VII-1 Cate, Herman ten

Herman ten Cate


ouders: Sijbrand ten Cate en Catharina van Lochem


geboren: Enschede op 21-2-1759

gedoopt: Enschede 27-9-1778 (Doopsgezind)

overleden: Lonneker 10-8-1816 (beroerte)

begraven:


beroep: koopman en fabrikant lid firma de Erven Herman van Lochem te Enschede, eigenaar (1816) van het erve Wagelaar in de Esmarke en het plaatsje De Vlugt (Agterwageler) in de Esmarke/Twekkelo

woonplaats / adres: Enschede (Haverstraat 1806) (Langestraat 6, 1812), Enschede (huisnr 531, 1816)


relatie: Trouwt Lonneker 7-1-1785


Maria Geertruid Hoedemaker (= Kwst VII-2)


ouders: Hendrik Hoedemaker (linnenkoopman, fabrikeur) en Geertruid Hoedemaker


geboren: Enschede 21-9-1766

gedoopt: Enschede 28-9-1766 (Ned. Geref.)

overleden: Enschede 28-6-1828

begraven:

beroep: eigenaresse (1819)


woonplaats / adres:

Kinderen:

  1. Catharina ten Cate, 1786-1845, X 1803 Benjamin Willem Blijdenstein, volgt PARENTEEL TEN CATE II.a.

  2. Hendrik ten Cate Hoedemaker, 1787-1836, X 1819 Henriëtte Walkate, volgt PARENTEEL TEN CATE II.b.

  3. Sijbrand ten Cate, 1789-1860, X 1813 Catharina ter Kuile, XX 1820 Aleida Elisabeth Paschen, volgt PARENTEEL TEN CATE II.c.

  4. Geertruid ten Cate, geboren Enschede 19-12-1790, gedoopt
    overleden Enschede 22-1-1812 (kraambed), begraven
    beroep
    woonplaats / adres:
    relatie: Trouwt Enschede 4-7-1811 met haar volle neef
    Hendrik ten Cate, geboren Enschede 26-8-1780, gedoopt,
    overleden: Enschede 20-2-1858, begraven:
    beroep: fabrikeur,
    woonplaat / adres:
    ouders: Othmar ten Cate en Hermina Hoedemaker;
    weduwnaar van Catharina Juliana Ernesta Buch, van Clasina Wouters. Hij hertrouwt Gezina Buddeke.

    1. Levenloos kind, Enschede 21-1-1812

  5. Hermina ten Cate, geboren Enschede 4-8-1792, gedoopt:
    overleden: Enschede 6-12-1806,

  6. Maria Geertruid ten Cate, 1794-1837, X 1812 Helmich van Heek, volgt PARENTEEL TEN CATE II.d

  7. Lambertus ten Cate, 1796-1871, X 1819 Aleida Geertruid Willink, volgt KWARTIERSTAAT VI-1 (=PARENTEEL TEN CATE II.e)

  8. Nicolaas ten Cate, 1798-1841, X 1830 Margaretha Jannink, volgt PARENTEEL TEN CATE II.f

  9. Christina ten Cate, 1800-1863, X 1819 Abraham Willink, volgt PARENTEEL TEN CATE II.g

  10. Cornelia Margaretha ten Cate, geboren Enschede op 5 mrt 1801, gedoopt
    overleden: Enschede 11-10-1806

  11. Herman ten Cate, geboren Enschede 22-1-1804, gedoopt:
    overleden Hengelo (O.) 7-1-1864.
    beroep: Student theologie te Amsterdam in 1822/'26, proponent in 1828. Leraar der doopsgezinde gemeenten van Medemblik,
    Ouddorp, Pieterzijl en Hengelo.
    woonplaats / adres: Enschede, Medemblik, Ouddorp, Pieterzijl, Hengelo (1829-1864)
    relatie: trouwt Enschede 15-12-1828
    Anna Judith Paschen, geboren Hengelo 9-9-1803, gedoopt:
    overleden Hengelo 7-11-1879.
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Gerrit Paschen en Susanna Dorothea Frentz.
    Kinderloos.

  12. Marten Udink ten Cate, 1805-1869, X 1839 Anna Jannink, volgt PARENTEEL TEN CATE II.h.

zegelafdruk van Herman ten Cate uit 1810, met het familiewapen van het stappend/stijgend hert

Biografische aantekeningen


Herman ten Cate drijft, onder de naam Erven Herman van Lochem, een bloeiende bombazijn-fabriek in Enschede, die afnemers in het hele land heeft. Op 1 januari 1783 hebben Lambertus Nieuwenhuis, Pieter van Lochem en Herman ten Cate Sijbrandszoon een Compagnieschap gesloten voor het fabriceren en handelen onder de naam ‘Erven Herman van Lochem’; Herman heeft de bombazijnfabriek in 1795 voor fl 9000,- overgenomen uit de erfenis van zijn aangetrouwde neef Pieter van Lochem Janszoon. Later drijft hij de fabriek samen met Hendrik ter Kuile, maar vanaf 1810 is Herman ten Cate de enige eigenaar van deze bombazijnfabriek.

Aanvankelijk was de fabriek veel geld waard. In 1816, bijvoorbeeld, is hij,een blijkens een Staat van de 'Erven Herman van Lochem' ruim fl 155.000,- waard. Maar in 1820, als de balans van de erfenis van Herman ten Cate wordt opgemaakt, is de fabriek met al zijn onroerend goed nog maar ruim fl 37.000,- waard. De overige gemeenschappelijke bezittingen van de erfgenamen van Herman ten Cate Sijbrandszoon (zijn kinderen en zijn weduwe) waren veel meer waard: fl 95.953,-, zodat de totale nalatenschap toch nog ruim 130.000,- gulden groot was. In de extreem omvangrijke inventaris van de nalatenschap (maar liefst 224 bladzijden in de notariële akte) komen de volgende familieportretten voor: wijlen Herman van Lochem, grondlegger van Enschede's fabrijkweezen, in leven Fabrikeur te Enschede; wijlen Hendrik Hoedemaker, in leven Fabrikeur en Burgemeester te Enschede; wijlen mejuffrouw Geertruid Hoedemaker, vrouw van de genoemde Hendrik Hoedemaker; wijlen Pieter van Lochem, in leven Fabrikeur te Enschede; wijlen Nicolaas Hoedemaker, in leven fabrikeur en burgemeester te Enschede; wijlen Herman ten Cate Sijbrandszoon, in leven Fabrikeur te Enschede; mejuffrouw Maria Geertruid Hoedemaker, weduwe van wijlen Herman tC Sz; wijlen mejuffrouw Catharina Hoedemaker, ongehuwd overleden dochter van Hendrik en Geertruid Hoedemaker; wijlen mejuffrouw Hermina ten Cate, ongehuwd overleden dochter van Herman tC Sz en Maria Geertruid Hoedemaker; En verder zes kleine familieportretjes in crayon met koper vergulde lijstjes en glas van Herman ten Cate Szoon, Maria Geertruid Hoedemaker, Hermina ten Cate, Geertruid Hoedemaker-Hoedemaker, Catharina van Lochem, weduwe van wijlen Lambertus Nieuwenhuis, in leven te Enschede, Hendrik ten Cate Hoedemaker.

Zijn bijnaam was "trouwoom", stamvader van de familie ten Cate Hoedemaker. Ruim een week voor zijn overlijden koopt Hermen ten Cate het erve Wagelaar en het plaatsje de Vlugt, gelegen in de Esmarke en gedeeltelijk in Twekkelo.

De familieaantekeningen door dit echtpaar op hun trouwdag 7 jan. 1785 begonnen zijn thans (blijkens een tekst uit 1926) in het bezit van Mw. de Wed. G.M. ten Cate Hoedemaker geb. Blijdenstein te Deventer. Men vindt hier het volgende aangetekend: "1786 op Vrijdag den 3 Maart, 's morgens circa 5 uur is gebooren ons eerste kind, genaamd Catharina ten Cate". "1803 den 9 October is getrouwd onse oudste Dogter Catharina ten Cate met Benjamin Willem Blijdenstein in de Menonieten kerk door den Weleerwaarden Heer J.H. Floh, waarover wij 's Heeren zegen Hartelijk wenschen". Daarna is er ook tot het jaar 1828 aantekening gehouden van de geb. van hun kleinkinderen. (Bron: "Het geslacht Blijdenstein", door C. Elderink, blz. 318).

Het brievenboek van Herman ten Cate, waarin hij afschriften en samenvattingen noteerde van al zijn zakelijke correspondentie tussen 1785 en 1816, is bewaard gebleven. Het berust bij de nazaten van de familie Ten Cate Hoedemaker; ik bezit een fotokopie van een handgeschreven kopie van het brievenboek.

Daaruit blijkt o.a. dat Herman met zijn hond Aceton, die hij in Schöppingen heeft laten trainen, graag op jacht ging. Ook wordt er gemusiceerd: Herman bestelt in Amsterdam twee violen, maar stuurt ze terug omdat hij niet tevreden is: de gloednieuwe viool van 18 gulden is hem te duur, want je kan voor hetzelfde geld ook een gebruikt viool kopen, terwijl de uitstekende viool van 45 gulden een te grote rib uit zijn lijf is: "omdat ik er zeer weinig van kan en alleen de dwarsfluit exerceer, waar van ik eigentlijk mijn werk make".

Maria Geertruid Hoedemaker liet op haar sterfbed 54 nakomelingen, kinderen en kleinkinderen, na.


Bronnen


* 1782, 11-10: RA Zwolle: ORA Landgericht Enschede 21, fol. 195: als tijdelijke diaken van de Doopsgezinde kerk verklaart Herman ten Cate dat een bepaalde schuld is ingelost.

* 1788, 7-11: RA Zwolle: ORA Landgericht Enschede 22, fol. 148: Herman tC Sijbrz. Treedt op als mombair van zijn tante Aaltje ten Cate, wed. Hendrik Bavink in een verklaring, waarin staat dat ze een stuk land verkocht heeft aan haar broer Pieter van Lochm en haar zwager Lambertus Nieuwenhuis, de man van Catharina van Lochem

* 1795, 26-12: RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede invnr 76, fol. 106: De onderget., Lambertus Nieuwenhuis, als in huwelijk hebbende Catarina van Lochem, maakt aan het StadGericht van (107) Enschede bekend, dat op den 6en November jongstleden zijn broeder Pieter van Lochem alhier overleden is, die in zijn Testament gemaakt heeft aan zijnen neev Herman ten Cate SijbrZoon, gelijk zulks ook dadelijk na de opening des Testaments door de Erfgenamen des Testators, beide volle zusters, is afgestaan en door gem. H. ten Cate Sijbr.z. is aangenomen, de navolgende vaste goederen, en alle gereedschappen tot de bombazij fabriek behorende, als: 1o Het huis door den overledenen bewoond geweest, met het agterhuis. 2o. Het huis daar de boomzij-ververij in is, 3o. Het huis daar de kalander in staat; 4o. Het wagenhuisjen en paardenstal, aan de Doopsgezinde kerk staande. 5o de beide hoven over de stadsgragt en Hagen, met den koepel in den agtersten Hof staande, alles kennelijk bij en in Enschede gelegen; dan nog alle de gereedschap tot de boomzijfabriek behorende, als de garenketel, klander, verfkuipen ets., mits gemelde zijn Neev H. ten Cate S.z. voor deze vaste en losse goederen aan bovengem. zijne erfgenamen betale of uitkere ene som van negen duizend guldens. Presenterende aangever namens des testators erfgenamen en namens Herman ten Cate S.z. van gemelde vaste goederen te betalen alle hetgeen naar regten verpligt is. Enschede, 26 december 1795. (was get:) Lambertus Nieuwenhuis.

* 1809, 8-9: ORA Enschede Landgericht LG.025.038: Herman ten Cate koopt voor fl 2000,- van Jan van Lochem en diens vrouw Judith Nieuwenhuis de helft van de blekerij, genaamd Lochems Bleeke, gelegen in de Eschmarke, met het woonhuis erop en het verdere getimmerte, plus de erbij behorende gaarden, zaailand en bosland plus nog twee perceeltjes weiland.

* 1810, 5-5: RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 55, fol. 154: Gericht. Gecomp. Rijk Barnekate, bij acte van patent door de scholtus van Wijhe den 30 van wintermaand 1808 (…) gepatenteerd als Schoolhouder, zeggende zedert eenen geruimen tijd ter deezer steede onderwijs gegeven te hebben in de schrijf- en rekenkunst en zo ook aan Mietjen ten Cate, dochter van Herman ten Cate Sijbrz, van af den 4 van Hooijmaand 1809 tot den 4 van grasmaand jongstleden, waarvoor hem zelven van den voorsz H. ten Cate Sijbr.z competeert den som van acht guldens, luid rekening daarvan aan denzelven ter hand gesteld. (...Eis:) dat de geciteerde zal worden gecondemneert om deze van hem gevorderde som van acht guldens aan citant promptelijk te voldoen, cum expensis. / Hierop zegt de geciteerde dat hij nooit eenig accoord met de citant om onderwijs aan (fol. 155 ontbreekt) ... (fol. 156) de Heeren Richters zullen dus ook zeer gemakkelijk bevroeden, dat de geciteerde die van Citants vrouw het onderwijs zijner kinderen, ook reeds in de Cijffer- en Schrijfkunst te voren bedongen had, voorzeker daarvoor geen afzonderlijke betaling aan den Citant dacht te geven - zo dat geciteerde vertrouwt, dat, daar zulks bij inspectie van het accoord daar over gehouden, hier bij Sub A. kan geblijken, aan den citant deszelfs eisch zonder de minste bedenking zal moeten worden ontzegd, en aan hem in geenen deele eenigen eld in dezen worden toegestaan. / Nader erschenen Rijk Banekate, op het gerecesseerde van Geciteerde voordragende, dat desselfs vrouw, alhier in den Gerichte present, bereid is, onder solemneelen Eede te verklaaren, dat zij door Mejuffrouw ten Cate, vrouw van den geciteerden, is aangeroepen geweest en bevoolen, om aan de Comparant, R. Banekate te zeggen, dat hij de Juffers een uur onderwijs des dingsdags geven moet in schrijven en reekenen, het welk door haar begeerd en ook aan haar toegestaan was des middags van 1 tot 2 uur, dog dat Mejuffrouw ten Cate niet gezegd heeft, dat zulks door den Compt. in de plaats zijner vrouw (die toen nog niet met hem getrouwd was) geschieden zoude, noch door zijne vrouw aan gem. Juffrouw aangebooden is. Dat ... (fol. 157 ontbreekt opnieuw. 158 gaat ergens anders over)

* 1810, 5-5: RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 55, fol. 158: Bijlage 1: tekst van het contract voor lesgeven tussen, enerzijds, weduwe NN Leduc, geboren Cooke, aan de ene zijde, en Herman ten Cate Sijbrz, weduwe Pr. Ter Kuile, J.M. Eldrink, Hendrik ter Kuile, Dirk Planten, Gerrit Cromhoff en J.T.C. Thummieus, ofte zoodanige meerder Personen als, met hunne toestemming, daartoe nog zouden mogen concurreren, aan de andere zijde; bekennen overeengekomen te zijn omtrent het volgende: 1o. de Eerste der getekende verbindt zich in qualiteit als Mademoiselle of Gouvernante de Dochtertjes van de Laast ondergetekende ouders, onder haerlieder toezigt te zullen ondrwijzen in de Hollandsche en Fransche Talen, Geschiedkunde, Aardrijksbeschrijvinge, Cijfferkunst, het Linnen- en Wollen naaijen, Borduren, en alle andere vrouwelijke Handarbeid waartoe zij zelve in staat is, al ware dezelve hier niet genoemd; en voorts in al het gene zoude kunnen geacht worden tot eene beschaafde opvoeding te behoren, zulks voor den tijd van Een Jaar, te rekenen van en met den 11den mei 1808 tot en met den 10en Mei 1809. 2o. Het gemelde Taalonderwijs zal geschieden, hoe wel naar de vatbaarheid van elke Eleve, echter naar de meest in gebruik zijnde methode, en Regels der Spraakkunst, met stipte in-achtneming der nieuwste spelling in beide Talen, en wat het Hollandsch betreft, naar die van Siegenbeek. 3o. Ten einde de gemelde Eleves niet achterlijk te laten in de volmaakte kennis harer Moedertaal, zullen zij in dezelve dagelijks eenen taak lezen, niet alleen - maar ook ... (hier zijn weer enkele bladzijden weg) (161) renunciërende tot dat einde van alle exceptien welke met derzelver inhoud in het geringste voor strijdig zouden kunnen gehouden worden, hoe ook genaamd. Enschede, den 18en Mei 1808. (w.g.:) C.E. Cooke, wed. C.P. Leduc; Herman ten Cate Sijbrz.; wed. Pr. ter Kuile; J.M. Elderink; Hendk. ter Kuile; Derk Planten; G. Cromhoff; J.H. Thummius. (162) Bijlage 2: brief van lerares: Mijnheer ter Kuile, Alzoo Jansie heden morgen niet bij mij is geweest, zoo hebben ik de eer ued. het brieffie te zenden, ik zouden aldaar geen jagt mede maken indien ued. zuster Ten Cate mij heeden morgen niet hadden laten zeggen van het niet te zullen betalen en vermits ik van voornemens ben als ik mijn onderwijs geëindigd hebben naar elders te gaan, zoo heb de goedheid van haar nog eens onder het oog te brengen, als dat ik mij nooit verbonden hebben om de juffers onderwijs te geven in Schrijven en Rekenen ook heeft men nimmer gehoort als dat eene vrouw zich daar ook ooit mede gebezigd heeft, ten anderen is het ook tegen de Schoolwet, die ik als schoolhouderesse verplicht ben te volgen - wel is waar als dat ik het eerste jaar de juffers voor plaisier hebben laten Rekenen om de winteravonden te korten, maar niet om dat ik daar aan verbonden waren, indien iemand mij kan overtuigen als dat ik in mijne brieven voor het engagement mij daar aan verbonden hebben, n zien ik heel gaarne van mijne pretensie af, maar nu niet, ik kan onder eede verklaaren als dat ued zuster mijne man heeft aangesteld, en hij rekent immers niet te grof, en ued zuster Ter Kuile ons nog aangemoedigd heeft om Caatje nog voort te zetten, vermits zij zelve nog lust hadden om het te leeren )doch ued zuster Ter Kuile heeft het mij tot heden toe niet geweigert) en ook geen een van de anderen vrienden. Maar ued zuster Ten Cate heeft mij alreeds 20 guldens te kort gedaan behalven kluwen daar ik ook het accoord met haar gemaakt hadden - maar die agt guldens zal haar edle mij niet te kort doen of het zal mij van hoger (163) hand afgeslagen worden, en daar ben ik nimmer bevreest voor, want de Rekening kan wel taxatie lijden, en het spreek van zelve, als men onderwijs geniet er voor te betalen. ik laat aan uw eigen oordell over Mijnheer of dit onbetamelijk is, aangesteld zijnde, en dan te vorderen 8 Guldens in 9 maanden. Jansie, Caa Elderink en Chris Cromhoff zijn er ook bij gekomen en die weigeren het niet, en haar edle weigert het alleen. zegt haar e maar rondborstig indien zij blijven volharden ik dan maar met alle de genen die het zoude mogen weigeren bij hoger hand ons vonnis te horen. Verblijve met alle achting, Mijnheer! Ued D.W. Dienaresse C.E. Barnecaate, geb Cooke. Enschede den 28 van Grasmaand 1810. (165 = envelop, gericht aan: Mijnen Heere, Den Heere H. ter Kuile in Enschede. (166 Is niet gescanned, maar steekt een stukje onder de brief van nr 161-165 uit:) ...willem maken - en hiermede vermeent geciteerde genoeg gezegd te hebben om van den pretensen en wederrechtelijken eisch kost- en schadeloos te moeten worden geabsolveerd - zo als Geciteerde herhaaldelijk verzoekt bij dezen. Dispositie: hier in zal heeden over veertien dagen, met advijs van een onpartijdig Rechtsgepromoveerde, worden gesententieerd.

* 1810, 10-5: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede invnr 75, fol. 72: Gecomp zijn Herman ten Cate Sz en ehevrouw Maria Geertruid Hoedemaker (fol. 73), zij verkopen een perceel grasgrond, gelegen aan het oosten van de grasgrond van Lucas Heutink, ten Noorden aan Slagmanskamp, ten westen aan Wagelaars Kamp en ten zuiden aan een weide of maat van voorszijde Jannes Vrijle, groot 1 8/4 schepel op het kohier van vaste goederen sub nr 14 - dat op 11 grasmaand jongstleden is getaxeerd op fl 160,-, waarvoor zij voldaan zijn en quiteren. getekend en gezegeld (! met herte-zegel!) door Herman ten Cate Szn.

* 1810, 15-9: RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede inv. nr. 12 (Vrijwillige Zaken 1808-1811), akte nr. 69, fol. 227, per 15 Herfstmaand (september) 1810: Gecompareerd Herman ten Cate Sijbrandszoon benoemt tot voogdesse over zijn minderjarige kinderen zijne huisvrouw Maria Geertruid Hoedemaker, met uitsluiting der Weeskameren etc.

* 1810, 31-12: RA Zwolle ORA Stadsarchief Enschede inv.nr 12, folio 305: Herman ten Cate Sijbr.z wordt (met anderen) benoemd tot voogd over Johanna Blijdenstein.

* 1810, 31-12: RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede invnr 12, fol: Herman ten Cate Sijbrz wordt aangesteld als voogd over de kinderen van Hendrik ter Kuile en wijlen zijn vrouw Gijsberta Hoedemaker.

* 1811, 27-2: ORA Enschede SG.015.357: betreft een inventaris van Hendrik ter Kuile, na de dood van zijn vrouw Gijsberta Hoedemaker. Op post 31 prijkt: "Derzelver aandeel in 't Fabrijk door Hendrik ter Kuile voorn:t en Herman ten Cate Sijbr:z. op de firma van de erven Herman van Lochem uitgeoefend of bedreeven, ten bedrage luid Balans van den 19 van wintermaand 1800entien fl 42.990:14:8."....

* 1816, 29-7: Huisarchief H. Nijhuis, erve 'De Berke' te Usselo: 54e. 1816 juli 29. Engbert Efink (ECGW123 prs. nr. 8810), landbouwer, wonende in de Esmarke verklaart voor W.P.C. Greve verkocht te hebben aan Harmen ten Cate Sybr.zoon te Enschede. 1e. Het erve en goed Wagelaar in de Esmarke, leenhorig aan de keurvorst van Munster, thans koning van Pruisen en bezwaard met de sloptiende van 7 schepel rogge jaarlijks en jaarlijks 1 schepel rogge zijnde miskoorn aan de predikant en koster van de gereformeerde kerk. 2e. Het plaatsje genaamd de Vlugt, gelegen in de Esmarke en voor eenklein gedeelte in de marke Twekkelo, het eerste voor ƒ 4000 en het tweede voor ƒ 2000, welke kooppenningen op 1 mei 1817 moeten zijn betaald, zonder rente. Getuigen Egbert Lutje Varvik en Harmen ten Cate [geen familie], landbouwers in de Esmarke.

* 1816, 10-8: BS Overlijden Enschede: Aangevers van zijn overl. zijn Jan Rommelaar, 60 jr. en Martin Rommelaar, fabr. arbeiders en geburen van de overledene. Herman overlijdt in zijn huis in Enschede, nr 531. In de acte staat uitdrukkelijk dat zijn moeder, Catharina van Lochem, nog levende en alhier wonende is.

* 1816, 10-8: Fam. adv. coll. CBG, Ten Cate, blz. 6: "Heden overleed, in den ouderdom van 57 jaren,/ mijn waarden Man, de Heer Herman ten Cate/ Sybr. Zoon. Eene beroerte maakte plotselijk een einde/ aan zijn, voor mij en mijne Kinderen, zoo dierbaar leven,/ en doet ons in hem eenen liefderijken Echtgenoot en Va-/ der betreuren./ M.G. Hoedemaker,/ Wed. Herman ten Cate Sijbr. Zoon./ Enschede,/ 10 Augustus 1816.

* 1818, 2-5: Huisarchief H. Nijhuis, erve 'De Berke' te Usselo: 57e. 1818 mei 2. Hermen Lippinkhof verklaart namens zijn schoonvader Engbert Efink te hebben ontvangen van de Wed. Hermen ten Kate ƒ 570 zijnde een afbetaling van de verschuldigde kooppenningen van het erve Groote Wagelaar.

* 1818, ?-8: Huisarchief H. Nijhuis, erve 'De Berke' te Usselo: 58e. 1818 aug. Als 57e. een bedrag van ƒ 200.

* 1828, 28-6: Fam. adv. coll. CBG, Ten Cate, blz. 12: Heden overleed, na eene kortstondige ongesteldheid,/ in den ouderdom van ruim 61 jaren, onze waarde Moeder/ en Behuwd-Moeder, Vrouwe Maria Geertruid/ Hoedemaker, Wed. Herman ten Cate Sz.; vier-en-/ vijftig kinderen, behuwd en klein-kinderen, verliezen in/ haar eene zorgende en liefhebbende Moeder en Groot-Moeder./ H. ten Cate Hoedemaker./ Uit aller naam/ Enschede,/ den 28 Junij 1828.


kind 4:

* 1812, 24-1: Geertruid ten Cate overlijdt in het kraambed, na op 21 jan. 1812 bevallen te zijn van een doodgeboren kind. Aangevers van haar overlijden zijn Abraham Stroink en Gerrit Roolvink, niet vermaagschapt noch geburen van overledene. Geertruids ouders wonen in de Langestraat nr. 6.


kind 5:

* 1806, 10-12: Lijkregister Enschede 1806-1811: Op 10 dec. 1806 geeft Herman ten Cate Sijbrandsz. het overlijden aan van zijn dochter Hermina, oud 14 jaren. Overleden in zijn huis in de Haverstraat.

* 1806, 16-12: Opregte Haarlemsche Courant: Heden nacht overleed, in den uderdom van ruim 14 Jaren, onze lieve Dochter HERMIENA; waarvan wij bij dezen aan Vrienden en Bekenden kennis geven. Enschedé, 9 december 1806. Herman ten Cate Sijbrz., Maria Geertruid Hoedemaker.


kind 10:

* 1801, 22-12: Opregte Haarlemsche Courant, Fam. adv. coll. CBG, Ten Cate, blz. 3: Myne waarde en zeer geliefde Vrouw, Maria Geertruid/ Hoedemaker, verloste heden, byzonder gelukkig van eene/ welgeschapene Dochter, genaamd Cornelia Marga-/ retha, zynde dit het 10de onzer Kinderen, die allen gezond/ en voorspoedig zyn./ Herman ten Cate Sybrandsz./ Endscheide, 9 December 1801.

* 1806, 11-10: Lijkregister Enschede 1806-1811: Op 11 okt. 1806 geeft Herman ten Cate Sijbrandsz. het overlijden aan van zijn dochter Cornelia Margaretha, oud ca. 5 jaren. Overleden in zijn huis in de Haverstraat.

* 1806, 16-10: Opregte Haarlemsche Courant: Aan een langzaam verval van krachten overleed deze nacht onze liefste jongste dochter, CORNELIA MARGARETHA, in den ouderdom van bijna 5 Jaren. Enschedé 11 October 1806. Herman ten Cate Sijbrz., Marga Geertruid Hoedemaker.


kind 11: Herman ten Cate

* 1828, 15-12: wiewaswie Huwelijksbijlagen Enschede 1828, acte 16. Elf huwelijksbijlagen: 1) Uit het Ledematenboek voor de Doopsgezinde gemeente Enschede blijkt: op 22-1-1804 is geboren Herman ten Cate, zoon van Herman ten Cate Sijbrzoon en Maria Geertruid Hoedemaker. 2) Extract Overlijdensacten Enschede 1816 - acte 71: zie bij de huwelijksbijlagen van zus Christina. 3) Extract uit het register der Overlijdingsacten van de gemeente Enschede over 1828: nr. 48: Op heden 30 juni 1828 compareerden Sijbrand ten Cate 39 jaar, fabrikeur, wonende alhier, en Nikolaas ten Cate, 30 jaar, Azijnbrouwer, wonende in de gemeente Lonneker, beide zonen der overledene, hebben aangegeven dat Maria Geertruid Hoedemaker oud 61 jaren, zonder beroep, geboren alhier, weduwe van wijlen Herman ten Cate Sijbrandszoon, in leven fabrikeur, alhier gewoond hebbende en overleden, dochter van wijlen Hendrik Hoedemaker in leven fabrikeur en oud burgemeester dezer stad en van wijle Geertruid Hoedemaker, in leven zonder beroep, beide ook alhier gewoond hebbende en overleden, - wonende te Enschede op den 28en dezer overleden is des morgens te half vijf uren in het huis staande alhier in de Haverstraat nr. 699. 4) Extract uit het Doodboek der Stad en voormalig Landgerigte Enschede: 1777 November D. 12 Siebraham ten Cate, in Stad. 5) Extract van de overlijdensacte van oma Catharina van Lochem, zie bij haar. 6) Extract uit het Doodboek der Stad en voormalig Landgerigte Enschede: 1799 Julij 28: Hendk. Hoedemaker oud Burgem. Stad. 7) Extract uit het register der Actes des décées de la commune d’Enschede de 1813. Nr 20. Geburen hebben verklaard dat op 22 februarij des namiddags ten vier uren Geertruid Hoedemaker, oud 76 jaren, Renteniersche, wonende in de Stad, weduwe van Hendrik Hoedemaker, dochter van wijlen Gijsbertus Hoedemaker en van wijlen Hermina Schurink, alhier is overleden in het huis nr 124. 8) Militiecertificaat: Herman ten Cate, * Enschede 22-1-1804, proponent bij de Doopsgezinden, zoon van Herman en Maria Geertruid Hoedemaker, beide overleden, binnen Enschede geloot heeft nr 26, niet opgeroepen. Signalement: (dubbelgevouwen, lengte on leesbaar) : aangezicht rond, voorhoofd plat, ogen blauw, neus dik, mond gewoon, kin rond, haren blond, wenkbrauwen blond, geene merkbare kentekenen. 9) Uit het Ledematenboek Doopsgezinden Enschede blijkt dat op 9-9-1803 is geboren Anna Judith Paschen, dochter van Gerrit Paschen en van Susanna Dorothea Frentz. 10) Extract overlijdensacte 1826 (…) verklaren Willem Paschen, neef, en Sijbrand ten Cate, 36, fabrikeur te Enschede, aangehuwde kleinzoon, dat Gerrit Paschen, 82 jaren, rentenier, geboren alhier, echtgenoot van Suzanna Dorothea Frentz, rentenierse, eerder weduwnaar van wijlen Geertruid Hofkes, zoon van wijlen Willem Paschen, in leven koopman, en van wijlen Judith Schimmelpenninck, overleden 20-2-1826. 11) Verklaring van ongehinderde passering van de huwelijksproclamatien.

* 1864, 7-1: wiewaswie Hengelo, overlijdensacte 4


Openstaande vragen / discussie