S de Hoo

SIJBREN de HOO

Stcr 15 Juli 1946

De minister van Economische Zaken

Gelet op artikel 2 en artikel 5 van het Zuiveringsbesluit 1945:

Gezien het advies van de Commissie, bedoelt in artikel 5,

vierde lid , van genoemd besluit;

Overwegende, dat onder meer is komen vast te staan, dat de heer S de Hoo, directeur van het Centraal Distributiekantoor,

wonende te Hattem, zich tijdens de bezetting bij verschillende gelegenheden zonder enige noodzaak in pro-Duitschen en

anti-Nederlandschen zin heeft uitgelaten;

dat hij met verschillende personen van de bezettende macht in een vriendschappelijke relatie stond, welke ver uitging boven een correcte zakelijke verhouding; dat hij het Duitsche politie-apparaat in de bestrijding van roofovervallen en andere distributiemisdrijven gemengd heeft op een wijze en in een mate, die --- hoezeer een zekere bestrijding op zich zelf ook onvermijdelijk mocht worden geacht ---- zonder meer reeds een ernstig te kort schieten in het betrachten van de juiste houding in verband met de bezetting opleverden, dat zijn houding tegenover een groot aantal leden en instanties van de N.S.B. ontoelaatbaar voorkomend is geweest,

o.m. door het aan hen onoodig verstrekken van extra toewijzingen of representatiebonnen en dat hij --- onder meer door het zonder noodzaak aanstellen van een groot aantal leden van de N.S.B. en door het bedreigen van andere leden van het personeel met den S.D. -- een personeelbeleid heeft gevoerd, dat voor een Nederlandschen Overheidsinstelling tijdens de bezetting ontoelaatbaar moest worden geacht en aan den goeden naam van het Centraal Disstributiekantoor dan ook veel afbreuk heeft gedaan;

Overwegende, dat tegenover de bovenomschreven feiten kan worden gesteld, dat de heer Hoo niet het oogmerk heeft gehad de Nederlandse belangen te benadelen, dat hij onder zeer moeilijke omstandigheden heeft gewerkt en dat hij ook door sommige Duitsche autoriteiten onbetrouwbaar werd geacht;

Overwegende, dat deze omstandigheden evenwel niet kunnen wegnemen, dat meergenoemde persoon door de omschreven feiten in zeer ernstige mate is te kort geschoten in het betrachten van de juiste houding in verband met de bezetting;

Heeft Goedgevonden:

1. overeenkomstig het advies van bovengenoemde commissie met

ingang van 1 Mei 1945 aan de heer S de Hoo, wonende te Hattem,

ontslag te verleenen als directeur van het Centraal Distributiekantoor.

2. te bepalen dat alle rechten op dadelijk of uitgesteld pensioen en alle andere rechten, welke genoemde persoon krachtens wettelijk voorschrift of arbeidsovereenkomst zou kunnen doen gelden, vervallen;

3. te bepalen dat deze beschikking zal worden bekend gemaakt in de Nederlandsche Staatscourant

's-Gravenhage 11 Juli 1946.

De minister van Economische Zaken

G. W. M. Huysmans

In de Staatscourant van 27 Augustus 1946 werd Sijbren de Hoo met ingang van 1 Mei 1945 tevens ontslagen als Luitenant ter zee der 2e klasse bij de Koninklijke Marine-Reserve.