VIII-1 Cate, Sijbrand ten

Biografische aantekeningen

Sijbrand was, samen met de beroemde Herman van Lochem en anderen, diaken van de doopsgezinde gemeente van Enschede. Zij waren onder andere opdrachtgevers voor de bouw van een 'nieuwe vergaderplaats', feitelijk een schitterend kerkgebouw, voor de doopsgezinden, die op 17 december 1769 door voorganger Cornelis de Vries met een uitvoerige leerrede (die in druk verscheen) werd ingewijd.

Bronnen

Lit: G. Heeringa: Uit het verleden der doopsgezinden in Twenthe [Borne, z.j., 1934] p. 59

J. Snuif: Familieboek der Van Heeks [1915]: p. 170: daar staat: "Herman van Heek bewoonde het huis thans bewoond door den heer H. J. E. van Heek aan de Markt te Enschede en tevoren door zijn grootvader van moeders zijde Sybrand ten Cate bewoond. In dat huis woonden achtereenvolgens Lambert van Lochem, Herman van Lochem, Sybrand ten Cate X Catharina van Lochem, Herman van Heek."

* 1758, 31-12: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 74, fol 188: Dito maakt Sijbrant ten Caten bekend van oud Br Wilh. Lindhuis aangekogt te hebben in de maand Februarij 1758 een huis gelegen in de lange straete met een hoff en agterhuis gelegen an den Labbedijk (metsijn) met de arme grond kennelijk binnen dese stad voor een somme van f 1900,-. Luijt coopbrief van den 4 febr deses Jaars.

* 1759, 19-5: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr invnr 42, fol 442: … van sijn vercogte huijs aan Sijbrant ten Caten versoekende dat hier van de nodige Denuntiatie per Extract deezes mooge geschieden met inhumatie om dezelve binnen 14 daagen met gelt off reghte aff te maaken, zulx cum Expensis ad Decretum stellende. Decreet. De gedaene pandinge en versogte denuntiatie en Inhumatie om dezelve binnen 14 daagen met gelt off reghte off te maaken, word nae Landt geaccordeert

* 1763, 12-11: ORA Enschede SG.065.379: Sententie in de zaak van de koopman Herman Nijhof versus de kooplieden Lucas Nieuwenhuijs, Sijbrandt ten Kathe en Jan Blijdenstein. Nijhof heeft de drie opgeroepen om te getuigen op een aantal vraagarticulen, maar ze weigerden. Onduidelijk is waarom, en wat de uitspraak is: de pagina's 382 t/m 388 zijn niet gescanned.

* 1764: familysearch “Boek der Leeden van de Doopsgezinde Gemeente in Endscheidé, beginnende met Jaar onzes Heeren 1764. (Cornelis de Vries Leeraar zijnde in dezelve Gemeente)”: p.8: "Sijbrand ten Kate (zoon van Othmar ten Kate & Christ: Kramer), gedoopt - april 1744 door ds. P. Belkmeer, naderhand gehuwd aan Catharina van Lochem waar bij kinderen: 1. Othmar ten Kate, geb. 6 meij 1757; 2. Herman ten Kate, 21 feb 1759; 3. Lambertus ten Kate 25 meij 1761, overleden 25 decemb. 1776; Sijbrand ten Kate - 3 septem: 1767, overleden; Catharina ten Kate, geboren 28 Julij, overleden 16 xber 1770; Pieter ten Kate, geb: 7 Decemb 1771; Sijbrand ten Kate, geb: 29 April 1776, overleden 9 April 1781. (Slaat weer op Sijbrand Oz:) Overleden den 12 November 1777"

* 1766, 31-12: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 75, fol 48: ….huijsje gelegen binnen dese stad op de zogenaamde Labbedijk of Walstrate tusschen de huijsjens van de Erven J Wijfkes en Sijb ten Caate

* 1768, 27-12: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 75, fol. 61: Dito maakt Sijbrant ten Caate bekent op den 16en deeser maand van Antonij ter Braake te hebben aan zig gekogt een huijsjen of wooninge geleegen op de Labbedijk of Walstraate tusschen die van d'Erffen Jan Wijffkes ter eenre, en dat van aangeveren ter anderen zijde. en zulks voor een somma van f 600,-

* 1769, 23-3: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 75, fol 65: Den 23 dito maakt Sijbrand ten Cate bekend op gisteren van Jan Nijnhuis te hebben aan zig gekogt een klein hoekkien van desselfs hoff gelegen naast dien van hem aangever en zulks voor een somma van f 20,-. Waarvan geen coopbr.is opgerigt.

* 1769, 1-5: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 5, fol. 9: Noodgerichte gehouden den 1 meij [betreft de aankoop van een huis, (de helft van een twee onder een kap, de andere helft hebben ze al) aan de Labbedijk of Walstraat in Enschede door Sijbrand ten Cate en Catharijna van Lochem, van Anthony ten Braake en Aaltien Steenwijk.]

* 1769, 27-5: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 65, fol. 379 Sententie. In zaaken de coopman Herman Nijhoff, requirant, ter eenre, tegens de kooplieden Lucas Nieuwenhuijs, Sijbrant ten Kathe en Jan Blijdenstein, gerequireerdens. Copia. In zaaken over het erschenen verweijgeren van kondschap geeven voor deezen welEdelen Agtbaaren Stad Gerighte van Eindscheide alnogh strijdig en onbeslist hangende tusschen den koopman Herman Nijhoff, requirant, ten eenre op en teegens de cooplieden Lucas Nieuwenhuijs, Jan Blijdentein en Sijbrant ten Kaathe gerequireerdens ter anderen zijde. Waarbij de Requirant bij zijne recisgaere handelinge van den 27 maij deezes Jaars 1769 in substantie dede voordraagen (380) Dat hij tegens dien dag hadde laaten citeren de kooplieden Lucas Nijenhuijs, Jan Blijdenstein en Sijbrant ten Kaathe, ten einde om Kondschap der waarheijd te geeven op zodanige vraagarticulen als men bij deezen kwam over te geeven, versoekende dat dezelve hier toe moogen worden aangeeischt bij uitblijven gacontumacieert en voor de twedemaal teegens zekere uire alnog geciteert mogen worden om hier op Condschap der waarheijd te geeven inval van oppositie concluderende; dat geciteerdens bij definitive sententie van deezen Edelen Agtbaaren Gerigte mooge worden gecondemneert om op (381) op de voorschreevene vraagartikelen haare verklaringe als naar Regten doen met condemnatie meede in de kosten hierover te vallen, ofte etc. Waar en teegens de gerequireerdens Lucas Nijenhuijs, Sijbrant ten Kaathe en Jan Blijdenstein bij haare tegenhandelinge van dienselven dag deede inleggen; Dat zij de vraagartikelen aan zijde van voorgemelden Requirant overgelegt hadden geëxamineert met verklaringe vaardig te zijn den Eersten, tweeden en (382 niet gescanned) dezelfde tekst op p 370 , 371 niet gescanned.

* 1769, 26-12: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 75, fol 70 … een huis gelegen binnen dese stad in de Langestraat, tusschen de huijsen van Sijbrant ten Kaate en Jan Hanterman...

* 1772, 31-10: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 59, fol 360 Caate, ten Sijbrant Sijbrand 31-okt 1772 Vraagartikelen - 7) wijders zullen getuigen naamagtig moeten maken, wie hierbij te Epe destijds al meer tegenwoordig zijn geweest. (…) Ad 7mum verklaarde de tweede getuige dat hij ten huize van de Capt. Breeninck komend aldaer heeft gevonden Burgemer Lasonder (...) en zo hij meend Sijbrant ten Caate en sijn zoon.

* 1776, 26-1: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 60, fol 19: Op nieuwjaarsnacht is met stenen gegooid en geschoten. Hebben niet ook de zoons van Sijbrand ten Cate met een klein kanonnetje geschoten? De drie getuigen zeggen hier niets van te weten.

* 1776, 13-2: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 60, fol 29: Vraagarticulen om daer op ter instantie van de Coopman Sijbrand ten Cate nae voorgaende citatie onder eede te doen disponeeren Burgemer Willem Stroink & Tobias Bossier. Exhibitum in Juduco Endschede den 13 februarij 1776. 1) Getuigen ouderdom en verwantschap te vragen. Ad Pmum verklaard de Eerste Gt Burge W Stroink verre in de vijftig Jaar oud en aan den producent Ten Caate niet bevriend te zijn. Tweede Get Tobias Bossier zegt verre in de vijfftig jaaren oud en aan de producent S. ten Caate zo verre hij weet niet bevriend te zijn. - Eerste Getuige oven den 2,3,4,5,6 en 7 articulen alleen te vragen. 2) Is getuige niet Burgemeester der stad Endschede en doet meede geen negotie in tabak? Ad 2dum verklaard de Eerste Get dat hij Burgemeester deese stad Endschede en dat meede negotie doet in tabak. 3) Hoe lange heeft getuige die negotie niet gedaen? Ad 3tum verklaard de Eerste Get dat hij de negotie wel ongeveer twintig jaaren zal gedaan hebben....(vervolgpagina's ontbreken op de scan)

* 1776, 8-3: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 60, fol 41: Op verzoek van Sijbrand ten Cate, koopman, verklaren vier getuigen dat zij al vele jaren handelen in tabak; de rest van het stuk is (wegens beschadiging?) niet beschikbaar

* 1779, 6-12: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 13, fol. 92: (91v niet gescanned) … en Barend Bavink als Gerigtelijk aangestelde voogden of Mombaren over de hier booven genoemde drie minderjarige kinderen van wijlen Sijbrand ten Kate en gezeide Catharina van Loghem ten anderen zijde, in legweezen van dagesvrienden en getuigen dergestalte. Dat sij Catharina van Loghem weduwe Sijbrand ten Kasate uit den gemeenen boedel so sij met haaren wijlen Eheman en naderhand met haare kinderen in gemeenschap heeft bezeeten aan bovengezeide haare vier kinderen (:of wel ten aanzien der drie laatste of jongste of minderjarig sijnde aan derselver voogden of mombaren namens hunne pupillen) bij deezen bewijst te Zaamen een somma van agt duijzend guldens, zegge f 8000,- van twintig stuivers het stuk dus aan een jeder derselver eene summa van twe duijzend guldens (92v) midsgaders een ordentelijke uitzet na Staats gelegentheid, van welk een en ander de eerste en oudste deezer Kinderen bij het ingaan van zijn huwelijk zoo verre hem betreft bereets voldaan is, zullende strekken tot volle en finale erfuitinge van hunne vaderlijke nalatenschap - zullende zij Catharina van Loghem voor het overige den geheelen boedel so sij met haren wijlen eheman en kinderen in gemeenschap heeft bezeeten in vollen eigendom behouden, blijvende het hier vorengenoemde kinderlijke goed, so verre de drie minderjarige betreft in de goederen der erfuitersche weduwe Sijbrand ten Kaate gevestigd om ter behoorlijken tijd door dezelve haare kinderen of de Mombaren gevorderd en daaruit gevonden te mogen worden. Aldus (93) zonder erg of list gemaascheidet en overeengekomen en ter wederzijden met aanwezende dagesvrienden en Getuigen Geteikent wordende de wel edele agtbare Magistraat deser Stad als overmombaar Heeren versogt deeze te willen approberen. Actum Eendscheide den 6 December 1779. Onderstonden: Katharina van Lochem, wede Sijbrand ten Cate; Herman van Loghem; Oothmar ten Cate; Hermina Hoedemaker vrouw van Oothmar ten Cate; Pieter van Lochem als mombaar; Barend Bavink als mombaar; Gerrit Swinnepool als Getuige; Arend ten Cate als Getuige. Lager Staat: Nadat de Mombaren Pieter van Lochem en Barend Bavink aan ons Burgemeesteren bij handtasting hebben verklaard hunner pupillen interes bij deeze overeenkomste of Akkoord Loco Maagscheid als eigen te hebben waargenomen (93v) zo wordt het zelve ten opzigte van de minderjarigen indien dezelve daar bij niet benadeelt zijn geapprobeert en de Mombaren geconfirmeert Actum Eindscheide den 6 December 1779. Ter ordonnantie der Burgemeesteren, geteikent, H. Pennink J.F., secretaris

* 1783, 29-9: RA Zwolle ORA Stadsgericht Enschede invnr 17 fol 21: (Testament van Lambertus Nieuwenhuis en Katharina van Lochem, waarin ze o.a. haar drie zoons Pieter, Herman en Othmar ten Cate legaten nalaat; zie bij Katharina van Lochem)

Openstaande vragen / discussie