Nederlandse Staatscourant 23 Februari 1948 No 37

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN

De Centrale Ereraad voor de Kunst, in hoger beroep uitspraak doende op het beroep van de kunstenaar J. Gerhard Toonder, te Amsterdam, tegen een beslissing van de Ereraad voor Letterkunde dd. 18 September 1945, waarbij hij met anderen is uitgesloten van iedere publicatie van oorspronkelijk dan wel vertaald werk, het samenstellen van bloemlezingen, het doen of laten opvoeren en voordragen van door hem geschreven werk, van het mededingen naar prijsvragen (zij het ook in manuscript), van het aan de markt brengen of doen brengen van reeds verschenen werk of herdrukken en van ieder ander optreden in het openbaar op het gebied der kunst, alles voor de tijd van één jaar, ingaande 5 Mei 1945, verklaart het beroep gegrond; vernietigt de beroepen beslissing, voor zover deze op appellant betrekking heeft; verstaat, dat de kunstenaar Jan Gerhard Toonder, letterkundige, te Amsterdam, door schuld tijdens de vijandelijke bezetting van het Rijk in Europa de vijandelijke propaganda heeft bevorderd; legt hem als maatregel op „afkeuring van de houding”.