DE BLIEDEMAKER 1

Tien partnerinstituten afkomstig uit de academische wereld, de Vlaamse overheid en de private sector hebben gedurende vier jaar onderzoek verricht naar kustprocessen. Zij delen de resultaten van het CREST-project aan de hand van kernboodschappen die verder verfijnd worden in een uitgebreide lijst van onderzoeksresultaten.Looptijd: 1 november 2015 – 31 oktober 2019

Hieronder enkele interessante extracten uit de volledige website

"De afgelopen dertig jaar blijkt een netto natuurlijke voeding van sediment vanuit zee naar de Belgische west- en oostkust te hebben plaatsgevonden die bijgedragen heeft aan de zachte zeewering"

"Na een storm herstellen onze stranden zich minstens gedeeltelijk, en dit binnen een periode van nauwelijks enkele maanden"

"In the past 30 years, the natural sediment supply in the active zone of the Belgian coast was of the same order of magnitude (0.5 Mm3/y) as the artificial supply by means of nourishments (=zandopspuitingen). The natural supply is the result of cross-shore transport from the offshore towards the coastline. Detailed understanding in the driving mechanisms is still lacking.

In the past 30 years, the natural sea defences at the western and eastern parts of the Belgian coast have heightened more (10 to 30 mm/y) than sea level rise (2 to 3 mm/y), while the central part naturally loses sand (loss of 2 to 8 mm/y). The western and eastern parts thus show a certain natural resilience to sea level rise contributing to the soft coastal defence. Climate change induced coastline retreat can be partly compensated by natural feeding.

One-off events, like a storm, show little or no impact in the decadal beach volume morphological time series"

"The increased replenishment efforts (opspuitingen) of the past years have realised permanently wider beaches on nourishment locations (waar zand opgespoten wordt). Like with all beach nourishments, erosion rates increase initially, yet after a few years return to the long-term average. The wider beaches enhance the coastal safety level, the touristic use and resilience with respect to sea level rise."

"Men onderzoekt ook de kustlijnmigratie van de Vlaamse kust. Er werd vastgesteld dat de Kust aangroeide (8 ha over de afgelopen 35 jaar). Deze aanwas vindt zijn oorsprong in zowel kunstmatige suppleties (strandopspuitingen) als in de natuurlijke voeding, waarbij dit laatste voornamelijk veroorzaakt wordt door landwaarts transport vanuit de zee naar de kust of duinen en voor een beperkter deel door kustparallel transport . De mechanismen achter deze sedimentvoeding vanuit de zee naar de duinen zijn nog onbekend. Metingen zijn beschikbaar, maar het is nog niet mogelijk om dit verschijnsel te modelleren vanwege een gebrek aan kennis over de drijvende mechanismen. .."

Stuivend-zand transportmetingen aan het strand van Groenendijk (Credit: Glenn Strypsteen)

Verkorte vertaling van onderstaande oorspronkelijke tekst over de studies van het strand van Groenendijk.

Ten westen van de surfclub Windekind te Oostduinkerke -vóór het natuurreservaat "De Zeereepduinen"- werd gedurende 4 jaar een intensieve meetcampagne opgezet om de impact van stormen op de voorduinen te onderzoeken.

Via permanente statische laserscanning werden, gedurende meerdere jaren, de hoogtes van het droog- en het getijdenstrand intensief opgemeten (verticale nauwkeurigheid < 2 cm).
Speciale mobiele LIDAR scanning met voertuig (precisie<1cm) Lees>>>
Gedurende een periode van 3 jaar werden halfjaarlijkse scans uitgevoerd met UAV-fotogrammetrie en andere technieken. Verwerkt in een GIS database.
De tussengetijdenzone krijgt zijn vorm door de golven, maar evenzeer door de getijdenstromingen en, in mindere mate, door de natuurlijke variatie in het sedimentaanbod.
Een unieke dataset, bestaande uit windcondities en eolische zandtransportsnelheden, werd verkregen door de veldexperimenten. Tussen 2016 en 2018 werden 20 dergelijke datasets verkregen over eolisch zandtransport tijdens matige tot sterke windomstandigheden. Deze nauwkeurige gegevens hebben een toegevoegde waarde om te begrijpen hoe kustmilieus reageren op windkrachten op korte tot lange termijn. Groenendijk is een natuurlijk strand, maar er werd ook een vergelijking gemaakt met het opgespoten strand van Mariakerke.
Op korte tijdsschalen (uren tot dagen) is de zandtransportsnelheid kubisch gerelateerd aan de windsnelheid (volgens het mathematisch model). Dit model wordt gevalideerd door onze eigen velddataset en andere internationale velddatasets. Het hierdoor bijgestuurd model presteert redelijk goed in het voorspellen van zandtransport.
Op langere tijdschalen (10 jaren) groeien de duinen in Groenendijk lineair in de tijd met een constante snelheid. De duingroei varieert van 0 tot 12,3 m3/m/j met een gemiddelde duingroei van 6,2 m3/m/j (met grote variaties langsheen de kust). Duingroei wordt voornamelijk veroorzaakt door eolische zandaanvoer vanuit het strand tijdens W en ZW winden.
Op basis van het mathematisch model varieert dwars-zandtransport, landinwaarts naar de duinen, tot maximaal 9 m3/m/j, terwijl langs-zandtransport richting Knokke kan oplopen tot 20 m3/m/j.
Er is een sterke correlatie tussen waargenomen en berekende duingroei op langere tijdschaal (10j) (de meeste voorspelde gegevens liggen binnen een factor 2 van de gemeten waarde). Dit suggereert dat jaarlijkse verschillen in de stuwende (wind) en transportbeperkende omstandigheden (nat zand) slechts een gering effect hebben.
Een verandering kan optreden in het lange termijn duingedrag als gevolg van klimaatverandering. Indien de windroos hierdoor zou veranderen kan dat ervoor zorgen dat de duinen eroderen in plaats van zoals nu te groeien.
Opgespoten stranden behouden een natuurlijk vermogen om zich na de storm weer op te bouwen. Metingen te Mariakerke hebbeb aangetoond dat tot een derde van het geërodeerde volume als gevolg van Storm Dieter binnen 5 maanden teruggewonnen was.

Oorspronkelijke tekst:

During four years intensive monitoring was performed at two locations along the Belgian coastline. At Mariakerke the coastal defence exists of a dike and beach, whereas in Koksijde a dune and beach protect the hinterland from storm impacts. Investigating both hard and soft coastal protection measures in situ give better insight in their interaction and efficiency.

Permanent static terrestrial laser scanning (PLS) of the dry and intertidal beach yields vertical accuracies less (better) than 2 cm and permits very time intensive scanning (up to several scans per hour during years).
A revised set-up of the special purpose mobile LiDAR vehicle with RTK-GNSS and a highly accurate inertial system (IMU) was developed and gives a repeated precision of less (better) than 1 cm, making mobile LiDAR a highly accurate and extreme precise technique for topographic monitoring of beaches at a hyperspatial resolution.
During a period of one year (November 2017 to December 2018) a series of time intensive scans at Mariakerke were acquired and during a longer time span of 3 years, half-yearly scans at both Mariakerke and Koksijde were acquired, in addition to UAV photogrammetry and traditional ground-based survey techniques. A central GIS oriented database of all these measurements (and their derived products) should be further developed and made publicly available.
The intertidal zone in Belgium is not only shaped by waves, but equally by tidal currents and, to a lesser extent, by natural variations in sediment supply.
A unique data set, consisting of wind conditions and aeolian sand transport rates, has been obtained through field experiments in Belgium on the natural beach of Koksijde and artificial beach of Mariakerke. Between 2016 and 2018, we obtained 40 data sets on aeolian sand transport (20 in Koksijde and 20 in Mariakerke) during moderate to strong wind conditions. Although sand transport by wind is easily observable, reliable and accurate data sets of sand transport rates are still scarcely available due to measuring difficulties. This accurate field data set has an added value in understanding how coastal environments (managed or natural) respond to wind forces over short to long-term timescales.
On short-time scales (hours to days), saturated aeolian sediment transport rate is cubic related with wind speed by new modified Bagnold model. This model is validated by our own field data set and other international field data sets. The modified Bagnold model performs reasonably well in predicting sand transport.
On decadal timescales, the Belgian coastal dunes grow linear in time with a constant rate. Dune growth varies between 0 and 12.3 cubic meter per meter per year with an average dune growth of 6.2 cubic meter per meter per year, featuring large variations in longshore direction. Dune growth is primarily caused by aeolian sediment input from the beach during west to southwest wind conditions.
Based on the modified Bagnold model, onshore potential aeolian sediment transport ranges to maximum 9 cubic meter per meter per year, while longshore potential aeolian sediment transport could reach up to 20 cubic meter per meter per year towards the Netherlands.
There is strong correlation between observed and predicted dune growth on decadal timescales (long-term). Most of the predicted data are within a factor 2 of the measured value. It suggests that annual differences in forcing and transport limiting conditions (wind and moisture) only have a slight effect on the overall variability of dune volume trends.
The steep cliff in front of the human-constructed coastal berm of Mariakerke is very sensitive to erosion. Sand being eroded from the berm lip is deposited in front of the dyke and in the trench. This specific beach topography is a general good solution to minimize sand transport to the hinterland, but only serves temporally.
Aeolian sand from the foreshore is deposited at the foot of the steep cliff due to a decrease in shear velocity. Large shear velocities are measured at the berm lip due to compression and acceleration of the flow field. Onshore aeolian sand transport starts at the berm lip and increases rapidly towards a maximum downwind until it decreases to a lower equilibrium. The deposition at the foot of the cliff and erosion at the berm lip causes the cliff to change to an equilibrium profile.
Further research should focus on better quantifying aeolian sediment transport processes by more innovative monitoring techniques, especially when long-term monitoring is required. A camera-system to monitor the overall weather and wave conditions, bar welding, beach morphology, and the frequency and magnitude of erosional events could be useful. The images could be used to extract moisture maps, beach dimensions, fetch distances and vegetation cover. It would be also of interest to introduce a self-rotating vertical sand trap that measures the whole transport column from surface to a certain distance above the surface to get information of the entire flux profile. A change in decadal dune behavior due to climate change is also very relevant to study. A changing wind field could cause the dunes to erode instead of original growth.
Morphological features of the intertidal bars, embryonic dunes and backshore berm play an important role in beach recovery.
Urbanized developed beaches retain some natural ability to rebuild after the storm. In the test sections 98-104 (Mariakerke) up to one third of the eroded volume due to Storm Dieter was recovered within 5 months.

Published: wo, 09/25/2019 - 14:21 | Last updated: do, 09/26/2019 - 08:16

Meerdere links naar andere websites

Page updated

Google Sites

Report abuse