Bron: Augeo [15]
Vanaf het eerste (zorg)contact kan door de wijkverpleging direct worden geobserveerd op signalen van ouderenmishandeling. Het is daarbij van belang om de verschillende soorten ouderenmishandeling te kennen en te onderscheiden. De meest zichtbare vorm van ouderenmishandeling is fysieke mishandeling. Hierbij kan worden gedacht aan slaan, schoppen, bijten, krabben, enzovoort. Deze vorm van mishandeling is relatief eenvoudig te signaleren als zichtbaar letsel. Daarnaast zijn er specifieke plaatsen op het lichaam waar blauwe plekken niet zomaar ontstaan en waarbij extra aandacht moet worden besteed aan het in kaart brengen van de oorzaak van de blauwe plek [15].
In het anamnesegesprek breng je, samen met de cliënt, het netwerk van de cliënt in kaart. Dit kan je helpen om meer inzicht te krijgen in wie er een rol spelen in het leven van de cliënt en waar hij of zij op terug kan vallen bij problemen. Je brengt hierbij niet enkel in kaart wie er om de cliënt heen staan, maar ook welke taken ze uitvoeren in en rondom de zorgverlening voor de cliënt. Een waardevolle aanvulling hierop is om ook de draagkracht en draaglast te bepalen van alle betrokken mantelzorgers. Door continu alert te zijn op overbelasting van de mantelzorger, en ook uit te vragen waar de mantelzorger mee zit, ben je in staat om ouderenmishandeling te voorkomen of tijdig te signaleren. Hierbij kunnen uiteraard meetinstrumenten worden gebruikt om de (over)belasting in kaart te brengen, zoals de CSI of de EDIZ-plus. Middels deze instrumenten kan ervaren belasting objectief in kaart worden gebracht en kan, bij herhaalde metingen, de voortgang worden bepaald. Als je signaleert dat de mantelzorgbelasting toeneemt, zet hier dan vanuit de wijkverpleging tijdig acties op in. Meer tips hierover lees je in het zorgpad Mantelzorgbelasting.
In de onderstaande lijst vind je alle signalen bij de oudere die mogelijk duiden op ouderenmishandeling. Om een beter overzicht te krijgen van de situatie, helpt het om de signalen die je herkent op een rijtje te zetten. Dat betekent niet direct dat er sprake is van ouderenmishandeling. Het is wel belangrijk dat je weet hoe ouderenmishandeling eruit kan zien, zodat je je beter een beeld kunt vormen. Kijk ook naar de signalen bij de pleger [11].
Hoe ziet de oudere eruit?
Is versufter of lusteloos (door verkeerd medicijngebruik).
Heeft (onverzorgde) wonden, bijvoorbeeld door te veel in bed liggen.
Heeft (plotseling) een slechte hygiëne, zoals vieze haren of een onverzorgd gebit.
Ziet er moe uit, valt af of is lang ziek.
Is ondervoed en heeft vaak honger of valt flauw.
Is uitgedroogd, heeft veel dorst en hoofdpijn en plast weinig.
Heeft blauwe plekken, schrammen, striemen of littekens.
Hoe gaat de oudere om met anderen?
Is bang voor bepaalde plekken of mensen.
Wil niet meer aangeraakt worden.
Kijkt weg bij oogcontact.
In welke situaties komt de oudere terecht?
Heeft de deuren vaak op slot.
Heeft onverklaarbare schulden of een huurachterstand.
Kan geldopnames niet verklaren.
Raakt waardevolle spullen uit huis kwijt.
Verandert zijn of haar testament ineens.
Het is lastig om hem of haar alleen te spreken.
Hoe is het gedrag van de oudere veranderd?
Kan zich slechter dan anders op een taak of gesprek focussen.
Is zonder duidelijke oorzaak bang, boos, verward of depressief.
Is (plotseling) overdreven druk of juist overdreven rustig.
Vindt zichzelf niets waard en zegt negatieve dingen over zichzelf of anderen.
Doet alsof er niks bijzonders aan de hand is.
Hoe gaat de pleger om met gevoelens van de oudere?
Negeert de oudere of troost de oudere niet.
Bedreigt de oudere.
Scheldt of schreeuwt tegen de oudere.
Vernedert de oudere of behandelt de oudere als een klein kind.
Houdt de oudere zo veel mogelijk thuis of stuurt bezoek weg.
Betrekt de oudere niet bij beslissingen die over het leven van de oudere gaan.
Hoe behandelt de pleger de oudere lichamelijk?
Verwaarloost de oudere.
Houdt de oudere rustig met (de verkeerde dosis) medicijnen.
Raakt de oudere op een ruwe manier aan.
Slaat, schopt of duwt de oudere.
Sluit de oudere op.
Hoe gaat de pleger met eigendommen van de oudere om?
Houdt (financiële) post aan de oudere voor zichzelf.
Heeft veel belangstelling voor eigendommen van de oudere.
Wil niet praten over de financiële situatie van de oudere.
Steelt eigendommen van de oudere.
Wil betaald worden voor de hulp aan de oudere.
Hoe gaat de pleger met anderen om?
Houdt dokters of andere verzorgers bij de oudere uit de buurt.
Gaat tegen de adviezen van dokters of andere verzorgers in.
Gaat steeds naar andere dokters en ziekenhuizen.
Zegt nee tegen medische of geestelijke hulp voor de oudere.
Hoe zit de pleger in z’n vel?
Zegt dat hij of zij de zorg voor de oudere niet aankan.
Klaagt over de oudere.
Ziet er vermoeid uit.
Klaagt over slechte slaap, hoofdpijn of stress.
Doet alsof het hem of haar niet uitmaakt hoe het met de oudere gaat.
Zegt negatieve dingen over zichzelf, anderen of de wereld.
Het Kompas helpt je bij het signaleren van huiselijk geweld en om je vermoedens te onderzoeken. Het Kompas ondersteunt je bij het doorlopen van de meldcode. Vanaf het moment van signalering tot aan het wel of niet doen van een melding en/of het inzetten van hulp. Er worden vragen gesteld, er worden tips aangeboden en suggesties gedaan voor gesprekken. Het Kompas helpt je jouw gedachten te ordenen. Zo zie jij kansen voor vervolgstappen, welke aspecten onderbelicht zijn, wie je kunt betrekken en waar je het gesprek over moet voeren. Het invullen van het Kompas helpt je bij het zorgvuldig afwegen van beslissingen en het handelen als er vermoedens zijn van onveiligheid in een huishouden [18].
Het opsporen van ouderenmishandeling is vaak moeilijk, zelfs voor ervaren zorgverleners. Uit onderzoek blijkt dat zorgprofessionals vaak niet goed zijn in het herkennen van ouderenmishandeling [19,20]. Hier zijn verschillende redenen voor, waaronder:
Ouderen willen soms niet vertellen over hun situatie of kunnen dit niet goed communiceren vanwege geheugenproblemen, culturele verschillen of taalproblemen.
Hulpverleners weten vaak niet genoeg over de verschillende vormen van ouderenmishandeling.
Sommige tekenen van mishandeling zijn al verdwenen tegen de tijd dat de zorgverlener ze onderzoekt.
Als je ouderenmishandeling wilt vaststellen, is het daarom van belang dat je op de hoogte bent van de achtergrond en signalen van ouderenmishandeling. Ook moet je inzicht hebben in de risicofactoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van ouderenmishandeling.
Hierbij is het van belang de Meldcode te volgen inclusief het afwegingskader dat in het eigen werkveld en/of de eigen organisatie aanwezig is.
De aanbeveling van het Federatie Medisch Specialisten is dat bij iedere eerste kennismaking met een oudere boven de 70 jaar, de onderstaande vraag wordt gesteld:
‘Bestaat er een ‘niet-pluis’ gevoel of vermoeden van ouderenmishandeling?’
Er is momenteel geen gevalideerde Nederlandstalige screeningslijst beschikbaar die zich specifiek richt op de vroegsignalering van ouderenmishandeling. Echter kan de HS-EAST wel worden toegepast om signalen in kaart te brengen en een verhoogde kwetsbaarheid te meten. En, ondanks dat er weinig tot geen betrouwbare meetinstrumenten zijn, lijkt systematische screening van ouderen wel zinvol om ouderenmishandeling te signaleren [21]. De HS-EAST is in het Nederlands vertaald door Leyden Academy en daardoor toepasbaar in de wijkverpleging. Het instrument bestaat uit de volgende 15 vragen:
1) Hebt u iemand om tijd mee door te brengen, te winkelen of om naar de dokter te gaan? [nee]
2) Helpt u met het ondersteunen van iemand? [ja]
3) Bent u vaak verdrietig of eenzaam? [ja]
4) Wie neemt de beslissingen over uw leven, zoals hoe en waar u moet leven? [iemand anders]
5) Voelt u zich ongemakkelijk bij iemand in uw familie? [ja]
6) Kunt u uw eigen medicijnen innemen en uzelf verplaatsen? [nee]
7) Hebt u het gevoel dat niemand u in de buurt wilt hebben? [ja]
8) Drinkt iemand in uw familie veel alcohol? [ja]
9) Dwingt iemand van uw familie u in bed te blijven of wordt u verteld dat u ziek bent terwijl u weet dat het niet zo is? [ja]
10) Heeft iemand u gedwongen om dingen te doen die u niet wilde doen? [ja]
11) Heeft iemand spullen van u weggenomen zonder uw akkoord? [ja]
12) Vertrouwt u de meeste van uw familieleden? [nee]
13) Vertelt iemand u dat u te veel last veroorzaakt voor hem/haar? [ja]
14) Hebt u genoeg privacy thuis? [nee]
15) Heeft een naaste recent geprobeerd u pijn te doen of schade toe te brengen? [ja]
Het antwoord dat gerelateerd is aan ‘mishandeling’ staat tussen haakjes achter elke vraag. ‘Mishandeling’ is gerelateerd met een antwoord [nee] op de vragen 1, 6, 12 en 14; een antwoord [iemand anders] op vraag 4 en [ja] bij alle andere vragen [22].
Bij het opsporen en herkennen van ouderenmishandeling is het belangrijk om niet alleen te letten op de signalen, maar ook of er sprake is van een specifieke groep. Het is vaak makkelijker om dit te bespreken in een omgeving buiten hun persoonlijke leefomgeving. Voor de wijkverpleging kan hierbij bijvoorbeeld gedacht worden aan de spreekkamer van de huisarts of op een locatie van dagbesteding/dagbehandeling. Hier kunnen ouderen zich veiliger voelen om over mishandeling te praten. Ook kunnen hier problemen zoals ondervoeding en verwaarlozing aan het licht komen [19].
Risicofactoren en signalen van ouderenmishandeling worden soms niet opgemerkt, omdat zorgprofessionals niet altijd goed zicht hebben op de persoonlijke situatie van de ouderen. Bovendien hebben ze vaak niet genoeg kennis over deze risicofactoren en signalen. Hulpmiddelen zoals screeningsinstrumenten kunnen helpen bij het herkennen van ouderenmishandeling en zorgen ervoor dat zorgprofessionals zich meer bewust worden van de verschillende vormen van mishandeling. Dit kan bijdragen aan een vroegtijdige herkenning [19,23]. Onderstaand zakkaartje kan worden gebruikt ter inspiratie en als geheugensteun voor de verschillende vormen van ouderenmishandeling [24]:
11. Rijksoverheid. Herken de signalen bij de pleger [Internet]. Ouderenmishandeling | Ik Vermoed Huiselijk Geweld. 2023 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://www.ikvermoedhuiselijkgeweld.nl/ouderenmishandeling/herken-signalen-bij-de-pleger
15. Augeo. Verdachte blauwe plekken bij volwassenen [Internet]. 2017 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://www.augeo.nl/~/media/Files/Bibliotheek/Augeo-Verdachte-blauwe-plekken-bij-volwassenen.ashx
16. Signalenkaart ontspoorde mantelzorg [Internet]. Movisie. 2013 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://www.movisie.nl/publicatie/signalenkaart-ontspoorde-mantelzorg
17. SignalenKaart [Internet]. [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://signalenkaart.nl/
18. Kooiman A, Kooten-Niekerk JV, Kooijman K, Movisie, Beckers M, Burg M van D, e.a. Ondersteuningsinstrument signaleren huiselijk geweld en kindermishandeling Kompas [Internet]. 2021. Beschikbaar op: https://integraalwerkenindewijk.nl/wp-content/uploads/2023/11/kompas-ondersteuningsinstrument-signaleren-versie-2023.pdf
19. Cohen M, Halevi-Levin S, Gagin R, Friedman G. Development of a Screening Tool for Identifying Elderly People at Risk of Abuse by Their Caregivers. Journal Of Aging And Health [Internet]. 16 september 2006;18(5):660–85. Beschikbaar op: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/16980634/
20. Lachs MS, Pillemer KA. Elder abuse. New England Journal Of Medicine [Internet]. 11 november 2015;373(20):1947–56. Beschikbaar op: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26559573/
21. Screening op ouderenmishandeling - Richtlijn - Richtlijnendatabase [Internet]. [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/vermoeden_van_ouderenmishandeling_om/screening_op_ouderenmishandeling.html
22. De Hwalek-Sengstock Ouderenmishandeling Screeningtest [Internet]. Medisch Contact. 2011 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://www.medischcontact.nl/default-tonen-op/39-westendorp_h-s_east.pdf
23. Yaffe MJ, Wolfson C, Lithwick M, Weiss D. Development and Validation of a Tool to Improve Physician Identification of Elder Abuse: The Elder Abuse Suspicion Index (EASI)©. Journal Of Elder Abuse & Neglect [Internet]. 12 juni 2008;20(3):276–300. Beschikbaar op: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18928055/
24. Zakkaart mogelijke signalen van ouderenmishandeling [Internet]. Richtlijnen Database. 2017 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://richtlijnendatabase.nl/gerelateerde_documenten/bijlage/018254/1/130/Zakkaart%20mogelijke%20signalen%20van%20ouderenmishandeling.html