PARENTEEL TEN CATE II.f

Nicolaas ten Cate

ouders: Herman ten Cate en Maria Geertruid Hoedemaker

geboren: Enschede 28-5-1798

gedoopt

overleden: Eschmarke (Lonneker) 10-9-1841

begraven

beroep: azijnbrouwer, fabrijkant (1841), diaken van de doopsgezinde gemeente (1833)

woonplaats / adres:

relatie: Trouwt Lonneker 9-12-1830

Margaretha Jannink,

ouders: Engbert Jannink en Hendrika Geertruid Averes

geboren Enschede 8-6-1805,

gedoopt:

overleden (in het kraambed) Enschede 14-12-1831.

begraven:

Zuster van Anna Jannink (X Marten Udink ten Cate, PARENTEEL TEN CATE II.h)

beroep:

woonplaats / adres:

Kinderen:

  1. Margaretha ten Cate, 1831-1902, X 1854 Herman Christiaan Jurriaan Willink, volgt PARENTEEL TEN CATE III.aa

De oliemolen van Nicolaas ten Cate aan de Gronausestraat. Bron: allemolens.nl

Ter plaatse is nu een kerkhof.

Biografische aantekeningen

Eigenaar van de oliemolen, later verfhoutmolen op de Oliemolen-esch in Lonneker. De huidige Oliemolensingel in Enschede is vernoemd naar deze oliemolen, die gesticht is door de familie Blijdenstein.

Nicolaas ten Cate kocht op 2-5-1827 voor f 9000,= een pel- en oliemolen van B. Blijdenstein, H. ter Kuile en F.W. Kirch. Op 24-4-1840 kocht hij de zogenaamde molenhof, met tuinhuisje. ('Het geslacht Blijdenstein', p. 291.)

Bronnen

Literatuur: 'Het geslacht Blijdenstein', p. 291; Ned. Patriciaat (uitg. onder redactie van D.G. van Epen) 14e jrg. (1924), genealogie Jannink.

* 1830, 9-12: BS Enschede trouwactes 1830, acte nr 15.

* 1831, 15-12: Fam. adv. coll. CBG, Ten Cate, blz. 14: Hij die over leven en dood gebiedt, riep heden/ mijne hartelijk geliefde Echtgenoote, Margaretha/ Jannink, tot zich, in den ouderdom van ruim 26 ja-/ ren. In het kraambedde vond zij haar einde; treurend/ zie ik haar na in de gewesten der eeuwigheid, en bid/ God dat hij mij kracht verleene om het leed te dragen,/ dat zijne wijsheid en liefde mij toezendt./ Nicolaas ten Cate./ Enschede, 15 December 1831.

* 1832: Komt in de oorspronkelijke aanwijzende tafels (1832) voor als eigenaar van een oliemolen, tuinen, huis en erf en fabrijkhuis op de “Oliemolen Esch” in Lonneker (sectie O, blad 2, volgnrs 489-493).

* 1841, 10-9: wiewaswie acte nr 163. HtC: Fam. adv. coll. CBG, Ten Cate, blz. 22: Na eene kortstondige ziekte, overleed heden onver-/ wachts, in den ouderdom van 43 jaren, mijn waarde be-/ huwd Zoon, de Heer Nicolaas ten Cate, nalatende/ een Dochtertje te jong om het verlies van eenen zorgvol-/ len Vader te beseffen, diep betreurd door mij en zijne tal-/ rijke betrekkingen./ Wed. E. Jannink./ Enschedé, den 10den September 1841.

* 1842, 5-4: Opr. Haarl Courant: VEILING EN VERKOOP. Kragtens autorisatie van de Arrondissements-Regtbank te Almelo, zal op Donderdag den 21en April dezes jaars des nademiddags ten twee ure, ten Huize van den Kastelein F. Kosters, in den Klomp, te Enschede, in het openbaar ten overstaan van de ondergeteekende Notaris, aan de meestbiedende worden verkocht. Eene welbeklante en sedert de laatste jaren de beste resultaten opgeleverd hebbende VERFHOUT en PELMOLEN, met daarannexe WOONHUIS, voorzien van ruime Vertrekken, Keuken, Kelder en Zolders, voorts met de aan die Molen verbondene PAKHUIZEN, en daaraan gelegen TUINEN en DUIVENVLUCHT, te zamen groot 61 Roeden en 50 Ellen, alles zeer aangenaam en voordeelig staande en gelegen, in de Gemeente Lonneker, Provincie Overijssel, aan den Straatweg van Enschede naar de Pruisische Grenzen, in de onmiddelijke nabijheid van de Stad Enschede, en toebehooren aan de minderjarige Dochter van wijlen den Heer NICOLAAS ten CATE. De inzate zal geschieden, acht dagen te voren, en wel op Donderdag den 14den April eerstkomende ter voorschreven uur en plaats, zullende ten dage der definitieve toewijzing mede in het openbaar worden verkocht de in en om voorschrevene Gebouwen voorhandene voorwerpen, tot het uitoefenen dezer zaak behoorende. Nadere informatien zijn te bekomen ten Huize van den Heer M. UDINK ten CATE, te Enschede, gelijk mede ten Kantore van de ondergeteekende Notaris te Almelo, alwaar de Koopsvoorwaarden, en de Bewijzen van Eigendom ter inzage van de belanghebbenden zullen worden gelegd, zullende de aanwijzing in-loco geschieden op den 13den dezer maand, en alzoo daags voor de inzate. Almelo, WILH. JALINK, den 1sten April 1842. Notaris.

* 1941, 17-4: Dagblad De Tijd: “De Oliemolensingel kreeg zijn naam van den olie- en pelmolen, tot den bouw waarvan de firma Blijdenstein & Co. in 1776 aan Ridderschap en Steden vergunning vroeg. Deze molen heeft gestaan op den Hoogen Esch bij de plaats van den Kneedweg en den Zijlweg? (nu de Gronauschestraat). Na een halve eeuw door genoemde firma te zijn geexploiteerd, werd hij in 1827 door de toenmalige fabrikanten Barend Blijdenstein, Hendrik ter Kuile en Frans Willem Kirch verkocht aan Nicolaas ten Cate, azijnbrouwer, die hem tot het malen van verfhout inrichtte. In 1887 werd deze molen, van welks hoogen trans men een der fraaiste vergezichten van Twente had, gesloopt, en weer ging een stukje historie heen.”

www.molendatabase.org: databasenr 3866. Oliemolen, gelegen 0,6 km OZO kerk, hoek Gronausestraat en de Kneedweg/ Gronausche hoofdweg n.z. Kadaster Lonneker O (2) 491: Nicolaas ten Cate, fabrijk. Locatie: RD X 258940 Y 471146; N 52.218587 O 6.908276. Bouwjaar 1776, gesloopt 1887. Stellingmolen (windmolen). Meer informatie bij allemolens.nl: Ten-Bruggencatenummer 02672 a; constructie: romp = achtkantige bovenkruier, kruiwerk = buitenkruier. Geschiedenis: De molen werd gesticht door de fam. Blijdenstein. Op 2 mei 1827 werd de molen voor ƒ 9000,= verkocht aan azijnbrouwer Nicolaas ten Cate, die er een verfhoutmolen van maakte. In 1887 werd de molen gesloopt. Lang heeft hier nog een duiventil gestaan.

Kennelijk is de Oliemolen na Nicolaas’ dood in handen gekomen van zijn broer Marten Udink ten Cate, die o.a. duivenhouder was.

Nadere informatie over de molen moet ook te vinden zijn in het boek: Ties Wiegman: “De Molens van Enschede en Lonneker”, 1991.

Openstaande vragen /discussie