Verantwoording bij de eerste en tweede druk

< terug

Verantwoording

Bij de eerste druk (1977)

Bij het vernemen dat de beide boekjes van mijn leermeester en collega Theo Schoenaker (De stotteraar op school en in de behandeling en Stotterjijofstotterik) aan herdruk en bewerking toe waren, betreurde ik het dat het de schrijver aan tijd voor de bewerking ontbrak. Naast het uitstekende boek van dr. Damsté en naast verschillende buitenlandse publicaties (zie literatuurlijst), is er ongetwijfeld plaats voor het werk van Schoenaker, omdat het zonder gebruik van vaktaal aan een breed publiek duidelijk kan maken waar het bij de spreekstoornis 'stotteren' om gaat, wat ouders en leerkrachten kunnen doen, wat iedere luisteraar kan doen, en vooral wat de stotteraar zelf kan doen om de communicatie te verbeteren.

Door de uitgever werd mij het verzoek gedaan de bewerking op mij te nemen en de twee boeken tot een geheel samen te voegen. Het betekende nauwkeurig lezen om doublures te voorkomen en nauwkeurig afwegen wat aanvulling behoefde.

Bepaalde formuleringen zijn meer in overeenstemming gebracht met veranderde inzichten. Om tot een werkelijk geheel te komen zijn de onderwerpen anders gerangschikt en daardoor wellicht ook andere accenten gelegd. Ook is de verleiding niet weerstaan enkele eigen toevoegingen een plaats te geven. Wel is getracht de stijl van Theo Schoenaker te handhaven, en het geheel even vlot leesbaar te maken als het onder zijn hand zou zijn geworden.

Het plan was systematisch te werk te gaan, het probleem eerst van de kant van de stotteraar, dan van de kant van de ouders en andere luisteraars en dan van de kant van de onderwijskrachten te belichten. Daar is niets van terechtgekomen. Stotteren immers speelt zich af in de wisselwerking met de luisteraar(s), of dat nu vreemden zijn, de eigen ouders, of de schoolbevolking. Het kan niet in afzonderlijke vakjes worden ondergebracht. Daardoor zal bij de lezer wel eens het gevoel opkomen steeds in een kring te worden geleid, langs telkens dezelfde punten. Moge het uiteindelijk toch een spiraal blijken te zijn die naar steeds meer begrip voor, en steeds meer aanvaarding van de stotteraar voert.

Voor de leesbaarheid is steeds over 'stotteraar' gesproken waaronder vanzelfsprekend ook de vrouwelijke stotteraar is begrepen.

Dank spreek ik uit aan een aantal collega's met wie ik in de Stichting Stottertherapie Doetinchemse Methode (genoemd naar de plaats waar het echtpaar Schoenaker met de toen nog revolutionaire groepstherapie voor stotteraars is begonnen) samenwerk, van wie ik veel heb geleerd en veel vriendschap en steun ondervond. Ook dr. Damsté en zijn staf van de afdeling Foniatrie van het Academisch Ziekenhuis te Utrecht betuig ik dank voor door de jaren heen ontvangen stimulerende steun.

Aan Theo en Ton Schoenaker, eerste gidsen op het steile pad van de stottertherapie, draag ik deze bewerking op.

Geldermalsen 1977 E.H. Versteegh‑Vermeij

Bij de tweede druk (1985)

Bij deze nieuwe druk wil ik gebruik maken van de gelegenheid de praktische en theoretische verworvenheden van de afgelopen jaren in het boek te verwerken.

Het hoofdstuk over het ontstaan van stotteren is sterk uitgebreid. Vooral de emotionele component heeft meer aandacht gekregen. Ook zijn meer voorbeelden uit de praktijk opgenomen, om toe te lichten hoe verschillend de stoornis zich manifesteren kan. Het wordt steeds duidelijker dat stotteren niet één, welomschreven stoornis is. Vele verschillende oorzakelijke factoren kunnen onderling op allerlei manieren verweven zijn. Dit leidt tot een vrijwel onbeperkt aantal individuele stotterpatronen. Toch zijn de ervaringen van mensen die stotteren over de hele wereld vergelijkbaar, want de eigen reacties op deze handicap en de reacties van de buitenwereld blijken universeel. Dat maakt dat we toch over het stotteren kunnen praten en dat de mens die stottert zich door dit boekje aangesproken kan voelen.

Ons doel, vooral aan ouders van kinderen die net zijn gaan stotteren informatie en steun te geven, hoop ik dichter te hebben benaderd. De op zichzelf juiste opdracht 'geen aandacht geven aan het stottergedrag' heeft ertoe geleid dat men ouders met hun toch zo begrijpelijke onzekerheid en bezorgdheid in de kou heeft laten staan. Het blijkt dat, juist als we op de allereerste signalen ingaan, de ontwikkeling tot echt stotteren geheel kan worden voorkomen. Ieder, die enige tijd met stotterende volwassenen heeft gewerkt beseft hoe buitengewoon belangrijk preventie is! Ouders zijn niet voor niets zo geschokt als ze vermoeden dat hun kind stottert. Anderzijds zou er niet zo veel stotterverdriet zijn als men nuchterder tegenover het verschijnsel zou leren staan. Ik hoop dat dit boek ook daartoe een bijdrage kan leveren.

Alle stotterende volwassenen die over zichzelf en over hun ervaringen hebben verteld, wil ik hartelijk bedanken. En eveneens alle ouders van jonge stotterende kinderen met wie ik in de loop der jaren samen heb gewerkt. Zonder hen had dit boek nooit geschreven kunnen worden.

Het werk van Charles van Riper, het werk van Joseph G. Sheehan en in het bijzonder het werk van P.H. Damsté heeft mijn inzicht helpen verdiepen. Hun wetenschappelijk onderzoek gaf een meer solide basis aan mijn eigen observaties.

Mijn dank gaat ook uit naar alle collega's met wie ik heb samengewerkt en van wie ik heb geleerd. In het bijzonder bedank ik mevrouw Fransje van den Ende die het manuscript heeft willen doorlezen en mij met de redactie behulpzaam is geweest. Zij was het die mij ertoe gebracht heeft het woord 'stotteraar' waar mogelijk te vervangen door een omschrijving die niet de persoon, maar de handeling betreft.

Geldermalsen, voorjaar 1985 E.H. Versteegh‑Vermeij

Derde druk (1991)

De derde druk is geheel gelijk aan de tweede druk

Digitale uitgave (2009)

Ik vernam in 2004 dat uitgever BSL geen herdruk van dit boek meer zal uitbrengen. Op mijn verzoek heeft de uitgever daarop de rechten weer teruggegeven aan de oorspronkelijke auteurs. Met Els Versteegh heb ik over actualisering van de tekst gesproken met het doel om een (digitale) heruitgave te realiseren. Daar wilde ze wel aan meewerken mits haar latere inzichten aan de tekst zouden worden toegevoegd.

Tot een bewerking is het niet gekomen. Els Versteegh is in 2007 overleden. In memoriam Els Versteegh - Vermeij 1917 - 2007

Voor deze website heb ik ervoor gekozen om de teksten van de papieren uitgave ongewijzigd over te nemen.

Via de zijbalkmenu's Latere inzichten/publicaties kunt u kennis nemen van het latere werk van de oorspronkelijke auteurs.

Op deze plaats dank ik dhr.K.Versteegh en Theo Schoenaker hartelijk voor het verlenen van hun toestemming om de inhoud van dit boek via internet beschikbaar te stellen.

Westervoort, april 2009 Adrie van der Horst

Download Stotterjijofstotterik+toegevoegde tekst PDF

© De rechten van dit boek berusten bij de erven E.H. Versteegh‑Vermeij

< terug