Zelfbeeld presentatie
De kansen op positieve beoordelingen en uiteindelijk het behalen van je diploma, hangen nauw samen met het beeld dat je van jezelf hebt.
Je zelfbeeld is de manier waarop je over jezelf denkt. Wat kun je goed en waar ben je minder goed in? Ieder mens heeft sterke en zwakke kanten. Meer oog voor je zwakke kanten, kan behoorlijk knagen aan het zelfvertrouwen, waardoor je minder presteert dan dat je kunt. Zelfvertrouwen betekent dat je in jezelf en in je mogelijkheden gelooft.
Je zelfbeeld wordt beïnvloed door de waarden en normen die je meegekregen hebt van je ouders, vroegere school, vrienden. Bij het duidelijk krijgen van je zelfbeeld, is het belangrijk om te weten hoe de ander je ziet. Anderen zien alleen je gedrag. Wat verder in jou zit, is voor de buitenwereld onzichtbaar. Dit kun je vergelijken met een bloeiende plant. Bloem, stengel en blad zijn zichtbaar, maar de wortels niet. Jouw persoonlijke waarden en motieven zijn als het ware de wortels onder de grond. Ze zijn onzichtbaar, maar hebben wel invloed op je gedrag. Dit geldt ook voor jouw competenties. De ontwikkeling van je competenties is alleen te beoordelen door het gedrag dat je toont. Hoe komt het dat je zo gehandeld hebt en niet anders? Door reflectie en in gesprek met anderen kom je tot verantwoording van je gedrag. Daarin komen je persoonlijke waarden en normen tot uitdrukking.
De opdrachten voor: Zelfbeeld presentatie
A. Oriëntatie op je zelfbeeld – Persoonlijk gebied
Iedere individu is anders, dit betekent dat iedereen zijn of haar eigen kwaliteiten heeft. Denk eens voor jezelf na over de volgende vragen:
Hoe zagen deze kwaliteiten er voor jou uit als kind? En hoe zie je deze kwaliteiten voor je als kijkt naar het hier en nu? Op welke manier heb je deze ontwikkelt? Welke waarden en normen zijn voor jou belangrijk? Wat maakt het dat deze normen en waarden zo belangrijk zijn?
Hoe zijn jouw eigenschappen, kenmerken, waarden, kwaliteiten en interesses ontstaan? Hebben deze enkel te maken met jouw opvoeding en de daarbij behorende opvoedingsstijl? Of zijn er meer aspecten welke hierbij een rol hebben gespeeld en welke?
Op welke school/scholen heb je gezeten en welke invloed heeft dit gehad op jouw ontwikkeling?
Aanvullende tekst:
Naast het feit dat het belangrijk is om te weten welke kwaliteiten jij bezit en welke kwaliteiten jij dient te bezitten voor het beroep (onderdeel B), zijn er nog andere zaken belangrijk. Denk hierbij aan wat jij bijvoorbeeld belangrijk vind op persoonlijk vlak. Wat zou jij willen bereiken? En op welke manier zou jij dat aanpakken?
Daarnaast is het belangrijk om te weten welke visie jij hebt ten aanzien van jouw toekomst en het uiteindelijke beroep welke je gaat uitoefenen?
Welke sterke kanten heb jij en welke kanten kunnen nog verder ontwikkelt worden?
Nadat je de bovenstaande vragen voor jezelf beantwoord hebt, bespreek je deze vervolgens met je medestudenten. Doe dit in groepjes van 3 á 4 personen.
B. Ontwikkeling op professioneel gebied
Bij onderdeel A hebben wij vooral gekeken naar jouw kwaliteiten, eigenschappen, waarden en normen welke vooral voortkomen uit het persoonlijke gebied. Binnen onderdeel B maken we de koppeling naar het professionele gebied.
De vragen welke op professioneel gebied gesteld worden zijn als volgt:
Hoe zet jij jouw kwaliteiten en eigenschappen in tijdens het werk en binnen het netwerk? En hoe zien cliënten, bewoners en collega’s deze kwaliteiten terug? Welke waarden en normen neem jij mee naar de werkvloer en waarom? Welke kwaliteiten passen bij jouw beroep? Op welke manier zet jij jouw kwaliteiten in binnen jouw werk en wat zegt dit over jou als professional?
Maak hiervan een spin of een mindmap. Presenteer deze in je lob-groep.
Ook onderzoek je je eigen leerstijl. Reflecteer op je stijl van leren en kijk hoe je de manier van leren op een goede wijze kunt inzetten voor je persoonlijke en professionele ontwikkeling. Op welke manier kun je dit beïnvloeden en welke leerpunten kun je hieruit halen? Praat hierover met je medestudenten en met je lob ‘er.
C. Zelfbeeldpresentatie:
o Je maakt een collage over jezelf. Deze bespreek je in je kleine LOB groep.
o Je spreekt met je LOB docent af wanneer je een zelfbeeldpresentatie gaat houden voor je LOB groep. Je presentatie heeft een creatieve invulling.
Het resultaat:
A. Lijst van kwaliteiten. Mindmap of spin
B. Uitkomst van het onderzoek naar je persoonlijke eigenschappen, waarden interesses en je reflectie daarop. Lijst met je leerpunten.
Zelfbeeldpresentatie. Voorbereiding van je presentatie en de feedback vanuit de groep.