’’

Marcus geeft hier dus allerlei verwijzingen naar Yeshua’s identiteit. Hij beschrijft eigenschappen die de Tenach alleen toekende aan God, aan Y-H-W-H.

Een ander aspect dat we in Marcus’ getuigenis vinden is Yeshua’s rechtszaak voor het Sanhedrin[49]. We lezen bijvoorbeeld in Marcus 14:62: ‘’En Yeshua zei: Ik ben het. En u zult de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen met de wolken van de hemel.’’

Om te begrijpen wie de Mensenzoon, de Zoon des mensen is, moeten we eerst weer meer kennis opdoen uit de Tenach. Kijkend naar Daniël 7: 13-14 zien we daar het volgende visioen van Daniël: ‘’Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.’’

Een andere toespeling hierop vinden we in Psalm 110:1: ‘’De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten.’’

Men zal deze Mensenzoon dus gaan dienen! Yeshua refereerde hier al eerder aan in Marcus 2:10: ‘’Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven, zei Hij…’’

Met andere woorden staat hier dus dat Yeshua op Gods troon zit. Zie hierbij ook Filippenzen 2: 5-11. In dit gedeelte van Filippenzen wordt Yeshua de identiteit van Y-H-W-H toegekend. Sommigen dateren dat bijbelboek uit eind jaren 30. Dus heel kort na de dood en opstanding van Yeshua.

De Islamitische respons: Heeft Jezus echt gezegd: ‘Ik ben God’?

Wat we nu gaan doen, is het bekijken van een reactie van moslims in discussie over het al dan niet God zijn van Yeshua.

De argumenten die de meeste moslims in dezen gebruiken, zijn:

-        Er zijn te veel Bijbelverzen die juist lijken te ontkennen dat Jezus God is.

-        Jezus zegt nergens duidelijk: ‘Ik ben God’.

Er is inderdaad een aantal Bijbelverzen die erop lijken te wijzen dat Yeshua niet God is. Laten we er eens een aantal bij langs gaan:

-        Joh. 17:3: ‘’En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Yeshua Messias, Die U gezonden hebt.’’

-        Joh. 14:28: ‘’U hebt gehoord dat Ik tegen u gezegd heb: Ik ga heen maar kom weer naar u toe. Als u Mij liefhad, zou u zich verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen naar de Vader; want Mijn Vader is meer dan Ik.’’

-        Mark. 10:18: ‘’En Yeshua zei tegen hem: Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, namelijk God.’’

-        Mat. 4:10: ‘’Toen zei Yeshua tegen hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen.’’

Hoe gaan wij, als Bijbelgetrouwe gelovigen, om met deze aanklacht van de moslims? Allereerst moeten we vaststellen dat deze verzen uit de directe context geplukt zijn, zodat hun argument kracht wordt bijgezet en het erop lijkt dat Yeshua zou ontkennen goddelijk te zijn.

Ze proberen Yeshua zo neer te zetten, dat hij slechts mens zou zijn en dat de term ‘zoon van God’ niet een goddelijke status impliceert. Een van hun argumenten is dat ook Adam zoon van God wordt genoemd (Luk. 3:38). Aangezien Adam een mens was, moeten we de term ‘zoon van God’ simpelweg als een titel zien voor een mens en zou dit niet betekenen dat die mens God is. Dat is hun argumentatie.

Verder proberen ze het mens-zijn van Yeshua te benadrukken en geven ze extra aandacht aan het profeet-zijn van Yeshua (Luk. 4:24). Als je een profeet bent, ben je immers niet God, is hun gedachte.

Als mensen Hem juist als God zien, lijkt hij dit tegen te spreken, zie Joh. 10: 33-36: ‘’De Joden antwoordden Hem: Wij stenigen U niet vanwege een goed werk, maar vanwege godslastering, namelijk omdat U, Die een Mens bent, Uzelf God maakt. Yeshua antwoordde hun: Is er niet geschreven in uw wet: Ik heb gezegd: U bent goden[50]? Als de wet hén goden noemde tot wie het woord van God kwam, en de Schrift niet van kracht beroofd kan worden, zegt u dan tegen Mij, Die de Vader geheiligd en in de wereld gezonden heeft: U lastert God, omdat Ik gezegd heb: Ik ben Gods Zoon?’’

En als Hij al van Zichzelf zou zeggen dat Hij God is (wat hij volgens de moslims niet doet), zo is de gedachte, zou dit dan niet verzonnen zijn door de auteurs?

De Islamitische respons beoordelen

De bovengenoemde verzen worden doorgaans in isolatie gelezen, dus buiten de context. Bijbelverzen hebben echter hun context nodig om juist uitgelegd te kunnen worden. Dit, in tegenstelling tot verzen uit de Koran.

We kunnen dus niet verzen uit het evangelie van Johannes aanhalen om te ‘bewijzen’ dat Yeshua niet God is, terwijl er andere verzen in ditzelfde Johannes-evangelie zijn die dit wel bewijzen. Denk aan de volgende teksten die elkaar tegen lijken te spreken:

Allereerst de teksten die erop lijken te wijzen dat Yeshua niet God is:

-        Joh. 14:28: ‘’U hebt gehoord dat Ik tegen u gezegd heb: Ik ga heen maar kom weer naar u toe. Als u Mij liefhad, zou u zich verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen naar de Vader; want Mijn Vader is meer dan Ik.’’

-        Joh. 5:19: ‘’Yeshua dan antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze.’’

Vervolgens de teksten die erop wijzen dat Yeshua wel God is.

-        Joh. 1:1-3, 14: ‘’In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.

En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.’’

-        Joh. 20:28: ‘’En Thomas antwoordde en zei tegen Hem (Yeshua): Mijn Heere en mijn God!’’

De vraag die moslims stellen is wel correct, namelijk ‘’Hoe kan Jezus God zijn als de Vader groter is dan Hij?’’. Ons antwoord hierop kan zijn dat de Vader groter is dan Yeshua in termen van zijn ambt, zijn taak, maar niet in wezen. In wezen zijn zij namelijk gelijk, namelijk als God-zijnde.

Maar hoe kan God dan alle dingen weten en Yeshua niet[51]? In Fil. 2: 6-7 lezen we dat Hij zichzelf beperkingen oplegde door een mens te worden: ‘’Die (Yeshua Messias), terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden.’’

Nu blijft de vraag nog waarom Hij niet ronduit van Zichzelf zei dat Hij God is.

Wel, in Mark. 1:34 lezen we dat Hij de demonen verbiedt om Zijn identiteit bekend te maken en in vers 40-41 geneest Hij een melaatse in Zijn eigen autoriteit. Dat wil wat zeggen, want geen profeet in de Tenach zou zoiets durven doen.

Er is een aantal redenen waarom Hij dit geheim wilde houden; omdat Hij anders moeilijk de steden in kon gaan (Marc. 1:45) en omdat men reeds begon plannen tegen Hem te maken, om Hem te doden (Marc. 3:6). Dit terwijl het nog niet de juiste tijd was. Dat moest namelijk met Pesach op een bepaald moment gebeuren. In Marc. 8:31 legt Yeshua dit zelf ook uit. Dit wordt ook wel het ‘Messiaans geheim’ genoemd.

Nee, Hij was niet constant bezig zijn identiteit te verkondigen. Net zoals Hij maar 1x openlijk aangaf de Messias te zijn[52], gaf Hij dat ook maar één keer aan over Zijn God-zijn, namelijk in Joh. 20:28-29, waar Hij op de reactie van Thomas het volgende antwoordt: ‘’Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God! Yeshua zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.’’

De climax echter, vinden we in Marc. 14:62, waar Yeshua aangeeft de Goddelijke Zoon des mensen te zijn, Die op de troon van God zit: ‘’Opnieuw stelde de hogepriester Hem een vraag, en zei tegen Hem: Bent U de Messias, de Zoon van de Gezegende? En Yeshua zei: Ik ben het. En u zult de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen met de wolken van de hemel.’’

Vergelijkt wat Yeshua daar over Zichzelf zegt met de volgende verzen uit de Tenach:

-        Dan. 7: 13-14: ‘’Ik keek toe in de nachtvisioenen, en zie, er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. Hij kwam tot de Oude van dagen en men deed Hem voor Zijn aangezicht naderbij komen. Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.’’

-        Ps. 110:1: ‘’De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten.’’

Conclusie

We hebben gezien dat ook in de Tenach al beschreven wordt dat God de mensen bezoekt.

De islamitische leringen over Jezus zijn gewoonweg onverenigbaar met de geschiedenis. Om het islamitisch getuigenis waar te laten zijn, moet Jezus niet alleen zijn goddelijkheid ontkennen, maar moet Hij ook verkondigen dat Hij simpelweg slechts een menselijke profeet is.

Het Bijbels getuigenis daarentegen is geschreven tijdens het leven van Zijn discipelen en alles wijst erop dat Hij Zichzelf zag als méér dan menselijk. Dat komt tot uiting in zijn volgende kenmerken:

-        Hij vergeeft zonden.

-        Hij ontvangt aanbidding.

-        Hij geneest mensen in Zijn eigen autoriteit.

-        Hij ontvangt eer die alleen God toekomt.

-        Hij hoort gebeden en beantwoordt ze.

-        Hij bestond voordat Abraham geboren was.

-        Hij verlost de mensheid door Zijn dood en opstanding.

Denk ook aan de volgende teksten:

-        Joh. 3:13: ‘’En niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel neergedaald is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is.’’

-        Joh. 5: 22-23: ‘’Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft heel het oordeel aan de Zoon gegeven, opdat allen de Zoon eren zoals zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert de Vader niet, Die Hem gezonden heeft.’’

-        Joh. 18: 36-37: ‘’Yeshua antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier. Pilatus dan zei tegen Hem: U bent dus toch een koning? Yeshua antwoordde: U zegt dat Ik een Koning ben. Hiervoor ben Ik geboren en hiervoor ben Ik in de wereld gekomen: om voor de waarheid te getuigen. Iedereen die uit de waarheid is, geeft aan Mijn stem gehoor.’’

-        Mat. 25: 32,34: ‘’En vóór Hem zullen al de volken bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt. Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld.’’

-        Marc. 13: 27,35: ‘’En dan zal Hij Zijn engelen uitzenden en Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het uiterste van de aarde tot het uiterste van de hemel. Wees dus waakzaam! Want u weet niet wanneer de heer des huizes komt, 's avonds laat of te middernacht of met het hanengekraai of 's morgens vroeg.’’

-        Luk. 23:43: ‘’En Yeshua zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.’’

Volgens de islamitische tawhid-doctrine zou Jezus een incompetente leraar moeten zijn, omdat hij zijn discipelen zó achterlaat dat ze dit zouden geloven, in tegenstelling tot de tawhid-leer (waarvan de moslims veronderstellen dat Jezus dit onderwees…).

Wij geloven echter dat de Messias niet zo incompetent is, dus moet het islamitisch getuigenis wel vals zijn. We hebben immers al vastgesteld dat de Islam onderwijst dat de discipelen godvrezende mannen waren. Dientengevolge moet datgene wat zij opschreven dus ook betrouwbaar zijn. Dat zou voldoende reden voor de moslim moeten zijn.

Volgens de Islam ga je naar de hel als je gelooft dat Jezus God is. Zie soera 5:72: ‘’Zeker, zij zijn ongelovig die zeiden: “Allah is de Messias, de zoon van Maryam” Maar de Messias (Jezus) zei: “O, Kinderen van Israël, aanbidt Allah, mijn Heer en jullie Heer.” Waarlijk, iedereen die deelgenoten aan Allah toekent in de aanbidding: Allah heeft hem waarlijk het Paradijs verboden. En voor hem zal het Vuur zijn verblijfplaats zijn. En voor de onrechtvaardigen zullen er geen helpers zijn[53].’’

Doch, als Allah Jezus van het kruis zou hebben gered, maar de discipelen daar niet over geïnformeerd zou hebben, dan is hij misleidend en verantwoordelijk voor de verdoemenis van miljarden mensen.

Concluderend kunnen we zeggen dat het islamitisch getuigenis over de Bijbelse Yeshua vals is. De Bijbel geeft een veel betrouwbaarder beeld weer en wordt ondersteund door de geschiedwetenschap en medische wetenschap. De Bijbel is betrouwbaar en de Bijbelse boodschap is wáár. Die moet gevolgd worden door iedereen op aarde, dus ook door moslims.


Bronverwijzingen

[1] Ik ben mij ervan bewust dat ‘Allah’ simpelweg het Arabisch woord voor ‘god’ is. Ook christenen in Arabisch-talige landen noemen de God van de Bijbel soms Allah. Voor het gemak maak ik hier dus onderscheid, door de God van de Bijbel ‘God’ of ‘Heere’ te noemen en de god van de Koran ‘Allah’ te noemen. Ik schrijf het bewust wel met hoofdletter, omdat het een naam is.

[2] Yeshua is de Hebreeuwse Naam van Jezus. Aangezien Jezus een Jood is, verkies ik Hem Yeshua te noemen.

[3] Joh. 14:6

[4] Ik noem Yeshua hier bewust Jezus, om een onderscheid te maken. De historische Yeshua die door de Bijbel wordt beschreven noem ik Yeshua, maar de Jezus die een vals getuigenis krijgt van Islamitische of andere visies noem ik Jezus.

[5] De Koran is één boek en is opgedeeld in Soera’s, dit zijn in feite hoofdstukken.

[6] Nederlandse Koran-teksten gekopieerd van https://app.koran.nl/4/

[7] De Thora is een Hebreeuwse woord en betekent ‘onderwijzing’. Met de term Thora wordt veelal de eerste vijf boeken van de Bijbel aangeduid, ook wel bekend als ‘de Wet’.

[8] Jezus wordt in de Koran Isa genoemd. Zijn moeder Maria, wordt in het Hebreeuws Mirjam genoemd en in het Arabisch Maryam.

[9] De Nederlandse vertaling geeft de Hebreeuwse Gods-naam Y-H-W-H weer als HEERE. Dus overal waar je HEERE, met hoofdletters, leest, kan je ervan uitgaan dat er in de grondtekst de 4-letterige Naam Y-H-W-H staat.

[10] Micha 6:8; 1 Joh. 2:29

[11] Hoewel ik wel geloof dat God de Vader en Yeshua de Zoon één in Wezen zijn, spreek ik zelf liever niet van dé Drie-eenheid, omdat dit begrip als zodanig nergens in de Bijbel voorkomt.

[12] Yeshua wordt het levende Woord van God genoemd, Dat op aarde is gekomen. Zie Joh. 1: 1-3, 14.

[13] https://jewsforjesus.org/publications/issues/issues-v10-n08/a-look-at-the-trinity-from-a-messianic-jewish-perspective/

 

[15] ‘Wet en Profeten’ is een joodse aanduiding voor de Tenach, het ‘Oude Testament’.

[16] Deze geloofsbelijdenis uit Deut. 6 wordt in het Hebreeuws Shema genoemd., naar de Hebreeuwse vertaling voor ‘hoor!’

[17] In Hebreeuwse letters is dat אֶחָד

[18] Hoewel ik wel geloof dat God de Vader en Yeshua de Zoon één in Wezen zijn, spreek ik zelf liever niet van dé Drie-eenheid, omdat dit begrip als zodanig nergens in de Bijbel voorkomt.

[19] Je zou kunnen zeggen: ‘’het echad-zijn’’.

[20] 1 Joh. 4:8

[21] Zie bijvoorbeeld 1 Joh. 3:1

[22] Soera 27: 7-14

[23] Soera 42:51

[24] Soera 20:12

[25] Immanuel betekent: God met ons.

[26] http://www.aboutbibleprophecy.com/isaiah_9_1.htm

[27] Joh. 8:58

[28] Joh. 17:17

[29] Ps. 119: 89, 160

[30] 1 Petrus 1:1

[31] Vergelijk het Heer-zijn met Joël 2:32: ‘’Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal.’’

[32] Mat. 12: 39-40

[33] Soera 5:116

[34] Denk aan Lüdeman, P. Frederiksen en J. D. Crossan

[35] Hij beschrijft deze gruwelijkheden in antiquities 12.256 en Jewish war 6.304 en 2.612

[36] Joh. 19: 32-33

[37] Zie ook 1 Kor. 1:23: ‘’Wij echter prediken Messias, de Gekruisigde, voor de Joden een struikelblok en voor de Grieken een dwaasheid.’’

[38] Het Hebreeuwse woord voor discipelen is talmidim.

[39] De verschillende invalshoeken van de evangelie-schrijvers pleit juist vóór betrouwbaarheid. Als we nu bij een auto-ongeluk de getuigen vragen om op te schrijven, zal iedereen wat anders opschrijven. De hoofdlijnen komen overeen, maar de details verschillen, want een ieder vertelt hoe hij het voorval beleefd heeft.

[40] Zie ook Soera 19:23

[41] Hand. 21:24:14; 2 Tim. 3:16

[42] Gal. 2: 11-14: ‘’Maar toen Petrus naar Antiochië gekomen was, ging ik (Paulus) openlijk tegen hem in, omdat hij te veroordelen was. Want voordat er enkelen uit de kring van Jakobus gekomen waren, at hij samen met de heidenen; maar toen zij kwamen, trok hij zich terug en zonderde zich af uit vrees voor hen die van de besnijdenis waren. En ook de andere Joden huichelden met hem mee, zodat zelfs Barnabas zich door hun huichelarij liet meeslepen. Maar toen ik zag dat zij niet juist wandelden, overeenkomstig de waarheid van het Evangelie, zei ik tegen Petrus in het bijzijn van allen: Als u die een Jood bent, naar heidens gebruik leeft en niet naar Joods gebruik, waarom dwingt u dan de heidenen op de Joodse manier te leven?’’

[43] 1 Kor. 4: 11-13; 7: 10-11; 9:14; 13: 2-3

[44] 1 Kor. 1: 11, 14, 2:1, 5:1

[45] Dit zeiden de geleerden Tabari en Qurtubi; zie ‘Tabari’s geschiedenis’  en ‘Tafsir al-Qurtubi 61:14’.

[46] En soera 61:14

[47] Joh. 1: 1-3, 18. Verder Joh. 5:23 en 14:1, 5:21 en 14:8, 18:36-37 en 3:35, 14:13, 8:24, 58.

[48] Die engel, ook wel als bode vertaald, is Johannes de Doper, die de weg bereidde voor de komst van Yeshua.

[49] Het Sanhedrin is het Joods Hoger Gerechtshof.

[50] Ps. 82:6

[51] Mat. 13:32

[52] Joh. 4:26: ‘’De vrouw zei tegen Hem: Ik weet dat de Messias komt (Die Christus genoemd wordt); wanneer Die gekomen zal zijn, zal Hij ons alles verkondigen. Yeshua zei tegen haar: Ik ben het, Die met u spreekt.’’

[53] Gekopieerd van https://app.koran.nl/5/