fboer

Staatscourant 24 April 1947

Dossier No. 1162.

Rol No. 729.

EXTRACT-UITSPRAAK

Tribunaal voor het arrondissement Utrecht

Bij uitspraak van genoemd Tribunaal (1ste kamer) van 20 December 1946 is de beschuldigde Frederik Marie Pieter Cornelis de Boer,

geboren te Oterleek 2 Mei 1892, van beroep gepensionneerd Indisch ambtenaar, wonende te Amersfoort, Soembastraat 4, schuldig verklaard;

en zijn hem, op grond van de betrekkelijke artikelen, als bijzondere maatregelen opgelegd:

1. interneering, met advies deze te beperken tot drie jaar en zes maanden, met aftrek van den tijd, door beschuldigde in

vóórinterneering doorgebracht vanaf 10 Mei 1945, zoodat de interneering zal eindigen op 10 November 1948;

2. ontzetting van het recht van kiezen en verkiesbaarheid bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen;

3. ontzetting van het recht ambten te bekleeden ;

4. verbeurdverklaring van het vermogen van beschuldigde tot een bedrag van f 10 000;

ontbinding van de gemeenschap van goederen, bestaande tusschen beschuldigde en Aagje Alberdina Lakeman, zonder

beroep, wonende te Amersfoort, Soembastraat 4;

einde van het beheer over het vermogen van beschuldigde drie maanden na de tenuitvoerlegging van den maatregel van

verbeurdverklaring van een deel van het vermogen van beschuldigde.

Fiat executie verleend ap 26 Februari 1947

door de Hooge Autoriteit, bedoeld in art, 4 K.B. van

23 December 1944, Stbl. E 153.

(w.g.) Verdam.