Het droge strand.
Dit strand reikt vanaf de duinvoet tot aan de HW-lijn. Het komt enkel bij springvloed of bij storm gedeeltelijk onder. Deze zone is vooral onderworpen aan winderosie. Het losse zand hoopt er zich gemakkelijk op na elke hindernis (duinvorming) .
Aan de HW-lijn is meestal een klein trapje omdat de korrels van het natte strand dichter op elkaar gestapeld liggen dan deze van het droge strand.
Het natte strand
Dit strand komt tweemaal per dag onder water. De dichtere stapeling van de zandkorrels geeft meer draagkracht. Het natte strand kent een opeenvolging van langwerpige evenwijdige zwinnen. Ze worden gevormd door de overslaande golven bij vloed (brandingstrog). De afstand tussen op elkaar volgende zwinnen is functie van de snelheid van de aanlopende golven en dus van de diepte van het strandwater. Bij 0,5 à 1 cm/sec krijgt men al zwinnen van een 0,5 m diepte. Tussen de zwinnen liggen hoger gelegen strandbanken zodat zich in het zwin, bij aftrekkend water, een plas vormt. Dit water zoekt een uitweg door de strandbank naar zee bij LW. Deze geul door een strandbank noemt men een mui.
Het stilstaand water in de zwinnen warmt vlug op en is de uitverkoren speelplaats voor kleuters. Bij aftrekkend tij heerst in de muien een stroming die te sterk kan zijn voor de wankele beentjes van deze allerkleinsten.
Hoe ziet het strand eruit in functie van haar geografische ligging?
a) Westkust :
Van de Franse kust tot Nieuwpoort hebben we een breed strand met een onzichtbare helling en een stevige duingordel. Hier heeft nog sedimentatie plaats. Men vindt er fijn zand en de zwinnen zijn uitgestrekt en ondiep.
b) Middenkust :
Tussen Nieuwpoort en Blankenberge wordt het strand minder breed en is de hellingsgraad duidelijker. Zee-erosie noopt tot strandverdediging. Bvb aanleg noodstrand Oostende. Enkel aan de monding van de IJzer bestaat nog een slikke en een schorre.
(zie havengeul Nieuwpoort).
c) Oostkust :
Loopt van Blankenberge tot aan de Nederlandse grens (het Zwin). Het strand is er smal en de hellingsgraad is duidelijk steil. Het zand is er meer grof. Met zandopspuitingen tracht men het strand te behouden. Maar het zand dat men gebruikt is zeer fijn en spoelt dus vlug weg. Het Zwin vormt de grens met Nederland en bevat een slikke- en schorrelandschap (natuurreservaat)