Modelbouw info om een varend skûtsje

van "de twee gebroeders" uit Drachten te maken.

Op deze pagina de omschrijving voor: Bevestiging zijzwaarden, Strijklat, Stootklos, Halstakeltje, Bolders, Dek, Roef, Luiken, Raamschuiven, Relingen, Hard en zacht solderen.

Zijzwaardbevestiging, strijklat en stootklos:

De zijzwaarden zijn opgehangen in de schuifruimte (6 x 6 x 80 m/m) van de zwaardunit. Om het zwaard te bedienen en ook in de lengte te verstellen is een messing busje met een diameter van 6 en een lengte van 6,1 m/m met een gat van 3 m/m gemaakt. Het zwaard, een afstandsring (bij mij 15 x 6 m/m dik) met daarop het busje en weer een ring van 15 x 2 m/m zijn met een RVS bout(je) 3 m/m op elkaar in de unit geklemd (foto rechts). Doordat de lengte van het busje 0,1 m/m langer is dan de sleufbreedte kan het zwaard draaien en schuiven. Het naar voren en achteren schuiven van de zijzwaarden wordt tijdens het trimmen van het skûtsje gebruikt om het oploeven of afvallen van het skûtsje in balans te brengen. Is de balans eenmaal bereikt (boot blijft zijn koers houden zonder roer te geven) dan worden de zwaarden met een ketting vergrendeld om het naar voren en achter schuiven van het zwaarden tegen te gaan. Het midden van de ketting wordt bevestigd op het 3mm doorstekende boutje de schakels vallen in beide “V” vormen van de zwaardunit zodat de heen en weergaande beweging wordt vergrendeld.
Boot is loefgierig (oploeven) of lijgierig (afvallen): Een loefgierige boot heeft de neiging om naar de loefzijde toe te draaien, ofwel met de voorpunt naar de wind toe. Een lijgierige boot zal de tegengestelde neiging hebben, dus neigen om van de wind af te draaien.

De strijklatten (lang 28 cm) zijn met drie boutjes boven de waterlijn gelijmd vastgezet. Bij de originele Skûtsjes zijn de strijklatten bedoeld om tijdens het varen het zwaard de juiste stand te geven en zijn vaak ingevet om de wrijving van het langsglijdende zwaard te verminderen. Ter bescherming van het zwaard is vóór het zwaard een stootklos gemonteerd.

Wanneer aan de wind varend het grootzeil vlakker getrimd moet worden dan kan het voorlijk met behulp van het z.g. halstakeltje strakker gezet worden. Het halstakeltje bestaat uit twee éénschijfs blokken en één tweeschijfsblok waar de halslijn doorheen loopt. De twee éénschijfsblokken zijn op het dek (tussen mast en laadruim) of op de knegt bevestigd. Het tweeschijfsblok wordt met een haak aan de hals van het grootzeil gehangen. De twee bevestigingspunten 2,5 m/m komen gelijk met het dek en worden na dekmontage voorzien van een draadeind met ring.

Dek:

Om het triplex dek te maken zijn er vooraf precies passende mallen van 160 grams papier gemaakt. Deze mallen zijn overgebracht op triplex plaat met een dikte van 1,2 m/m. Eerst mallen maken heeft als voordeel dat vooraf te zien is of het geplande deel soepel te plaatsen is en dat nabewerken van het triplex tot een minimum beperkt blijft. Alle naden zijn zo geplaatst dat ze op een spant van 3 m/m uitkomen. Voor het aansluitende deel is de betreffende spant met een strookje van 3 x 8 m/m breder gemaakt (dus totaal 6 m/m) zodat het volgende deel ook weer een lijmvlak van 3 m/m heeft.

Door het maken van papieren mallen (rechts) is het triplex dek (links) gemaakt.

Afwerking bovenkant Dramen / Boorden d.m.v. het Rântsje:

De bovenkant van de boorden is afgewerkt met een kunststof hoekprofiel (het rântsje). Om aan de binnenkant van dit profiel een stevige basis te hebben is dit hoekprofiel uit de deksel van een kabel-/wandgootje 17 x 30 x 2010 gezaagd. Voordeel t.o.v. een gewoon hoekprofiel is de stevige binnenkant en de U vorm zodat de bovenrand van het boord in een rechte vorm gedwongen wordt. Om de rondingen van de boorden goed te volgen is verwarmen van het hoekprofiel met een strijkbout noodzakelijk. Hou de strijkbout 10 m/m boven het hoekprofiel totdat deze uit zichzelf door gaat zakken, dan deel voor deel in de ronding(en) drukken. Het is handig om een kant van het hoekprofiel vast te klemmen zodat vanuit dit vaste punt gewerkt kan worden.

De vlakke kant van het gezaagde hoekprofiel wordt met de binnenkant op de buitenkant van de boorden gelijmd.

Uit het wandgootje zijn twee profielen met een lengte van 2.10 meter te zagen (zie foto). Gebruik een fijngetande cirkel, hand of decoupeerzaag. Zelf in het verleden een speciale kunststof cirkelzaag gekocht. Deze zaag kan ook prima voor hout gebruikt worden. Stel de zaaghoogte zo in dat hij net door het te zagen materiaal heen steekt. (Blijf bij het zagen bijzonder geconcentreerd dan blijven je vingers heel)

Bolders:

Na het lijmen van het rântsje zijn de bolders op de dramen/boorden gelijmd. De bolders zijn gemaakt van twee lagen vliegtuigtriplex tot een dikte van 10 m/m. De gaten 1,5 m/m voor het bevestigen van de stukjes RVS rond waarmee de lijnen vastgezet worden zijn al geboord.

Roef en luikenkap:

Ook bij het maken van de luikenkap met roef is een ultieme poging gedaan om zo min mogelijk water binnen te krijgen. Hiervoor is gebruik gemaakt van het hierboven omschreven U profiel (gezaagd uit het wandgootje) dit profiel is in de kim van de waterkering gelijmd. De binnenring van luikenkap is hierop pasgemaakt de buitenring sluit zo goed mogelijk aan op het gangboord van het skûtsje. De verwachting is dat de buitenring de eerste klappen van het water opvangt zodat de binnenring met het U profiel geen waterdruk te verwerken krijgt. Ben benieuwd of dit gaat werken?

Omdat alle aansluitingen rond en bol zijn komt er heel wat pas en meetwerk bij kijken om e.a. goed aan te laten sluiten.

Achteraanzicht originele roef met globale maten

Zijaanzicht originele roef met relingen. Model lengte volgens stamgegevens 21,38 cm

Detail waterkering

Reling roef:

Om de reling te bevestigen is een messing strip van 8 x 0,8 x 190 m/m lang in de gebogen vorm van de roef gemaakt. Deze strip is voorzien van messing busjes 2,5 x 1,5 x 10 m/m lang. De reling zelf is van messing rond 2 m/m met 1,5 m/m verticale tussenverbindingen van 6 m/m hoog die in de busjes schuiven en gelijmd of gesoldeerd worden. In verband met de kleine oppervlakten zijn alle verbindingen hard gesoldeerd.

Raamschuiven:

Bij het vervaardigen van veel dezelfde onderdelen is het handig om enkele hulpstukken te maken. Voor het maken van de raamschuiven (op z'n fries de skûven) zijn mijn hulpstukken weergegeven voor het met messing rond 1 m/m maken van 8 maal 2 schuifringen, een soldeerhulp om de 8 maal 2 schuifringen tijdens solderen op gelijke afstand en vertikaal te houden, een soldeerhulp om 12 platkop boutjes 2 m/m op een stukje vierkante buis 2 m/m met hard soldeer te solderen en een mal om twaalf 1,7 m/m gaten te boren. Zijn er veel bewerkelijke onderdelen nodig dan is het verstandig om zo'n onderdeel extra te maken, mocht er iets mis gaan dan hoef je niet weer alle handelingen voor één enkel onderdeel te verrichten.

Linksboven de bak- en stuurboord relingen. Rechtsboven het resultaat van de relingen en raamschuiven. Links de gebruikte hulpstukken voor het maken van de schuifringen en het solderen hiervan.

Gangboord reling:

De reling van het gangboord is op dezelfde manier bevestigd als de reling op de roef, alleen zijn de 2 m/m RVS bevestigingspennen nu door het rântsje en dek tot net in de lat rondom geboord. De verticale verbindingen van de reling zijn nu messing busjes van 3 x 2 x 11 m/m hoog. De reling zelf is van messing staf 3 m/m.

Zijzwaard blokken:

Het blok voor de bediening van de zwaarden is op het rântsje bevestigd en is door de boording vastgezet met een RVS pen 2 m/m die ook als as voor de schijf van 8 x 3,5 m/m dienst doet. De haakse hoek wordt weer met twee componentenlijm bevestigd. De kikker voor het vastzetten van de zwaard-lijnen zit onder de gangboordreling en is gemaakt van 2 m/m RVS pennen. Ook deze pennen zijn door het rântsje en dek tot net in de lat rondom geboord en worden net als de overige pennen met twee componentenlijm (evt met een smal polyester matje) bevestigd.

Een vioolblok bestaat uit twee achter elkaar liggende schijven per blok. "Zo relaxt kan zeilen zijn")

Om bij het wedstrijdzeilen snel te handelen worden de zijzwaarden niet met een zwaardlier maar vaak met de hand bediend. De inspanningen zijn geminimaliseerd door twee z.g. vioolblokken in de bedieningslijn op te nemen. Het tweede blok is aan de binnenkant van de boording naast de roef gemonteerd.

Verschillen in zacht en hard solderen:

Buiten de te gebruiken soldeersoorten is het meest in het oog springende verschil tussen zacht en hard solderen de soldeertemperatuur. Lager dan 450 graden wordt gezien als zacht solderen hoger dan 450 graden als hard solderen. Door dit verschil is ook de gebruikte warmtebron bepalend of een goede soldeerverbinding gemaakt kan worden. Bij zacht solderen kan (afhankelijk van de afmeting van het te solderen oppervlak) in veel gevallen gebruik gemaakt worden van een soldeerpistool of soldeerbout. Worden de temperaturen hoger of het te solderen oppervlak groter dan ben je aangewezen op een butaan of propaan brander. Ook die zijn in verschillende capaciteiten verkrijgbaar. Zelf gebruik ik voor bijna alle verbindingen voor de modelbouw (meestal messing of RVS) hardsoldeer met een middelgrote propaanbrander het z.g. loodgieters flesje.

Door veel modelbouwers wordt het hard solderen als moeilijk en niet direct noodzakelijk gezien. Regelmatig zie je dat zacht gesoldeerde verbindingen met onvoldoende soldeervlak al bij geringe belasting afbreken, zeker als de gemaakte verbinding niet voldoende heet gemaakt en dus niet doorgevloeid is.

Zelf zie ik hard solderen hetzelfde als zacht solderen alleen de te verbinden materialen worden heter gemaakt om de soldeer legering (die een hogere temperatuur nodig heeft) te laten vloeien. Voordeel van hard solderen is dat er met een relatief klein oppervlak toch een sterke verbinding tot stand komt.

Procedure voor het uitvoeren van soldeer werk:

- Maak de verschillende onderdelen van het werkstuk goed pas dit wil zeggen dat de naden van de te solderen verbindingen goed aansluiten en niet breder zijn dan 0,2 m/m. Hierdoor zal de soldeerlegering door de capillaire (opzuigende) werking volledig door de naden vloeien.

- Zijn er kleine onderdelen die gesoldeerd moeten worden, probeer deze onderdelen (indien mogelijk) wat langer/groter te maken en werk ze pas na het solderen bij. Dit maakt het simpeler om het geheel af te stellen en goed verankerd op een vuurvaste ondergrond b.v. vlakke vuurvaste stenen te plaatsen. Vuurvaste stenen zijn bij diverse bouwmarkten of open haardenbouwer te koop.

- Voordat er gesoldeerd kan worden maken we de verbindingen door vijlen/schuren vetvrij.

- Neem een beetje flux-6 poeder en maak er in een afsluitbaar potje met enkele druppels water een papje van. Na opdrogen van flux-6 is hergebruik goed mogelijk door weer enkele druppels water toe te voegen. Dan brengen we soldeervloeistof of pasta op de verbindingen aan.

- Leg tijdens het opstellen licht verzwaarde hulpstukken op of tegen de verschillende onderdelen, zorg er wel voor dat de hulpstukken niet teveel warmte opnemen of dat het werkstuk door het gewicht vervormd (messing wordt bij verwarming zacht). Controleer de stabilieteit door met het soldeerstaafje op het werkstuk te tikken dit mag niet omvallen of verschuiven. Het is bijzonder vervelend als dit tijdens het solderen gebeurd.

- Zijn er dikke en dunne stukken te verwarmen, verwarm het dikste gedeelte iets meer zodat het geheel gelijkmatig warm wordt. Wordt het werkstuk niet warm genoeg dan kan door enkele vuurvaste stenen rechtop te zetten een afdakje gecreëerd worden zodat de toegevoegde warmte behouden blijft. Sluit bij het solderen van pijp of lange holle ruimten een kant af. Door het verwarmen gaat de pijp als een schoorsteen werken zodat de relatief koude langsstromende lucht er voor zorgt dat er veel meer warmte toegevoerd moet worden.

- De soldeervloeistof of pasta gaat meestal verkleuren zodat je ongeveer weet (ook door oefening) wanneer de juiste temperatuur bereikt is dan voegen we voorzichtig (beslist niet te veel) de voorverwarmde soldeerlegering toe. Is de soldeerstaaf te dik zodat er snel teveel soldeer vrijkomt dan kan hij dunner gemaakt worden door afvijlen of plat maken. Bij klein werk is het soms handig om een klein stukje soldeer af te knippen en op de naad te leggen. Voorzichtig het vocht van het vloeimiddel laten verdampen anders gaat de soldeer alle kanten op.

- Als het goed is dan zal de soldeerlegering net als bij zacht solderen makkelijk door de capillaire (opzuigende) werking door naden vloeien.

• Nabehandeling

− Verwijderen vloeimiddel kan meestal d.m.v. een borstel en warm water

− Verwijderen oxiden door vijlen/schuren nabewerken met een RVS staalborstel

− Herstellen vervorming (indien van toepassing)