PARENTEEL TEN CATE II.b
Hendrik ten Cate Hoedemaker

Hendrik ten Cate Hoedemaker


ouders: Herman ten Cate Sijbrandsz en Maria Geertruid Hoedemaker


geboren: Enschede 4-10-1787

gedoopt: Enschede 29-5-1808 (Doopsgezind)

overleden: Glane (Dld) 14-6-1836

begraven:


beroep: fabrikeur te Lonneker, later econoom op het voormalig klooster ter Glane in Glanerbrug.

woonplaats / adres: Enschede, Glane (1834, 1836)


relatie: Trouwt Enschede 25-8-1819


Henriëtte Walkate

alternatieve naam/spelling: Hendrikje of Hendertje Walkate


ouders: Engbert Walkate en Jannetje Reekers


geboren: Hengelo 6-4-1795

gedoopt:

overleden Hengelo 58-1839

begraven:


beroep: gouvernante (1819)

woonplaats / adres:


Kinderen:

restant vml klooster Ter Glane, woonhuis Hendrik ten Cate Hoedemaker. Bron: Uit het land van katoen en heide

Het gezin van Hendrik ten Cate Hoedemaker ca 1825. Schilder A.W. Floh. bron: Oudheidkamer Twente

Biografische aantekeningen


In 1811 werd het klooster Glane door Napoleon opgeheven en werden de kerk en het gebouw grotendeels afgebroken, van de afbraak werd in 1814 de vroegere Roomse kerk te Lonneker grotendeels opgebouwd. Een prachtig kruis uit het klooster bevindt zich thans nog te Vreden. Een gedeelte van het gebouw is nog blijven staan. Het kwam later in bezit van Hendrik ten Cate Hoedemaker, die het ook bewoonde. Later werd het verkocht aan de familie Stenvers te Gronau.


Bronnen


* 1819, 25-8: familisearch BS Enschede, huwelijksbijlagen: Zij trouwden voor burgemeester Jan van Lochem. Bijzonderheden in de huw. akte:Hendrikjen Walkate, 24 jr, gouvernante, geb. Hengelo (OV) dr. van Engbert Walkate en Jannetje Reekers, beiden overleden te Amsterdam, hij als vader en zij als moeder van het werkhuis aldaar; hare grootouders van vaderszijde Jan Walkate en Berendje Schuckink in leven landbouwers laatst gewoond hebbende in het boerschap Woolde, schoutambt Hengelo, beiden aldaar ook overleden, en die van moederszijde Jan Reekers in leven geweermaker en Hendrikje Nijhoff in leven vroedvrouw, beiden in Hengelo woonachtig geweest en aldaar overleden. Acht huwelijksbijlagen:(1) Uit het lidmatenboek van de doopsgezinden te Enschede blijkt dat Hendrik ten Cate Hoedemaker is geboren op 4-10-1787 als zoon van Herman ten Cate Sijbrsz en Maria Geertruid Hoedemaker. (2) Extract uit het register v overlijdensactes Enschede 1816: Herman ten Cate, 57 jaar, fabrikeur, wonende alhier, echtgenoot van Maria Geertruid Hoedemaker, zoon van wijlen Sijbrand ten Cate en de nog levende, alhier woonachtige, Catharina van Lochem, overleden 10-8-1816, ’s morgens te zeven uren in zijn huis nr 531. (3) Militieregistr. Signalement: lengt: 5 vt, 8 dm, 5 str; aangezicht ovaal, voorhoofd plat, ogen bruin, neus ordinair, mond klein, kin ordinair, haar bruin, wenkbrauwen idem, merkbare tekenen geene. (4) Verklaring van de rechtbank Almelo, zitting hebbende in ons logement te Hengelo, tbv Delden (?) over Hendrikjen Walkate, thans als gouvernante wonende te Enschede, voornemens een huwelijk aan te gaan doch in de onmogelijkheid om een geboorteacte te vertonen, de 7 navolgende getuigen: Steven Krabbenbos, wever, 53; Hendrikus Wilmink, wever, 44; Jan Guikink, timmerman, 75; Claas Nijhof, fabrikeur, 64; Abraham ten Bruggencate, timmerman, 56; Berend ter Marsch, grutter, 70; Willem Scholten, wever, 70, allen wonende te Hengelo, hebben onderede verklaard zeer wel te weten dat Hendrikjen een dochter is van Engbert Walkate, in lever wever, gewoond hebbende alhier te Hengelo, bij zijn huisvrouw Jannetje Reekers in echt verwekt, zijnde geboren in den jaren 1795, in de maand april of daaromtrend, zodat de requirante alsnu bereikt zal hebben de ouderdom van 24 jaar. Zij allen kenden de beide ouders alsmede de requirante van hare jeugd, en ze hebben het vooral onthouden, omdat ze geboren is in hetzelfde onvergetelijke jaar dat de Fransen hier te lande zijn doorgedrongen, dus in 1795; een behoorlijke aantekening van haar geboorte is niet gevonden. + vonnis waarin deze verklaring als homologie voor de ontbrekende geboorteacte wordt gesteld.(5) Extract begraafregister NieuweZijdskapel Amsterdam: Egbert Walkate begraven 10-4-1809. (6)  Extract begraafregister Westrkerkhof Amstrdam: Jannetje Reekers, weduwe Egbert Walkate, begraven 30-1-1810. (7) Vier getuigen verklaren dat Jan Walkate en Berendjen Schuckink, echtelieden, grootouders van vaders zijde, landbouwers laatstelijk in de boerschap Woolde bij Hengelo, zijn overleden: Jan ruim dertig jaar geleden en Berendje ongeveer 29 jaar geleden. Ze hebben ze hier op het kerkhof begraven. (8) Verklaring door vier getuigen dat Hendrikjen Walkates groot ouders van moeders zijde: Jan Reekers, geweermaker, en Hendrikjen …. [de vogende pagina is niet gefilmd!]

* 1824, 19-7: brief van Hendrik ten Cate Hoedemaker aan zijn vrouw, poststempel: Alkmaar. In de eerste helft van de 19e eeuw waren handelsreizen voor de Twentse Fabriquers een vermoeiende zaak. Dit blijkt uit een brief van Hendrik ten Cate Hoedemaker aan zijn vrouw op 19 juli 1824 vanuit Alkmaar. Hij schrijft o.a.: "Ik heb mij van Veere laten overzetten op Beveland. Ik wilde, omdat de weg zo slibberig en ongemakkelijk te gaan was om een rijtuig vragen, het was voor drie uur gaans maar eventjes fl. 4.10.-. Mijn poten deden mij zeer, ik had er blaren onder. Intussen ik konde toch niet verder dezen dag komen als Kolijnsplaat, 3 uur lopens en konde dus niet resolveren tot deze uitgaaf en nam de Reis aan. om 7 uur s'avonds kwam ik te Kolijnsplaat aan, alwaar ik den nacht bleef. Ik was van onder tamelijk nat beslibt en kocht mij dus een paar nieuwe kousen, gong vervolgens om 10 uur naar bed, liet mij om half drie s'morgens wekken en vertrok op Bruinisse, vandaar weer over op Herkingen vervolgens over Dirksland, Sommelsdijk en Middelharnis op Den Briel, hier kwam ik s'avonds om Agt uur aan, ik had een lange dag gehad en was door de hitte zeer vermoeid, dus kunt gij denken, dat ik zeer gerust heb geslapen. De andere morgen mij te Den-Briel te hebben rondgelopen ging ik op Maas sluis, Delft op Leijden, aldaar in de Nagtschuijt op Amsterdam."

*1836, 21-6: Opregte Haarlemsche Courant: Na een langdurig en smartelijk lijden, bezweek heden, mijn waarde Echtgenoot , de Heer H ten CATE HOEDEMAKER, in den ouderdom van ruim acht-en-veertig jaren, mij nalatende zeven Kinderen waarvan de oudste slechts veertien jaren bereikt heeft. Diep betreurd door mij en zijne talrijke Familie TER GLANE, H. WALKATE

* 1839, 19-8: Fam. adv. coll. CBG, Ten Cate, blz. 21: Heden ontsliep, in de zekere verwachting eener/ zalige standverwisseling, onze geliefde Zuster en Behuwd-/ Zuster, H. Walkate, Weduwe van wijlen H. ten/ Cate Hoedemaker, in den ouderdom van 43 jaren, nala-/tende, zeven nog onverzorgde Kinderen. Allen, die de/ Overledene in hare waarde gekend hebben, beseffen met/ ons wat vooral de Kinderen in haar verliezen; - eene/ langdurige uitteering maakte een einde aan haar voor ons/ zoo dierbaar leven./ J. Walkate./ H. ten Cate Hz. V.D.M./ Hengelo, den 19den Augustus 1839.

* 1922: Snuif: "Uit het land van katoen en heide": (460) In het jaar 1665 onderging de noodkapel te Glanerbrug eene groote verandering. Er verrees toen op de plek waar het bedehuisje gestaan had een klooster met een kerkje ten behoeve van de nonnen uit een klooster te Almelo, die van daar verdreven waren en met hun rector Herman ter Hoente een woonplaats hadden gezocht in het Munsterland. Zij noemden het klooster Mariavlucht, dat voortaan ook dikwijls uit Twente verdreven geestelijken herbergde, die van daaruit hunne gemeenten bleven bezoeken (…) (463) In 1710 waren op het klooster nog 20 nonnen aanwezig, waaronder 17 Hollandsche. Zij waren zooals men in den omtrek van het klooster nog vertelt, zeer bedreven in het spinnen.

In 1795 toen een Fransch leger onder generaal Van Damme langs Glanerbrug naar Gronau en Bentheim trok, poogden de Fransche soldaten ook het klooster Glane in brand te steken en te verwoesten. Ze werden daarin echter verhinderd door de dappere dienstbode van het klooster, de grootmoeder van den vroegeren ouden herbergier aan de Glanerbrug Mannes ter Glane, die een der soldaten bij den paardestaart van zijn helm terug trok toen hij in het voorbijgaan het stroodak in brand wilde steken.

In 1811 werd het klooster Glane door Napoleon opgeheven en werden de kerk en het gebouw grootendeels afgebroken. Van den afbraak werd in 1814 de vroegere roomsche kerk te Lonneker grootendeels opgebouwd. Een prachtig kruis uit het klooster bevindt zich thans nog te Vreden. Een gedeelte van het gebouw is nog blijven bestaan. Het kwam later in het bezit van den Heer Hendrik ten Cate Hoedemaker, die het ook bewoonde. Later werd het verkocht aan de familie Stenvers te Gronau. Een lid der familie Wildering is thans eigenaar. Wie de overblijfselen van het oude klooster Mariavlucht wil bezoeken, sla den weg in die vlak achter het Duitsche belastingkantoor den straatweg naar Gronau verlaat, langs de spinnerij Eilermarck en later over de spoorbaan loopt. Van verre is het goed te kennen aan een hooge den, die recht voor den weg boven het geboomte uitsteekt. Na een kwartier loopen heeft men de plaats bereikt.

Op een groot stuk bouw- en weiland, omgeven door een breede gracht en een lagen wal, beplant met hooge, vrij zware eikeboomen, staat daar nog eenzaam, rustig, weinig bezocht, half verscholen achter vruchtboomen en enkele dennen een gedeelte van het oude klooster als eene herinnering aan lang vervlogen tijden, tijden van tweedracht en onverdraagzaamheid. Het is een gebouw van twee verdiepingen van baksteenen en Bentheimersteenen opgetrokken, de raam- en deuropeningen met Bentheimersteenen afgezet. Op den nok van het dak staat nog de ijzeren stang, waaraan vroeger de klooster bel hing, een helder klinkend klokje, dat in Gronau duidelijk hoorbaar was. Een steenen bruggetje leidt over de gracht naar het boerenhuis dat in laterentüd tegen het kloostergebouw is aangebouwd, op de plaats waar zich de kerk en het kerkhof bevonden. Het inwendige van het gebouw heeft niets bezienswaardigs meer; de cellen der nonnen zijn weggebroken om bewoonbare kamers te verkrijgen. Het kloostergebouw was vroeger veel grooter en liep tot aan de gracht naast de brug door. Dit gedeelte is echter afgebroken, hetgeen aan den Noordgevel nog duidelijk te zien is. In den Zuidgevel staat het jaartal 1757, dat op een lateren aanbouw duidt. Op de plaats vóór het boerenhuis bevindt zich nog een steenen beeld, voorstellende eene vrouw, die in hare beide handen een wapenschild houdt, waarvan het vreemde verhaal gaat, dat het nooit van het klooster verwijderd zal kunnen worden.


kind 8

* 1850, 9-8: verdronk op zee. Overboord gevallen van het fregat "Zeeland" op de hoogte van 40gr 4' Zuiderbreedte en 51gr 48' lengte oost van Greenwich, dat is 1795 nautische mijlen oost van Kaapstad en 445 nautische mijlen noord van Iles Crozet (Fr)


kind 9:

* 1857, 20-6: promoveert te Groningen op "Over diagnostiek der longtuberkels".

* 1858, 9-8: BS Uithuizen (Gr) overlijden: Jan Willem ten Cate Hoedemaker, medicinae doctor, laatst gewoond hebbend te Groningen, geboren in het kerspel Epe in Westphalen, oud 25 Jaren, zoon van wijlen Hendrik ten Cate Hoedemaker en Hendrika Walkate


Openstaande vragen / discussie