Als ouderenmishandeling is vastgesteld, kunnen onder andere de volgende dingen gedaan worden [3]:
Voorlichting en informatie geven;
De zorg verlichten door ondersteuning te geven aan de mantelzorger of hulpverlener;
Het bespreken met de oudere zelf.
Mogelijkheden voor verdere hulpverlening
Als betrokken er open staan voor hulpverlening. Informatie en advies geven. Luister uitvoerig naar de beleving en de veranderwensen van de betrokkenen en noem voorzichtig oplossingen. Veranderen is moeilijk, zeker in een gevoelige situatie. Kom niet met eigen ideeën, probeer de betrokkenen de regie te laten en zelf een keuze te laten maken.
Extra ondersteunende hulp bieden
Biedt zo nodig ondersteunende diensten (thuishulp, praktische hulp of vrijwilligershulp) aan. Dagopvang en tijdelijke opvang (repijtzorg) kunnen de situatie ontlasten.
Doorverwijzen
Bij verdergaande problematiek als verslaving, overbelasting of een geschiedenis van mishandeling of seksueel misbruik kan een andere instantie soms meer betekenen voor de pleger. De pleger kan doorverwezen worden naar bijvoorbeeld de (ambulante) geestelijke gezondheidszorg. Derden erbij betrekken Vraag of collega’s mee willen denken of zoek contact met andere disciplines. Dit kan binnen de eigen organisatie, maar ook daarbuiten.
Overleg organiseren
Bij een complexe situatie, waar meerdere disciplines bij betrokken zijn, helpt het om met alle hulpverleners rond de tafel te gaan en een gezamenlijk hulpplan op te stellen. Een persoon zal de coördinatie op zich nemen.
Een hulpplan opstellen
Bij een vermoeden dat er echt iets aan de hand is moeten de verschillende hulpverleners goed afspreken wie, wat en wanneer doet. Een plan omvat een korte omschrijving van de vermoede mishandeling, de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende disciplines. Daarnaast wordt een gedetailleerde registratie bijgehouden van de vermoedens en signalen.
Respijtzorg regelen
Ter ontlasting van de mantelzorg kan tijdelijke opvang of opname van de oudere een oplossing zijn om ernstige mishandeling te voorkomen en over lange termijn oplossingen na te denken.
Een aantal van deze interventies zijn ook terug te vinden in de voorbeeldzorgplannen die we voor je hebben opgesteld. Belangrijke noot hierbij is dat het een voorbeeld betreft en geen standaardzorgplan dat bij iedere zorgvrager kan worden ingezet. Stel het zorgplan altijd op aan de hand van de verpleegproblemen van jouw zorgvrager (persoonsgericht en holistisch) en volgens het verpleegkundig classificatiesysteem dat binnen jouw organisatie wordt gebruikt.
De meldcode is bedoeld voor (vermoedens van) fysiek, psychisch of seksueel geweld en verwaarlozing. De 5 stappen in de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling helpen professionals vanaf het moment van signaleren tot aan het besluit over het al dan niet doen van een melding bij Veilig Thuis [25,26]:
In kaart brengen van signalen met behulp van de signalenkaart.
Overleggen met een collega of indien nodig met Veilig Thuis: het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling.
In gesprek gaan met de betrokkene(n) om zorgen te bespreken.
Afweging maken van de ernst van de situatie. Bij twijfel kan altijd contact worden opgenomen met Veilig Thuis.
Een beslissing nemen. Het afwegingskader in de meldcode helpt de professional bij het nemen van een beslissing. Voor veel beroepsgroepen is ook een specifiek afwegingskader beschikbaar die zij kunnen gebruiken, zie hiervoor de richtlijn van V&VN [27]
De professionals nemen in stap 5 van de meldcode op basis van 2 vragen een beslissing:
Is hulp verlenen of organiseren (ook) mogelijk?
Hulp verlenen is mogelijk als:
de professional in staat is om passende hulp te bieden of te organiseren;
de betrokkenen meewerken aan de geboden of georganiseerde hulp;
de hulp leidt tot blijvende veiligheid.
Is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk?
Professionals maken een melding bij Veilig Thuis als er sprake is van acute of structurele onveiligheid. Of als hulp verlenen op basis van één van de bovenstaande punten niet mogelijk is.
Overleg met Veilig Thuis kan ook zonder een melding te doen. De professional legt alle doorlopen stappen vast in het dossier.
Het volgen van de Meldcode huiselijk geweld [28] en kindermishandeling is verplicht [29].
Werkgevers uit specifieke sectoren moeten de meldcode vaststellen en implementeren, lees de pagina 'verplichtingen voor zorginstellingen'.
Voor de thuiswonende oudere is een functionerende zorgketen essentieel om tot duidelijke communicatie over en interventies voor ouderenmishandeling te komen. Hierbij is (met instemming van de patiënt) een volledige, correcte en tijdige communicatie met de huisarts en zo nodig het gemeente (wijk)team essentieel. Ten eerste om signalen van een vermoeden van ouderenmishandeling te kunnen delen, informatie in te winnen over signalen die de huisarts wellicht zijn opgevallen als ook duidelijkheid te krijgen over het omringende sociale netwerk. Samen met de huisarts – en op indicatie in samenwerking met Veilig Thuis – kunnen zo gerichte interventies worden ingezet. Dit geldt tevens voor de oudere die na ontslag uit de medisch-specialistische instelling naar het verpleeghuis gaat. De specialist ouderengeneeskunde is dan veelal de gesprekspartner. Ook hierbij is (met instemming van de patiënt) een volledige, correcte en tijdige communicatie noodzakelijk [10].
Verder kan er gedacht worden aan de volgende interventies:
Contact met de huisarts over melding en afstemming;
Contact WMO / Gemeente voor Mantelzorgondersteuning;
Contact Thuiszorg voor Mantelzorgondersteuning;
Respijtzorg regelen;
Wijzen op cursus mantelzorg (via WMO-loket);
Dagopvang of opname verpleeg- of verzorgingshuis;
Contact GGZ of maatschappelijk werk voor behandeling of counselinggesprekken pleger;
Om het dagelijks leven van de oudere en pleger weer op de rails te zetten: maaltijdvoorziening, administratieve hulp, schuldhulpverlening, arbeidsbemiddeling of scholing (pleger), sociale contacten uitbreiden/ isolement doorbreken: club en verenigingsleven inschakelen, maatjesproject, preventief huisbezoek ouderenwerk (via WMO-loket);
Indien er sprake is van bedreigingen en fysiek geweld, contact met politie.
3. Sikkes M. Ouderenmishandeling [Internet]. Trimbos-instituut. 2023 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://www.trimbos.nl/kennis/ouderenpsychiatrie-nkop/ouderenmishandeling/
10. Organisatie van zorg bij vermoeden OM - Richtlijn - Richtlijnendatabase [Internet]. [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/vermoeden_van_ouderenmishandeling_om/organisatie_van_zorg_bij_vermoeden_om.html
25. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling | Augeo [Internet]. [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://www.augeo.nl/nl-nl/themas/meldcode/
26. Veilig thuis [Internet]. Veilig Thuis. 2024 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://veiligthuis.nl/
27. V&VN. V&VN Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling vernieuwd [Internet]. V&VN. [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://www.venvn.nl/nieuws/v-vn-meldcode-huiselijk-geweld-en-kindermishandeling-vernieuwd/
28. Ministerie van Algemene Zaken. Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling [Internet]. Huiselijk Geweld | Rijksoverheid.nl. 2024 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijk-geweld/meldcode
29. Staatsblad 2013, 142 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen [Internet]. 2013 [geciteerd 15 oktober 2024]. Beschikbaar op: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-142.html