Zijwind-traverseren

Zodra de wind ook maar enigszins van opzij komt, wordt je kano opzij geblazen. Hoeveel de kano opzij wordt verplaatst, hangt af van de windkracht, windvang en koersvastheid van de kano. Afhankelijk van de omstandigheden zijn bepaalde koersen het handigst om ondanks die drift toch op de plek van bestemming aan te komen.

drie mogelijke koersen bij drift

Koers 1

is de koers die je moet varen wanneer koers 2 niet mogelijk is, bijvoorbeeld in een situatie zoals hieronder is weergegeven.

Daarbij moet je dusdanig schuin tegen de wind in varen dat daadwerkelijk verlijeren voorkomen wordt – anders kom je in bovenstaand geschetste situatie op de rotsen terecht… 

Koers 2

is de koers die je krijgt wanneer je consequent richting je bestemming vaart. Ondanks de drift van de kano is deze koers efficienter dan koers 1, mede doordat het aanhouden van de juiste koers danwel hoek ten opzichte van de wind daarbij vanzelf gaat.

Het varen van koers 1 en 2 wordt wel “zijwind-traverseren” genoemd [‘crosswind ferry’ in het engels]. Traverseren is een techniek die inhoudt dat je jezelf op het water verplaatst terwijl je de uitwerking van een dwarskracht op de kano – in dit geval de wind – compenseert door daar schuin tegen in te varen. Traverseren is een vaartechniek die ook op stromend water gebruikt wordt, maar dan om het verzet van de kano door de stroming te compenseren. Het principe ervan is echter hetzelfde, alleen moet je voor de stabiliteit bij het traverseren om verzet door stroming te compenseren stroomafwaarts hellen. Bij traverseren om drift door zijwind te compenseren, moet je voor de stabiliteit iets windopwaarts hellen.

windopwaarts hellen

windopwaarts hellen

Koers 3

is de koers waarbij je bij de oversteek gebruik maakt van de zijwind en pas aan de overkant van het water richting je bestemming vaart. In bepaalde situaties kan dit de handigste koers zijn.

misrichten

Deze vaartechniek wordt wel “misrichten” genoemd [‘aiming off’ in het engels].