Kano en kajak

waarom dat vaak door elkaar wordt gehaald

Een kano is een vaartuig bedoeld om mee te peddelen dan wel te bomen. Over de gehele wereld komt dit vaartuig al heel lang voor.

Aangenomen wordt dat het woord ‘kano’ afstamt van het Portugees/Spaanse ‘canoa’, de benaming die door Columbus werd gebruikt voor de  uitgeholde-boomstamkano’s die hij tijdens zijn ontdekkingsreizen in het Caribische gebied tegenkwam,  en die door de lokale bevolking zelf ‘kanawa’ of iets dergelijks werden genoemd.

De kano zoals wij die nu gebruiken voor toervaren, stamt echter af van de berkenbastkano van de zgn. indianen in het noordoosten van Noord-Amerika. Het was met name de relatief lichtgewicht-constructie van de berkenbastkano waardoor deze ook goed over land vervoerd kon worden, die deze kano daar zo geschikt voor maakte.

berkenbastkano

Door misvattingen bij de opkomst van de kanosport kreeg een kano in Nederland de bijnaam ‘canadees’, net zoals mensen ook wel pingpong zeggen als ze het over tafeltennis hebben of Spa Rood zeggen wanneer ze bruisend mineraalwater bedoelen.

Midden 19de eeuw werden er in de omstreken van Peterborough in Canada cederhouten toerkano’s gemaakt door de daar wonende blanke bevolking.[1] Deze kano’s waren gebaseerd op zowel de boomstamkano als de berkenbastkano van de Algonquin bevolking aldaar. Verschil met die inheemse kano’s was dat de bouwers daarbij gebruik maakten van westerse scheepsbouwtechnieken.[2] Met name in de Verenigde Staten werden deze kano’s daarom wel aangeduid als “Canadese stijl kano” ter onderscheiding van andere toerkano’s in die tijd, zoals de zgn. Hout & Canvas kano uit de staat Maine aan de oostkust van de Verenigde Staten. Deze Hout & Canvas toerkano was een directe afstammeling van de berkenbastkano van met name de Penobscot indianen aldaar en niet alleen wat herkomst, maar ook wat uiterlijk en constructie betreft wezenlijk verschillend van die toerkano uit Canada.

In die tijd bestonden de kano-organisaties echter voor een belangrijk deel uit wat elitaire [rijke] mensen die van mening waren dat een toerkano eigenlijk alleen deugde als je er ook goed mee kon zeilen. Van de open toerkano’s kon daarom alleen die Canadese stijl kano in hun ogen genade vinden. De berkenbastkano vonden ze maar niks en de direct daarvan afgeleide Hout & Canvas kano “een voddenkano, alleen geschikt voor werklui en primitieve inheemsen [sic]. De Hout & Canvas kano werd daarom pas in 1934 officieel erkend door de Amerikaanse kanobond, ondanks dat deze kano goedkoper, minder kwetsbaar en daardoor populairder was dan die geheel van hout gemaakte Canadese stijl kano.[3][4]

In Noord-Amerika wordt de benaming ‘canadees’ dan ook alleen gebruikt voor een Canadese stijl toerkano.[5] In sommige Europese landen, waaronder Nederland, werd dit onderscheid echter niet onderkend. Doordat in die landen een kajak als de kano werd gezien, ging men daar de benaming ‘canadees’ willekeurig voor allerlei soorten kano’s gebruiken, dus zelfs voor gesloten wildwaterkanos en, ironisch genoeg, voor een Hout & Canvas kano…

Een kajak is een vaartuig met een van boven min of meer waterdichte constructie waar je laag in of op zit en in de regel bedoeld om met een dubbelbladige peddel te worden gevaren. Het woord ‘kajak’ is afkomstig van de zgn. eskimos, bij wie dit vaartuig oorspronkelijk vandaan komt.

eskimo kajak

Hoewel er traditionele kajaks waren die ook geknield en met een enkelbladige peddel werden gevaren, worden moderne gesloten kano’s die bedoeld zijn om met een enkelbladige peddel te varen niet als kajaks gezien. Open kano’s die bedoeld zijn om met een dubbelbladige peddel te varen, zijn eigenlijk geen kajaks maar worden voor het gemak soms wel zo genoemd, met name als het om opblaasbare kano’s gaat.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld Noord-Amerika wordt in Nederland een kajak als een soort kano gezien. Scheepstechnisch is dat dus terecht, hoewel je dan ook een roeiboot als een soort kano kunt zien, aangezien roeien eigenlijk een gemechaniseerde vorm van peddelen is. Niettemin is een kano geen kajak, net zoals een boot geen kano is. Het gebruik van het woord kano voor een kajak bij voorlichting en instructie kan dan ook misleidend verwarrend werken voor kanovaarders, bijvoorbeeld wanneer kajakvaarders zichzelf kano-instructeur noemen terwijl ze amper wat afweten van kanovaren met een enkelbladige peddel — zie ook mijn antwoord op vraag 22 van de vraagbaak over de wezenlijke verschillen tussen kano- en kajakvaren.

organigram kanosport

In de wedstrijdsport wordt voor kano’s de aanduiding ‘C’ van Canoe gebruikt met een nummer voor het aantal personen dat geacht wordt het vaartuig voort te bewegen: C1 staat dan voor solo kano, C2 voor tandem kano en C4 voor vierpersoonskano.
Bij de Wildwater-wedstrijdsport wordt daarnaast nog de aanduiding ‘OC’ van Open Canoe voor open kano’s gebruikt ter onderscheiding van de bij wildwatervaren gebruikelijke gesloten kano’s. Maar bij uitleggerkanovaren staat ‘OC’ voor een Outrigger Canoe.
Bij de Vlakwater-wedstrijdsport wordt het onderscheid tussen open en gesloten niet gebruikt, aangezien daar alleen maar open kano's gebruikt (mogen) worden. Daarom is bij Vlakwater een C1 een open kano en bij Wildwater is een C1 een gesloten kano.

Voor kajaks wordt in de wedstrijdsport de aanduiding ‘K’ van Kayak gebruikt met een nummer voor het aantal personen dat geacht wordt het vaartuig voort te bewegen: K1 staat dan voor eenpersoonskajak, K2 voor tweepersoonskajak en K4 voor vierpersoonskajak.